[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

32134 Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Eindtekst

Nummer: 2011D06890, datum: 2011-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z16695:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

1 februari 2011



Wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen



	                                                                       
                               

GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien
in een wettelijke regeling omtrent samenwerkingsscholen;

	dat in verband hiermee wijziging van enkele onderwijswetten
noodzakelijk is;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. Wijziging van de Wet op het primair onderwijs

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt aan de begripsomschrijving van “bevoegd gezag van
volgens deze wet bekostigde scholen” een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	c. een samenwerkingsschool: de stichting, bedoeld in artikel 17d;.

B

	In artikel 12, eerste lid, wordt na de tweede volzin een nieuwe volzin
ingevoegd, luidende: In het schoolplan wordt aangegeven op welke wijze
invulling wordt gegeven aan het openbare karakter onderscheidenlijk de
identiteit voor zover het betreft een samenwerkingsschool.

C

	In artikel 13, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In onderdeel j wordt de punt vervangen door: , en.

	2. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel k, luidende:

	k. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het openbare karakter
onderscheidenlijk de identiteit voor zover het betreft een
samenwerkingsschool.

D

	In artikel 17 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In het vijfde lid komen de onderdelen d en e te luiden:

	d. de vaststelling van de begroting en jaarrekening na overleg met de
gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs
wordt gegeven, gevestigd is,

	e. de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, toezicht op het
bestuur van die school uitoefent,.

	2. Het zesde lid komt te luiden:

	6. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na
instemming van de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar
openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is. Instemming kan slechts
worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het
bestuur niet is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 

	3. De eerste volzin van het zevende lid komt te luiden: Het bestuur
brengt jaarlijks aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, verslag uit over de
werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de
wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

E

	Na artikel 17c wordt een nieuw artikel 17d opgenomen, luidende:

Artikel 17d. Samenwerkingsschool

	1. Een rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, en een
rechtspersoon die een bijzondere school in stand houdt, kunnen de
instandhouding van hun school overdragen aan een stichting waarvan het
statutaire doel in ieder geval is het in stand houden van een
samenwerkingsschool, onverminderd de artikelen 17, derde lid, 47, derde
lid, en 48, vijfde lid. Een samenwerkingsschool is een school waarin
zowel openbaar onderwijs als bijzonder onderwijs wordt aangeboden. De
artikelen 49 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.

	2. Een samenwerkingsschool kan uitsluitend tot stand komen indien
daardoor de continuĂŻteit van het openbaar of het bijzonder onderwijs
gehandhaafd kan blijven en met totstandkoming van een
samenwerkingsschool wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 151 tot en met 161 wordt
opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd
gezag van de betreffende school toont dat aan op basis van een prognose
van de ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die
school binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of
niet meer te worden bekostigd.

	3. Een samenwerkingsschool is toegankelijk voor alle leerlingen zonder
onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging.

	4. Het personeel dat werkzaam is aan de samenwerkingsschool, en niet is
tewerkgesteld zonder benoeming, wordt benoemd krachtens
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

	5. De rechtspersoon die de instandhouding van de bijzondere school
heeft overgedragen, of zijn rechtsopvolger, dan wel een daartoe
aangewezen rechtspersoon houdt toezicht op de identiteit, voor zover het
betreft het bijzonder onderwijs in de samenwerkingsschool,
overeenkomstig hetgeen is bepaald in de statuten van de stichting die de
samenwerkingsschool in stand houdt.

	6. De statuten voorzien in ieder geval in een regeling omtrent:

	a. het doel van de stichting, waarin in elk geval is opgenomen het
geven van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs binnen een
samenwerkingsschool,

	b. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de
stichting, met dien verstande dat in de statuten wordt voorzien in een
evenwichtige zeggenschapsverdeling wat betreft openbaar onderwijs
onderscheidenlijk bijzonder onderwijs dat wordt gegeven binnen de
samenwerkingsschool,

	c. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de
bestuursleden, met dien verstande dat:

	1( het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, wordt benoemd door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, en 

	2( dat het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, niet bestaat uit personen die deel uitmaken van het
gemeentebestuur van de gemeente en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid,

	d. de wijze waarop door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, toezicht op het bestuur van de samenwerkingsschool wordt
uitgeoefend, waaronder voor wat betreft het openbaar onderwijs in ieder
geval wordt begrepen een jaarlijks door het bestuur van de stichting aan
de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd
is, uit te brengen verslag waarbij in ieder geval aandacht wordt
geschonken aan het beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs in de
samenwerkingsschool,

	e. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,

	f. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met
dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en

	g. de bevoegdheid de stichting te ontbinden.

	7. Overdracht, opheffing of fusie van de samenwerkingsschool en
wijziging van de statuten van de stichting die de samenwerkingsschool in
stand houdt, is slechts mogelijk na instemming van de gemeenteraad van
de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid.

	8. De voorschriften van deze wet en van andere wetten die het primair
onderwijs betreffen, alsmede de daarop gebaseerde regelingen, voor zover
die voorschriften en regelingen betrekking hebben op een bijzondere
school, zijn van overeenkomstige toepassing op een samenwerkingsschool
als bedoeld in het eerste lid, tenzij het tegendeel blijkt. De Algemene
wet bestuursrecht is niet van toepassing voor zover het beslissingen
betreft van de rechtspersoon die de samenwerkingsschool in stand houdt.

	9. In geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of
functioneren in strijd met de wet, voor zover het openbaar onderwijs
betreft, neemt de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, de maatregelen die hij nodig acht om
de continuĂŻteit van het onderwijsproces te waarborgen voor zover het
openbaar onderwijs betreft. De bedoelde maatregelen kunnen tevens worden
getroffen door de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, voor zover
het bijzonder onderwijs betreft. De feitelijke samenwerking wordt
beëindigd op 1 augustus van het jaar na een daartoe door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, gezamenlijk genomen
besluit.

	10. Een geschil tussen een bestuursorgaan van de gemeente en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, omtrent het toezicht op de
samenwerkingsschool en omtrent de uitlegging van de statuten van de
stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, wordt voorgelegd
aan een geschillencommissie, bestaande uit een of meer door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon in onderling overleg aangewezen deskundigen. 

F

	In artikel 74, eerste lid, wordt “en bij uitbreiding van het
onderwijs aan een school met openbaar onderwijs of met onderwijs van een
of meer richtingen” vervangen door: , bij uitbreiding van het
onderwijs aan een school met onderwijs van een of meer andere
richtingen, en bij de totstandkoming van een samenwerkingsschool.

G

	In artikel 84 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 84. Omzetting; uitbreiding
richting; totstandkoming samenwerkingsschool; verplaatsing

	2. In het eerste lid wordt “, of waaraan het onderwijs wordt
uitgebreid met openbaar onderwijs, dan wel met onderwijs van een of meer
richtingen” vervangen door: , of waaraan het onderwijs wordt
uitgebreid met onderwijs van een of meer andere richtingen dan wel een
school die tot stand komt als samenwerkingsschool.

	3. In het derde lid, onderdeel b, wordt “een uitbreiding met openbaar
onderwijs” vervangen door “de totstandkoming van een
samenwerkingsschool” en vervalt aan het slot het woord “of”.

	4. In het derde lid, onderdeel c, wordt “indien daaraan het onderwijs
wordt uitgebreid met openbaar onderwijs of met onderwijs van een of meer
richtingen” vervangen door “indien daaraan het onderwijs wordt
uitgebreid met onderwijs van een of meer andere richtingen” en wordt
de punt vervangen door “, of”.

	5. Aan het derde lid wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd, luidende:

	d. een samenwerkingsschool met inachtneming van artikel 17d tot stand
zou kunnen komen.

H

	In artikel 88 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 

	1. Het opschrift komt te luiden: Artikel 88. Omzetting; wijziging van
richting; uitbreiding richting; totstandkoming samenwerkingsschool;
verplaatsing

	2. In het eerste lid wordt “of waaraan het onderwijs wordt uitgebreid
met openbaar onderwijs, dan wel met onderwijs van een of meer
richtingen” vervangen door: , waaraan het onderwijs wordt uitgebreid
met onderwijs van een of meer andere richtingen, of die tot stand komt
als samenwerkingsschool.

	3. In het derde lid, onderdeel c, onder 1(, wordt “de omzetting,
wijziging van richting of uitbreiding met een of meer richtingen”
vervangen door: de omzetting, wijziging van richting, totstandkoming van
een samenwerkingsschool of uitbreiding met een of meer andere
richtingen.

	4. In het vijfde lid wordt “De omzetting, wijziging van richting of
uitbreiding met openbaar of bijzonder onderwijs” vervangen door: De
omzetting, wijziging van richting, totstandkoming van een
samenwerkingsschool of uitbreiding met ander bijzonder onderwijs.

	5. Toegevoegd wordt een nieuw zesde lid, luidende:

	6. Artikel 17d, tweede lid, is niet van toepassing bij de
totstandkoming van een samenwerkingsschool.

Artikel II. Wijziging van de Wet op de expertisecentra

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt aan de begripsomschrijving van “bevoegd gezag van
volgens deze wet bekostigde scholen” een onderdeel toegevoegd,
luidende:

	c. een samenwerkingsschool: de stichting, bedoeld in artikel 28j;.

B

	In artikel 21, eerste lid, wordt na de tweede volzin een nieuwe volzin
ingevoegd, luidende: In het schoolplan wordt aangegeven op welke wijze
invulling wordt gegeven aan het openbare karakter onderscheidenlijk de
identiteit voor zover het betreft een samenwerkingsschool.

C

	In artikel 22, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In onderdeel g vervalt aan het slot het woord “en”.

	2. In onderdeel h wordt de punt vervangen door: , en.

	3. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel i, luidende:

	i. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het openbare karakter
onderscheidenlijk de identiteit voor zover het betreft een
samenwerkingsschool.

D

	In artikel 28 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In het vijfde lid komen de onderdelen d en e te luiden:

	d. de vaststelling van de begroting en jaarrekening na overleg met de
gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs
wordt gegeven, gevestigd is,

	e. de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, toezicht op het
bestuur van die school uitoefent,.

	2. Het zesde lid komt te luiden:

	6. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na
instemming van de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar
openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is. Instemming kan slechts
worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het
bestuur niet is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 

	3. De eerste volzin van het zevende lid komt te luiden: Het bestuur
brengt jaarlijks aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, verslag uit over de
werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de
wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

E

	Na artikel 28i wordt een nieuw artikel 28j opgenomen, luidende:

Artikel 28j. Samenwerkingsschool

	1. Een rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, en een
rechtspersoon die een bijzondere school in stand houdt, kunnen de
instandhouding van hun school overdragen aan een stichting waarvan het
statutaire doel in ieder geval is het in stand houden van een
samenwerkingsschool, onverminderd de artikelen 28, derde lid, 50, derde
lid, en 51, vijfde lid. Een samenwerkingsschool is een school waarin
zowel openbaar onderwijs als bijzonder onderwijs wordt aangeboden. De
artikelen 52 en 58 zijn van overeenkomstige toepassing. 

	2. Een samenwerkingsschool kan uitsluitend tot stand komen indien
daardoor de continuĂŻteit van het openbaar of het bijzonder onderwijs
gehandhaafd kan blijven en met totstandkoming van een
samenwerkingsschool wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 147 en 148 wordt opgeheven of
niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

	3. Een samenwerkingsschool is toegankelijk voor alle leerlingen zonder
onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging.

	4. Het personeel dat werkzaam is aan de samenwerkingsschool, en niet is
tewerkgesteld zonder benoeming, wordt benoemd krachtens
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. 

	5. De rechtspersoon die de instandhouding van de bijzondere school
heeft overgedragen, of zijn rechtsopvolger, dan wel een daartoe
aangewezen rechtspersoon houdt toezicht op de identiteit, voor zover het
betreft het bijzonder onderwijs in de samenwerkingsschool,
overeenkomstig hetgeen is bepaald in de statuten van de stichting die de
samenwerkingsschool in stand houdt.

	6. De statuten voorzien in ieder geval in een regeling omtrent:

	a. het doel van de stichting, waarin in elk geval is opgenomen het
geven van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs binnen een
samenwerkingsschool,

	b. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de
stichting, met dien verstande dat in de statuten wordt voorzien in een
evenwichtige zeggenschapsverdeling wat betreft openbaar onderwijs
onderscheidenlijk bijzonder onderwijs dat wordt gegeven binnen de
samenwerkingsschool,

	c. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de
bestuursleden, met dien verstande dat:

	1( het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, wordt benoemd door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, en 

	2( dat het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, niet bestaat uit personen die deel uitmaken van het
gemeentebestuur van de gemeente en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid,

	d. de wijze waarop door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, toezicht op het bestuur van de samenwerkingsschool wordt
uitgeoefend, waaronder voor wat betreft het openbaar onderwijs in ieder
geval wordt begrepen een jaarlijks door het bestuur van de stichting aan
de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd
is, uit te brengen verslag waarbij in ieder geval aandacht wordt
geschonken aan het beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs in de
samenwerkingsschool,

	e. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,

	f. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met
dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en

	g. de bevoegdheid de stichting te ontbinden.

	7. Overdracht, opheffing of fusie van de samenwerkingsschool en
wijziging van de statuten van de stichting die de samenwerkingsschool in
stand houdt, is slechts mogelijk na instemming van de gemeenteraad van
de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid.

	8. De voorschriften van deze wet en van andere wetten die het speciaal
onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs betreffen, alsmede de daarop
gebaseerde regelingen, voor zover die voorschriften en regelingen
betrekking hebben op een bijzondere school, zijn van overeenkomstige
toepassing op een samenwerkingsschool als bedoeld in het eerste lid,
tenzij het tegendeel blijkt. De Algemene wet bestuursrecht is niet van
toepassing voor zover het beslissingen betreft van de rechtspersoon die
de samenwerkingsschool in stand houdt.

	9. In geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of
functioneren in strijd met de wet, voor zover het openbaar onderwijs
betreft, neemt de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, de maatregelen die hij nodig acht om
de continuĂŻteit van het onderwijsproces te waarborgen voor zover het
openbaar onderwijs betreft. De bedoelde maatregelen kunnen tevens worden
getroffen door de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, voor zover
het bijzonder onderwijs betreft. De feitelijke samenwerking wordt
beëindigd op 1 augustus van het jaar na een daartoe door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, gezamenlijk genomen
besluit.

	10. Een geschil tussen een bestuursorgaan van de gemeente en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, omtrent het toezicht op de
samenwerkingsschool en omtrent de uitlegging van de statuten van de
stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, wordt voorgelegd
aan een geschillencommissie, bestaande uit een of meer door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon in onderling overleg aangewezen deskundigen. 

F

	Artikel 71b, derde lid, komt te luiden:

	3. De artikelen 28j, tweede lid, en 75 tot en met 88 zijn niet van
toepassing indien twee of meer scholen worden verenigd tot een
scholengemeenschap.

G

	In artikel 75 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In het tweede lid vervalt aan het slot van onderdeel e het woord
“of”, wordt onderdeel f vernummerd tot onderdeel h, en worden twee
nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

 	f. sprake is van voor bekostiging in aanmerking brengen van een
samenwerkingsschool met inachtneming van artikel 28j,

	g. sprake is van stichting van scholen die overeenkomen met de scholen
waaruit een opgeheven samenwerkingsschool is ontstaan, of.

	2. In het derde lid wordt de zinsnede “uitbreiding als bedoeld in het
tweede lid, onder f” vervangen door: uitbreiding als bedoeld in het
tweede lid, onder h.

	3. Aan het derde lid worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Indien
sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onder f,
willigt Onze minister het verzoek slechts in indien de school bij
toepassing van artikel 83, eerste en derde lid, op grond van het eerste
lid van dat artikel in een door provinciale staten of Onze minister vast
te stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen, met dien
verstande dat daarbij de leerlingaantallen als bedoeld in artikel 147 en
artikel 148 worden toegepast. Indien sprake is van een situatie als
bedoeld in het tweede lid, onder g, willigt Onze minister het verzoek
slechts in indien de school bij toepassing van artikel 83, eerste,
tweede en derde lid, op grond van het eerste dan wel het tweede lid van
dat artikel in een door provinciale staten of Onze minister vast te
stellen plan van nieuwe scholen zou worden opgenomen.

Artikel III. WIJZIGING VAN DE wET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

	De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1 wordt aan de begripsomschrijving van “bevoegd gezag”
een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. een samenwerkingsschool als bedoeld in artikel 53d: het bestuur van
de samenwerkingsschool, bedoeld in dat artikel;.

B

	In artikel 24, eerste lid, wordt na de tweede volzin een nieuwe volzin
ingevoegd, luidende: In het schoolplan wordt aangegeven op welke wijze
invulling wordt gegeven aan het openbare karakter onderscheidenlijk de
identiteit voor zover het betreft een samenwerkingsschool.

C

	In artikel 24a, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In onderdeel f vervalt aan het slot het woord “en”.

	2. In onderdeel g wordt de punt vervangen door: , en.

	3. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel h, luidende:

	h. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het openbare karakter
onderscheidenlijk de identiteit voor zover het betreft een
samenwerkingsschool.

D

	In artikel 53c worden de volgende wijzigingen aangebracht:

	1. In het vijfde lid komen de onderdelen d en e te luiden:

	d. de vaststelling van de begroting en jaarrekening na overleg met de
gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs
wordt gegeven, gevestigd is,

	e. de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, toezicht op het
bestuur van die school uitoefent,.

	2. Het zesde lid komt te luiden:

	6. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na
instemming van de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar
openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is. Instemming kan slechts
worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het
bestuur niet is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 

	3. De eerste volzin van het zevende lid komt te luiden: Het bestuur
brengt jaarlijks aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de school
waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, verslag uit over de
werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de
wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

E

	Na artikel 53c wordt een nieuw artikel 53d opgenomen, luidende:

Artikel 53d. Samenwerkingsschool

	1. Een rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, en een
rechtspersoon die een bijzondere school in stand houdt, kunnen de
instandhouding van hun school overdragen aan een stichting waarvan het
statutaire doel in ieder geval is het in stand houden van een
samenwerkingsschool, onverminderd de artikelen 42a, derde lid, 42b,
vijfde lid, en 53c, derde lid. Een samenwerkingsschool is een school
waarin zowel openbaar onderwijs als bijzonder onderwijs wordt
aangeboden. De artikelen 42c en 50 zijn van overeenkomstige toepassing. 

	2. Een samenwerkingsschool kan uitsluitend tot stand komen indien
daardoor de continuĂŻteit van het openbaar of het bijzonder onderwijs
gehandhaafd kan blijven en met totstandkoming van een
samenwerkingsschool wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van artikel 107 wordt opgeheven of niet meer
voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

	3. Een samenwerkingsschool is toegankelijk voor alle leerlingen zonder
onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging.

	4. Het personeel dat werkzaam is aan de samenwerkingsschool, en niet is
tewerkgesteld zonder benoeming, wordt benoemd krachtens
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. 

	5. De rechtspersoon die de instandhouding van de bijzondere school
heeft overgedragen, of zijn rechtsopvolger, dan wel een daartoe
aangewezen rechtspersoon houdt toezicht op de identiteit, voor zover het
betreft het bijzonder onderwijs in de samenwerkingsschool,
overeenkomstig hetgeen is bepaald in de statuten van de stichting die de
samenwerkingsschool in stand houdt.

	6. De statuten voorzien in ieder geval in een regeling omtrent:

	a. het doel van de stichting, waarin in elk geval is opgenomen het
geven van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs binnen een
samenwerkingsschool,

	b. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de
stichting, met dien verstande dat in de statuten wordt voorzien in een
evenwichtige zeggenschapsverdeling wat betreft openbaar onderwijs
onderscheidenlijk bijzonder onderwijs dat wordt gegeven binnen de
samenwerkingsschool,

	c. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de
bestuursleden, met dien verstande dat:

	1( het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, wordt benoemd door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, en 

	2( dat het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand
houdt, niet bestaat uit personen die deel uitmaken van het
gemeentebestuur van de gemeente en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid,

	d. de wijze waarop door de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het
vijfde lid, toezicht op het bestuur van de samenwerkingsschool wordt
uitgeoefend, waaronder voor wat betreft het openbaar onderwijs in ieder
geval wordt begrepen een jaarlijks door het bestuur van de stichting aan
de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd
is, uit te brengen verslag waarbij in ieder geval aandacht wordt
geschonken aan het beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs in de
samenwerkingsschool,

	e. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd,

	f. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met
dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en

	g. de bevoegdheid de stichting te ontbinden.

	7. Overdracht, opheffing of samenvoeging van de samenwerkingsschool en
wijziging van de statuten van de stichting die de samenwerkingsschool in
stand houdt, is slechts mogelijk na instemming van de gemeenteraad van
de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid.

	8. De voorschriften van deze wet en van andere wetten die het
voortgezet onderwijs betreffen, alsmede de daarop gebaseerde regelingen,
voor zover die voorschriften en regelingen betrekking hebben op een
bijzondere school, zijn van overeenkomstige toepassing op een
samenwerkingsschool als bedoeld in het eerste lid, tenzij het tegendeel
blijkt. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing voor zover
het beslissingen betreft van de rechtspersoon die de samenwerkingsschool
in stand houdt.

	9. In geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of
functioneren in strijd met de wet, voor zover het openbaar onderwijs
betreft, neemt de gemeenteraad van de gemeente waar de
samenwerkingsschool gevestigd is, de maatregelen die hij nodig acht om
de continuĂŻteit van het onderwijsproces te waarborgen voor zover het
openbaar onderwijs betreft. De bedoelde maatregelen kunnen tevens worden
getroffen door de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, voor zover
het bijzonder onderwijs betreft. De feitelijke samenwerking wordt
beëindigd op 1 augustus van het jaar na een daartoe door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, gezamenlijk genomen
besluit.

	10. Een geschil tussen een bestuursorgaan van de gemeente en de
rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, omtrent het toezicht op de
samenwerkingsschool en omtrent de uitlegging van de statuten van de
stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, wordt voorgelegd
aan een geschillencommissie, bestaande uit een of meer door de
gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is,
en de rechtspersoon in onderling overleg aangewezen deskundigen.

F

	In artikel 71, zesde lid, wordt de punt aan het slot van de tweede
volzin vervangen door een komma en wordt toegevoegd: met dien verstande
dat artikel 65 niet in acht wordt genomen bij de toepassing van artikel
66, derde lid, indien een samenwerkingsschool tot stand komt.

ARTIKEL IIIA. SAMENLOOP INDIEN WETSVOORSTEL FUSIETOETS EERDER IN WERKING
TREEDT

	Indien het bij koninklijke boodschap van 28 augustus 2009 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband
met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (Kamerstukken I
2009/10, 32 040, nr. A), tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder
in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt deze wet als volgt
gewijzigd:

	1. In artikel I wordt een nieuw onderdeel E1 ingevoegd, luidende:

E1

	Artikel 64c, tweede lid, komt te luiden: 

	2. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 151 tot en met 161 wordt
opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd
gezag van de betreffende school toont dat aan op basis van een prognose
van de ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die
school binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of
niet meer te worden bekostigd.

	2. In artikel II wordt een nieuw onderdeel E1 ingevoegd, luidende:

E1

	Artikel 66c, tweede lid, komt te luiden: 

	2. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 147 en 148 wordt opgeheven of
niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

	3. In artikel III, onderdeel E, wordt "Na artikel 53c wordt een nieuw
artikel 53d opgenomen" vervangen door: Na artikel 53c maar voor
Hoofdstuk V wordt een nieuw artikel 53d opgenomen.

	4. Na artikel III, onderdeel E, worden twee nieuwe onderdelen E1 en E2
opgenomen, luidende:

E1

	In hoofdstuk V wordt in de opschriften en in de tekst van de artikelen
53d tot en met 53h telkens "53d" vervangen door "53e", "53e" door "53f",
"53f" door "53g", "53g" door "53h" en "53h" door "53i".

E2

	Het nieuwe artikel 53h, derde lid, komt te luiden:

	3. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van artikel 107 wordt opgeheven of niet meer
voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

ARTIKEL IIIB. SAMENLOOP INDIEN WETSVOORSTEL FUSIETOETS LATER IN WERKING
TREEDT

	Indien het bij koninklijke boodschap van 28 augustus 2009 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband
met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (Kamerstukken I
2009/10, 32 040, nr. A), tot wet is of wordt verheven, en die wet later
in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

	1. In artikel I komt artikel 64c, tweede lid, te luiden:

	2. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 151 tot en met 161 wordt
opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd
gezag van de betreffende school toont dat aan op basis van een prognose
van de ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die
school binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of
niet meer te worden bekostigd.

	2. In artikel II komt artikel 66c, tweede lid, te luiden:

	2. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van de artikelen 147 en 148 wordt opgeheven of
niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

	3. In artikel III, onderdeel A, wordt "Na artikel 53c wordt ingevoegd"
vervangen door: Na artikel 53d wordt ingevoegd.

	4. In artikel III, onderdeel A, wordt in de opschriften en in de tekst
van de artikelen 53d tot en met 53h telkens "53d" vervangen door "53e",
"53e" door "53f", "53f" door "53g", "53g" door "53h" en "53h" door
"53i".

	5. In artikel III, onderdeel A, komt het nieuwe artikel 53h, derde lid,
te luiden: 

	3. Onze minister verleent slechts goedkeuring aan een bestuurlijke
fusie als bedoeld in artikel 17, indien daardoor de continuĂŻteit van
het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met
de bestuurlijke fusie wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken
scholen door toepassing van artikel 107 wordt opgeheven of niet meer
voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de
betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de
ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school
binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer
te worden bekostigd.

Artikel IV. WIJZIGING VAN DE WET MEDEZEGGENSCHAP op scholen

Vervallen

Artikel V. oVERGANGSBEPALING bestaande samenwerkingsscholen

	1. Burgemeester en wethouders van de gemeente waar de school is
gevestigd, en een rechtspersoon die zich de instandhouding van die
school ten doel stelt, kunnen samen binnen zes maanden na
inwerkingtreding van de wet bij Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap een aanvraag indienen om de school als samenwerkingsschool in
de zin van deze wet aan te laten merken, indien het betreft een
basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs
waarvoor eerder op grond van artikel 84 van de Wet op het primair
onderwijs, onderscheidenlijk artikel 63a van de Wet op het
basisonderwijs, goedkeuring is verleend voor uitbreiding met een
richting onderscheidenlijk openbaar onderwijs.

	2. Artikel 17d, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en
artikel 13 van de Wet medezeggenschap op scholen zijn niet van
toepassing op de totstandkoming van een samenwerkingsschool op grond van
deze overgangsbepaling.

Artikel VI. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij
wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 PAGE    

 PAGE   14