Lijst van vragen inzake de basisbrief Ontwikkelingssamenwerking met daarin de contouren van het beleid voor ontwikkelingssamenwerking in de komende jaren en de invulling van de bezuinigingen op het ODA-budget in 2011
Lijst van vragen
Nummer: 2010D48451, datum: 2010-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.DOC), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N. Albayrak, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.E. van Toor, griffier
Onderdeel van zaak 2010Z17862:
- Indiener: U. Rosenthal, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: H.P.M. Knapen, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2010-11-30 16:00: Wijzigingen in de begroting op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2010-12-01 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-12-06 10:00: Deel Ontwikkelingssamenwerking van de begroting Buitenlandse Zaken voor 2011 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2010-12-09 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-11-16 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Lijst van vragen - totaal Kamerstuknummer : 32500-V-00 Vragen aan : Regering Commissie : Buitenlandse Zaken Nr Vraag Blz van tot 1 Kunt u aangeven hoe opmerkingen als "Uit internationale publicaties blijkt dat Nederland tot de beste donorlanden behoort " (p. 1) en "Nederland heeft op het punt van effectiviteit van onze hulpinspanning een goede reputatie" (p. 7) stroken met de conclusie dat we "een effectievere bijdrage moeten leveren" en "zichtbare resultaten nodig zijn"? 0 2 Kunt u toelichten hoe een opmerking als "effectiviteit is doorslaggevend" (p. 3) strookt met "het strategische belang voor Nederland" (p. 4)? Is effectiviteit nu doorslaggevend of het strategische belang voor Nederland? Wat als iets wel effectief is maar niet in het belang van Nederland, wordt daar dan niet meer in geĆÆnvesteerd? En vice versa, als iets wel in het belang is van Nederland maar niet effectief? Hoe wordt deze afweging gemaakt, op basis van een kosten-batenanalyse? 0 3 Op basis van welke rapporten c.q. evaluaties wordt gekozen voor een versterking van de rol van de private sector? Welke overwegingen zijn daarbij doorslaggevend? 0 4 Kunt u een overzicht geven van (Nederlandse) evaluaties over de private sector? Wat zijn de belangrijkste conclusies hieruit? 0 5 Kunt u reeds inzicht geven in welke partnerlanden zullen verdwijnen? Ligt het voor de hand dat dit juist de partnerlanden in categorie 3 (brede relatie) zullen zijn aangezien in deze landen al sprake is van een behoorlijke mate van zelfredzaamheid? 0 6 Deelt u de opvatting dat aanbodgestuurde hulp niet de meest effectieve vorm van hulp is? Zo neen, kunt u dit toelichten? 0 7 Kunt u aangeven wat de verhouding is tussen de verschillende hulpkanalen voor 2009, 2010, 2011, waarbij voor 2011 inzichtelijk wordt gemaakt hoe de verhoudingen zijn voor en na het doorvoeren van de bezuinigingen? 0 8 Wat zijn de politieke consequenties als de Nederlandse regering ertoe besluit een toegezegde IDA bijdrage niet binnen de afgesproken termijn te betalen aan de Wereldbank? 0 9 Volgens het antwoord op vraag 57 over HGIS 2011 is Nederland āper verdrag gecommitteerd aan een maximale totale bijdrage over de gehele looptijd van het 10e EOF (2008-13), maar de jaarlijkse afroepen fluctuerenā. Binnen welke termijn moet Nederland de toegezegde middelen betalen? Betekent het feit dat er sprake is van een committering aan een maximale totale bijdrage feitelijk dat er ruimte is voor een bijdrage die lager is dan de maximale committering? Zo nee, waarom niet? 0 10 Zijn de thematische bestedingen de totaalbedragen voor alle drie de kanalen (bilateraal, multilateraal en civiele kanaal) per thema? Zo ja, hoeveel van het SRGR + HIV/Aids budget gaat naar het civiele, multilaterale en bilaterale kanaal? Welke multilaterale instellingen krijgen hoeveel? 0 11 Deelt u de mening dat pro poor growth de meest effectieve vorm van armoedebestrijding is/ Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u van zins hierop in te zetten c.q. hier beleid op te maken? 0 12 Kunt u een overzicht geven van hoeveel er wordt bezuinigd op alle kanalen? 0 13 Wat zijn de financiĆ«le gevolgen van de vermindering van het aantal partnerlanden voor het ontwikkelingssamenwerkingsbudget? Wordt het geld dat weggaat uit een aantal landen extra ingezet op thema's in de landen die blijven, of wordt dat geld bezuinigd? Als dat geld niet wordt bezuinigd, via welk kanaal wordt dat dan ingezet? 0 14 Indien u spreekt over 'het bedrijfsleven' bedoelt u dan het Nederlandse bedrijfsleven of het bedrijfsleven in ontwikkelingslanden? 0 15 Hoe denkt u de weg naar de partnerlanden te bereizen als het aanbod van Nederland al is vastgelegd? Zijn partnerlanden hierover geconsulteerd? Bepaalt het aanbod hier de vraag? 0 16 Bent u van zins om publiek-private samenwerking en subsidiĆ«ring van het Nederlandse bedrijfsleven in het kader van private sectorontwikkeling en voedselzekerheid aan dezelfde strenge beoordelingskaders als maatschappelijk organisaties in het MFSII te binden? Zo nee, waarom niet? 0 17 Wat is uw reactie op het artikel āElke euro hulp moet leiden tot tien euro aan investeringenā (http://www.mo.be/artikel/elke-euro-hulp-moet-leiden-tot-tien-euro-aan-i nvesteringen)? Wordt het Nederlandse beleid hierop gebaseerd? 0 18 Kunt u aangeven waarom u het WRR-rapport als leidraad neemt en wijst op het belang van de Millenniumdoelstellingen zonder te verwijzen naar ecosystemen en biodiversiteit? Kunt u aangeven op welke manier het internationale biodiversiteitbeleid van Nederland een plek krijgt in uw ontwikkelingssamenwerkingbeleid? 0 19 Wat is uw reactie op de recente intentieverklaring tot samenwerking van VNO-NCW en IUCN Nationaal ComitĆ©, en het VN-rapport āThe Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB)ā? Onderschrijft u het daarin beschreven belang van goed beheer en behoud van ecosystemen voor lokale en nationale economieĆ«n van ontwikkelingslanden en van rijkere landen? 0 20 Hoe worden de afspraken in het kader van de Conventie inzake Biodiversiteit (CBD) in het nieuwe beleid voor Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Zaken ingebed? 0 21 Welke rol speelt de expertise van Nederland op het terrein van ecosystemen en biodiversiteit in uw nieuwe beleid? Kunt u aangeven in welke beleidsonderdelen het belang van ecosysteembeheer, - behoud en - herstel een rol gaat spelen en welke budgetten daarbij horen? 0 22 Kunt u aangeven hoe u via het bedrijfsleven het ondernemingsklimaat en de armoedebestrijding in fragiele staten wilt verbeteren? Kunt u aangeven in welke fragiele staten het bedrijfsleven een effectieve rol heeft gehad als het gaat om armoedebestrijding? Zijn de door Nederland gesubsidieerde programma's gericht op het bedrijfsleven in fragiele staten geĆ«valueerd? Wat waren hiervan per land de uitkomst? 0 23 De rol van religieuze leiders en kerken in de strijd tegen armoede wordt niet genoemd in de brief. Hoe ziet u de rol van kerken en religieuze leiders, met name in de strijd tegen hiv en aids? 0 24 In hoeverre blijft Nederland een inclusief beleid voeren voor mensen met een beperking? 0 25 Hoe wordt het begrip 'nationaal belang' uitgelegd in de context van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking? 1 26 Naast de bekende internationale thema's spreekt u ook over onderwerpen. Kunt u een overzicht geven van nationale onderwerpen die internationaal zijn geworden en wat het verschil is met de gekozen themaās? 1 27 Kunt u toelichten wat wordt verstaan onder noodzakelijke regels? 1 28 Kunt u een toelichting geven op wat wordt verstaan onder 'onze internationale oriĆ«ntatie'? 1 29 Op welke gebieden kan Nederland internationaal het verschil maken en tegelijk een nationaal belang dienen? 1 30 Aan welke verplichtingen moeten ontwikkelingspartners voldoen? 1 31 Welke beperkingen zijn er nu voor het bedrijfsleven om actief bij te dragen aan ontwikkelingssamenwerking? 1 32 Op welke wijze zet dit kabinet zich in voor een ruimere definiĆ«ring van de ODA-definitie en waarom wil het kabinet een ruimere definiĆ«ring? 1 33 Kunt u aangeven op welke wijze u gebruik hebt gemaakt van het Human Development Report 2010 van het UNDP, waarin o.a. het belang van goed onderwijs staat, om tot uw basisbrief ontwikkelingssamenwerking te komen? 1 34 Kunt u aangeven welke partnerlanden er zullen verdwijnen? Indien u dit nog niet kunt/wilt aangeven, kunt u dan toelichten in welke richting wordt gedacht bij het schrappen van partnerlanden? Bent u bijvoorbeeld van zins om landen in categorie 3 (brede relatie) te schrappen aangezien zij zichzelf economisch kunnen bedruipen? Of bent u van zins die landen te schrappen waar de "Nederlandse thema's" niet "aanwezig zijn"? Met andere woorden; zijn de thema's voedselzekerheid en water leidend voor uw keuze van partnerlanden? 1 35 Kunt u aangeven van wie Nederland een betrouwbare partner wil zijn? 1 36 Zijn er draagvlakonderzoeken van het NCDO of andere instanties die bevestigen dat draagvlak onder de Nederlandse bevolking behouden en of hersteld kan worden door te gaan richten op gebieden waar Nederland internationaal verschil kan maken en waarmee tegelijkertijd een nationaal belang wordt gediend? 1 37 Kan een overzicht worden gegeven van de mate waarin de huidige partnerlanden voldoen aan de voorwaarden 'bestrijding van corruptie' en 'bescherming van de rechtsstaat'? 2 38 Zal in de komende jaren meer accent worden gelegd op (duurzame) groei resp. op economische ontwikkeling van de partnerlanden? Zo ja, zal dat grotere accent op groei worden geĆÆllustreerd met aangepaste begrotingscijfers? 2 39 Kunt u aangeven wanneer u vindt dat ontwikkelingssamenwerking het gewenste resultaat heeft opgeleverd? 2 40 Wat zal de inzet van Nederland worden op het bevorderen van MDG 8? 2 41 Bedoelt u met duurzame groei āpro poor growthā? Zo neen, wat dan wel? Bent u van zins in te zetten op āpro poor growthā? Zo neen, waarom niet? 2 42 Wat wordt bedoeld met het 'relatieve' belang van ontwikkelingssamenwerking? 2 43 Deelt u de mening dat duurzame groei en zelfredzaamheid creĆ«ren in een ontwikkelingsland gekoppeld aan het prioritaire thema 'private sector ontwikkeling en voedselzekerheid' ook juist betekent dat er veel aandacht moet komen voor kleine ondernemers en kleine boeren in deze landen? Zo nee, waarom niet? 2 44 Zal de nadruk op effectiviteit ook leiden tot meer nadruk op het bevorderen van economische groei in ontwikkelingslanden (zonder een deugdelijke economische ontwikkeling kan vooruitgang op het gebied van onderwijs, volksgezondheid enz. op den duur immers onvoldoende beklijven)? 3 45 Acht u de wijze waarop lagere overheden aanzienlijke bedragen uitgeven voor ontwikkelingssamenwerking passend bij de taken die aan die lagere overheden zijn toevertrouwd? Is de regering van mening dat, waar bij het uitgeven van gemeenschapsgeld bij voorkeur ook sprake moet zijn van voldoende kennis van zaken, gemeenten beschikken over voldoende kennis van zaken om aanzienlijke bedragen op verantwoorde wijze uit te geven in Derde Wereldlanden? Is bij die inzet, naar de mening van de regering, sprake van voldoende effectiviteit? Hoe verhoudt die inzet zich tot het tegengaan van versnippering, waaraan de regering thans paal en perk wil stellen? 3 46 Wat is volgens u onze expertise op het gebied van ontwikkelingssamenwerking? 3 47 Het streven naar coherentie beperkt zich niet alleen tot de gebieden waar Nederland goed in is -en dus de prioritaire themaās van Nederland worden (water, voedselveiligheid, veiligheid). Welk belang hecht u aan coherentie van beleid op themaās als klimaat, migratie, eerlijke handel, een rechtvaardig belastingstelsel? 3 48 Kunt u verder uitwerken wat de belangrijkste punten van het coherentiebeleid zullen worden? 3 49 Kunnen maatschappelijke organisaties, in het licht van het belang dat u hecht aan samenhang tussen hulpkanalen, ook gebruik maken van de fondsen die beschikbaar worden gesteld om intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en andere departementen mogelijk te maken? 3 50 Op welke manier wil Nederland de "toon blijven aangeven" op het gebied van coherentie? 3 51 Zal de nadruk op kennis van zaken, effectiviteit en Nederlandse belangen, zowel maatschappelijk als financieel, ook leiden tot de inzet van specifiek Nederlandse know-how zoals met betrekking tot landbouw en havenaanleg? 4 52 Wordt de aandacht voor water hoofdzakelijk ingegeven door het gegeven dat het hier een schaarse hulpbron betreft of ook door het gegeven dat waterwegen, havens enz. tevens van belang zijn voor de economische ontwikkeling van een land? 4 53 U geeft aan dat er twee groepen criteria relevant zijn voor themakeuze. De relevantie voor armoedebestrijding valt onder de eerste criteria. U geeft voorts aan dat onderwijs van grote betekenis is voor armoedebestrijding. Wat is dan de verklaring voor het gegeven dat u er toch voor hebt gekozen om te bezuiningen op deze sector? 4 54 Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met de Nederlandse belangen op zowel maatschappelijk als commercieel niveau? 4 55 Blijft het ook van belang om milieu- en klimaataspecten op nationaal niveau integraal te laten meewegen? 4 56 Kunt u aangeven of met de keuze voor bepaalde beleidsthema's de garantie afgegeven kan worden dat de specifieke vraag en behoefte van deze landen op elkaar zullen aansluiten? Kunt u aangeven of deze keuze aansluit op het vraaggestuurd handelen? 4 57 Als de basisbrief ontwikkelingssamenwerking spreekt over water en dit onderwerp beschouwt als een belangrijk thema voor de komende jaren vanuit de Nederlandse overheid, wordt hiermee dan ook drinkwater, sanitatie en hygiĆ«ne (WASH) bedoeld? Zal de regering hiermee een bijdrage leveren aan het behalen van MDG 7? 4 58 Gaat Nederland zich met de intensivering op het thema water ook vasthouden aan de outputdoelstelling van minister Van Ardenne en minister Koenders om 50 miljoen mensen van duurzame toegang tot water en sanitatie te voorzien? En hoe denkt u deze doelstelling te halen met het oog op de bezuinigingen? 4 59 Kunt u toelichten of voor Water Mondiaal extra geld beschikbaar wordt gesteld? Zo ja, uit welk budget komen er extra middelen beschikbaar? Indien dit ODA gelden zijn, welke specifieke armoede/MDG doelstellingen worden hier aan verbonden? 4 60 Hoe wordt gemeten en gerapporteerd welk geld wordt ingezet voor het behalen van MDGās en welk geld wordt ingezet voor āmondiale vraagstukkenā en hoe wordt gerapporteerd hoe zij elkaar versterken? 4 61 Tot hoeveel thema's wilt u maximaal komen? 4 62 Aan welke doelstellingen en voorwaarden voor het behalen van MDG's moeten programma's voldoen om in aanmerking te komen voor OS-gelden? 4 63 Welke financiĆ«le gevolgen heeft de vergrote aandacht voor de private sector voor de onderverdeling tussen de verschillende kanalen? 4 64 Zal vanuit OS naast het Programma Water Mondiaal ook een eigen water programma worden uitgevoerd dat gericht is op water, sanitatie en hygiĆ«ne in niet-delta landen en rurale gebieden die buiten het Water Mondiaal programma vallen? 4 65 Wat valt er allemaal onder het thema 'voedselzekerheid'? Waar komt de focus te liggen binnen dit thema? 4 66 Kunt u beter onderbouwen waarom de themaās voedselzekerheid en water sterk naar voren komen naast de genoemde criteria op pagina 4? 4 67 Wat is uw visie op juiste aansluiting van onderwijs en gezondheidszorg op werk en ondernemerschap? Gezien het feit dat u op pagina 4 onderwijs en gezondheidzorg niet noemt als voorwaarden voor goed en duurzaam ondernemerschap. 4 68 Wordt bij de vermelding van 'terrorisme' (mede) gedacht aan een land als Jemen? Hoe effectief is in een dergelijk land de inzet van Nederlandse ontwikkelingshulp wanneer men die afzet tegen de zeer grote problemen daar en tegen de beperkte macht van de Jemenitische regering? 5 69 In welke landen investeert Nederland in de gezondheidssector? Hoe groot zijn deze bedragen (per land)? Hoe verhoudt deze steun zich ten opzichte van het gezondheidsbudget van het betreffende land? 5 70 Welke Nederlandse investeringen in de gezondheidssector in ontwikkelingslanden worden voortgezet en welke worden beĆ«indigd? 5 71 Kunt u aangeven of vermindering van het budget per definitie betekent dat de meerwaarde wel naar voren gaat komen? 5 72 In hoeverre overlegt u met andere donoren en partnerlanden als het gaat om de arbeidsdeling? 5 73 U spreekt over intensivering van een aantal thema's met inachtneming van het belang van private-sectorontwikkeling. Gaat het dan om private- sectorontwikkeling in ontwikkelingslanden of in Nederland en om welke ontwikkelingen gaat het dan? 5 74 Kan een overzicht van uitgaven gegeven worden die geen directe relatie hebben met de prioritaire thema's? 5 75 Welke Nederlandse actoren hebben een goede track record op het gebied van sanitatie en schoon drinkwater in ontwikkelingslanden? 5 76 Hoe verhoudt de verhoging van het ontwikkelingsbudget ten laste van de begroting van Buitenlandse Zaken zich tot de aangenomen motie Voordewind (Kamerstuk 32123 nr. 40), waarin de regering wordt verzocht de mogelijkheid te onderzoeken de bekostiging van eerstejaarsopvang van asielzoekers te laten plaatsvinden door andere ministeries? 5 77 Kunt u toelichten waarom u, ondanks de deskundigheid en ervaring van Nederland op het gebied van SRGR, stelt dat de Nederlandse meerwaarde niet dusdanig groot is dat het voorzetting op dezelfde schaal rechtvaardigt? 5 78 Kunt u aangeven welk gedeelte van de bijdrage aan het Health Insurance Fund wordt besteed aan aidsbestrijding en niet aan de ontwikkeling van private gezondheidsfaciliteiten? 5 79 Hoe zal afstemming worden gezocht met andere donoren en partnerlanden? Tot welke landen zult u zich als eerste richten? 5 80 Hoe gaat u ervoor zorgen dat de resultaten die Nederland heeft behaald op onderwijs niet teniet worden gedaan nu Nederland niet meer op dezelfde schaal doorgaat met steun aan dit thema? 5 81 Kan een overzicht gegeven worden van de richtlijnen die worden gehanteerd in de High Level Meeting (HLM)? 6 82 Kunt u toelichten hoe u van plan bent om het uiterste te benutten van de mogelijkheden onder bepaalde richtlijnen? 6 83 Kunt u concreet aangeven welke richtlijnen binnen OESO/DAC op het gebied voor vrede en veiligheid onder ODA heroverwogen worden? Kunt u aangeven welke veranderingen u beoogt binnen de OESO/DAC richtlijnen als het gaat om vredesmissies/militaire missies en ODA? Welke aspecten binnen vredesmissies/militaire missies zouden vanuit ODA bekostigd moeten worden? 6 84 Welke ministeries zullen worden betrokken bij het proces om de richtlijnen te wijzigen? Welke procedure moet worden gevolgd om de OECD-DAC/ODA richtlijnen te wijzigen? 6 85 Hoe ziet de verdeling tussen de verschillende kanalen, bilateraal, multilateraal en maatschappelijk middenveld er in 2011 uit? Wat kan worden gezegd over deze verdeling op lange termijn als de beleidsvoorstellen uit deze brief worden geĆÆmplementeerd? 6 86 Welke bilaterale investeringen binnen de gezondheidssector worden gecontinueerd en welke worden afgebouwd? Welke mogelijkheden zijn er om de genomen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende investering op gezondheid aan andere donoren over te dragen? 6 87 In de basisbrief staat dat nog dit jaar bij de OESO-DAC kenbaar gemaakt zal worden dat Nederland enkele richtlijnen wil heroverwegen. Kunt u aangeven welke richtlijnen u bedoeld? Kunt u aangeven welke voorstellen tot wijzigingen u hierop kenbaar wil maken? 6 88 Kunt u aangeven wanneer de HLM van de OECD-DAC zal plaatsvinden in 2011 en wanneer hieraan verbonden voorbereidende Meetings zullen plaatsvinden? Welke ministeries zullen worden betrokken bij het proces om de richtlijnen te wijzigen? Kunt u inzicht geven in de procedure die moet worden doorlopen om tot een besluit te komen om OECD-DAC ODA richtlijnen te wijzigen? Met welke 'collega donoren' bent u van plan overleg te voeren om wijzigingen voor te stellen? Kunt u aangeven welke wijzigingen er in de afgelopen 20 jaar hebben plaats gevonden? 6 89 Aan welke strenge selectiecriteria moet worden gedacht bij het toekennen van noodhulp? 7 90 Hoe verhoudt zich de afbouw van de sector onderwijs tot de uitvoer van de motie Hessing, waarin wordt uitgesproken dat 15 procent van het OS-budget aan Onderwijs zal worden uitgegeven? 7 91 Kan per post worden aangegeven welk gedeelte van de uitgaven juridisch verplicht is en welke gedeelte nog niet is ingevuld? 7 92 Bent u voornemens SRGR en HIV/Aids samen te voegen als beleidslijn en deze complementair aan te pakken? Zo ja, kunt u aangeven hoe deze budgetlijn transparant blijft en te monitoren valt, en of de samenvoeging in lijn is met de OESO/DAC richtlijnen? Kunt u voor SRGR en HIV/Aids aangeven hoe het budget wordt verdeeld en wat dit betekent voor de korting per budgetlijn? 7 93 Wat wordt er bedoeld met 'gemiddeld' 0,7 procent BNP (voor de hoogte van het ontwikkelingsbudget)? 7 94 Deelt u de mening dat wanneer noodhulp aan een land of regio wordt gegeven, dit moet worden opgevolgd door hulp voor duurzame opbouw, om te zorgen dat het land of de regio in de toekomst minder snel in een zelfde situatie terecht komt? Zult u ook hier prioriteit aan geven met of naast het noodhulpbudget? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen? 7 95 Kunt u aangeven wat wordt bedoeld met centrale noodhulp? Is er een verschil tussen noodhulp en humanitaire hulp? Zo ja, wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomsten? Kunt u aangeven wanneer volgens het ministerie noodhulp over gaat in structurele hulp? 7 96 Wordt bij 'bedrijfsleven' als kanaal voor bilaterale ontwikkelingssamenwerking ook gedacht aan samenwerking tussen Nederlandse bedrijven enerzijds en bedrijven van ontwikkelingslanden anderzijds? 8 97 Wanneer wordt de Kamer geĆÆnformeerd over de (aanzienlijke) beperking van het aantal partnerlanden? 8 98 Kunt aangeven of het een doel op zich is om uit een ontwikkelingsrelatie een economische relatie te laten groeien die wederzijds profijtelijk is? Kunt u een toelichting geven op wat hij verstaat onder een relatie die wederzijds profijtelijk is? 8 99 Welke brede belangen worden meegenomen bij de definitieve selectie van partnerlanden en wie wordt betrokken bij de diepgaandere analyse om tot een selectie te komen? 8 100 Hoeveel bedraagt de korting per kanaal bilateraal, multilateraal, civiele kanaal in vergelijking met 2009? 8 101 Kunt u aangeven welk percentage op de totale begroting er in 2009 en 2010 werd besteed aan algemene begrotingssteun (ABS)? Hoeveel zal ABS in 2011 verminderd worden en welk percentage van de totale begroting vormt ABS dan? 8 102 Kunt u aangeven welk percentage op de totale begroting er in 2009 en 2010 werd besteed aan sectorale begrotingssteun (SBS)? Hoeveel zal ABS in 2011 verminderd worden en welk percentage van de totale begroting vormt SBS dan? 8 103 In antwoorden op de begrotingsvragen (32 500 V nr. 8) staat vermeld dat het percentage aan het bilaterale kanaal van het ODA budget wordt verhoogd met 1% (van 30% naar 31%). Waarom is de keuze gemaakt dit budget te verhogen, gezien de keuze de landen terug te brengen naar 16 en algemene begrotingssteun kritisch onder de loep te nemen? Waarom wordt er op dit kanaal niet gekort? 8 104 Kunt u toelichten wat een transitiefaciliteit is? 9 105 Waarom is er gekozen voor de verwante terreinen energie, milieu, gezondheidszorg als zijnde de terreinen waar het Nederlandse bedrijfsleven van toegevoegde waarde kan zijn? Hoe is de keuze op deze terreinen tot stand gekomen? 9 106 Welk bewijs voert u aan dat het bedrijfsleven een meerwaarde heeft in effectieve ontwikkelingssamenwerking? Is het stimuleren van de betrokkenheid van de private sector in balans met de korting die het kabinet opvoert voor het maatschappelijk middenveld, als het gaat om effectiviteit en resultaten in ontwikkelingssamenwerking? 9 107 Hoe zijn de bedrijfslevenprogrammaās in fragiele staten, gesubsidieerd door de Nederlandse regering, geĆ«valueerd? Kunt hiervan per land de uitkomsten geven? 9 108 Is er sprake van onderbesteding in de verschillende bedrijfslevenkanalen? Zo ja, kunt u per kanaal aangeven over hoeveel geld hiermee gemoeid is? 9 109 Hoe ziet het tijdschema met betrekking tot de vermindering van partnerlanden er uit? Op welk moment moet het aantal van tien landen zijn bereikt? 9 110 Kunt u aangeven uit welke (onafhankelijke) onderzoeken blijkt dat publiek-private partnerschappen (ppp's) tussen overheid, bedrijfsleven en andere partners effectief zijn gebleken in het bevorderen van duurzame groei en voor het katalyseren van private middelen voor die groei? Wat is gemiddeld genomen de katalysatie van private middelen voor de groei als gevolg van deze ppp's? Wat is gemiddeld genomen de toegenomen duurzame groei als gevolg van deze ppp's? 9 111 Kunt u van de 75 bestaande ppp's aangeven wat het (gemiddelde) percentage is waarin het bedrijfsleven participeert? Wat is dit gemiddelde percentage voor de overheid en de andere partners? 9 112 Kunt u aangeven wat u bedoelt met 'strategische uitbreiding' van de ppp's? 9 113 Kunt u toelichten wat u bedoelt met het 'stroomlijnen' van het bedrijfsleveninstrumentarium? 9 114 Kunt u aangeven uit welke studies blijkt dat het Nederlandse bedrijfsleven internationaal voorop loopt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)? 9 115 Zal de transitiefaciliteit voor landen in categorie 3 (die de ontwikkelingsrelatie snel zullen ontgroeien) worden gefinancierd uit het ontwikkelingsbudget of uit geld van het ministerie van ELI of beide? Hoeveel geld zal jaarlijks in deze faciliteit worden gestoken? 9 116 Aan welke criteria moeten landen gaan voldoen om in aanmerking te komen voor algemene begrotingssteun? 9 117 Aan welke criteria moeten landen gaan voldoen om in aanmerking te komen voor sectorale begrotingssteun? 9 118 Hoe ziet u de rol van het bedrijfsleven in de meeste arme en fragiele staten, die juist de kernlanden gaan vormen voor dit ontwikkelingsbeleid? Hoe reĆ«el is het te verwachten dat bedrijven willen investeren in deze gebieden en een positieve bijdrage kunnen leveren aan ontwikkeling, ten opzichte van de middeninkomen landen die geen deel gaan uitmaken van de 16 kernlanden? 9 119 Welke landen worden in 2011 gekort op het ontvangen van algemene begrotingssteun (ABS)? Hoe worden de genoemde criteria voor het ABS instrument (corruptie, mensenrechten, goed bestuur) bepaald en door wie? Zijn er nog andere criteria die meetellen in deze besluitvorming en zo ja welke? 9 120 Welk percentage van hun totale budget zullen medefinancieringsorganisaties in de toekomst uit eigen werving resp. uit het eigen ledenbestand moeten verkrijgen? 10 121 Bij wie ligt de verantwoordelijkheid om over voldoende lokale kennis te beschikken als het gaat om investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven in ontwikkelingslanden? 10 122 Op welke wijze zullen de reputatiemechanismen gefinancierd worden? 10 123 Waar baseert u de aanname op dat medefinancieringsorganisaties in de toekomst meer geld vanuit de samenleving zullen krijgen? 10 124 Kunt u aangeven of er een koppeling is tussen draagvlak en een financiĆ«le bijdrage vanuit de samenleving? 10 125 Klopt het dat de bedrijfslevenprogrammaās alleen worden ingezet in de partnerlanden? 10 126 Op basis waarvan kan het succes van publiek-private partnerschappen op het gebied van duurzaamheid worden aangetoond? 10 127 Blijft de functie van ambassadeur voor Hiv en Aids bestaan? 10 128 Kunnen maatschappelijke organisaties ook gebruik maken van de fondsen die beschikbaar worden gesteld om intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en andere departementen mogelijk te maken? 10 129 Worden maatschappelijke organisaties ook bij het strategisch overleg van EL&I, OS en top bedrijfsleven betrokken? 10 130 Wat wordt bedoeld met 'schaalvergroting' van de publiek private partnerschappen? Bedoelt u dat er meer ppp's moeten komen of dat de bestaande ppp's moeten worden uitgebreid, of beide? 10 131 In hoeverre blijft Nederland een inclusief beleid voeren voor mensen met een beperking? 10 132 Waarom is ervoor gekozen op het maatschappelijk middenveld relatief veel meer te bezuinigen dan op andere thema's door niet alleen de bandbreedte van het MFS II kanaal te schrappen, maar nog een extra korting van 12,5% op te leggen, wat uitkomt op een totale korting van 25% (125 miljoen euro op 500 miljoen euro)? 10 133 Om welke reden heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet onmiddellijk de extra korting van 12,5% verwerkt in de MFS-2 beschikkingen, aangezien op 1 november reeds bekend was dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking verlaagd zou worden van 0,8 naar 0,7% van het BNP? 10 134 Is de ā¬50 miljoen korting op het MFS-2 subsidiekader bedoeld als een structurele korting, die ook doorvertaald wordt in de begrotingen 2012 tot en met 2015? 10 135 Ten opzichte van welk uitgangsbedrag vindt de additionele korting van 12,5% op het MFS-2 subsidiekader plaats? In hoeverre volgt deze korting voor 2011 het patroon dat in twee stappen de Nederlandse bijdrage aan ODA van 0,8% teruggebracht wordt naar 0,7% van het BNP? 10 136 Op welke wijze zal de korting verdeeld worden over de subsidie ontvangende allianties? 10 137 Wat gebeurt er met andere, niet in het beleidsdocument genoemde subsidieregelingen voor maatschappelijke organisaties, zoals MATRA en NIMD? Wordt daar ook op bezuinigd? 10 138 Kan een overzicht gegeven worden van de bestedingen via het particuliere kanaal per financieringsinstrument in de periode 2007 tot en met 2015, met de mutaties zowel in bedragen als in percentages? 10 139 Voor wie is de specifieke meerwaarde gewenst als het gaat om Europese ontwikkelingssamenwerking? 11 140 Wat is de inzet van het kabinet als het gaat om de coherentie van het Europese beleid? 11 141 Voor wie is de voorwaarde van een gelijk speelveld van belang? 11 142 Kunt u een overzicht geven van de bijdragen aan alle multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen, per ontwikkelingsbank en fonds, in 2009, 2010, en 2011, waarbij voor 2011 inzichtelijk wordt gemaakt welke bijdragen waren voorzien voor de invoering van de bezuinigingen en daarna? 11 143 Welke landen ontvangen momenteel algemene en/of sectorale begrotingssteun via het EOF? Hoe hoog is het totale bedrag dat via de Wereldbank in de vorm van algemene en/of sectorale begrotingssteun aan EOF-ontvangers wordt verstrekt en hoe hoog zijn de uitgaven aan algemene en/of sectorale begrotingssteun per land? 11 144 Wanneer zijn de Nederlandse bijdragen voor lopende EOF verplichtingen gecommitteerd en onder welke EOF-ronde? Kunt u voor EOF 9 en EOF 10 aangeven hoe veel middelen zijn toegezegd? Kunt u voor iedere middelenaanvulling aangeven hoe hoog de betalingen per jaar zijn of zijn geweest en welke jaarlijkse betalingen nog zijn voorzien? 11 145 Hoe zijn de EOF committeringen vastgelegd? Is dit vastgelegd in overeenkomsten of in verdragen en zo ja, wanneer en tussen welke partijen? Wanneer dit is vastgelegd in overeenkomsten en verdragen, kan de Kamer inzage krijgen hierin? 11 146 Is er bij het toezeggen van de bijdragen aan de EOF middelenaanvullingen een voorbehoud gemaakt bij de daadwerkelijke toekenning, bijvoorbeeld rondom budgettaire ruimte of parlementaire goedkeuring van de begroting? 11 147 Welke voorbehouden zijn er bij het toezeggen van de bijdragen aan EOF gemaakt? 11 148 Wat zijn de juridische consequenties als de Nederlandse regering ertoe besluit een toegezegde EOF bijdrage niet binnen de afgesproken termijn te betalen? 11 149 Wat zijn de politieke consequenties als de Nederlandse regering ertoe besluit een toegezegde IDA bijdrage niet binnen de afgesproken termijn te betalen? 11 150 Hoeveel verdienen directeuren van multilaterale organisaties als Unicef en UNDP? Hoe staat dit in verhouding met Nederlandse OS-organisaties en de eisen voor hun directeursalarissen? 11 151 U gaat 71 miljoen euro bezuinigingen op hiv& aids. Hoe kijkt u aan tegen het ethische punt wat betreft mensen die nu ARVās gebruiken, maar als gevolg van deze bezuinigingen en daardoor opdrogende ARV programmaās ineens zonder komen te zitten, resistentie ontwikkelen en vervolgens later niet meer zinvol behandeld kunnen worden?Wat gebeurt er met de middelen die structureel waren gemaakt voor OVCās op grond van het amendement Voordewind? 11 152 Welke VN-instellingen ontvangen middelen van de Nederlandse overheid? Kunt u per VN-instelling aangeven hoe hoog de Nederlandse bijdrage is voor 2009, 2010, en 2011, waarbij voor 2011 inzichtelijk wordt gemaakt welke bijdragen waren voorzien voor de invoering van de bezuinigingen en daarna? 11 12 153 Hoe is de toekenning van middelen aan de UNDP (en andere VN-instellingen) vastgelegd? Hoe hoog is de toezegging en voor welke periode is een toezegging gedaan? Is deze toezegging vastgelegd in overeenkomsten of in verdragen en zo ja, wanneer en tussen welke partijen? Wanneer dit is vastgelegd in overeenkomsten en verdragen, kan de Kamer inzage krijgen hierin? 11 12 154 Is er bij het toezeggen van de bijdragen aan de UNDP (en andere VN-instellingen) een voorbehoud gemaakt bij de daadwerkelijke toekenning, bijvoorbeeld rondom budgettaire ruimte of parlementaire goedkeuring van de begroting? 11 12 155 Wat zijn de juridische consequenties als de Nederlandse regering besluit de toegezegde bijdrage aan de UNDP (en andere VN-instellingen) niet binnen de afgesproken termijn te betalen? 11 12 156 Welke 710 activiteiten liepen via het multilaterale kanaal in de afgelopen jaren? 12 157 Op welke wijze bent u van plan om de versnippering van het multilaterale beleid aan te pakken? Waar ligt de focus en naar welke organisaties wordt specifiek gekeken? 12 158 Op welke wijze kan effectiviteit gemeten worden? Welke criteria liggen ten grondslag aan de effectiviteit van een instelling? Op welke wijze kan gemeten worden of een instelling onvoldoende effectief is? 12 159 Wat is volgens u de sterke kant van internationale organisaties? 12 160 Welke organisaties zijn volgens u onmisbaar in de voorziening van publieke goederen? 12 161 Welke multilaterale organisaties spelen volgens u een leidende rol op het terrein van de MDG's? 12 162 Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met 'betrouwbaarheid en zorgvuldigheid vragen om een gefaseerde benadering'? 12 163 Kunt u toelichten wat u verstaat onder strategisch kiezen? 12 164 Kunt u toelichten wat u verstaat onder een gemeenschappelijk eigenbelang? 12 165 Kunt u toelichten of onder een nieuw draagvlak verstaan wordt: een aanvullend draagvlak, een ander draagvlak of het huidige draagvlak? 12 166 Nederlandse bijdragen aan het multilaterale kanaal zullen worden gebaseerd op basis van de effectiviteit van de organisaties. Op welke manier gaat u dit kanaal intensiever monitoren op kwaliteit? 12 167 Kunt u aangeven welke multilaterale organisaties volgens u onvoldoende effectief functioneren? 12 168 Welke multilaterale organisaties worden in de vierde alinea bedoeld? 12 169 Gelden de komende jaren de monitorings- en evaluatie-eisen die worden gesteld aan organisaties die MFS II subsidie krijgen ook voor multilaterale instellingen, overheden en bedrijven? 12 170 Wat betekent het in juridische en politieke zin als uitgaven binnen het budget vastliggen? Waarom liggen de toerekeningen eerstejaarsopvang asielzoekers uit DAC-landen en EU-toerekening, de bijdrage aan het EOF en de EKI-schuldkwijtscheldingen vast en wie heeft dat bepaald? 13 171 Kunt u aangeven wat de consequenties zouden zijn als deze verplichtingen niet nagekomen zouden worden? 13 172 Kunt u een overzicht geven per financieringskanaal (particuliere kanaal, bilaterale kanaal en multilaterale kanaal) van de uitgaven die vastliggen? Kunt u dit zoveel mogelijk uitsplitsen; voor het multilaterale kanaal in ieder geval per multilaterale instelling? Kunt u ook aangeven in welke gevallen er mogelijkheden zijn om verplichting te vermijden dan wel te verminderen, bijvoorbeeld via kasschuiven? 13 173 Waar gaat de stijging van EUR 9 mln op het gebied van veiligheid en fragiliteit precies zitten? Aan welke landen wordt dit besteed, en welke landen worden uitgefaseerd? 14 174 Op welke wijze wordt het maatschappelijk middenveld betrokken bij de besteding van de extra uitgaven op het gebied van veiligheid en fragiliteit? 14 175 Op welke wijze worden multilaterale organisaties betrokken bij de besteding van de extra uitgaven op het gebied van veiligheid en fragiliteit? Welke overige actoren zijn hierbij betrokken? 14 176 In welke landen, en met welke actoren zal de intensivering van EUR 39 miljoen worden besteed? Zit hier een mogelijke bijdrage aan een āpolitiemissieā in Afghanistan? 14 177 Welke gedeelte van de intensivering van EUR 39 mln zal worden gereserveerd voor taken die door het ministerie van Defensie worden uitgevoerd? 14 178 Kunt u aangeven of het tegengaan van de negatieve gevolgen van drugsgebruik voor de (volks)gezondheid, ook bekend als harm reduction, eveneens onderdeel vormt van het veiligheidsbeleid wat betreft de bestrijding van de gevolgen van internationale drugshandel zoals vanuit Afghanistan via Centraal AziĆ« naar Europa? 14 179 Kan een volledig overzicht gegeven worden van uitgaven onder thema's die ten goede komen aan Veiligheid en Fragiliteit? Wie is de budgethouder van deze post? 14 180 Wat is de reden achter de korting op het stabiliteitsfonds? Heeft dit te maken met uw beoogde plannen om delen van missies onder ODA te brengen? Wat zijn centrale wederopbouw budgetten? 14 181 Zullen ontwapeningsactiviteiten (DDR) en hervormingen van de veiligheidssector (SSR) onderdeel zijn van de intensiveringen van 39 miljoen euro op het gebied van Veiligheid en Fragiliteit? 14 182 Welke landen ontvangen momenteel algemene en/of sectorale begrotingssteun via IDA? Hoe hoog is het totale bedrag dat via de Wereldbank in de vorm van algemene en/of sectorale begrotingssteun aan IDA-ontvangers wordt verstrekt en hoe hoog zijn de uitgaven aan algemene en/of sectorale begrotingssteun per land? 14 183 Is het waar dat IDA betalingen gedurende negen jaar na de startdatum van de betreffende middelenaanvulling gedaan kunnen worden? Impliceert dit dat IDA betalingen niet jaarlijks vast liggen maar tot uiterlijk 9 jaar na de startdatum vooruitgeschoven kunnen worden? 14 184 Op welke centrale wederopbouwbudgetten wordt gekort? 14 185 Hoe zal de intensivering van 39 miljoen euro bij fragiele staten worden ingezet? Hangt deze intensivering samen met de hoop de ODA-criteria te verruimen? Is de intensivering ook mogelijk als de internationale ODA-criteria niet worden verruimd? Zo ja, hoe? Zo nee, hoe zal het geld dan worden besteed? 14 186 Waar gaat de verschuiving van EUR 40 mln op het gebied van private sectorontwikkeling precies zitten? Welke actoren zijn hierbij betrokken? Aan welke landen zal dit bedrag worden besteed? Wie is de budgethouder van dit budget? 15 187 Worden er bepaalde private sectoren uitgekozen die in aanmerking komen voor budget? Zo ja welke? Zo nee, waarom niet? 15 188 Welk gedeelte van de intensivering zal worden gereserveerd voor het Nederlandse bedrijfsleven (al dan niet in twinning projecten)? 15 189 Welke regels worden er gesteld aan de deelnemende bedrijven in het Initiatief Duurzame Handel? 15 190 Worden de bedragen die de bedrijven zelf investeren op het gebied van voedselzekerheid openbaar gemaakt? 15 191 Staan de innovatieve financieringsinstrumenten ook open voor de private sector in ontwikkelingslanden? 15 192 Kunt u aangeven waarom gekozen is voor een verlaging op het gebied van onderwijs en kennis gezien het gegeven dat er de afgelopen jaren zoveel op dit terrein is bereikt? Bent u niet tevreden over de behaalde resultaten? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? 15 193 Welke donoren zijn volgens u beter in onderwijs en kennis dan Nederland en waarom? 15 194 Op welke landen en op welke onderwijs programmaās wordt gekort? 15 195 Op grond van welke criteria heeft u besloten tot het korten op het EFA/FTI? Bent u niet tevreden over de behaalde resultaten? 15 196 In welke mate wordt de doelgroep betrokken bij de keuzes op het gebied van onderwijs en kennis? In welke mate gaat u in overleg met andere donoren om programmaās over te nemen? 15 197 Op het ministerie van Buitenlandse Zaken is een budget beschikbaar voor het vergroten van de kennis op het departement. Wordt hier ook op gekort? Zo ja, hoeveel, en op basis van welke criteria? 15 198 Hoe verhoudt zich de onderuitputting van ORIO in 2010 tot de intensivering van het budget voor het bedrijfsleven? Hoe verklaart u deze onderuitputting? 15 199 Waarom komt er een intensivering op onderwijs in het multilaterale programma (UNICEF) terwijl die sector wordt afgebouwd? 15 200 Waarom is er voor gekozen het budget voor ORIO al te verhogen in 2011, terwijl er nog geen evaluatie van het programma heeft plaatsgevonden en er sprake is van onderbesteding? 15 201 In welke landen investeert Nederland in de gezondheidssector? Hoe groot zijn deze bedragen? Hoe verhoudt deze steun zich tot het gezondheidsbudget van het desbetreffende land? 15 202 Welke bilaterale investeringen binnen de gezondheidssector worden gecontinueerd en welke worden afgebouwd? Kan Nederland de genomen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende investering op gezondheid aan andere donoren overdragen? Wie zijn die donoren? 15 203 Het Health Insurance Fund (HIF) wordt ontzien bij de bezuinigingen omdat dit fonds op een innovatieve manier in samenwerking met het bedrijfsleven zou bijdragen aan financiering van nationale gezondheidssystemen. Welke feiten zijn het bewijs dat deze samenwerking tot stand kan komen? 15 204 Op grond van welke overwegingen concludeert u dat onderwijs onvoldoende relevantie heeft voor armoedebestrijding, groei en daarmee de zelfredzaamheid van ontwikkelingslanden, terwijl de meeste onderzoeken uitwijzen (zie ook recente UNDP rapport) dat er een sterk positief verband is tussen onderwijs en economische groei? 15 205 Aan welke voorwaarden zou de Nederlandse steun aan onderwijs nog meer moeten voldoen, om te vallen binnen de criteria die gelden voor prioritaire themaās, zoals omschreven in de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking? 15 206 Voor welke bedragen wordt er in 2011 gekort op onderwijs, wat betreft de vrijwillige bijdrage aan UNICEF en andere programmaās op het thema basisonderwijs? Welke bedragen zijn in 2011, en de jaren daarna begroot voor het UNICEF-programma Education in Emergencies? 15 207 Met welke andere donorlanden of instellingen heeft afstemming plaatsgevonden over het voornemen de bijdrage van Nederland aan het Fast Track Initiative te verlagen? 15 208 Hoe groot zal de korting zijn op het Global Fund en op UNAids? 16 209 Waarom hebt u gekozen voor korting op HIV/Aids? Bent u niet tevreden over de behaalde resultaten? 16 210 Welke landen zullen worden uitgefaseerd en welke AIDS programmaās zullen dan geen doorgang meer vinden? 16 211 Welke projecten en programmaās zullen er worden gestopt? Welke criteria hanteert u bij het schrappen van programmaās? 16 212 Hebt u overleg gepleegd met de andere donoren om ervoor te zorgen dat er geen doden vallen door het korten op het budget van HIV/AIDS? 16 213 Welke fasering zult u hanteren bij de korting op het HIV/Aids budget? 16 214 In het WRR rapport wordt aangegeven dat Nederland juist goed is in Aidsbestrijding. Wat is uw overweging om dan toch te korten op het budget? 16 215 Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bij het afwijzen van het aids consortium HIV /AIDS (penvoerder Aidsfonds) aangegeven dat Nederland nog genoeg doet op het gebied van HIV/AIDS. Overweegt u om het HIV/AIDS consortium wederom te financieren? 16 216 Welke intensivering vindt er plaats op SRGR? Hoe rijmt dit met eerdere uitspraken dat er juist op deze budgetlijn en gezondheid zou worden gekort? Wat is de verklaring voor deze omslag? 16 217 Kunt u uitleggen hoe u in met name Sub-Sahara Afrika SRGR los kan zien van HIV/AIDS? 16 218 Op pagina 7 is er een rubriek Milieu, Natuur en Klimaat. Op pagina 16 is Natuur vervangen door Water. Welke van de twee kopjes dekt de lading? 16 219 Wat is uw inhoudelijke overweging geweest om de algemeen geldende norm van 0,1% BNP, welke ter beschikking gesteld zou worden voor de klimaat & milieuprogrammaās, te schrappen? 16 220 Op welke VN-programma's zal er worden gekort en welk bedrag is hiermee gemoeid? Per wanneer zal er op VN programma's worden gekort? 16 221 Op welke programmaās of fondsen zal de verlaging van EUR 30 mln zijn weerslag hebben? Welke landen zullen de bezuinigingen voelen en op basis van welke criteria maakt u een selectie? 16 222 Hoe verhoudt de korting van EUR 30 mln zich tot de ambitie van de Nederlandse regering om actief te zijn op het thema water? 16 223 Hoe zien de kortingen per instelling op het gebied van HIV/AIDS er uit? 16 224 Kunt u aangeven hoe het bedrag van EUR 71 miljoen (de mutatie op HIV/AIDS + SRGR/gezondheid) precies is opgebouwd? Wat is HIV/AIDS en wat is SRGR in dit bedrag? 16 225 Kunt u aangeven hoe het bedrag van EUR 381 mln dat u gaat besteden aan HIV/AIDS + SRGR/gezondheid is samengesteld? Is dit bedrag opgebouwd uit toerekeningen (bijv 60% UNFPA = aids; 40% UNICEF = aids; ...% IDA/Wereldbank = aids, etc?) Hoeveel van dit bedrag zal worden besteed aan versterking van gezondheidszorg breed (zoals het Health Insurance Fund)? Hoeveel zal worden besteed aan SRGR? Hoeveel zal worden besteed aan tuberculose en malaria? Via welke kanalen en organisaties worden deze bedragen uitgegeven? Kunt u aangegeven hoe hoog de korting zal zijn op het GFATM in 2011? Kunt u aangeven hoe hoog de korting zal zijn op UNAIDS? Welke andere VN-instellingen bent u van plan te korten als het gaat om hiv/aids en om welke bedragen gaat het dan? Kunt u aangeven welke korting u voorziet voor deze organisaties in 2012 en 2013? 16 226 Het realiseren van SRGR, en Millenniumdoel 5 kan niet zonder investeren in kwaliteit van onderwijs en gezondheidszorg, waarop flink bezuinigd gaat worden. Multi disciplinaire aanpak is nodig om zichtbare effecten/resultaten te behalen. Waarom kiest Nederland voor een versnipperde aanpak en hoe worden effectiviteit en efficiĆ«ntie gewaarborgd? 16 227 Gaat de huidige HIV/Aids Ambassadeur haar mandaat uitbreiden met SRGR? Zo nee, waarom niet? 16 228 Waarom wordt er op GAVI niet bezuinigd? Is dit in het belang van het Nederlandse bedrijfsleven? 16 229 Op welke feiten baseert u het vertrouwen in de effectiviteit van het HIF? 16 230 Welke programma's en onderwerpen zullen meer geld ontvangen naar aanleiding van de intensiveringen op het gebied van SRGR en gezondheid? 16 231 Hoe waardeert u het maatschappelijk middenveld ten opzichte van de andere kanalen? 16 232 Zijn bij de korting op de financiĆ«le bijdrage aan de medefinancieringsorganisaties de formele mogelijkheden in dat opzicht maximaal uitgenut? Zo nee, wat had de regering eventueel nog meer kunnen doen? 16 233 Hoe hebt u de hoogte van het bedrag (EUR 107 mln) bepaald? 16 234 De korting van EUR 107 miljoen treft met name organisaties die al hebben ingeleverd (de grote MFOās) het hardst, hoe bent u tot deze keuze gekomen? 16 235 Wat is de verklaring voor de verlaging van de subsidies aan de SNV, het VMP en PSO? Welke verdeling maakt u bij de korting op de SNV, het VMP en PSO? En op basis waarvan maakt u deze verdeling? 16 236 Bij welke organisatie zal welke korting neerslaan door de bezuiniging van EUR 20 mln op de subsidies voor SNV, VMP en PSO? Wordt hierbij ook rekening gehouden met de hoge directiesalarissen van SNV? 16 237 Welke visie zit er achter de korting op de subsidies aan SNV, het VMP en PSO met 20 miljoen euro en hoe gaat het budget voor deze organisaties er de komende jaren uitzien? 16 238 Wat zijn de consequenties voor organisaties die nog geen toezegging of goedkeuring hebben gekregen voor hun voorstel omdat ze nog in de bezwaarprocedure zitten? 16 239 Valt de NCDO ook onder de bezuinigingsmaatregel? 16 240 Gaat u ook het budget voor het KIT verlagen? Zo ja waarom, zo nee, waarom niet? 16 241 Ten opzichte van welk bedrag wordt het budget voor MFS-2 in 2011 verlaagd met EUR 87 miljoen? Hoe verhoudt zich dit tot de op p. 10 genoemde EUR 50 miljoen? 16 242 Hoeveel geld werd er besteed aan het maatschappelijke middenveld via directe financiering vanuit Nederlandse ambassades in ODA- en non-ODA-landen in de periode 2007-2010? Hoeveel geld zal er in de periode 2011-2015 worden besteed via directe financiering in deze landen? Bent u van plan de door het vorige kabinet voorgenomen groei in directe financiering door te voeren? Liggen de voorgenomen bestedingen via directe financiering juridisch gezien vast? 16 243 Wat is de verklaring voor de verlaging van het bedrag voor algemene begrotingssteun? Om welke landen gaat het hier? Is de situatie in die landen dusdanig verbeterd dat een korting mogelijk is? Zo ja, welke verbeteringen zijn er dan bereikt? Zijn deze landen op de hoogte van het feit dat Nederland voor het jaar 2011 op de valreep enorme bedragen schrapt? 17 244 Hoe verhoudt de korting op algemene begrotingssteun zich met de wens van Nederland om een betrouwbare partner te zijn? 17 245 Welke landen ontvangen na deze beleidswijziging nog algemene begrotingssteun? Om hoeveel begrotingssteun gaat het dan per land? 17 246 Welke landen ontvangen na deze beleidswijziging nog sectorale begrotingssteun? Om hoeveel steun gaat het dan per sector per land? 17 247 Geeft het overzicht op pagina 17 een compleet beeld van de post overig? Zo niet, kunt u een compleet overzicht geven van de post overig inclusief de mutaties? 17 248 Op welke manier zal worden gekort op de bilaterale mensenrechtenactiviteiten? Zal deze bezuiniging (gedeeltelijk) neerslaan bij het mensenrechtenfonds? Zo ja, waarom is hiervoor gekozen? 17 249 Op welke landen heeft de korting bij de bilaterale mensenrechtenactiviteiten betrekking? Hoeveel budget ten behoeve van bilaterale mensenrechtenactiviteiten blijft er dan nog over? 17 250 Kunt u aangeven of de mensenrechtensituatie in de wereld dusdanig verbeterd is dat een korting op bilaterale mensenrechtenactiviteiten van EUR 5 mln mogelijk is? Kunt u aangeven in welke landen significante verbetering heeft plaatsgevonden? 17 251 Hoe verhouden bij de bilaterale mensenrechtenactiviteiten onder het nieuwe kabinet de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting zich tot elkaar? Waaraan wordt financiĆ«le prioriteit gegeven en kan dat nader worden geadstrueerd? 17 252 Aan welke multilaterale instellingen wordt de bijdrage verlaagd en op basis van welke criteria? 17 253 Kunt u aangeven of de kwaliteit en effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking is toegenomen? Kunt u aangeven welke verbeteringen er zijn bereikt die een korting van EUR 4 mln rechtvaardigen? 17 254 Kunt u aangeven of u ontevreden bent over de behaalde resultaten over de nog niet zo lang geleden in het leven geroepen subsidiefaciliteit Burgerschap en Ontwikkeling? Welk bedrag blijft er nog over na de korting van EUR 5 mln? 17 255 Gaat de EUR 5 mln die gekort wordt op SBOS ten koste van draagvlakactiviteiten in Nederland of ten koste van kleinschalige activiteiten in ontwikkelingslanden? 17 256 Hoe zal de verhoging van het budget voor het onderwerp gender worden besteed? 17 257 Wat houdt de verhoging van het artikel 'armoede bestrijdingā in? Welke activiteiten vallen hier onder? Door wie worden die uitgevoerd? 17 258 Kunt u aangeven naar welke budgetneutrale kasschuif u verwijst in de laatste bullet point op pagina 17? Kunt u aangeven wat de laatste bullet point op pagina 17 wijzigt aan het besluit uit de zomer van 2010? Kunt u kort uiteenzetten wat deze kasschuif betekent voor het ODA budget in 2010, 2011 en 2012? Kunt u aangeven of een dergelijk kasschuif invloed heeft op het ODA plafond en hierdoor het ODA plafond lager of hoger kan uitvallen dan 0,7% BNP? 17 259 Kunt u aangeven of er minder noodzaak voor IDA middelen is? Zo ja, waar komt dat door? Zo niet, waarom voert Nederland dan een korting door? 17 260 Kunt u aangeven welke projecten geen doorgang meer kunnen vinden nu Nederland 50 mln euro minder uittrekt voor de WB/ IDA? 17 261 Kunt u aangeven hoeveel geld Nederland heeft toegezegd voor IDA 13, IDA 14, IDA 15 en IDA 16? Kunt u voor IDA 13, IDA 14, IDA 15 en IDA 16 aangeven wanneer ze zijn gestart en wanneer ze zijn geĆ«indigd? Kunt u aangeven welke bedragen per jaar afzonderlijk zijn betaald voor IDA 13, IDA 14, IDA 15 en IDA 16 en welke bedragen voor afzonderlijk voor 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 zijn begroot? 17 262 Wanneer zijn de Nederlandse bijdragen voor respectievelijk IDA 13, IDA 14, en IDA 15 gecommitteerd? Kunt u voor iedere middelenaanvulling aangeven hoe veel middelen zijn toegezegd? Kunt u voor iedere middelenaanvulling aangeven hoe hoog de betalingen per jaar zijn of zijn geweest en welke jaarlijkse betalingen nog zijn voorzien? 17 263 Wanneer beslist de regering over de hoogte van de bijdrage aan IDA 16? 17 264 Is het mogelijk om de voorziene afdracht aan IDA voor 2011 (voortvloeiend uit de committeringen voor IDA 13, 14 en 15) verder te verlagen en de ruimte hiervoor te zoeken in een lagere committering voor IDA 16? Zo ja, hoe groot is deze ruimte? Zo nee, waarom niet? 17 265 Hoe zijn de IDA committeringen vastgelegd? Is dit vastgelegd in overeenkomsten of in verdragen en zo ja, wanneer en tussen welke partijen? Kan de Kamer inzage krijgen hierin? 17 266 Is er bij het toezeggen van de bijdragen aan de IDA middelenaanvullingen een voorbehoud gemaakt bij de daadwerkelijke toekenning, bijvoorbeeld rondom budgettaire ruimte of parlementaire goedkeuring van de begroting? 17 267 Wat zijn de juridische consequenties als de Nederlandse regering ertoe besluit een toegezegde IDA bijdrage niet binnen de afgesproken termijn te betalen aan de Wereldbank? 17 FILENAME GRT_RGR_BuZa_32500-V-00.DOC PAGE 13 / NUMPAGES 15