[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek om aandacht voor problematiek in Huntingtongezinnen

Brief regering

Nummer: 2010D38918, datum: 2010-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z14379:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2010 

In uw brief d.d. 1 oktober 2010 heeft u mij gevraagd om een reactie op
de brieven van Mevrouw V. over de ziekte van Huntington. Hierbij ga ik
niet expliciet in op de exclusietesten, maar beperk mijn reactie tot de
gesignaleerde problematiek rondom het Steunpunt Huntington van PsyQ en
de gewenste psychosociale hulpverlening voor gezinnen met een patiënt,
die de ziekte van Huntington heeft.  

De curatieve tweedelijns geestelijke gezondheidszorg levert, als
onderdeel van de keten, psychische hulpverlening aan patiënten en hun
naasten. Dit naast de eerstelijns psychologische zorg of somatische
zorg, die patiënten met Huntington kunnen vragen vanwege hun ziekte of
bijvoorbeeld de opname in een verpleegtehuis die in sommige gevallen
noodzakelijk is.  

In haar brief d.d. 9 september 2010 stelt Mevrouw V., als medewerker van
PsyQ, dat de continuïteit van de psychosociale hulpverlening door het
Steunpunt Huntington in het geding is, als gevolg van veranderingen in
het zorgstelsel. Bovendien zijn er interne organisatorische redenen
waardoor op langere termijn mogelijk de opgebouwde expertise verloren
dreigt te gaan.

Wat betreft het voorstel van Mevrouw V. om tot een splitsing van
bekostiging tussen een ‘entreefunctie’ en een ‘behandelfunctie’
te komen kan ik u melden dat deze feitelijk al bestaat. Niet alleen
bestaat er binnen de huidige DBC GGZ systematiek de mogelijkheid om een
op zichzelf staand diagnostisch traject te declareren ten behoeve van
triage van de ernst van psychische klachten. Daar waar de psychosociale
hulpverlening aan familieleden van Huntingtonpatiënten dat noodzakelijk
maakt, kunnen ook geïndiceerde preventie-activiteiten voor gezinsleden
gedeclareerd worden. Geïndiceerde preventie is bedoeld voor individuen
die een verhoogd risico hebben op psychische klachten, maar feitelijk is
er nog geen sprake van een psychische stoornis. Declaratie is mogelijk
op basis van een zogenaamd overig product (OVP). Dit naast de
bekostiging van een integraal behandeltraject op basis van een DBC zodra
er daadwerkelijk sprake is van een psychische stoornis. Hierbij kunnen
ook activiteiten voor gezinnen, zoals steunende gesprekken,
geregistreerd worden. 

Binnen de totale bekostigingsystematiek van de curatieve ggz is er dus
voldoende differentiatie in verrichtingen mogelijk, om te voldoen aan de
hulpvraag van patiënten met Huntington en hun familieleden. 

Het voorstel van Mevrouw V. om de kennis van het Steunpunt  te
waarborgen bij vijf regionale vestigingen van PsyQ is vanuit het oogpunt
van kwaliteit van zorg interessant, omdat daarmee de zorg dichterbij de
patiënt kan worden geleverd. De verzekeraars kennen weliswaar een
zorgplicht ten aanzien van hun polishouders, maar voor hen geldt geen
contracteerplicht. Dat betekent dat het aan PsyQ zelf is om, als
zorgaanbieder, zich in de onderhandelingen met een of meerdere
verzekeraars hard te maken voor productie-afspraken ten behoeve van het
Steunpunt Huntington. 

Hoewel mijn waardering uitgaat naar de persoonlijke betrokkenheid van
Mevrouw V. bij haar patiënten en haar inzet om de activiteiten van het
Steunpunt Huntington ook op langere termijn te garanderen, zie ik op
basis van haar voorstellen dan ook geen aanleiding tot
beleidswijzigingen van mijn kant.  

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink