Voorstel voor onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van steunmaatregelen voor duurzame en niet-duurzame energie
Brief lid / fractie
Nummer: 2010D39439, datum: 2010-10-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. van Tongeren, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z14571:
- Gericht aan: B. van der Ham, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken
- Indiener: L. van Tongeren, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2010-10-12 13:30: Extra Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken (2008-2010)
- 2012-04-24 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan: Vaste commissie Economische Zaken Van: Liesbeth van Tongeren, GroenLinks Datum: 11 oktober 2010 Inzake: Voorstel voor onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van steunmaatregelen voor duurzame en niet-duurzame energie Inleiding De komende jaren moeten we flink bezuinigen om de overheidsfinanciën weer op orde te krijgen. Energie is een basisbehoefte in onze maatschappij en economie. Energiebeleid moet daarom bijdragen aan een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening. Tegelijkertijd moeten we bouwen aan een energiemarkt, waarin eerlijke concurrentie en een level playing field voor alle investeerders voorop staan. Tenslotte staan we voor de uitdaging om werk te maken van een toekomstbestendige energievoorziening. Met een energiemarkt die zo transparant en eerlijk mogelijk is en die zoveel mogelijk gebruik maakt van hernieuwbare energiebronnen. Een toekomstbestendige energiemarkt zorgt ervoor dat we voor onze energievoorziening minder afhankelijk zijn van Moskou en het Midden-Oosten. Het is daarom goed om de vele steunmaatregelen die er op energiegebied bestaan eens goed onder de loep te nemen. Bernard Ter Haar (directeur-generaal van het ministerie van VROM) schrijft in zijn bijdrage aan het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel dat we jaarlijks €7,5 miljard uitgeven aan steunmaatregelen voor het gebruik van fossiele energie. Daarbij gaat het om belastinguitgaven, specifieke subsidies en overheidsgaranties bij energie-investeringen. Voorbeelden van steunmaatregelen voor niet-duurzame energie zijn de vrijstelling op de kolenbelasting voor energieproducenten, rood gas en rode diesel. Voor het stimuleren van de productie van duurzame energie wordt jaarlijks gemiddeld €1,4 miljard gereserveerd. De huidige SDE-regeling en de uitgaven voor fossiele energie leggen samen een flink beslag op de Rijksbegroting. Het is daarom belangrijk om te kijken naar de kosteneffectiviteit van de duurzame en niet-duurzame steunmaatregelen. Het is zowel vanuit het oogpunt van gezonde overheidsfinanciën als vanuit de noodzaak om te investeren in een groene en concurrerende economie, goed om te kijken in hoeverre de steunmaatregelen bijdragen aan de volgende doelstellingen: -Het versterken van de innovatie- en concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven op energiegebied, zowel op de korte als op de lange termijn. -Een eerlijke concurrentiepositie voor de verschillende energieleveranciers, -Het maximaal stimuleren van energiebesparing. -De transitie naar duurzame energie. Maatschappelijke en politieke relevantie en urgentie De steunmaatregelen op energiegebied bedragen naar schatting per jaar €8,9 miljard (€7,5 miljard aan steunmaatregelen voor fossiele energie en €1,4 miljard aan subsidie voor schone energie). Dat is veel geld. Zeker in tijden van economische crisis en bezuinigingen. Dat vraagt om een evaluatie. In 2003 heeft het Ministerie van Financiën met de Kamer afgesproken dat alle belastinguitgaven (specifieke kortingen op belastingen) binnen vijf jaar geëvalueerd zouden worden op een wijze die vergelijkbaar is met de toetsing van directe subsidies. Dat is maar ten dele gebeurd. Er is veel geld met deze maatregelen gemoeid. Het is de vraag of en zo ja hoe ze bijdragen aan het doel om de energiesector te vergroenen. Om aan de bindende EU-doelstellingen te voldoen moeten we in 2020 14% van onze energie uit duurzame bronnen halen en moeten we in datzelfde jaar onze CO2-uitstoot, in sectoren die niet onder de Europese emissiehandel vallen, met 16% verminderd hebben. Het financieel steunen van het gebruik en de productie van fossiele energie, kan het level playing field ten opzichte van groene energie en investeringen in energiebesparing ondermijnen. Stimuleren van duurzame energie is alleen duurzaam als je het ook op termijn kunt blijven betalen. Onderzoeksvragen Hoe zit het precies? Welke steunmaatregelen (subsidies, belastinguitgaven, garantstellingen van de overheid, voordelige effecten van beleid en juridische constructies etc.) zijn er precies op het gebied van fossiele en duurzame energie, en om welke bedragen gaat het? (Een actueel en compleet overzicht is niet voor handen; maatregelen zijn verspreid over vele begrotingen, wetten en maatregelen. Wel zijn sommige delen in kaart gebracht. De onderzoeken waarin dat is gebeurd kunnen als bouwstenen dienen voor dit onderzoek.) Werkt het? Wat zijn de doelstellingen van het Nederlandse energiebeleid en in hoeverre worden die gehaald met het huidige beleid? (Ook op dit punt is het effect van een aantal maatregelen in kaart gebracht. De bestaande onderzoeken kunnen weer als bouwstenen dienen voor dit onderzoek.) Halen we met de bestaande maatregelen de bindende Europese klimaat- en energiedoelstellingen? Wat is het effect van deze maatregelen op de energiemarkt, met name met het oog op een level playing field voor alle investeerders? Wat is het effect van de energiemaatregelen op de concurrentie- en innovatiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven, met name met het oog op energie-efficiënte en duurzame opwekcapaciteit? Hoe kan het beter? Welke alternatieve instrumenten zijn er om de productie van duurzame energie kosteneffectief te stimuleren? Welke alternatieve energie-instrumenten zijn er die de concurrentie- en innovatiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven op het gebied van energie-efficiënte en duurzame opwekcapaciteit stimuleren? Welke bestaande energiemaatregelen zijn in welke mate marktverstorend? Hoe verhoudt ons beleid zich tot dat in buurlanden? Hoe verhouden de energiemaatregelen en de energietariefstructuur in Nederland zich tot die in de ons omringende landen? (Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een groot aantal bestaande onderzoeken.) Aanpak en methode Het betreft hier zonder meer een omvangrijk onderzoek. Toch moet het binnen een jaar haalbaar zijn om dit onderzoek uit te voeren, als we maximaal gebruik maken van reeds beschikbare externe expertise en bestaande onderzoeken bij onderzoeksinstituten als CE Delft en TNO. Het is waarschijnlijk het meest praktisch om een tijdelijke Kamercommissie in te stellen met daarin een vertegenwoordiger namens elke fractie. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen in de brief van het presidium over het uitvoeringsvoorstel parlementaire zelfreflectie (Kamerstuknummer 31845, nr. 9). De tijdelijke Kamercommissie kan fungeren als een begeleidende commissie, die in samenwerking met de mensen van het BOR, zoveel mogelijk externe expertise inschakelt en bestaand onderzoek erbij betrekt. Daar waar de benodigde expertise nog niet voorhanden is, kan de commissie nieuw onderzoek laten doen. Door het BOR, door de Algemene Rekenkamer, door de Planbureaus en door onafhankelijke onderzoeksinstellingen.