Reis en verblijf van de Nederlandse klimaatdelegatie in Cancún
Brief regering
Nummer: 2010D46962, datum: 2010-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. Atsma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2010Z17501:
- Indiener: J.J. Atsma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2010-11-24 10:45: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2010-12-02 12:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-12-07 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 november 2010 In mijn brief van 4 november jl. nodigde ik u uit aan mij kenbaar te maken welke vier Kamerleden van mijn uitnodiging gebruik zouden willen maken om aan de Nederlandse klimaatdelegatie in Cancún deel te nemen. Van uw zijde zijn vier namen opgegeven. Ik dank u daarvoor. Mijn medewerkers zijn aan de slag gegaan met het boeken van vluchten en hotels. De heenvlucht is op dinsdag 7 december a.s. (vanaf Schiphol 10:00 uur, CO 59, overstap in Houston CO 764). De terugvlucht is op zaterdag 11 december a.s. (vanaf Cancún 12:10 uur CO 365, overstap Houston CO 58). Ten gevolge van de inmiddels overvolle vluchten en buitengewone extra kosten heb ik helaas geen rekening kunnen houden met specifieke wensen, zoals vertrek na de stemmingen op dinsdagmiddag of eerder vertrek vanwege eigen afspraken in het weekend. Bovendien acht ik het, zoals gebruikelijk, wenselijk om uit te gaan van één delegatie, waaronder ik versta ‘samen uit en thuis’. Ik hoop dat we tijdens de onderhandelingen regelmatig contact hebben, ondanks het feit dat we in verschillende hotels ondergebracht zijn en voor een deel ook een ‘eigen’ programma volgen. In mijn brief heb ik aangegeven dat het ministerie de tickets en hotelovernachtingen betaalt. Wellicht ten overvloede laat ik u hierbij weten dat op dit moment wordt nagegaan of ik hiertoe bevoegd ben op grond van de inmiddels geldende financiële regels; dit naar aanleiding van een schrijven van de Algemene Rekenkamer. Ik laat u de uitkomst zo spoedig mogelijk weten, maar verzoek u in de tussentijd na te gaan of het tot de mogelijkheden behoort dat deze kosten voor rekening van de Staten-Generaal worden gebracht. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma