[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32256 (R 1906) Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)

Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223) en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 2006, 224)

Eindtekst

Nummer: 2010D38528, datum: 2010-09-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z23983:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

30 september 2010



Goedkeuring van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen
Protocol van 2005 bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke
gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 2006, 223)
en van het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van
2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen
gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat
(Trb. 2006, 224)



	VOORSTEL VAN RIJKSWET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 14 oktober 2005 te
Londen tot stand gekomen Protocol van 2005 bij het Verdrag tot
bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid
van de zeevaart en het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen
Protocol van 2005 bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke
gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het
continentale plat ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de
goedkeuring van de Staten-Generaal behoeven, alvorens het Koninkrijk
daaraan kan worden gebonden;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en
met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

	Het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005
bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht
tegen de veiligheid van de zeevaart, waarvan de Engelse en Franse tekst
alsmede de Nederlandse vertaling zijn geplaatst in Tractatenblad 2006,
223, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2

	Het op 14 oktober 2005 te Londen tot stand gekomen Protocol van 2005
bij het Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen
gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale
plat, waarvan de Engelse en Franse tekst alsmede de Nederlandse
vertaling zijn geplaatst in Tractatenblad 2006, 224, wordt goedgekeurd
voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 3 

	Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van
de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden
geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren
wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Buitenlandse Zaken,

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

De Minister van Defensie,

 PAGE    

 PAGE   3