[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Klacht over het speciaal onderwijs

Brief regering

Nummer: 2010D41925, datum: 2010-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z15535:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 oktober 2010

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een brief
ontvangen van mevrouw G. uit Groningen en vraagt mij om een reactie
hierop. 

Mevrouw G. heeft veel klachten over het (speciaal) onderwijs met
betrekking tot haar twaalfjarige broertje. Zij schrijft dat hij door
toedoen van de basisschool de diagnose PDD-NOS heeft gekregen. Als
gevolg van die diagnose kon hij niet op een andere reguliere basisschool
terecht; een second opinion was volgens haar niet mogelijk. Op advies
van Bureau Jeugdzorg is hij naar een school voor speciaal onderwijs (so)
gegaan. Vervolgens heeft hij 6 jaar speciaal onderwijs cluster 4
gevolgd. Volgens mevrouw G. is echter nooit onderzocht of hij wel thuis
hoort in het speciaal onderwijs. Volgens mevrouw kon hij ook geen
rugzakje krijgen, want dan zou een nieuw onderzoek nodig zijn en dat
kreeg hij niet. Zij schrijft dat er geen onafhankelijke commissie is
waar zij en haar ouders terecht  kunnen. Inmiddels is haar broertje toe
aan voortgezet onderwijs (vo). In zijn woonplaats zou een goede
vo-school zijn, maar de so-school adviseert om hem in te schrijven in
het voortgezet speciaal onderwijs (vso).

Naar aanleiding van de klachten van mevrouw G, merk ik het volgende op.
Voor plaatsing in het (v)so is een indicatie nodig van een
onafhankelijke Commissie voor de indicatiestelling (cvi). De cvi
beoordeelt aan de hand van objectieve en landelijk vastgestelde criteria
of een leerling in aanmerking komt voor een indicatie. Met de indicatie
kunnen ouders kiezen voor speciaal onderwijs of voor regulier onderwijs
met een rugzakje. Voor een rugzakje is dus geen nieuw onderzoek nodig
zoals mevrouw G. schrijft. Een indicatie voor cluster 4 is drie jaar
geldig. De betreffende leerling bezoekt al zes jaar het so wat betekent
dat in ieder geval een indicatie- en een herindicatietraject zijn
doorlopen. De cvi bevestigt dit. Na een observatieplaatsing op een
cluster 4 school, is in 2006 een indicatieprocedure gestart en in 2009
een procedure voor een herindicatie. De aanvragen hiervoor zijn door
beide ouders ondertekend. De cvi heeft in beide gevallen positief
beslist.

Naast de onafhankelijke cvi die beoordeelt of een leerling toelaatbaar
is tot het speciaal onderwijs, kunnen ouders zich wenden tot een
onafhankelijke klachtencommissie als zij een klacht hebben over de
handelwijze van een school. Elke school is aangesloten bij een
klachtencommissie en is verplicht in de schoolgids te vermelden onder
welke klachtencommissie zij valt. 

Naar aanleiding van de brief heeft een medewerker van mijn departement
contact opgenomen met de moeder, de onderwijsconsulenten, de betreffende
so-school en de vo-school in de woonplaats van de leerling. Allen
bevestigen wat de zus van de leerling schrijft, namelijk dat hij een
heel kwetsbare jongen is die snel onder de voet wordt gelopen. Om die
reden wordt ook voortgezet speciaal onderwijs geadviseerd. Moeder heeft
echter het idee dat op vso-scholen alleen drukke, en agressieve
leerlingen zitten. Dit is echter niet het geval. De verschillende
cluster 4 scholen hebben zich toegelegd op verschillende vormen van
(gedrags)problemen met externaliserende of juist internaliserende
problematiek. Bij aanmelding bij een cluster 4 school wordt rekening
gehouden met de specifieke problematiek van het kind. Met de ouders
wordt gekeken welke school of afdeling het best passende aanbod heeft
voor hun kind met zijn of haar specifieke problemen. De
onderwijsconsulent heeft de ouders specifiek gewezen op een vso-school
waar een voor deze leerling pedagogisch klimaat heerst waarin hij zich
goed zou kunnen ontwikkelen. Ook heeft de onderwijsconsulent de ouders
geadviseerd om met de vso-school de afspraak te maken om regelmatig met
elkaar te praten over de ontwikkeling van de leerling in relatie tot een
mogelijke plaatsing in het reguliere onderwijs. Belangrijk is dat ouders
en school inzicht krijgen in wat plaatsing in het reguliere onderwijs
voor de leerling zou betekenen zowel voor zijn ontwikkeling als voor
zijn welbevinden, en hoe op termijn eventueel toegewerkt kan worden naar
een plaatsing in het reguliere onderwijs. De ouders waren tevreden met
het advies van de onderwijsconsulent. 

Mevrouw G. geeft in haar brief aan dat de vo-school in de woonplaats van
de leerling bereid was hem te plaatsen. De vo-school geeft aan dat op
basis van door de ouders verstrekte informatie de suggestie is gewekt
dat hij plaatsbaar zou                                                  
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                                                        
                                             zijn. De vo-school heeft
ook meerdere oud-leerlingen van de betreffende so-school. Op basis van
een gesprek met de so-school en het dossier van de leerling kwam men
echter tot de conclusie dat plaatsing niet in het belang van de leerling
zou zijn. 

De so-school geeft aan dat de gedragsdeskundige die verbonden is aan de
school, regelmatig gesprekken heeft gevoerd met de ouders over de
ontwikkeling en mogelijkheden van de leerling. Het is niet zo dat zij
automatisch doorverwijst naar de vso-school omdat de scholen met elkaar
verbonden zouden zijn, zoals mevrouw schrijft. Er wordt naar vso
doorverwezen als de leerling (nog) niet toe is aan of te complexe
problematiek heeft voor een reguliere vo-school. 

Ondanks hun tevredenheid over het advies van de onderwijsconsulent,
hebben de ouders de leerling niet ingeschreven op de geadviseerde
vso-school of ÊÊn van de andere vso-scholen. Omdat de leerling sinds
de zomervakantie niet meer naar school gaat, is inmiddels ook de
leerplichtambtenaar bij deze casus betrokken. Inzet is zo snel mogelijk
een passende onderwijsplek voor de leerling te vinden.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart