[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32337, bijgewerkt t/m nr. 17 (2e Nota van Wijziging d.d. 9 februari 2012)

Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiƫle jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D06033, datum: 2011-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z04506:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 17 (2e Nota van Wijziging d.d. 9 februari 2012)



32 337	Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking
gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet
justitiƫle jeugdinrichtingen in verband met de verruiming van de
mogelijkheid onvrijwillige geneeskundige behandeling te verrichten



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de
Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire
beginselenwet en de Beginselenwet justitiƫle jeugdinrichtingen te
wijzigen teneinde de mogelijkheid van het verrichten van onvrijwillige
geneeskundige behandeling te verruimen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden wordt gewijzigd
als volgt:

A

	Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. De onderdelen t tot en met bb worden geletterd u tot en met cc.

	2. Na onderdeel s wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	t. gevaar:

	1. gevaar voor de verpleegde, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer
bestaat uit:

	a. het gevaar dat de verpleegde zich van het leven zal beroven of
zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar dat de verpleegde maatschappelijk te gronde gaat;

	c. het gevaar dat de verpleegde zichzelf in ernstige mate zal
verwaarlozen;

	d. het gevaar dat de verpleegde met hinderlijk gedrag agressie van
anderen zal oproepen.

	2. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

	a. het gevaar dat verpleegde een ander van het leven zal beroven of hem
ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

	c. het gevaar dat de verpleegde een ander, die aan zijn zorg is
toevertrouwd, zal verwaarlozen.

	3. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen;

Aa

	Artikel 7, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

	1.	De onderdelen d en e worden geletterd e en f.

	2.	Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	d. de beslissing tot het verrichten van geneeskundige behandeling als
bedoeld in artikel 16b, onder a of b;.

B

	Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid wordt ā€œzoveel mogelijk in overleg met hemā€
gewijzigd in: in overleg met hem.

	2. Onder vernummering van het tweede lid en derde lid tot derde en
vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

	2. Het behandelingsplan, bedoeld in het eerste lid, is gericht op het
zodanig wegnemen van het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de
verpleegde doet veroorzaken, dat de terbeschikkingstelling kan worden
beƫindigd of voorwaardelijk kan worden beƫindigd. Zo mogelijk
geschiedt dit door het behandelen van de stoornis. Indien dit niet
mogelijk is, geschiedt dit door het anderszins wegnemen van het gevaar.

C

	Na artikel 16 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 16a

	Behandeling van de verpleegde vindt slechts plaats:

	a. voor zover deze is voorzien in het behandelingsplan

	b. indien het overleg over het behandelingsplan als bedoeld in artikel
16, eerste of vierde lid, tot overeenstemming heeft geleid, en

	c. indien de verpleegde of ā€“indien van toepassing- de in artikel 16,
vierde lid, bedoelde persoon zich niet tegen behandeling verzet.

Artikel 16b

	Indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 16a,
onderdelen b en c, kan als uiterste middel niettemin behandeling
plaatsvinden:

	a. voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat
de stoornis van de geestvermogens de verpleegde doet veroorzaken niet
binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen, of

	b. indien het hoofd van de inrichting daartoe een besluit heeft genomen
en dit naar het oordeel van een arts volstrekt noodzakelijk is om het
gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de verpleegde binnen de
inrichting doet veroorzaken, af te wenden.

Artikel 16c

	1. Behandeling overeenkomstig artikel 16b, onder a, vindt plaats na een
schriftelijke beslissing van het hoofd van de inrichting waarin wordt
vermeld voor welke termijn zij geldt.

	2. Ten behoeve van de in het eerste lid genoemde beslissing dient te
worden overgelegd een verklaring van de behandelend psychiater alsmede
een verklaring van een psychiater die de verpleegde met het oog daarop
kort tevoren heeft onderzocht maar niet bij diens behandeling betrokken
was. Uit deze verklaringen dient te blijken dat de persoon op wie de
verklaring betrekking heeft, is gestoord in zijn geestvermogens en dat
een geval als bedoeld in artikel 16b, onder a, zich voordoet. De
verklaringen moeten met redenen zijn omkleed en ondertekend.

	3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gemeld aan de
voorzitter van de Commissie van Toezicht. De voorzitter van de Commissie
van Toezicht doet onverwijld een melding aan de maandcommissaris.

	4. De termijn als bedoeld in het eerste lid is zo kort mogelijk, maar
niet langer dan drie maanden, gerekend vanaf de dag waarop de beslissing
tot stand komt. Het hoofd van de inrichting doet onverwijld een
afschrift van de beslissing toekomen aan de verpleegde of de persoon als
bedoeld in artikel 16, vierde lid.

	5. Indien na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid,
voortzetting van de behandeling overeenkomstig artikel 16b, onder a,
nodig is, geschiedt dit slechts krachtens een schriftelijke beslissing
van het hoofd van de inrichting. Het bepaalde in de voorgaande volzin is
eveneens van toepassing indien binnen zes maanden na afloop van de
termijn als bedoeld in artikel 16b, onder a, opnieuw behandeling nodig
is. Het hoofd van de inrichting geeft in zijn beslissing aan waarom van
een behandeling alsnog het beoogde effect wordt verwacht. Op zodanige
beslissingen is het vierde lid, tweede volzin, van toepassing.

	6. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de toepassing van het eerste, tweede, vierde en vijfde lid
alsmede omtrent de toepassing van artikel 16b, onder b.

	7. Deze in het vijfde lid bedoelde regels betreffen in ieder geval de
melding en de registratie van de behandeling alsmede de taak van de
behandelend arts. Tevens kunnen categorieƫn van behandelingsmiddelen of
ā€“maatregelen worden aangewezen die niet mogen worden toegepast bij een
behandeling als bedoeld in artikel 16b. Bij algemene maatregel van
bestuur kunnen voorts ten aanzien van daarbij aangegeven categorieƫn
van behandelingsmiddelen of -maatregelen regels worden gegeven met
betrekking tot de wijze waarop tot toepassing daarvan moet worden
besloten.

D

	Artikel 26 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid worden na de woorden ā€œwordt verrichtā€ingevoegd
de woorden ā€œniet zijnde een behandeling als bedoeld in artikel 16b,
onder a of bā€.

	2. In het derde lid, de tweede volzin, vervalt: alsmede de taak van de
verantwoordelijke arts indien de geneeskundige handeling volstrekt
noodzakelijk is ter afwending van gevaar voortvloeiend uit de stoornis
van de geestvermogens van de verpleegde.

Da

	In artikel 41, vierde lid, onder b, wordt ā€˜artikel 1, onder uā€™
vervangen door: artikel 1, onder v.

E

	Artikel 53, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

	1. De onderdelen d tot en met f worden geletterd e tot en met g.

	2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	d. het verrichten van geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel
16b, onder a of b;.

F

	In artikel 69, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel f, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	g. een beslissing als bedoeld in het eerste lid van artikel 16c.

ARTIKEL II

	De Penitentiaire beginselenwet wordt gewijzigd als volgt:

aA

	Artikel 5, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

	1.	De onderdelen g en h worden geletterd h en i.

	2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	g. het verrichten van geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel
46d, onder a of b;

A

	Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het tweede lid worden na de woorden ā€œde lichamelijke of de
geestelijke gezondheidstoestand van de gedetineerden,ā€ingevoegd: de
geneeskundige behandeling van de geestelijke gezondheidstoestand als
bedoeld in artikel 46d, onder a.

	2. Aan artikel 14 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de aanwezigheid van de benodigde voorzieningen in een inrichting
of afdeling voor de geneeskundige behandeling van de geestelijke
gezondheidstoestand als bedoeld in artikel 46d, onder a. In elk geval
worden nadere regels gesteld omtrent de beschikbaarheid van een
psychiater en een verpleegkundige ten dienste van deze inrichting of
afdeling.

B

	Na artikel 46 worden een paragraaf en vijf artikelen ingevoegd,
luidende:

Paragraaf 1a Verblijf in een bijzondere afdeling in verband met de
geestelijke gezondheidstoestand

Artikel 46a

	Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder gevaar verstaan:

	Gevaar:

	1. gevaar voor de gedetineerde, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer
bestaat uit:

	a. het gevaar dat de gedetineerde zich van het leven zal beroven of
zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar dat de gedetineerde maatschappelijk te gronde gaat;

	c. het gevaar dat de gedetineerde zichzelf in ernstige mate zal
verwaarlozen;

	d. het gevaar dat de gedetineerde met hinderlijk gedrag agressie van
anderen zal oproepen.

	2. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

	a. het gevaar dat de gedetineerde een ander van het leven zal beroven
of hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

	c. het gevaar dat de gedetineerde een ander, die aan zijn zorg is
toevertrouwd, zal verwaarlozen;

	3. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.

Artikel 46b

	1. De directeur draagt zorg dat in overleg met de gedetineerde die in
verband met zijn geestelijke gezondheidstoestand verblijft in een
daartoe op grond van artikel 14 aangewezen afdeling of inrichting een
geneeskundig behandelingsplan wordt vastgesteld.

	2. Het geneeskundig behandelingsplan is gericht op het zodanig wegnemen
van het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de gedetineerde
doet veroorzaken dat de gedetineerde niet langer in verband met zijn
geestelijke gezondheidstoestand in een daartoe krachtens artikel 14
aangewezen afdeling of inrichting behoeft te verblijven. Zo mogelijk
geschiedt dit door het behandelen van de stoornis. Indien dit niet
mogelijk is, geschiedt dit door het anderszins wegnemen van het gevaar.

	3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de
eisen waaraan een geneeskundig behandelingsplan tenminste moet voldoen
en de voorschriften die bij een wijziging daarvan in acht genomen moeten
worden.

	4. Alvorens het geneeskundig behandelingsplan wordt vastgesteld, wordt
overleg gepleegd met

	a. de curator indien de gedetineerde onder curatele is gesteld

	b. de mentor, indien ten behoeve van de gedetineerde een mentorschap is
ingesteld.

Artikel 46c

	Geneeskundige behandeling van de geestelijke gezondheidstoestand van de
gedetineerde vindt slechts plaats:

	a. voor zover deze is voorzien in het geneeskundig behandelingsplan als
bedoeld in artikel 46b, eerste lid

	b. indien het overleg over het geneeskundig behandelingsplan, bedoeld
in artikel 46b, eerste lid of vierde lid, tot overeenstemming heeft
geleid, en

	c. indien de gedetineerde of de persoon als bedoeld in artikel 46b,
vierde lid, zich niet tegen de behandeling verzet.

Artikel 46d

	Buiten de situaties als bedoeld in artikel 32 kan, indien niet voldaan
wordt aan de voorwaarden van artikel 46c, onderdelen b en c, niettemin
als uiterste middel geneeskundige behandeling plaatsvinden:

	a. voor zover aannemelijk is dat zonder die geneeskundige behandeling
het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de gedetineerde doet
veroorzaken niet binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen, of

	b. indien de directeur daartoe een besluit heeft genomen en dit naar
het oordeel van een arts volstrekt noodzakelijk is om het gevaar dat de
stoornis van de geestvermogens de gedetineerde binnen de inrichting doet
veroorzaken, af te wenden.

Artikel 46e

	1.Geneeskundige behandeling overeenkomstig artikel 46d, onder a, vindt
plaats na een schriftelijke beslissing van de directeur waarin wordt
vermeld voor welke termijn zij geldt.

	2.Ten behoeve van deze beslissing dient te worden overgelegd een
verklaring van de behandelend psychiater alsmede een verklaring van een
psychiater die de gedetineerde met het oog daarop kort tevoren heeft
onderzocht maar niet bij diens behandeling betrokken was. Uit deze
verklaringen dient te blijken dat de gedetineerde op wie de verklaring
betrekking heeft, is gestoord in zijn geestvermogens en dat een geval
als bedoeld in artikel 46d, onder a, zich voordoet. De verklaringen
moeten met redenen zijn omkleed en ondertekend.

	3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gemeld aan de
voorzitter van de Commissie van Toezicht. De voorzitter van de Commissie
van Toezicht doet onverwijld een melding aan de maandcommissaris.

	4. De termijn als bedoeld in het eerste lid is zo kort mogelijk, maar
niet langer dan drie maanden, gerekend vanaf de dag waarop de beslissing
tot stand komt. De directeur doet onverwijld een afschrift van de
beslissing toekomen aan de gedetineerde of de persoon als bedoeld in
artikel 46b, vierde lid.

	5. Indien na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid,
voortzetting van de geneeskundige behandeling overeenkomstig artikel
46d, onder a, nodig is, geschiedt dit slechts krachtens een
schriftelijke beslissing van de directeur. Het bepaalde in de voorgaande
volzin is eveneens van toepassing indien binnen zes maanden na afloop
van de termijn als bedoeld in artikel 46d, onder a, opnieuw behandeling
nodig is. De gedetineerde of de persoon als bedoeld in artikel 46b,
vierde lid, ontvangt onverwijld een afschrift van deze beslissing. De
directeur geeft in zijn beslissing aan waarom van een behandeling alsnog
het beoogde effect wordt verwacht. Op zodanige beslissingen is het
vierde lid, tweede volzin, van toepassing.

	6. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de toepassing van het eerste, tweede, vierde en vijfde lid
alsmede omtrent de toepassing van artikel 46d onder b.

	7. Deze in het vijfde lid bedoelde regels betreffen in ieder geval de
melding en de registratie van de behandeling alsmede de taak van de
behandelend arts. Tevens kunnen categorieƫn van behandelingsmiddelen of
-maatregelen worden aangewezen die niet mogen worden toegepast bij een
geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d. Bij algemene
maatregel van bestuur kunnen voorts ten aanzien van daarbij aangegeven
categorieƫn van behandelingsmiddelen of -maatregelen regels worden
gegeven met betrekking tot de wijze waarop tot toepassing daarvan moet
worden besloten.

C

	Artikel 57 wordt gewijzigd als volgt:

	1.	Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

	a. De onderdelen g tot en met j worden geletterd h tot en met k.

	b.	Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	g. het verrichten van een geneeskundige behandeling bedoeld in artikel
46d, onder a of b;

	2.	In het derde lid wordt ā€˜onder b, c, d, e, f en gā€™ vervangen
door: onder b, c, d, e, f en h.

D

	Aan artikel 72, wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Tegen de beslissing als bedoeld in het eerste lid van artikel 46e
kan rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Raad.

ARTIKEL III

	De Beginselenwet justitiƫle jeugdinrichtingen wordt gewijzigd als
volgt:

aA

	Artikel 4, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

	

	1. De onderdelen j en k worden geletterd k en l.

	2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	j. het verrichten van geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel
51d, onder a of b;

A

	Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het derde lid wordt na de woorden ā€œof de uitvoering van het
perspectiefplanā€ ingevoegd: dan wel de verrichting van geneeskundige
behandeling als bedoeld in artikel 51d, onder a.

	2. Er wordt een lid toegevoegd dat luidt:

	7. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de aanwezigheid van de benodigde voorzieningen in een inrichting
of afdeling voor de verrichting van geneeskundige behandeling als
bedoeld in artikel 51d, onder a. In elk geval worden nadere regels
gesteld omtrent de beschikbaarheid van een psychiater en een
verpleegkundige ten dienste van deze inrichting of afdeling.

B

	Na artikel 51 worden een paragraaf en vijf artikelen ingevoegd,
luidende:

Paragraaf 1a Verblijf in een bijzondere zorgafdeling in verband met de
geestelijke gezondheidstoestand

Artikel 51a

	Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder gevaar verstaan:

	1. gevaar voor de jeugdige, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer
bestaat uit:

	a. het gevaar dat de jeugdige zich van het leven zal beroven of
zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar dat de jeugdige maatschappelijk te gronde gaat;

	c. het gevaar dat de jeugdige zichzelf in ernstige mate zal
verwaarlozen;

	d. het gevaar dat de jeugdige met hinderlijk gedrag agressie van
anderen zal oproepen.

	2. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

	a. het gevaar dat de jeugdige een ander van het leven zal beroven of
hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

	b. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

	c. het gevaar dat de jeugdige een ander, die aan zijn zorg is
toevertrouwd, zal verwaarlozen;

	3. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.

Artikel 51b

	1. De directeur draagt zorg dat binnen twee weken na plaatsing op een
afdeling voor intensieve zorg als bedoeld in artikel 22a of een afdeling
voor intensieve behandeling als bedoeld in artikel 22b, in overleg met
de jeugdige een geneeskundige behandelingsplan wordt vastgesteld.

	2. Het geneeskundig behandelingsplan is gericht op het zodanig wegnemen
van het gevaar dat de stoornis van de geestvermogens de jeugdige doet
veroorzaken dat de jeugdige niet langer in verband met zijn geestelijke
gezondheidstoestand op een afdeling voor intensieve zorg of intensieve
behandeling behoeft te verblijven. Zo mogelijk geschiedt dit door het
behandelen van de stoornis. Indien dit niet mogelijk is, geschiedt dit
door het anderszins wegnemen van het gevaar.

	3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de
eisen waaraan een geneeskundig behandelingsplan tenminste moet voldoen
en de voorschriften die bij een wijziging daarvan in acht genomen moeten
worden.

Artikel 51c

	Behandeling van de jeugdige op een afdeling voor intensieve zorg als
bedoeld in artikel 22a of een afdeling voor intensieve behandeling als
bedoeld in artikel 22b vindt slechts plaats:

	a. voor zover deze is voorzien in het geneeskundig behandelingsplan
bedoeld in artikel 51b, eerste lid

	b. indien het overleg over het geneeskundig behandelingsplan, bedoeld
in artikel 51b, eerste lid, heeft geleid tot overeenstemming met de
jeugdige en, indien de jeugdige de leeftijd van zestien jaar nog niet
heeft bereikt, met zijn ouders of voogd, stiefouder of pleegouders dan
wel de stichting, en

	c. indien de jeugdige of, indien de jeugdige de leeftijd van zestien
jaar nog niet heeft bereikt, zijn ouders of voogd, stiefouder of
pleegouders dan wel de stichting, zich niet tegen de geneeskundige
behandeling verzetten.

Artikel 51d

	Buiten de situaties bedoeld in artikel 37, kan, indien niet wordt
voldaan aan de voorwaarden van artikel 51c, onderdelen b en c, niettemin
als uiterste middel behandeling plaatsvinden:

	a. voor zover aannemelijk is dat zonder die behandeling het gevaar dat
de stoornis van de geestvermogens de jeugdige doet veroorzaken niet
binnen een redelijke termijn kan worden weggenomen, of

	b. voor zover dit volstrekt noodzakelijk is om het gevaar dat de
stoornis van de geestvermogens de jeugdige binnen de inrichting doet
veroorzaken, af te wenden.

Artikel 51e

	1.Behandeling overeenkomstig artikel 51d, onder a, vindt plaats na een
schriftelijke beslissing van de directeur waarin wordt vermeld voor
welke termijn zij geldt.

	2. Ten behoeve van deze beslissing dient te worden overgelegd een
verklaring van de behandelend psychiater alsmede van een psychiater die
de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht maar niet
bij diens behandeling betrokken was. Uit de verklaringen dient te
blijken dat de jeugdige op wie de verklaring betrekking heeft, is
gestoord in zijn geestvermogens en dat een geval als bedoeld in artikel
51d, onder a, zich voordoet. De verklaringen moeten met redenen zijn
omkleed en ondertekend.

	3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt gemeld aan de
voorzitter van de Commissie van Toezicht. De voorzitter van de Commissie
van Toezicht doet onverwijld een melding aan de maandcommissaris.

	4. De termijn als bedoeld in het eerste lid is zo kort mogelijk, maar
niet langer dan drie maanden, gerekend vanaf de dag waarop de beslissing
tot stand komt. De directeur doet onverwijld een afschrift van de
beslissing toekomen aan de jeugdige en, indien de jeugdige de leeftijd
van 16 jaar nog niet heeft bereikt, tevens aan zijn ouders of voogd,
stiefouder of pleegouders dan wel de stichting.

	5. Indien na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid,
voortzetting van de behandeling overeenkomstig artikel 51d, onder a,
nodig is, geschiedt dit slechts krachtens een schriftelijke beslissing
van de directeur. Het bepaalde in de voorgaande volzin is eveneens van
toepassing indien binnen zes maanden na afloop van de termijn als
bedoeld in artikel 51d, onder a, opnieuw behandeling nodig is. De
directeur geeft in zijn beslissing aan waarom van een behandeling alsnog
het beoogde effect wordt verwacht. Op zodanige beslissingen is het
vierde lid, tweede volzin, van toepassing.

	6. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld
omtrent de toepassing van het eerste, tweede, vierde en vijfde lid
alsmede omtrent de toepassing van artikel 51d, onder b.

	7. Deze in het vijfde lid bedoelde regels betreffen in ieder geval de
melding en de registratie van de behandeling alsmede de taak van de
behandelend arts. Tevens kunnen categorieƫn van behandelingsmiddelen of
ā€“maatregelen worden aangewezen die niet mogen worden toegepast bij een
behandeling overeenkomstig het eerste lid. Bij algemene maatregel van
bestuur kunnen voorts ten aanzien van daarbij aangegeven categorieƫn
van behandelingsmiddelen of -maatregelen regels worden gegeven met
betrekking tot de wijze waarop tot toepassing daarvan moet worden
besloten.

C

	Artikel 61 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

	a. De onderdelen j tot en met l worden geletterd k tot en met m.

	b. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	j. het verrichten van geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel
51d, onder a of b;

	2. In het derde lid wordt ā€˜onder d, e, f, g, h, i en jā€™ vervangen
door: onder d, e, f, g, h, i en k.

D

	Aan artikel 77 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Tegen een beslissing als bedoeld in artikel 51e, eerste lid, kan
rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Raad.

ARTIKEL IV

	De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt als
volgt gewijzigd:

A

	In artikel 38, derde lid, wordt de zinsnede ā€œzo te
verbeterenā€vervangen door: zodanig te behandelen.

B

	In artikel 38a, eerste lid, wordt de zinsnede ā€œhet bewerkstelligen
van een verbeteringā€ vervangen door: het behandelen.

ARTIKEL V

	Artikel 509t  van het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt
gewijzigd:

	

	1. In het tweede lid wordt na ā€œvoor een jaarā€ ingevoegd: dan wel
voor de tijd van twee jaren.

	

	2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Beƫindiging
van de terbeschikkingstelling vindt niet plaats dan nadat de verpleging
van overheidswege gedurende minimaal een jaar voorwaardelijk beƫindigd
is geweest.

	

	3. In het vijfde lid wordt na ā€œvoor de tijd van een jaarā€
ingevoegd: dan wel voor de tijd van twee jaren. 

	

	4. In het vijfde lid vervalt na ā€œvoorwaardelijke beĆ«indigingā€ de
zinsnede: of beƫindiging.

ARTIKEL VI

	Artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

	Onder vernummering van het achtste tot negende lid wordt een lid
ingevoegd, luidende:

	8. Het bevel, bedoeld in het zesde lid, kan door de rechter die
kennisneemt van het hoger beroep, ambtshalve, op verzoek van de
veroordeelde of op vordering van het openbaar ministerie, worden
opgeheven.

ARTIKEL VII

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

 PAGE    

 PAGE   1