32500-I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011
Eindtekst
Nummer: 2010D53348, datum: 2010-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2010Z12719:
- Indiener: J.P. Balkenende, minister-president
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2010-09-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-09-23 10:30: Procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-09-30 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaat behorende bij de begroting van de Koning (I) voor het jaar 2011 (32500-I) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-11-17 10:15: Begroting Algemene Zaken en Begroting van de Koning (incl. Jaarverslagen en Slotwetten 2009) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2010-12-16 14:02: Stemmingen (over de begrotingen voor 2011) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 16 december 2010 Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren; Zo is het, dat Wij, de afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1 De bij deze wet behorende begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011 wordt vastgesteld. Artikel 2 De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's. Artikel 3 1. Voor het jaar 2011 komt artikel 1, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001 te luiden: d. de begroting van de Koning. 2. Voor het jaar 2011 komt artikel 8, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 te luiden: 1. De begroting van de Koning bevat de uitkeringen aan de leden van het koninklijk huis, alsmede de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap. 3. Voor het jaar 2011 komt artikel 57, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 te luiden: 1. Het jaarverslag met betrekking tot de begroting van de Koning bevat in aansluiting op artikel 8, eerste lid, de gerealiseerde uitkeringen aan de leden van het koninklijk huis, alsmede de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap. Artikel 4 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2011 Begrotingsstaat (I) behorende bij de Wet van .............. 20.., Stb... Begroting 2011 De Koning Bedragen x € 1 000 (1) Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting Verplichtingen Uitgaven Ontvangsten TOTAAL 39 170 nihil Niet-beleidsartikelen 39 170 39 170 nihil 01 Grondwettelijke uitkering aan de leden van het koninklijk huis 7 155 7 155 nihil 02 Functionele uitgaven van de Koning 26 407 26 407 nihil 03 Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen 5 608 5 608 nihil PAGE PAGE 2