[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32357 Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen)

Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG (implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en energiezuinige wegvoertuigen)

Eindtekst

Nummer: 2011D06945, datum: 2011-02-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z05867:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

1 februari 2011



	Wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet op de economische delicten en
de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn nr.
2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en richtlijn nr. 2009/33/EG
(implementatie van de EG-richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen, de
EG-richtlijn brandstofkwaliteit en de EG-richtlijn schone en
energiezuinige wegvoertuigen)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter
implementatie van richtlijn nr. 2009/28/EG, richtlijn nr. 2009/30/EG en
richtlijn nr. 2009/33/EG hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer met een
aantal bepalingen uit te breiden en de Wet op de economische delicten en
de Elektriciteitswet 1998 te wijzigen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

aA

In artikel 1.1, eerste lid, wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd:

energie uit hernieuwbare bronnen: energie geproduceerd uit hernieuwbare
energiebronnen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van richtlijn nr.
2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter
bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en
houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn
2003/30/EG (PbEU L 140);.

bA

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd.

1. In het eerste lid wordt “de hoofdstukken 16 en 18” vervangen
door: de hoofdstukken 16 en 18 en titel 12.4.

2. Aan het slot van het tweede lid, onderdeel d, wordt ingevoegd:
alsmede over de overige aspecten van duurzaamheid van in Nederland te
gebruiken brandstoffen en elektriciteit ten behoeve van vervoer. 

A

	Na artikel 9.2.2.6 van de Wet milieubeheer wordt een artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 9.2.2.6a

	1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat bij het op
de markt brengen van brandstoffen ten behoeve van vervoer in bij de
maatregel aangewezen gevallen wordt voldaan aan bij of krachtens de
maatregel gestelde eisen van duurzaamheid, waaronder begrepen de
uitstoot van broeikasgassen.

	2. De eisen, bedoeld in het eerste lid, kunnen in elk geval betrekking
hebben op de voor brandstoffen gebruikte grondstoffen en de
omstandigheden waaronder die grondstoffen worden vervaardigd, omgezet
en, al dan niet omgezet, worden overgebracht voor eindgebruik in
Nederland.

	3. Bij of krachtens de maatregel kunnen tevens regels worden gesteld
omtrent de overlegging van gegevens waaruit blijkt dat de brandstoffen
voldoen aan de krachtens het eerste lid gestelde eisen van duurzaamheid,
alsmede van gegevens, waaruit blijkt in hoeverre de brandstoffen aan
andere bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen
duurzaamheidscriteria voldoen.

	4. Artikel 9.2.2.6 is van overeenkomstige toepassing.

B

	In artikel 9.2.2.7 wordt “of 9.2.2.6” vervangen door: , 9.2.2.6 of
9.2.2.6a.

C

	Aan artikel 9.2.3.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Het aanbevelen of aanprijzen van een stof, preparaat of product op
een wijze die misleidend is ten aanzien van de duurzaamheidsaspecten
daarvan of ten aanzien van het overige krachtens artikel 9.2.2.6a
bepaalde, is verboden.

D

	Aan hoofdstuk 9 wordt een titel toegevoegd, luidende:

TITEL 9.6 DE EG-RICHTLIJN TER BEVORDERING VAN SCHONE EN ENERGIEZUINIGE
WEGVOERTUIGEN

Artikel 9.6.1

	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld om te bevorderen dat bij de aankoop van de in of bij die
maatregel aangewezen wegvoertuigen rekening wordt gehouden met de
energie- en milieueffecten, bedoeld in artikel 5, tweede lid,
van richtlijn nr. 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van
de Europese Unie van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en
energiezuinige wegvoertuigen (PbEU L 120) door de volgende partijen:

	a. aanbestedende diensten als bedoeld in artikel 4, onder 1, van die
richtlijn, en

	b. exploitanten als bedoeld in artikel 3, onder b, van die richtlijn.

E 

Aan hoofdstuk 12 wordt een titel toegevoegd, luidende:

Titel 12.4. Registratie gegevens brandstoffen en elektriciteit uit
hernieuwbare bronnen ten behoeve van vervoer

Artikel 12.31 

1. Er is een register dat de bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur genoemde gegevens bevat over in Nederland te gebruiken
brandstoffen en elektriciteit uit hernieuwbare bronnen ten behoeve van
vervoer, die behoren tot een bij die maatregel aangewezen categorie.

2. Het register bevat in elk geval door ondernemingen die brandstoffen
ten behoeve van vervoer aan een ander ter beschikking stellen en behoren
tot een bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste
lid, aangewezen categorie, te openen rekeningen. Bij die maatregel
kunnen regels worden gesteld omtrent op vrijwillige basis door andere
ondernemingen openen van rekeningen. 

3. Het register wordt beheerd door de emissieautoriteit.

4. De ondernemingen, bedoeld in het tweede lid, leveren de gegevens,
bedoeld in het eerste lid, en beheren de rekeningen, bedoeld in het
tweede lid, volgens bij ministeriële regeling gegeven regels. 

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent:

a. de werking, organisatie, beschikbaarheid en beveiliging van het
register, en

b. het openen, bijhouden en opheffen van rekeningen als bedoeld in het
tweede lid.

Artikel 12.32

1. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat voor het openen,
bijhouden en opheffen van rekeningen als bedoeld in artikel 12.31,
tweede lid, vergoedingen verschuldigd zijn overeenkomstig bij die
regeling te stellen regels. 

2. Bij de regeling, bedoeld in het eerste lid:

a. wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld, welke niet hoger is
dan noodzakelijk is ter dekking van de ten laste van de
emissieautoriteit komende kosten van het verrichten van de werkzaamheden
waarvoor de vergoeding is verschuldigd, en 

b. worden regels gesteld omtrent de wijze waarop de vergoeding wordt
betaald.

Artikel 12.33

		

1. De emissieautoriteit maakt ieder jaar een overzicht openbaar, waarin
voor bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van
ondernemingen als bedoeld in artikel 12.31, tweede lid, per onderneming
de aard, herkomst en duurzaamheidsaspecten van de door die onderneming
ten behoeve van vervoer aan een ander ter beschikking gestelde, in
Nederland te gebruiken, brandstoffen uit hernieuwbare bronnen zijn
opgenomen. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur is van
overeenkomstige toepassing.

2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de
inhoud en de wijze van openbaarmaking van het overzicht, bedoeld in het
eerste lid.

F

Artikel 18.2f wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 18.2b, eerste lid, draagt de
emissieautoriteit zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het
bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.2.2.1, eerste lid, voor zover
dat betrekking heeft op het aan een ander ter beschikking stellen van
brandstoffen ten behoeve van vervoer, 9.2.2.6a en 9.2.3.4, derde lid, en
titel 12.4. 

G 

Na artikel 18.6a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 18.6b

In geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen
9.2.2.1, eerste lid, voor zover dat betrekking heeft op het aan een
ander ter beschikking stellen van brandstoffen ten behoeve van vervoer,
9.2.2.6a of 12.31, vierde lid of vijfde lid, onderdeel b, kan het
bestuur van de emissieautoriteit een last onder dwangsom opleggen.

H

Na artikel 18.16r worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 18.16s

1. In geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 9.2.2.1, eerste lid, voor zover dat betrekking heeft op het
aan een ander ter beschikking stellen van brandstoffen ten behoeve van
vervoer, 9.2.2.6a of 12.31, vierde lid of vijfde lid, onderdeel b, kan
het bestuur van de emissieautoriteit de overtreder een bestuurlijke
boete opleggen.

2. De boete, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste € 450.000
per overtreding, of, indien de omzet van de betrokken onderneming in het
boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de beschikking tot oplegging
van de bestuurlijke boete is gegeven meer dan € 4.500.000 bedraagt,
ten hoogste 10% van die omzet.

3. Artikel 18.16e, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. 

Artikel 18.16t

Indien de overtreding, bedoeld in artikel 18.16s, eerste lid, betrekking
heeft op het in een bepaald kalenderjaar aan een ander ter beschikking
stellen van de krachtens artikel 9.2.2.1, eerste lid, voorgeschreven
hoeveelheid brandstoffen ten behoeve van vervoer, die voldoen aan de
krachtens artikel 9.2.2.6a gestelde eisen, wordt naast de bestuurlijke
boete een verhoging van de hoeveelheid van die in een volgend
kalenderjaar aan een ander ter beschikking te stellen brandstoffen
opgelegd ter grootte van de hoeveelheid van die te weinig aan een ander
ter beschikking gestelde brandstoffen. 

ARTIKEL II

	In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt
in de zinsnede met betrekking tot de Wet milieubeheer na “9.2.2.6,”
ingevoegd: 9.2.2.6a,.

ARTIKEL III

	De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel s wordt “residuen van de landbouw” vervangen door
“residuen van biologische oorsprong uit de landbouw” en wordt na
“aanverwante bedrijfstakken,” ingevoegd: met inbegrip van de
visserij en de aquacultuur.

	2. In onderdeel t wordt “aardwarmte” vervangen door
“omgevingslucht-, oppervlaktewater- en aardwarmte” en wordt
“golfenergie, getijdenenergie” vervangen door: energie uit de
oceanen.

B

	Aan artikel 24, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Indien ten aanzien van duurzame elektriciteit een weigering transport
uit te voeren als bedoeld in de eerste volzin plaatsvindt, meldt de
netbeheerder dit aan de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit,
waarbij de netbeheerder aangeeft welke maatregelen worden genomen om
toekomstige weigeringen te voorkomen.

Artikel IV

	1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	2. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt
uitgegeven na 31 december 2010, werkt artikel I, onderdelen aA tot en
met C en E, terug tot en met 1 januari 2011.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,