Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter, beste Boris,

Geachte griffier, beste Michèle,

De Staatssecretaris heeft in zijn brief van 14 januari 2011 helderheid
verschaft over de uitwerking van het regeerakkoord op het punt van
uitgangspunt ‘er komen geen nieuwe besluiten tot ontpoldering,
bestaande plannen worden heroverwogen’. Hij heeft dat verduidelijkt
alszijnde geen ontpoldering of vernatting meer. De enige uitzondering
daarop is vernatting of ontpoldering ten behoeve van waterveiligheid. En
daar waar harde juridische verplichtingen jegens derden zijn aangegaan,
worden deze netjes afgewikkeld.

In dit kader wil de CDA fractie een casus voorleggen aan de
Staatssecretaris ELI in afstemming met zijn collega van I&M. Het gaat om
de plannen met betrekking tot de Ruimte voor de Rivier. Gezien de brief
van de Staatsecretaris ELI is het zaak om op zorgvuldige wijze plannen
te ontleden. De CDA fractie legt u de casus Doorwerth voor;
Rijkswaterstaat heeft hiervoor een drietal varianten ontwikkeld. 

De varianten van Rijkswaterstaat zijn:

Variant “verleggen zomerkade”: de zomerkade wordt maximaal 150 m
naar binnen verlegd en verlaagd naar 9,5 m+ NAP.

Variant “verwijderen zomerkade”: de zomerkade wordt afgegraven.

Variant “oever en strangen”: de zomerkade rond het Ei van Thijsse
wordt tot aan de insteekhaven verlaagd.

Na planstudie heeft Rijkswaterstaat een voorkeursvariant gemaakt. 

Voorkeursvariant “de opzet”: de zomerkade wordt maximaal 150 m naar
binnen verlegd, zonder verlaging van de zomerkade.

Al deze varianten lijken een hoog recreatie- en natuurgehalte te hebben
en nauwelijks een rivierkundige functie.

Alternatieven: 

variant “de opzet”, zonder recreatie en natuurontwikkeling, waarbij
de zomerkade en de oever volledig agrarisch wordt gebruikt, zoals ook nu
het geval is.

variant “Heteren”, de vernauwing in de buitenbocht van de Nederrijn
ter hoogte van de brug van de A 50 bij Heteren verwijderen (hiervoor is
voldoende ruimte). 

Wij zouden graag de volgende vragen beantwoord zien:

wat zijn de kosten van iedere variant voor wat betreft de noodzakelijke
maatregelen in het kader van ruimte voor de rivier;

wat zijn de kosten van iedere variant voor wat betreft recreatie en
natuurontwikkeling;

wat is het rivierkundige effect van iedere variant;

wat zijn de onderhoudskosten van iedere variant, uitgesplitst in
noodzakelijke maatregel, recreatie en natuur;

wat zijn de kosten van de alternatieven;

wat is het rivierkundige effect van deze alternatieven;

wat zijn de onderhoudskosten van deze alternatieven;

kan de getroffen agrarische ondernemer met cultuurgrond worden
gecompenseerd in plaats van deze te gebruiken voor natuur en recreatie.

Ter informatie ontvangt u bijgaand de inrichtingsschets van iedere
variant met de toelichting en een situatieoverzicht van het alternatief
bij de brug bij Heteren. Indien meer informatie gewenst is kunnen wij
die verschaffen. 

 

Ger Koopmans en Ad Koppejan