[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

32556 Wijziging van de Wet overige OCW-subsidies onder meer vanwege de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking

Wijziging van de Wet overige OCW-subsidies onder meer vanwege de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking

Eindtekst

Nummer: 2010D52464, datum: 2010-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z16715:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

16 december 2010



Wijziging van de Wet overige OCW-subsidies onder meer vanwege de
Aanwijzingen voor subsidieverstrekking







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het onder meer in verband
met de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking wenselijk is enkele
bepalingen in de Wet overige OCW-subsidies te laten vervallen en deze
wet verder te vereenvoudigen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet overige OCW-subsidies wordt gewijzigd als volgt:

A

	Het opschrift “Deel I. Subsidies” wordt vervangen door: §1.
Subsidies.

B

	Het opschrift “Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen” vervalt.

C

	Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepaling

	In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder Onze
Minister verstaan: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of
Onze Minister die belast is met de zorg voor een of meer onderdelen van
het beleid, genoemd in artikel 2, eerste lid.

D

	Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. Aanvullende werking

	1. Onze Minister verstrekt geen subsidie op grond van deze wet, indien
Onze Minister op grond van een andere wettelijke bepaling subsidie kan
verstrekken.

	2. In afwijking van het eerste lid kan Onze Minister op grond van deze
wet subsidie verstrekken, indien:

	a. die andere wettelijke bepaling dat uitdrukkelijk bepaalt,

	b. de subsidie incidenteel van aard is, of

	c. de subsidie vooruitloopt op wijziging van die andere wettelijke
bepaling.

	3. Onze Minister verstrekt subsidie als bedoeld in het tweede lid,
onderdelen b en c, slechts:

	a. in dringende gevallen,

	b. op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële
regeling, en

	c. voor ten hoogste vier jaren.

	4. De voordracht van een algemene maatregel van bestuur of de
vaststelling van een ministeriële regeling krachtens het derde lid
wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide
kamers der Staten-Generaal is overlegd.

E

	Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het opschrift “Vereisten subsidieverstrekking” wordt vervangen
door: Grondslag subsidieverstrekking; nadere voorschriften.

	2. Het tweede lid vervalt en het derde en vierde lid worden vernummerd
tot tweede en derde lid.

	3. In het nieuwe tweede lid wordt onderdeel c vervangen door een nieuw
onderdeel c, luidende:

	c. de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt,.

	4. Na het nieuwe derde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Onze Minister kan het verstrekken van subsidie bij of krachtens deze
wet delegeren aan een zelfstandig bestuursorgaan als bedoeld in artikel
1, onderdeel a, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

F

	Artikel 6 vervalt.

G

	Artikel 8 vervalt.

H

	Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid wordt “in strijd zou zijn respectievelijk in
strijd is met” vervangen door: in strijd is met.

	2. In het tweede lid wordt voor “intrekking of wijziging”
ingevoegd: vaststelling,.

	3. In het vijfde lid wordt “en 4:57 van de Algemene wet
bestuursrecht” vervangen door: en 4:57, vierde lid, van de Algemene
wet bestuursrecht.

I

	Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Onze Minister kan bij besluit personen aanwijzen die belast worden
met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
wet.

	2. Het tweede lid komt te luiden:

	2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling
gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

	3. In het derde lid wordt “vermeld” vervangen door: bedoeld.

J

	Hoofdstuk 2 vervalt.

K

	Hoofdstuk 3 vervalt.

L

	Het opschrift “Deel II. Onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een
handicap” wordt vervangen door: § 2. Onderwijsvoorzieningen voor
jongeren met een handicap.

M

	Artikel 19a wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “genoemd in hoofdstuk 5”
vervangen door: bedoeld in artikel 1.”

	2. Het tweede lid komt te luiden:

	2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van
degene, bedoeld in het eerste lid, toekennen:

	a. voorzieningen die hem in staat stellen onderwijs te volgen, en

	b. vervoersvoorzieningen die de leefomstandigheden van hem verbeteren
en die samenhangen met de voorzieningen, bedoeld in onderdeel a.

	3. Het derde lid komt te luiden:

	3. De artikelen 3:18, 3:33, 3:56, 3:57, 3:58, 3:62 en 3:74 van de Wet
werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten zijn van overeenkomstige
toepassing op voorzieningen bedoeld in het tweede lid.

	4. Het vierde lid komt te luiden:

	4. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan geen
tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang toekennen.

	5. Het vijfde lid vervalt en het zesde en zevende lid worden vernummerd
tot vijfde en zesde lid.

N

	Het opschrift “Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen” wordt
vervangen door: § 3. Overgangs- en slotbepalingen.

O

	Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

	2. De persoon of het orgaan waaraan de bevoegdheid op grond van artikel
4, derde lid, onder c, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze
wet, is gedelegeerd om besluiten omtrent subsidie te nemen, blijft die
bevoegdheid houden.

ARTIKEL II

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug
tot en met 1 januari 2010.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   5