32465, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 19 november 2010)
Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2010D46854, datum: 2010-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2010Z11954:
- Indiener: J.P.H. Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: E.M.H. Hirsch Ballin, minister van Justitie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2010-09-08 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-09 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-14 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2010-10-06 14:00: Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2010-11-30 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2010-12-02 12:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-12-16 10:15: Hamerstuk: Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (32465) (Hamerstukken), TK
Preview document (đ origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 19 november 2010) 32 465 Het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het licht van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen noodzakelijk is te komen tot het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte en dat het voorts wenselijk is in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een vervaltermijn op te nemen voor de minimum vakantiedagen en enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 635 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt âarbeidsongeschiktheidâ vervangen door âomstandighedenâ en wordt âleden 2 tot en met 4â vervangen door âleden 2 en 3â. 2. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid. B In artikel 636, eerste lid, wordt âbedoeld in de leden 1, 4 en 5â vervangen door: bedoeld in de leden 1 en 4. C Artikel 637 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste en tweede lid komen te luiden: 1. Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer de overeengekomen arbeid niet verricht wegens ziekte kunnen slechts indien in een voorkomend geval de werknemer ermee instemt worden aangemerkt als vakantie, met dien verstande dat de werknemer ten minste recht houdt op het in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/volledig/geldigheidsdatum_20-04-2 010" \l "Boek7_Titel10_Afdeling3_Artikel634" artikel 634 bedoelde minimum. 2. In afwijking van lid 1 kan bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald dat dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer in enig jaar de overeengekomen arbeid niet heeft verricht wegens ziekte worden aangemerkt als vakantie tot ten hoogste het aantal vakantiedagen dat voor dat jaar boven het in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/volledig/geldigheidsdatum_20-04-2 010" \l "Boek7_Titel10_Afdeling3_Artikel634" artikel 634 bedoelde minimum is overeengekomen. 2. In het derde lid wordt âzowel lid 1 als lid 2, tweede volzinâ vervangen door: zowel lid 2 als artikel 638, lid 8, tweede volzin. D Artikel 638 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het derde lid wordt âgeen arbeid behoeft te verrichtenâ vervangen door: vakantie kan opnemen. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 8. Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer tijdens een vastgestelde vakantie ziek is, gelden niet als vakantie, tenzij in een voorkomend geval de werknemer daarmee instemt. In afwijking van de vorige volzin kan bij schriftelijke overeenkomst worden bepaald dat de in enig jaar verleende vakantiedagen of gedeelten daarvan waarop de werknemer ziek is, als vakantie gelden tot ten hoogste het aantal vakantiedagen dat voor dat jaar boven het in HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/volledig/geldigheidsdatum_14-04-2 010" \l "Boek7_Titel10_Afdeling3_Artikel634" artikel 634 bedoelde minimum is overeengekomen. E Na artikel 640 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 640a De aanspraak op het minimum, bedoeld in artikel 634, vervalt zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest vakantie op te nemen. Bij schriftelijke overeenkomst kan ten gunste van de werknemer worden afgeweken van de termijn van zes maanden, bedoeld in de eerste zin. F Artikel 642 komt te luiden: Artikel 642 Onverminderd artikel 640a verjaart een rechtsvordering tot toekenning van vakantie door verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. ARTIKEL II In de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt na artikel 224 een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 225 Artikel 640a van Boek 7 is uitsluitend van toepassing op aanspraken op het minimum, bedoeld in artikel 634 van Boek 7, die zijn ontstaan na het tijdstip van inwerkintreding van de wet van PM houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. PM). ARTIKEL III Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Minister van Justitie, PAGE PAGE 4