[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32400 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december 2009 tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (implementatie Technische Herzieningsrichtlijn)

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december 2009 tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (implementatie Technische Herzieningsrichtlijn)

Eindtekst

Nummer: 2010D46151, datum: 2010-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z09147:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

18 november 2010



Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de
implementatie van de Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december
2009 tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG
betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de
toegevoegde waarde (implementatie Technische Herzieningsrichtlijn)







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de
wetgeving inzake omzetbelasting op hoofdzakelijk technische punten aan
te passen overeenkomstig Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22
december 2009 tot wijziging van enkele bepalingen van Richtlijn
2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting
over de toegevoegde waarde;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 2a, eerste lid, onderdeel e, wordt “maar met uitzondering
van gas dat wordt geleverd via het aardgasdistributiesysteem”
vervangen door: maar met uitzondering van gas dat wordt geleverd via een
op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een
op een dergelijk systeem aangesloten net.

B

	In artikel 3, zevende lid, wordt “warmte, koude” vervangen door:
warmte of koude.

C

	Artikel 3a, tweede lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. bestaat in gas dat via een op het grondgebied van de Gemeenschap
gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten
net wordt geleverd onder de voorwaarden van artikel 5b, in warmte of
koude dat via warmte- of koudenetten onder die voorwaarden wordt
geleverd dan wel in elektriciteit die wordt geleverd onder die
voorwaarden.

D

	Artikel 5b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt “Ingeval de levering van gas via het
aardgasdistributiesysteem” vervangen door: Ingeval de levering van gas
via een op het grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem
of een op een dergelijk systeem aangesloten net, van warmte of koude via
warmte- of koudenetten.

	2. In het tweede lid wordt “van gas of elektriciteit” vervangen
door: van gas, warmte of koude of elektriciteit.

	3. In het derde lid wordt “van gas via het
aardgasdistributiesysteem” vervangen door: van gas via een op het
grondgebied van de Gemeenschap gesitueerd aardgassysteem of een op een
dergelijk systeem aangesloten net, van warmte of koude via warmte- of
koudenetten. Voorts worden de tweede en derde volzin vervangen door:
Ingeval het gas, de warmte, de koude of de elektriciteit geheel of ten
dele niet daadwerkelijk door de afnemer wordt verbruikt, worden deze
niet-verbruikte goederen geacht te zijn gebruikt en verbruikt op de
plaats waar hij de zetel van zijn bedrijfsuitoefening of een vaste
inrichting heeft gevestigd waarvoor de goederen worden geleverd. Bij
gebreke van een dergelijke zetel of vaste inrichting wordt de afnemer
geacht de goederen te hebben gebruikt en verbruikt in zijn woonplaats of
gebruikelijke verblijfplaats.

E

	Artikel 6i, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

	h. het bieden van toegang tot een op het grondgebied van de Gemeenschap
gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten
net, tot warmte- of koudenetten of tot het elektriciteitssysteem,
alsmede het verrichten van transmissie- of distributiediensten via deze
systemen of netten en het verrichten van andere daarmee rechtstreeks
verbonden diensten;.

F

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt aan het slot een alinea toegevoegd,
luidende: Indien een onroerende zaak deel uitmaakt van het vermogen van
het bedrijf van een ondernemer en door de ondernemer zowel voor de
activiteiten van het bedrijf als voor zijn privégebruik of voor het
privégebruik van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere
dan bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, is de belasting over de uitgaven
in verband met deze onroerende zaak slechts aftrekbaar, overeenkomstig
de in dit artikel vervatte beginselen, naar evenredigheid van het
gebruik ervan voor de bedrijfsactiviteiten van de ondernemer. Voor het
gebruik van de onroerende zaak voor privédoeleinden van de ondernemer
of van zijn personeel, of meer in het algemeen voor andere dan
bedrijfsdoeleinden is artikel 4, tweede lid, onderdeel a, niet van
toepassing.

	2. In het zesde lid wordt na de eerste volzin een zin ingevoegd,
luidende: Daarbij wordt tevens rekening gehouden met wijzigingen in het
gebruik van onroerende zaken, bedoeld in het eerste lid, laatste alinea.

G

	Artikel 20, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. nihil voor de invoer van gas via een aardgassysteem of een op een
dergelijk systeem aangesloten net, van gas dat van een gastransportschip
in een aardgassysteem of een upstreampijpleidingnet wordt ingebracht,
van warmte of koude via warmte- of koudenetten of van elektriciteit,
mits de toepasselijkheid van dat tarief uit boeken en bescheiden blijkt.

ARTIKEL II

	Ten aanzien van uitgaven in verband met onroerende zaken die deel
uitmaken van het vermogen van het bedrijf van een ondernemer en door de
ondernemer zowel voor de activiteiten van het bedrijf als voor zijn
privégebruik of voor het privégebruik van zijn personeel, of, meer in
het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt en
waarvoor op basis van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968
zoals dat luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet
recht op volledige of gedeeltelijke aftrek is ontstaan, blijft die
bepaling van toepassing zoals die luidde vóór dat tijdstip.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   4