[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32176 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen

Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen

Eindtekst

Nummer: 2010D40028, datum: 2010-10-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z19157:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

7 oktober 2010



Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de
expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en
beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank in
verband met het gebruik van het persoonsgebonden nummer bij onder meer
de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens van leerlingen



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ten behoeve van een
doorlopende leerlijn wenselijk is dat het persoonsgebonden nummer kan
worden gebruikt bij de uitwisseling van leer- en begeleidingsgegevens
van leerlingen; dat daartoe de Wet op het primair onderwijs, de Wet op
de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie
en beroepsonderwijs en de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank
dienen te worden gewijzigd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. De laatste volzin van het eerste lid (nieuw) komt te luiden: Bij
algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften omtrent dit
rapport gegeven.

	3. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt
niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de
wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde
onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend
wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend. 

B

	Artikel 178a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

	d. indien van toepassing het gewicht ten behoeve van de toekenning van
aanvullende bekostiging voor personeelskosten voor de bestrijding van
onderwijsachterstanden, indien het betreft een leerling die is
ingeschreven op een basisschool;.

	2. In het tweede lid, onderdeel e, vervalt: als bedoeld in artikel 1
van het Formatiebesluit WPO.

	3. Het zesde lid komt te luiden:

	6. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in het contact met een andere school of een school voor ander
onderwijs ten behoeve van de in- en uitschrijving van die leerling en
bij het overleggen van het onderwijskundig rapport, bedoeld in artikel
42. 

	4. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 

	10. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in contacten met een school als bedoeld in de Wet op de
expertisecentra in het kader van de ondersteuning die deze school biedt
op grond van artikel 8a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra. 

C

	In artikel 178c, vijfde lid, wordt “gegevens als bedoeld in artikel
178a, tweede en derde lid,” vervangen door: gegevens uit het
basisregister. 

ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de huidige tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. In artikel 43, eerste lid (nieuw), wordt “of school als bedoeld in
de Wet op het primair onderwijs dan wel als bedoeld in de Wet op het
voortgezet onderwijs” vervangen door “of school als bedoeld in de
Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de
Wet educatie en beroepsonderwijs” en komt de laatste volzin te luiden:
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften omtrent
dit rapport gegeven.

	3. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt
niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de
wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde
onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend
wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

B

	Artikel 164a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel i, komt te luiden:

	i. de onderwijssoort dan wel het cluster, bedoeld in artikel 2, vierde
lid, onder d, de begindatum van de periode waarvoor de leerling
toelaatbaar is verklaard door een commissie voor de indicatiestelling
als bedoeld in artikel 28c, het registratienummer van het regionaal
expertisecentrum dat de indicatiestelling heeft verricht en,

	1˚. indien het een leerling betreft als bedoeld in artikel 8a, eerste
lid, het registratienummer van de school, bedoeld in de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie
en beroepsonderwijs, waar de leerling is ingeschreven en de begin- en
einddatum van de ondersteuning, bedoeld in artikel 8a, eerste lid;

	2˚. indien het een leerling betreft als bedoeld in artikel 8a, derde
lid, onderdeel b, het registratienummer van de school, bedoeld in de Wet
op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet
educatie en beroepsonderwijs, waar de leerling is ingeschreven na afloop
van de periode gedurende welke de leerling door een commissie voor de
indicatiestelling toelaatbaar is verklaard tot een bepaalde
onderwijssoort; en.

	2. Aan het vierde lid wordt toegevoegd: De vorige volzin is van
overeenkomstige toepassing op het persoonsgebonden nummer van een
leerling als bedoeld in artikel 8a, eerste lid, die is ingeschreven bij
een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het
voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs.

	3. Het zevende lid komt te luiden:

	7. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in het contact met een andere school of een school of
instelling voor ander onderwijs ten behoeve van de in- en uitschrijving
van die leerling en bij het overleggen van het onderwijskundig rapport,
bedoeld in artikel 43.

	4. Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	11. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in contacten met een school als bedoeld in de Wet op het
primair onderwijs, de Wet op voortgezet onderwijs of de Wet educatie en
beroepsonderwijs in het kader van de ondersteuning van de school op
grond van artikel 8a, eerste lid.

C

In artikel 164c, vijfde lid, wordt “gegevens als bedoeld in artikel
164a, tweede en derde lid,” vervangen door: gegevens uit het
basisregister.

ARTIKEL III. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

	Artikel 103b van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt
gewijzigd:

	1. Het zevende lid komt te luiden:

	7. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in het contact met een andere school of een school of
instelling voor ander onderwijs ten behoeve van de in- en uitschrijving
van die leerling. Onder dit contact wordt mede begrepen de uitwisseling
van leergegevens en direct met het leren samenhangende
begeleidingsgegevens. Bij algemene maatregel van bestuur worden de
gegevens, bedoeld in de vorige volzin, gespecificeerd. Het bevoegd gezag
bewaart in de administratie van de school een verklaring van instemming
van de ouders dan wel de leerling, indien deze de leeftijd van 16 jaar
heeft bereikt, met de uitwisseling van de gegevens.

	2. Na het tiende lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

	11. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
leerling in contacten met een school als bedoeld in de Wet op de
expertisecentra in het kader van de ondersteuning die deze school biedt
op grond van artikel 8a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra.

	12. De in het zevende lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt
niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de
wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde
onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend
wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

ARTIKEL IV. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 2.3.6a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het zevende lid komt te luiden:

	7. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
deelnemer aan een opleiding educatie in het contact met een andere
instelling of een school of instelling voor ander onderwijs ten behoeve
van de in- en uitschrijving van die deelnemer. Onder dit contact wordt
mede begrepen de uitwisseling van leergegevens en direct met het leren
samenhangende begeleidingsgegevens. Bij algemene maatregel van bestuur
worden de gegevens, bedoeld in de vorige volzin, gespecificeerd. Het
bevoegd gezag bewaart in de administratie van de instelling een
verklaring van instemming van de deelnemer met de uitwisseling van de
gegevens.

	2. Na het achtste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

	9. De in het zevende lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt
niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de
wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde
onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend
wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

B

	Artikel 2.5.5a wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het negende lid komt te luiden:

	9. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
deelnemer aan een beroepsopleiding in het contact met een andere
instelling of een school of instelling voor ander onderwijs ten behoeve
van de in- en uitschrijving van die deelnemer. Onder dit contact wordt
mede begrepen de uitwisseling van leergegevens en direct met het leren
samenhangende begeleidingsgegevens. Bij algemene maatregel van bestuur
worden de gegevens, bedoeld in de vorige volzin, gespecificeerd. Het
bevoegd gezag bewaart in de administratie van de instelling een
verklaring van instemming van de deelnemer met de uitwisseling van de
gegevens.

	2. Na het tiende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

	11. Het bevoegd gezag gebruikt het persoonsgebonden nummer van een
deelnemer in contacten met een school als bedoeld in de Wet op de
expertisecentra in het kader van de ondersteuning die deze school biedt
op grond van artikel 8a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en
artikel 2.2.5, tweede lid.

	12. De in het negende lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De maatregel treedt
niet in werking dan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken
en gedurende die termijn niet door of namens een van beide kamers de
wens te kennen wordt gegeven dat het in die maatregel geregelde
onderwerp bij de wet wordt geregeld. Alsdan wordt een daartoe strekkend
wetsvoorstel zo spoedig mogelijk ingediend.

ARTIKEL V. WIJZIGING WET VERZELFSTANDIGING INFORMATISERINGSBANK

	Artikel 9d, eerste lid, van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank komt te luiden:

	1. Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan de betrokkene en diens wettelijke vertegenwoordiger,
alsmede aan:

	a. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer,
student of extraneus is of was ingeschreven, voor zover de gegevens
betrekking hebben op de periode waarin hij aan de desbetreffende school
of instelling is of was ingeschreven, en

	b. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer
of extraneus is ingeschreven, voor zover de gegevens betrekking hebben
op de periode waarin hij aan een andere school of instelling was
ingeschreven.

ARTIKEL VI. WIJZIGING IN VERBAND MET HET WETSVOORSTEL DIENST UITVOERING
ONDERWIJS

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 mei 2009 ingediende
voorstel van wet tot intrekking van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de
oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Kamerstukken
2008/09, 31 944, nr. 2), tot wet is of wordt verheven, en artikel V van
die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk
op dezelfde datum in werking treedt als, artikel V van deze wet, komt
artikel V van deze wet te luiden:

ARTIKEL V. Wijziging Wet op het onderwijstoezicht

	Artikel 24f, eerste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht komt te
luiden:

	1. Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan:

	a. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer,
student of extraneus is of was ingeschreven, voor zover de gegevens
betrekking hebben op de periode waarin hij aan de desbetreffende school
of instelling is of was ingeschreven, en

	b. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer
of extraneus is ingeschreven, voor zover de gegevens betrekking hebben
op de periode waarin hij aan een andere school of instelling was
ingeschreven.

	2. Indien het bij koninklijke boodschap van 8 mei 2009 ingediende
voorstel van wet tot intrekking van de Wet verzelfstandiging
Informatiseringsbank en wijziging van diverse wetten in verband met de
oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Kamerstukken
2008/09, 31 944, nr. 2), tot wet is of wordt verheven, en artikel V van
die wet later in werking treedt dan artikel V van deze wet, komt in
artikel V van die wet, artikel 24f, eerste lid, van de Wet op het
onderwijstoezicht te luiden:

	1. Uit het basisregister onderwijs kunnen persoonsgegevens worden
verstrekt aan:

	a. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer,
student of extraneus is of was ingeschreven, voor zover de gegevens
betrekking hebben op de periode waarin hij aan de desbetreffende school
of instelling is of was ingeschreven, en

	b. de school of instelling waar de betrokkene als leerling, deelnemer
of extraneus is ingeschreven, voor zover de gegevens betrekking hebben
op de periode waarin hij aan een andere school of instelling was
ingeschreven.

ARTIKEL VIA. EVALUATIEBEPALING

	Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zendt, in
overeenstemming met Onze minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet
aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de
effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL VII. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.



	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

 PAGE    

 PAGE   7