[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32474 Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en van financiële bijdragen aan verbetering van primaire waterkeringen van de waterschappen

Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskusratten en van financiële bijdragen aan verbetering van primaire waterkeringen van de waterschappen

Eindtekst

Nummer: 2010D47564, datum: 2010-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z12228:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

23 november 2010



Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet
van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de
inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de
zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt
door muskusratten en van financiële bijdragen aan verbetering van
primaire waterkeringen van de waterschappen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de
waterschappen een bijdrage leveren aan de bekostiging van verbetering
van primaire waterkeringen, en dat met het oog op een efficiëntere
toedeling van taken de voorkoming van schade aan waterstaatswerken
veroorzaakt door muskus- en beverratten aan hen wordt overgedragen, en
dat het daarom noodzakelijk is enige voorzieningen te treffen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Waterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Na artikel 3.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.2A

	Het waterschap draagt zo goed mogelijk zorg voor het voorkomen van
schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten.

B

	In artikel 7.1, eerste lid, worden in de alfabetische rangschikking de
volgende definities ingevoegd:

	gebouwde onroerende zaak: gebouwde onroerende zaak als bedoeld in
artikel 117, eerste lid, onder d, van de Waterschapswet;

	ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 116, onder a, van de
Waterschapswet;

C

	Het opschrift van hoofdstuk 7, paragraaf 5, komt te luiden:

§ 5. Financiering en bekostiging maatregelen primaire waterkeringen

D

	Na artikel 7.23 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7.24

	1. Ter bestrijding van de kosten verbonden aan de uitvoering van
maatregelen als bedoeld in artikel 7.23, eerste lid, is een waterschap
een jaarlijkse bijdrage aan Onze Minister verschuldigd.

	2. De jaarlijkse bijdrage wordt berekend volgens de formule:

	B = 40,5 x 106 (I/IT + WG/WGT), waarin

	B voorstelt: de te berekenen bijdrage in euro’s;

	I voorstelt: het aantal ingezetenen in het gebied van het waterschap op
de peildatum;

	IT voorstelt: het aantal ingezetenen in de gebieden van de
waterschappen tezamen op de peildatum;

	WG voorstelt: de som van de op basis van hoofdstuk IV van de Wet
waardering onroerende zaken vastgestelde waarden van de gebouwde
onroerende zaken in het gebied van het waterschap op de peildatum;

	WGT voorstelt: de som van de op basis van hoofdstuk IV van de Wet
waardering onroerende zaken vastgestelde waarden van de gebouwde
onroerende zaken in de gebieden van de waterschappen tezamen op de
peildatum.

	3. De peildatum, bedoeld in het tweede lid, is 1 januari 2010 voor de
jaarlijkse bijdrage over de kalenderjaren 2011 tot en met 2014 en voor
elke daaropvolgende aaneengesloten periode van vier kalenderjaren
telkens 1 januari van het laatste kalenderjaar dat voorafgaat aan de
betrokken periode.

Artikel 7.25

	Ten behoeve van de vaststelling van de hoogte van de bijdrage, bedoeld
in artikel 7.24, verschaft het dagelijks bestuur van een waterschap Onze
Minister voor 1 augustus van het kalenderjaar dat volgt op het
kalenderjaar waarin de peildatum valt, de volgende gegevens:

	a. het aantal ingezetenen in het gebied van het waterschap op de
peildatum, en

	b. de som van de op basis van hoofdstuk IV van de Wet waardering
onroerende zaken vastgestelde waarden van de gebouwde onroerende zaken
in het gebied van het waterschap op de peildatum.

Artikel 7.26

	1. Onze Minister stelt voor 1 oktober  van het kalenderjaar dat volgt
op het kalenderjaar waarin de peildatum valt de hoogte van de ingevolge
artikel 7.24 verschuldigde bijdrage over het desbetreffende kalenderjaar
en de drie daarop volgende kalenderjaren vast.

	2. Onze Minister kan de bijdrage invorderen bij dwangbevel.

ARTIKEL II

	De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

	3. De zorg voor het watersysteem, bedoeld in het tweede lid, omvat mede
het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus-
en beverratten, bedoeld in artikel 3.2A van de Waterwet

B

	Artikel 117 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Uit de opbrengsten van de watersysteemheffing worden tevens de op
grond van artikel 7.24 van de Waterwet verschuldigde bijdragen
bekostigd.

ARTIKEL III

	De wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve
van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers (Stb. 1985, 715),
wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

	Indien artikel I van deze wet na 1 augustus 2011  in werking treedt:

	a. voldoet het waterschap binnen een maand na het tijdstip van die
inwerkingtreding aan de verplichting bedoeld in artikel 7.25 van de
Waterwet, voor de eerste periode van vier kalenderjaren;

	b. stelt Onze Minister van Verkeer en Waterstaat binnen drie maanden na
het tijdstip van die inwerkingtreding de in artikel 7.26, eerste lid,
van de Waterwet bedoelde bijdrage voor de eerste periode van vier
kalenderjaren vast.

ARTIKEL IVA

	1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet is de
ambtenaar die in dienst is van de provincie en werkzaam is als
muskusrattenvanger van rechtswege in dienst van het waterschap in het
gebied waarvan hij werkzaam is.

	2. De overgang van de in het eerste lid bedoelde ambtenaar vindt plaats
in dezelfde salarispositie, op dezelfde voet en in dezelfde
rechtstoestand als voor die ambtenaar gold op de dag voorafgaande aan de
datum bedoeld in het eerste lid.

	3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de in dat lid
bedoelde ambtenaar die in het gebied van meerdere waterschappen werkzaam
is, met dien verstande dat hij van rechtswege in dienst is bij het
waterschap waarin de oppervlakte van zijn werkgebied het grootste is. De
in de vorige volzin bedoelde waterschappen treffen in overleg een
regeling met betrekking tot de bekostiging en inzet van de ambtenaar.	

	4. Voor de toepassing van dit artikel worden onder ambtenaren mede op
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzame personen begrepen.

ARTIKEL IVB

	Onze Minister van Infrastructuur en Milieu zendt binnen vijftien
maanden na de inwerkingtreding van deze wet  aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze wet in de
praktijk.

ARTIKEL V

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.



	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3