[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32403, bijgewerkt t/m nr. 8 (2e NvW d.d. 15 februari 2011)

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard, van de Wet personenvervoer 2000 ten aanzien van het openbaar-vervoerverbod en enkele technische wijzigingen, van de Wet advies en overleg verkeer en waterstaat in verband met wijzigingen in de vorm waarin betrokkenen en organisaties bij het beleidsproces worden betrokken, alsmede wijziging van de Wet op de economische delicten, de Wet luchtvaart, de Binnenvaartwet, de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, de Wet belastingen op milieugrondslag, de Waterwet, de Invoeringswet Waterwet, de Waterschapswet en de Crisis- en herstelwet op enkele punten van technische aard (Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010)

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2010D53276, datum: 2011-02-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z09159:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 8 (2e NvW d.d. 15 februari 2011)



	32 403	Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van
uiteenlopende aard, van de Wet personenvervoer 2000 ten aanzien van het
openbaar-vervoerverbod en enkele technische wijzigingen, van de Wet
advies en overleg verkeer en waterstaat in verband met wijzigingen in de
vorm waarin betrokkenen en organisaties bij het beleidsproces worden
betrokken, alsmede wijziging van de Wet op de economische delicten, de
Wet luchtvaart, de Binnenvaartwet, de Wet capaciteitsbeheersing
binnenvaartvloot, de Wet belastingen op milieugrondslag, de Waterwet, de
Invoeringswet Waterwet, de Waterschapswet en de Crisis- en herstelwet op
enkele punten van technische aard (Verzamelwet Verkeer en Waterstaat
2010)







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	

	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Wegenverkeerswet op een aantal punten van uiteenlopende aard te
wijzigen, de Wet personenvervoer 2000 te wijzigen ten aanzien van het
openbaar-vervoerverbod en op enkele punten van technische aard, de Wet
advies en overleg verkeer en waterstaat te wijzigen aangezien het in
verband met het raadplegen van betrokkenen en organisaties bij het
beleidsproces wenselijk is een meer op maat gesneden vorm van overleg op
het terrein van Verkeer en Waterstaat in te richten alsmede de Wet op de
economische delicten, de Wet luchtvaart, de Binnenvaartwet, de Wet
capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, de Wet belastingen op
milieugrondslag, de Waterwet, de Invoeringswet Waterwet, de
Waterschapswet en de Crisis- en herstelwet te wijzigen op enkele punten
van technische aard;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A0

	In artikel 8, derde lid, wordt “indien het voor het eerst afgegeven
rijbewijs een rijbewijs betreft dat de bevoegdheid geeft tot het
besturen van bromfietsen en dit rijbewijs is afgegeven aan een persoon
die op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van achttien jaren nog
niet heeft bereikt,” vervangen door: indien het voor het eerst
afgegeven rijbewijs een rijbewijs betreft dat is afgegeven aan een
persoon die op het ogenblik van die afgifte de leeftijd van achttien
jaren nog niet heeft bereikt,.

A

	Artikel 12, derde lid, onderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994 komt
te luiden:

	d. de aanstelling van verkeersregelaars, de verlenging en intrekking
van die aanstelling, de afgifte van de aanstellingspas aan
verkeersregelaars en de inname van die pas in gevallen waarin het
verkeer in gevaar is of kan worden gebracht, alsmede de aanstelling van
verkeersbrigadiers;

Aa

	In artikel 21, vierde lid, wordt “worden aangewezen” geschrapt.

B

	Artikel 34 komt te luiden:

Artikel 34

	1. Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
categorieën voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden,
uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en
passagiers, die niet ingevolge artikel 22, 25a of 26 zijn toegelaten tot
het verkeer op de weg, of andere voorzieningen die zijn bestemd om de
opsporing van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde misdrijven of
overtredingen te belemmeren, te vervaardigen, in te voeren, in voorraad
te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren.

	2. Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
categorieën onderdelen en uitrustingsstukken te verkopen, te koop aan
te bieden of in het verkeer te brengen, tenzij hiervoor ingevolge
artikel 30 toestemming is verleend.

	3. Ter uitvoering van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties of van Ă©Ă©n of meer instellingen van de Europese Unie, al
dan niet gezamenlijk, worden voor verboden als bedoeld in het eerste en
tweede lid, de categorieën aangewezen bij ministeriële regeling.

	4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld
betreffende de categorie van voertuigen, systemen, onderdelen,
technische eenheden, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming
van weggebruikers en passagiers of de andere voorzieningen die zijn
bestemd om de opsporing van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde
misdrijven of overtredingen te belemmeren, waarop het verbod betrekking
heeft, de handelingen waarop het verbod betrekking heeft alsmede de
uitzonderingen op het verbod.

C

	Aan artikel 42 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

	7. De gegevens omtrent motorrijtuigen en aanhangwagens die de Dienst
Wegverkeer verwerkt in het landsbelang, worden niet opgenomen in het
kentekenregister.

D

	In artikel 50, eerste lid, onderdeel a, vervalt de zinsnede: voor zover
de aldaar bedoelde registratie heeft plaatsgevonden.

E

	In hoofdstuk IV wordt na paragraaf 5 een nieuwe paragraaf ingevoegd,
luidende:

§ 5a. Erkenningsregeling exportdienstverlening

Artikel 66a

	1. De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of
rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is de
tenaamstelling van motorrijtuigen en aanhangwagens ten behoeve van een
derde in het kentekenregister te beëindigen indien het motorrijtuig of
de aanhangwagen door die derde wordt geëxporteerd.

	2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld die
aan een erkenning worden verbonden en kunnen met betrekking tot die
voorschriften regels worden gesteld.

Artikel 66b

	1. De erkenning wordt door de Dienst Wegverkeer op aanvraag en tegen
betaling, op de door deze dienst vastgestelde wijze, van het daarvoor
door deze dienst vastgestelde tarief verleend aan de natuurlijke persoon
of rechtspersoon, die voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde
eisen. Deze eisen betreffen onder meer de administratieve organisatie
van de natuurlijke persoon of rechtspersoon alsmede de wijze waarop deze
er voor zorgdraagt dat de aan de vervallenverklaring van de
tenaamstelling wegens export verbonden procedures in acht worden
genomen.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met
betrekking tot de aanvraag van een erkenning.

	3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van
het krachtens het tweede lid bepaalde.

	4. De erkenning wordt geweigerd indien een reeds aan de aanvrager
verleende erkenning op grond van artikel 66d, juncto artikel 65, tweede
lid, is ingetrokken binnen een direct aan de datum van indiening van de
aanvraag voorafgaande periode van twaalf weken, dan wel van zes maanden
ingeval reeds twee of meer malen een dergelijke aan de aanvrager
verleende erkenning is ingetrokken.

Artikel 66c

	1. Met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning
voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst
Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Van een zodanig besluit wordt
mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. Het toezicht omvat
in ieder geval het periodiek controleren van de ter zake van de
vervallenverklaring van de tenaamstelling wegens export gevoerde
administratie van degene aan wie de erkenning is verleend.

	2. Degene aan wie een erkenning is verleend, is gehouden tot betaling,
op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze
dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.

	3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld
betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de
verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een erkenning is
verleend. Deze regels kunnen inhouden dat een verscherpt toezicht wordt
gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit
de erkenning voortvloeiende verplichtingen.

Artikel 66d

	1. De Dienst Wegverkeer trekt een erkenning in, indien degene aan wie
de erkenning is verleend, daarom verzoekt.

	2. De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen indien
degene aan wie de erkenning is verleend:

	a. niet meer voldoet aan de voor de erkenning gestelde eisen,

	b. de verplichtingen, vervat in artikel 5:20, eerste lid, van de
Algemene wet bestuursrecht en artikel 66c, tweede lid niet nakomt, of

	c. handelt in strijd met een of meer andere uit de erkenning
voortvloeiende verplichtingen.

	3. De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het tweede lid,
een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn
die ten hoogste twaalf weken bedraagt.

	4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot het intrekken, wijzigen en schorsen van de erkenning.

Artikel 66e

	Het is een ieder aan wie niet een erkenning als bedoeld in artikel 66a
is verleend, verboden zich op zodanige wijze te gedragen, dat daardoor
bij het publiek de indruk kan worden gewekt, dat zodanige erkenning aan
hem is verleend.

F

	Aan artikel 149 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

	3. Het op grond van het eerste lid tot het verlenen van een ontheffing
bevoegde gezag kan van de kentekenplicht als bedoeld in artikel 36,
eerste lid, ontheffing verlenen voor aanhangwagens die worden gebruikt
ten behoeve van een evenement of optocht waarvoor een vergunning op
grond van een gemeentelijke verordening is afgegeven. Bij ministeriële
regeling kunnen terzake nadere regels worden gesteld.

G

	In artikel 160, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	e. een gehandicaptenparkeerkaart of een kaart ten behoeve van het
vervoer van gehandicapten, indien hij ter zake van het besturen van het
motorrijtuig op grond van een bij of krachtens deze wet vastgesteld
voorschrift dient te beschikken over een dergelijke kaart.

H

	In artikel 177, tweede lid, wordt na “66” ingevoegd: , 66e.

I

	Artikel 186, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	d. de eisen ten aanzien van de vakbekwaamheid van bestuurders goederen-
en personenvervoer over de weg.

	2. In de tweede volzin wordt “hoofdstuk V, paragraaf 1 en hoofdstuk
VI” vervangen door: hoofdstuk V, paragrafen 1 tot en met 6, hoofdstuk
VI en hoofdstuk VIIA, paragraaf 2.

ARTIKEL II

	De Wet personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. De concessieverlener kan een ontheffing verlenen van het verbod,
bedoeld in artikel 19, eerste lid, aan een ieder, die openbaar vervoer
anders dan per trein wil verrichten of die verzoekt om door een ander
dan de desbetreffende concessiehouder openbaar vervoer anders dan per
trein te laten verrichten in een gebied waarvoor aan de verzoeker geen
concessie is verleend. De ontheffing, bedoeld in de vorige zin, kan niet
worden verleend aan de concessiehouder van het gebied waarvoor openbaar
vervoer anders dan per trein wordt verzocht.

	2. In het vierde lid wordt “kan slechts worden geweigerd” vervangen
door: wordt onverminderd het eerste lid, slechts geweigerd.

B

	Aan artikel 31 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	7. Indien een voorgenomen wijziging van een dienstregeling, het tarief
en overige in de concessie geregelde onderwerpen door de
concessieverlener is geĂŻnitieerd, vraagt in afwijking van het eerste
lid die concessieverlener advies aan de in dat lid bedoelde
consumentenorganisaties. Het tweede tot en met het zesde lid zijn van
overeenkomstige toepassing.

C

	Aan artikel 39 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de gegevens die de in het eerste lid bedoelde opgave ten
minste moet bevatten.

D

	Artikel 98 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het tweede tot vierde lid worden twee leden
toegevoegd, luidende:

	2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden
gesteld over de duur van een ontzegging als bedoeld in het eerste lid.

	3. Het is verboden in strijd te handelen met een op grond van het
eerste lid opgelegde ontzegging.

E

	In artikel 101, eerste lid, wordt “de artikelen 70 tot en met 73,”
vervangen door: de artikelen 70 tot en met 73 en 98, derde lid,.

ARTIKEL III

	In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten komt de
zinsnede met betrekking tot de Wegenverkeerswet 1994 te luiden: de
Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 34, eerste tot en met vierde lid, en
35;.

ARTIKEL IV

	De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 2.11, tweede lid, alsmede de aanduiding “1” voor het eerste
lid vervallen.

B

	In artikel 2.12, zesde lid wordt “het derde, vierde en vijfde lid”
vervangen door: het eerste, derde, vierde en vijfde lid.

ARTIKEL V

	De Binnenvaartwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  

	1. De begripsbepaling bunkerstation vervalt.

  

	2. In de begripsbepaling drijvend werktuig vervalt
“bunkerstations,”.

B

	In artikel 14, eerste lid, wordt na “personen of rechtspersonen”
toegevoegd: of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen erkende
classificatiebureaus.

C

	In artikel 39f van de Binnenvaartwet wordt “artikel 4.4.1.2 van de
Algemene wet bestuursrecht” vervangen door: artikel 4:86 van de
Algemene wet bestuursrecht.

ARTIKEL VI

	De Wet advies en overleg verkeer en waterstaat wordt als volgt
gewijzigd:

A

	Artikel 1, onderdeel c, komt te luiden:

	c. overlegorgaan: Overlegorgaan verkeer en waterstaat, bedoeld in
artikel 4.

B

	Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

	Er is een Overlegorgaan verkeer en waterstaat voor het voeren van
overleg over het beleid inzake verkeer en waterstaat.

C

	Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

	Door of namens Onze Minister en, waar daartoe aanleiding bestaat door
of namens Onze Ministers wie het mede aangaat, worden in het
overlegorgaan beleidsvoornemens aan de orde gesteld met betrekking tot
onderdelen van het beleid inzake verkeer en waterstaat.

D

	Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

	In het overlegorgaan wordt door of namens Onze Minister en waar daartoe
aanleiding bestaat, door of namens Onze Ministers wie het mede aangaat,
overleg gevoerd met betrokkenen en hun organisaties.

E

	Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid vervalt “, het overlegorgaan gehoord,” en
wordt “een overlegorgaan” vervangen door: het overlegorgaan.

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. Door of namens Onze Minister en, waar daartoe aanleiding bestaat
door of namens Onze Ministers wie het mede aangaat, kunnen andere
betrokkenen of organisaties dan de betrokkenen of organisaties, bedoeld
in het eerste lid, bij een vergadering van het overlegorgaan worden
betrokken, voor zover dat voor een goede invulling van het overleg
wenselijk is.

F

	Artikel 8 vervalt.

G

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat personen als voorzitter
van het overlegorgaan. Behoudens toepassing van het vijfde lid, wordt
het voorzitterschap van een overlegvergadering steeds door een van deze
personen bekleed.

	2. Het vijfde lid komt te luiden:

	5. In bijzondere omstandigheden kan een overlegvergadering worden
voorgezeten door een andere persoon die door of namens Onze Minister is
aangewezen.

H

	Artikel 10 vervalt.

I

	Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

	Het overlegorgaan komt bijeen, indien ten minste 5 van de betrokkenen
of hun organisaties, bedoeld in artikel 7, eerste lid, daarom verzoeken.

J

	In artikel 12 wordt “een overlegorgaan” vervangen door: het
overlegorgaan.

K

	De artikelen 13 en 14 vervallen.

L

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt: “De overlegorganen hebben” vervangen
door: Het overlegorgaan heeft.

	2. In het tweede lid wordt “de overlegorganen” telkens vervangen
door: het overlegorgaan.

	3. In het vierde lid wordt “geen lid van de overlegorganen en van de
deelorganen” vervangen door: geen lid van het overlegorgaan.

	4. In het vijfde lid wordt “benoemt” telkens vervangen door
“stelt aan” en wordt “de overlegorganen” vervangen door: het
overlegorgaan.

M

	De artikelen 16 en 17 vervallen.

ARTIKEL VII

	In artikel 3 van de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, wordt
“het Permanent overlegorgaan goederenvervoer” vervangen door: het
Overlegorgaan  verkeer en waterstaat, bedoeld in artikel 4 van de Wet
advies en overleg verkeer en waterstaat.

ARTIKEL VIII

	 In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet belastingen op
milieugrondslag wordt “artikel 6.1 van de Waterwet” vervangen door:
artikel 1.1 van de Waterwet.

ARTIKEL IX

	In artikel 3.6, eerste lid, van de Waterwet wordt “de zorg van het
waterschap of de provincie” vervangen door: de zorg van de beheerder
of de provincie.

ARTIKEL X

	De Invoeringswet Waterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 2.12, tweede lid, eerste volzin, wordt “laatstgenoemde
wet” vervangen door “de Wet op de waterhuishouding” en wordt
“voorbereiding en vaststelling” vervangen door: voorbereiding,
vaststelling en goedkeuring.

B

	In artikel 2.25, tweede lid, onder a en b,  wordt “artikel 1, derde
lid, van de Wet milieubeheer” telkens vervangen door: artikel 1.1,
derde lid, van de Wet milieubeheer.

ARTIKEL XI

	De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 122c wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel f komt de definitie van “drinkwater” te luiden:

	drinkwater: drinkwater als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de
Drinkwaterwet;

	2. Onderdeel g komt te luiden:

	g. drinkwaterbedrijf: drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, van de Drinkwaterwet;

	3. In onderdeel j komt de definitie van “ingenomen water” te
luiden:

	ingenomen water: geleverd drink- en industriewater en warm tapwater,
onttrokken grond- en oppervlaktewater en opgevangen hemelwater;

	4. Na onderdeel j wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

	k. warm tapwater: warm tapwater als bedoeld in artikel 1, eerste lid,
van de Drinkwaterwet.

B

	Artikel 122h wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. In afwijking van het eerste lid kan bij verordening van het algemeen
bestuur worden bepaald dat de vervuilingswaarde van de stoffen geheel of
gedeeltelijk wordt bepaald aan de hand van de door het drinkwaterbedrijf
geleverde hoeveelheid drinkwater en door de betrokken leverancier
geleverde hoeveelheid warm tapwater.

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. De heffing met betrekking tot de in het tweede lid bedoelde
woonruimten wordt geheven over het tijdvak van 12 maanden zoals dat door
het betrokken drinkwaterbedrijf bij de levering van drinkwater of door
de berokken leverancier bij de levering van warm tapwater ten behoeve
van die woonruimten wordt gehanteerd.

ARTIKEL XII

	Artikel 2.4, eerste lid, van de Crisis- en herstelwet wordt als volgt
gewijzigd:

	1. Onder verlettering van de onderdelen c tot en met j tot onderdelen d
tot en met k, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	c. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;.

	2. In onderdeel j (nieuw) wordt “, of” vervangen door een
puntkomma.

ARTIKEL XIII

	Indien artikel I, onderdeel C, van de wet van 24 oktober 2008 tot
wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van
een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel)
(Stb. 433) in werking is getreden voor het tijdstip waarop deze wet in
werking treedt, wordt de Wegenverkeerswet 1994 als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Na onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	g1: het afgeven van een verklaring in verband met de aanvraag van een
rijbewijs;.

	2. In onderdeel n wordt na “149a, vierde lid,” ingevoegd: het
vaststellen van het tarief voor de in onderdeel g1 bedoelde verklaring,.

B

	Artikel 9, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. De zinsnede “of zijn geldigheid overeenkomstig artikel 123b,
eerste lid, heeft verloren” vervalt.

	2. Er wordt aan het slot een volzin toegevoegd, luidende: Hetzelfde
verbod geldt voor degene die weet of redelijkerwijs moet weten dat een
op zijn naam gesteld rijbewijs zijn geldigheid heeft verloren en dat hij
bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs moet voldoen aan de bij algemene
maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 123b, derde lid, gestelde
voorwaarden, tenzij aan hem, nadat hij aan deze voorwaarden heeft
voldaan, een ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van
de betrokken categorie of categorieën is afgegeven.

C

	Artikel 123b wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid vervalt de zinsnede “door het verstrijken van de
geldigheidsduur, of reeds eerder ongeldig is verklaard en deze
ongeldigverklaring onherroepelijk is geworden”.

	2. In het vierde lid wordt “het ongeldige rijbewijs” vervangen
door: een rijbewijs dat op grond van dit artikel ongeldig is of ten
aanzien waarvan een aantekening is geplaatst als bedoeld in het derde
lid.

	3. Aan het slot wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter
uitvoering van dit artikel.

D

	Artikel 126 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:

	f. ontzeggingen van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen,
alsmede de uitvoering van artikel 123b;.

	2. Het zesde lid komt te luiden:

	6. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder rijbewijs mede
verstaan een rijbewijs afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten
Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.

ARTIKEL XIV

	Indien deze wet in werking treedt voor het tijdstip waarop artikel I,
onderdeel C, van de wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de
Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een
recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten (puntenstelsel) (Stb.
433) in werking treedt, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

A

	Onderdeel A0 komt te luiden:

A0

	Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. Na onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	g1: het afgeven van een verklaring in verband met de aanvraag van een
rijbewijs;.

	2. In onderdeel n wordt na “149a, vierde lid,” ingevoegd: het
vaststellen van het tarief voor de in onderdeel g1 bedoelde verklaring,.

B

	Na onderdeel AO wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

A01

	Aan artikel 9, tweede lid, wordt aan het slot een volzin toegevoegd,
luidende: Hetzelfde verbod geldt voor degene die weet of redelijkerwijs
moet weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs zijn geldigheid heeft
verloren en dat hij bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs moet voldoen
aan de bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 123b,
derde lid, gestelde voorwaarden, tenzij aan hem, nadat hij aan deze
voorwaarden heeft voldaan, een ander rijbewijsvoor het besturen van een
motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën is afgegeven.

C

	In onderdeel C wordt artikel 123b als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid vervalt de zinsnede “door het verstrijken van de
geldigheidsduur, of reeds eerder ongeldig is verklaard en deze
ongeldigverklaring onherroepelijk is geworden”.

	2. In het vierde lid wordt “het ongeldige rijbewijs” vervangen
door: een rijbewijs dat op grond van dit artikel ongeldig is of ten
aanzien waarvan een aantekening is geplaatst als bedoeld in het derde
lid.

	3. Aan het slot wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter
uitvoering van dit artikel.

D

	Na onderdeel C wordt een onderdeel ingevoegd, dat luidende:

Cc

	Artikel 126 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden:

	f. ontzeggingen van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen,
alsmede de uitvoering van artikel 123b;.

	2. Het zesde lid komt te luiden:

	6. Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder rijbewijs mede
verstaan een rijbewijs afgegeven door het daartoe bevoegde gezag buiten
Nederland, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.

ARTIKEL XV

	1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering
van de artikelen I, onderdelen Aa en E, en XI.

	2. De artikelen I, onderdelen Aa en E, en XI treden in werking op een
bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende
artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	3. Artikel V, onderdeel A, werkt terug tot en met 1 juli 2009.  

	4. Indien de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht eerder in werking
treedt dan artikel XII van deze wet, werkt artikel XII terug tot en met
het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht.

ARTIKEL XVI

	Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1