[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

32316, bijgewerkt tot en met nummer 12 (Tweede NvW d.d. 17 mei 2011)

Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake de invoering van een competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D08461, datum: 2011-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z02672:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt tot en met nummer 12 (Tweede NvW d.d. 17 mei 2011)



32 316	Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs
inzake de beroepsgerichte kwalificatiestructuur



	Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te
geven voor de beroepsgerichte kwalificatiestructuur; dat daartoe de Wet
educatie en beroepsonderwijs dient te worden gewijzigd;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

	De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt gewijzigd als volgt.

A

	Artikel 1.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In onderdeel a wordt “beroepsonderwijs op het gebied van de
landbouw en de natuurlijke omgeving” vervangen door: beroepsonderwijs
op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel.

	2. In onderdeel b vervalt punt 2˚, onder vernummering van de punten
3˚ en 4˚ tot 2˚ en 3˚.

	3. Na onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

	g1. eindtermen: de eindtermen, bedoeld in artikel 7.3.3;

	4. Onderdeel i komt te luiden:

	i. beroepsopleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.1.2, tweede
lid;

	5. In onderdeel o vervalt “in relatie tot de eindtermen” en wordt
“artikel 7.2.4, derde lid” vervangen door: artikel 7.2.4, tweede
lid.

	6. Onderdeel p vervalt.

	7. Onderdeel t wordt vervangen door:

	t. kwalificatie: de kwalificatie, bedoeld in artikel 7.1.3;

	t1. kwalificatiedossier: een document waarin een of meer kwalificaties
zijn beschreven;

	t2. opleidingsdomein: een samenhangend geheel van kwalificatiedossiers
die zijn gericht op en van belang zijn voor eenzelfde bedrijfstak of
groep van bedrijfstakken;

	8. In onderdeel u wordt “beroepsopleidingen” vervangen door:
beroepsonderwijs.

	9. In onderdeel v wordt “commissie onderwijs-bedrijfsleven”
vervangen door: paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven.

B

	In artikel 1.3.1, vierde lid, vervalt: dan wel artikel 7.4.15.

C

	In artikel 1.3.3, eerste lid, wordt “beroepsonderwijs op het gebied
van de landbouw en de natuurlijke omgeving” vervangen door
“beroepsonderwijs op het gebied van landbouw, natuurlijke omgeving en
voedsel“ en wordt “de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving”
vervangen door: de afdeling landbouw, natuurlijke omgeving en voedsel.

D

	Artikel 1.4.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid, laatste volzin, wordt “het ontwerp van de in
artikel 7.4.8 bedoelde onderwijs- en examenregeling” vervangen door:
een beschrijving van de regeling voor het onderwijsprogramma en de
examens, bedoeld in artikel 7.4.8,.

	2. Lid 5a vervalt.

E

	Artikel 2.1.1 komt te luiden:

Artikel 2.1.1. Bekostiging landelijk aanbod beroepsonderwijs

	Onverminderd de artikelen 1.3.2a en 1.3.3 komt een beroepsopleiding bij
een instelling voor bekostiging in aanmerking indien zij is gericht op
een kwalificatie of kwalificaties als bedoeld in artikel 7.2.4, tweede
lid, onder b3˚ en de rechten, genoemd in artikel 1.3.1, met betrekking
tot de desbetreffende beroepsopleiding niet zijn ontnomen op grond van
artikel 6.1.4.

F

	In artikel 2.2.1, derde lid, onderdeel i, wordt na “artikel 2.3.1,
tweede lid,” toegevoegd: zoals luidend op 31 december 2008,.

G

	Artikel 2.2.2, zesde lid, komt te luiden:

	6. Bij de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder
a, blijven buiten beschouwing

	a. deelnemers aan een deeltijdse opleiding waarvoor het bevoegd gezag
een in instellingstijd verzorgd onderwijsprogramma, met inbegrip van de
beroepspraktijkvorming, heeft ingericht dat minder dan 300 uren per
volledig studiejaar omvat,

	b. deelnemers die zijn ingeschreven voor een opleidingsdomein of
kwalificatiedossier, na in de afgelopen vijf studiejaren al in een
studiejaar bij de instelling ingeschreven te zijn geweest voor een
opleidingsdomein of kwalificatiedossier op niveau 1 of 2 en in dat
studiejaar te zijn meegeteld voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld
in het tweede lid, onder a,

	c. deelnemers die zijn ingeschreven voor een opleidingsdomein, na in de
afgelopen vijf studiejaren al in een studiejaar bij de instelling 
ingeschreven te zijn geweest voor een opleidingsdomein op niveau 3 of 4
en in dat studiejaar te zijn meegeteld voor de toepassing van de
maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a,

	d. deelnemers die zijn ingeschreven voor een kwalificatiedossier, na in
de afgelopen vijf studiejaren al in twee studiejaren bij de instelling
ingeschreven te zijn geweest voor een kwalificatiedossier op niveau 3 of
4 en in die studiejaren te zijn meegeteld voor de toepassing van de
maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, en

	e. deelnemers die zijn ingeschreven voor een kwalificatiedossier, na in
de afgelopen vijf studiejaren al in een studiejaar bij de instelling
ingeschreven te zijn geweest voor een opleidingsdomein en in een
studiejaar bij de instelling ingeschreven te zijn geweest voor een
kwalificatiedossier op niveau 3 of 4 en in die studiejaren te zijn
meegeteld voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid,
onder a.

H

	Artikel 2.2.5, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

	a. beroepsopleiding: een beroepsopleiding die op grond van artikel
2.1.1 voor bekostiging in aanmerking komt;.

I

	In artikel 2.3.6a, tweede lid, onderdeel l, wordt “de reden van
uitstroom“ vervangen door: de reden van het uitstromen.

J

	Artikel 2.5.5a, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

	1. In onderdeel b wordt “einde inschrijving” vervangen door: van de
wijziging of beëindiging daarvan.

	2. Onderdeel c, wordt vervangen door:

	c. de code, bedoeld in artikel 6.4.1, tweede lid, onder a, van het
opleidingsdomein, het kwalificatiedossier of de kwalificatie waarvoor de
deelnemer is ingeschreven en bij inschrijving voor een opleidingsdomein
of een kwalificatiedossier het niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, derde
lid, van de beroepsopleiding;

	3. De onderdelen g en k vervallen.

	4. In onderdeel o wordt : “de reden van uitstroom“ vervangen door:
de reden van het uitstromen.

K

	In artikel 6.1.1, tweede volzin, wordt “indien Onze Minister
krachtens artikel 2.1.1 heeft besloten dat de opleidingen voor
bekostiging in aanmerking komen” vervangen door: indien de opleidingen
krachtens artikel 2.1.1 voor bekostiging in aanmerking komen.

L

	Artikel 6.1.4, tweede lid, onderdeel c, komt te luiden:

	c. in het Centraal register wordt geregistreerd dat de rechten, genoemd
in artikel 1.3.1, van de instelling met betrekking tot de opleiding zijn
ontnomen en de ingangsdatum en de einddatum daarvan.

M

	In artikel 6.2.1, tweede lid, wordt “de opleiding” vervangen door:
de naam van de instelling bij de kwalificatie waarop de opleiding is
gericht.

M1

	In artikel 6.2.2, eerste lid, onder a, wordt “gedurende een reeks van
jaren” vervangen door: langer dan één jaar.

N

	Het opschrift van titel 4 van hoofdstuk 6 komt te luiden:

Titel 4. Het Centraal register beroepsonderwijs

O

	Artikel 6.4.1 komt te luiden:

Artikel 6.4.1. Het Centraal register beroepsonderwijs

	1. Het Centraal register beroepsonderwijs is een systematisch geordende
verzameling gegevens met betrekking tot de opleidingsdomeinen,
kwalificatiedossiers en kwalificaties in het beroepsonderwijs, de
instellingen en de exameninstellingen. Onze Minister is belast met de
aanleg, het beheer en de bekendmaking van het register en met het
verstrekken van informatie uit het register. De bekendmaking en het
verstrekken van informatie kunnen digitaal plaatsvinden.

	2. Het Centraal register bevat de volgende gegevens:

	a. de naam en de code van de opleidingsdomeinen, de
kwalificatiedossiers en de bijbehorende kwalificaties,

	b. de studielast van de beroepsopleidingen die gericht zijn op de
kwalificaties, en

	c. of in een kwalificatiedossier ten behoeve van een kwalificatie
vereisten zijn opgenomen die bij of krachtens wet zijn vastgesteld voor
het beroep waarop de kwalificatie is gericht.

	3. Het Centraal register bevat voorts per kwalificatie de volgende
gegevens, voor zover van toepassing:

	a. de namen van de uit ’s Rijks kas bekostigde instellingen

	1˚ die blijkens de opgave van het aantal deelnemers daadwerkelijk de
desbetreffende beroepsopleiding verzorgen,

	2˚ waaraan de rechten, genoemd in artikel 1.3.1, met betrekking tot de
desbetreffende beroepsopleiding zijn ontnomen en de ingangs- en
einddatum daarvan,

	3˚ waaraan het recht op examinering van de desbetreffende
beroepsopleiding is ontnomen en de ingangsdatum daarvan,

	b. de namen van de niet uit ’s Rijks kas bekostigde instellingen

	1˚ waaraan het recht, bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid, met
betrekking tot de desbetreffende beroepsopleiding is toegekend en die
niet te kennen hebben gegeven dat zij deze beroepsopleiding niet langer
zullen verzorgen,

	2˚ waaraan het recht, bedoeld in artikel 1.4.1, eerste lid, met
betrekking tot de desbetreffende beroepsopleiding is ontnomen en de
ingangsdatum daarvan,

	3˚ waaraan het recht op examinering van de desbetreffende
beroepsopleiding is ontnomen en de ingangsdatum daarvan,

	c. de namen van de exameninstellingen

	1˚ die het recht hebben op examinering van de desbetreffende
beroepsopleiding en die niet te kennen hebben gegeven dat zij die
examinering niet langer zullen verzorgen en

	2˚ waaraan het recht is ontnomen op examinering van de desbetreffende
beroepsopleiding, en de ingangsdatum daarvan.

P

	In artikel 6.4.2 wordt “per beroepsopleiding” vervangen door “per
kwalificatie” en wordt “de opleiding” vervangen door: de
desbetreffende beroepsopleiding.

Q

	Artikel 6.4.4, eerste lid, komt te luiden:

	1. Onverminderd artikel 6.2.2 beëindigt Onze Minister de registratie
bij een kwalificatie van een niet uit ’s Rijks kas bekostigde
instelling, indien het bevoegd gezag te kennen geeft dat de instelling
de desbetreffende beroepsopleiding niet langer zal verzorgen.
Onverminderd artikel 6.3.2 beëindigt Onze Minister de registratie bij
een kwalificatie van de examinering door een exameninstelling, indien
het bevoegd gezag te kennen geeft dat de exameninstelling de examinering
van de desbetreffende beroepsopleiding niet langer zal verzorgen.

R

	Artikel 7.1.2 komt te luiden:

Artikel 7.1.2. Opleidingen

	1. De instelling biedt het onderwijs aan in de vorm van
beroepsopleidingen of opleidingen educatie. Een beroepsopleiding wordt
door de instelling in het maatschappelijk verkeer aangeduid met de naam
van de kwalificatie waarop zij is gericht of voorzover het gaat om
deelnemers die ingeschreven zijn of zullen worden voor een
opleidingsdomein of kwalificatiedossier, de naam van dat
opleidingsdomein of dat kwalificatiedossier.

	2. Een beroepsopleiding is een onderwijstraject dat voor een deelnemer
is ingericht overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 7, titel 2, en dat is
gericht op het behalen van een kwalificatie in het beroepsonderwijs, ten
bewijze waarvan een diploma wordt uitgereikt.

	3. Een opleiding educatie is een samenhangend geheel van
onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van eindtermen of het
behalen van een diploma, gelijkwaardig aan een diploma van scholen,
bedoeld in de artikelen 7 tot en met 9 van de Wet op het voortgezet
onderwijs, of onderdelen van een dergelijk diploma.

	4. Beroepsopleidingen worden afgesloten met een examen. Opleidingen
educatie kunnen worden afgesloten met een examen.

S

	Artikel 7.1.3 komt te luiden:

Artikel 7.1.3. Kwalificatie

	Een kwalificatie is het geheel van bekwaamheden die een afgestudeerde
van een beroepsopleiding kwalificeren voor het functioneren in een
beroep of een groep van samenhangende beroepen, in het vervolgonderwijs
en als burger en dat is beschreven binnen een kwalificatiedossier.

T

	Het opschrift van paragraaf 2 van titel 2 van hoofdstuk 7 komt te
luiden:

§ 2. Beroepsopleidingen en kwalificatiestructuur

U

	Artikel 7.2.2 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het eerste lid wordt “beroepsopleidingen” vervangen door
“soorten beroepsopleidingen”, wordt de komma aan het eind van
onderdeel d vervangen door “,en”, wordt “,en” aan het eind van
onderdeel e vervangen door een punt en vervalt onderdeel f.

	2. Het derde lid komt te luiden:

	3. De assistentopleidingen richten zich op de kwalificatie voor het
eerste niveau van beroepsuitoefening of voor de entree op de
arbeidsmarkt. De basisberoepsopleidingen richten zich op de kwalificatie
voor het tweede, de vakopleidingen op de kwalificatie voor het derde en
de middenkader- en specialistenopleidingen op de kwalificatie voor het
vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening.

	3. In het vierde lid wordt “op verwezenlijking van de eindtermen van
de opleiding binnen redelijke tijd” vervangen door: op het binnen een
redelijke tijd behalen van de kwalificatie waarvoor de deelnemer en de
instelling een onderwijsovereenkomst hebben gesloten.

V

	Artikel 7.2.3 komt te luiden:

Artikel 7.2.3. Certificaten

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald
dat aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties een certificaat
is verbonden.

	2. Artikel 7.4.6 is van overeenkomstige toepassing op certificaten.

W

	Artikel 7.2.4 komt te luiden;

Artikel 7.2.4. Landelijke kwalificatiestructuur beroepsonderwijs

	1. Met het oog op het functioneren van een landelijke
kwalificatiestructuur, gericht op de aansluiting tussen het aanbod van
het beroepsonderwijs en de maatschappelijke behoeften daaraan, mede in
het licht van de arbeidsmarktperspectieven voor afgestudeerden, draagt
Onze Minister zorg voor het vaststellen en onderhouden van een
samenhangend en gedifferentieerd geheel van opleidingsdomeinen,
kwalificatiedossiers en bijbehorende kwalificaties die voor de
desbetreffende bedrijfstakken of beroepencategorieën van belang zijn.

	2. Daartoe worden op voorstel van de desbetreffende kenniscentra
beroepsonderwijs bedrijfsleven bij ministeriële regeling vastgesteld:

	a. de kwalificatiedossiers,

	b. van elk kwalificatiedossier:

	1˚ het opleidingsdomein waartoe het kwalificatiedossier behoort,
tenzij het een kwalificatiedossier betreft dat uitsluitend is gericht op
de kwalificatie voor de entree op de arbeidsmarkt,

	2˚ de kwalificatie of kwalificaties die het kwalificatiedossier bevat,

	3˚ de kwalificatie of kwalificaties op grond waarvan een
beroepsopleiding kan worden ingericht die voor bekostiging in aanmerking
komt, en

	4˚ indien het een kwalificatiedossier betreft dat door twee of meer
kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven gezamenlijk is ingediend, op
welke bedrijfstak of groep van bedrijfstakken de kwalificatie of de
kwalificaties gericht zijn,

	c. van elke kwalificatie:

	1˚ de soort beroepsopleiding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid,
waarop de kwalificatie is gericht,

	2˚de leerweg of leerwegen, bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid,
waarin die beroepsopleiding kan worden verzorgd,

	3˚ het niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid, van die
beroepsopleiding,

	4˚ de hoogte van de studielast van die beroepsopleiding, met
inachtneming van het negende lid, en

	5˚ of toepassing is gegeven aan artikel 7.2.6, eerste lid.

	3. Het kenniscentrum neemt bij het voorstel voor een
kwalificatiedossier het bepaalde in het tweede en vierde lid in acht.
Uit het voorstel blijkt dat het bestuur van het kenniscentrum
beroepsonderwijs bedrijfsleven voldoende acht heeft geslagen op de
aansluiting tussen de opleidingen voorbereidend beroepsonderwijs, de
opleidingen middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, de
beroepsopleidingen en de opleidingen hoger beroepsonderwijs, in elk
geval door raadpleging van vertegenwoordigers van die onderwijsvelden.
Indien ook andere instanties nauw bij het voorstel voor het
kwalificatiedossier zijn betrokken, maakt het bestuur van het
kenniscentrum beroepsonderwijs  bedrijfsleven in zijn voorstel melding
van de wijze waarop het oordeel van die instanties is betrokken in het
voorstel.

	4. Bij de vaststelling van een kwalificatiedossier worden de
referentieniveaus Nederlandse taal en de referentieniveaus rekenen in
acht genomen die op grond van artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel
d, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen zijn
vastgesteld voor de soorten opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2,
eerste lid, onder a tot en met e.  

	5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften
worden gegeven voor de inhoud van een kwalificatiedossier.

	6. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven voor de
termijnen bij de totstandkoming, vaststelling en geldigheidsduur van
kwalificatiedossiers. Tevens worden bij ministeriële regeling een model
en een toetsingskader voor kwalificatiedossiers vastgesteld.

	7. Deelnemers worden behoudens de tweede volzin opgeleid overeenkomstig
het kwalificatiedossier dat voor de desbetreffende beroepsopleiding is
vastgesteld voor de aanvang van het studiejaar waarin zij met het eerste
jaar van die opleiding starten. Nadat de geldigheidsduur van een
kwalificatiedossier is verstreken, kan een diploma op basis van dat
kwalificatiedossier nog worden uitgereikt gedurende een periode die
overeenkomt met de normatieve studieduur van de desbetreffende
beroepsopleiding, vermeerderd met 2 jaren.

	8. Het bevoegd gezag stelt de studieduur van de opleiding vast met
inachtneming van de studielast. De studieduur kan verschillen voor
onderscheiden deelnemers of groepen van deelnemers.

	9. De studielast van elke kwalificatie wordt uitgedrukt in normatieve
studiejaren. Een normatief studiejaar telt veertig weken van elk veertig
uren studie, daaronder mede begrepen het onderricht in de praktijk. De
studielast bedraagt voor de onderscheiden in artikel 7.2.2, eerste lid,
onder a tot en met e, bedoelde opleidingen het volgende aantal
normatieve studiejaren of het volgende gedeelte daarvan:

	a. 1 jaar,

	b. ten minste 2 en ten hoogste 3 jaren,

	c. ten minste 2 en ten hoogste 4 jaren,

	d. ten minste 3 en ten hoogste 4 jaren, en

	e. ten minste 1 jaar en ten hoogste 2 jaren.

X

	Na artikel 7.2.4 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:

Artikel 7.2.5. Advisering over kwalificatiestructuur en
kwalificatiedossiers

	Bij ministeriële regeling kan een organisatie worden aangewezen die
belast is met de advisering over de landelijke kwalificatiestructuur,
bedoeld in artikel 7.2.4, eerste lid, en over de voorstellen tot
vaststelling van kwalificatiedossiers, bedoeld in artikel 7.2.4, tweede
en derde lid. Laatstgenoemde advisering heeft in elk geval betrekking op
de vraag of en in hoeverre deze voorstellen bijdragen aan de
ontwikkeling van de landelijke kwalificatiestructuur. In de
ministeriële regeling worden tevens regels gesteld voor de werkwijze
van de organisatie en de subsidiëring van de werkzaamheden, bedoeld in
de eerste volzin.

Artikel 7.2.5a. Vaststelling opleidingsdomeinen

	Bij ministeriële regeling worden op voorstel van de instellingen in
overleg met de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven de
opleidingsdomeinen vastgesteld.

Y

	Artikel 7.2.6 komt te luiden:

Artikel 7.2.6. Beroepsvereisten

	1. Indien voor een beroep bij of krachtens een wet, verdrag of bindend
besluit van een volkenrechtelijke organisatie, vereisten zijn
vastgesteld over de kwaliteiten onder meer op het gebied van kennis,
inzicht, vaardigheden of beroepshoudingen waarover degenen die een
opleiding gericht op dat beroep voltooien, moeten beschikken, of over de
examinering bij de desbetreffende beroepsopleiding:

	a. draagt het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs
bedrijfsleven ervoor zorg dat deze vereisten verwerkt zijn bij het doen
van het voorstel, bedoeld in artikel 7.2.4, tweede en derde lid, 

	b. voegt het desbetreffende kenniscentrum beroepsonderwijs
bedrijfsleven een verklaring van Onze Minister die het aangaat dat deze
vereisten correct zijn verwerkt in het voorstel, bedoeld in artikel
7.2.4, tweede en derde lid, en

	c. neemt Onze Minister deze vereisten in acht bij de vaststelling van
de standaarden, bedoeld in artikel 7.4.4.

	2. De instelling draagt er bij het aanbieden van een beroepsopleiding
zorg voor dat degenen die deze opleiding volgen, ten minste in de
gelegenheid zijn aan de in het eerste lid bedoelde vereisten te voldoen
en dat bij de examinering, zo nodig in afwijking van titel 4 van dit
hoofdstuk, aan die vereisten wordt voldaan.

Z

	Artikel 7.2.7, eerste lid, komt te luiden:

	1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat beroepsopleidingen zodanig
zijn ingericht dat  deelnemers, ongeacht of zij eerst worden
ingeschreven voor een opleidingsdomein of voor een kwalificatiedossier,
de kwalificatie binnen de vastgestelde studieduur kunnen bereiken.

AA

	Artikel 7.2.8 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Aan het eerste lid wordt een tweede volzin toegevoegd, luidend: De
beroepspraktijkvorming kan voor een deel plaatsvinden in de periode
waarin de deelnemer is ingeschreven voor een opleidingsdomein of een
kwalificatiedossier.

	2. In het tweede lid wordt onderdeel c vervangen door:

	c. dat deel van de kwalificatie dat de deelnemer tijdens de
beroepspraktijkvorming dient te behalen, en de beoordeling daarvan, en.

	3. In het derde lid wordt “eindtermen heeft gerealiseerd” vervangen
door: kwalificatie heeft behaald.

BB

	Artikel 7.4.2 wordt gewijzigd als volgt:

	In het tweede lid wordt na “eindtermen” ingevoegd: of de
kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier.

CC

	Artikel 7.4.3 komt te luiden:

Artikel 7.4.3. Examens beroepsopleidingen

	Het examen van een beroepsopleiding is eerst dan met goed gevolg
afgesloten wanneer zowel de beroepspraktijkvorming als het overige deel
van de beroepsopleiding met goed gevolg is afgesloten.

DD

	In artikel 7.4.4, onderdeel a, wordt “de eindtermen” vervangen
door: de kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier.

EE

	Artikel 7.4.6 komt te luiden:

Artikel 7.4.6. Diploma’s

	1. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, reikt de
examencommissie een diploma uit.

	2. Bij ministeriële regeling worden modellen en technische
veiligheidseisen voor het diploma en de resultatenlijst van een
beroepsopleiding vastgesteld.

EE1

	In artikel 7.4.11, vijfde lid, wordt “een onderdeel van het examen
Nederlands als tweede taal I of II” vervangen door: een onderdeel van
een examen van de opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of
Nederlands als tweede taal I of II.

FF

	Artikel 8.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. De inschrijving geschiedt voor een opleiding of een onderdeel
daarvan. In geval van een beroepsopleiding geschiedt de inschrijving
voor een opleidingsdomein, een kwalificatiedossier of een kwalificatie.
De inschrijving voor een opleidingsdomein of een kwalificatiedossier
vindt plaats op het hoogste niveau dat de deelnemer gelet op artikel
8.2.1, eerste tot en met vierde lid, binnen dat opleidingsdomein of
kwalificatiedossier kan volgen. Bij de inschrijving worden alle gegevens
vermeld die het bevoegd gezag nodig heeft om te kunnen voldoen aan de
verplichting, bedoeld in artikel 2.3.6a, tweede lid, of ingeval van een
beroepsopleiding, artikel 2.5.5a, tweede lid.

	2. In het derde lid wordt “onverminderd de vierde volzin van het
eerste lid, het vijfde lid en artikel 8.1.6” vervangen door:
onverminderd het eerste lid, vierde volzin, en het vijfde lid.

	3. Toegevoegd worden een zevende en een achtste lid, luidend:

	7. De inschrijving voor een opleidingsdomein kan uitsluitend geschieden
voor een beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg op het tweede,
derde of vierde niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid.

	8. Bij ministeriële regeling kan een maximum worden vastgesteld voor
het percentage van de deelnemers in het beroepsonderwijs dat in een jaar
kan worden ingeschreven voor een opleidingsdomein.

GG

	Artikel 8.1.3 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het tweede lid wordt de tweede volzin vervangen door: De
overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de beroepsopleiding of een
deel daarvan, de opleiding educatie of het deel van de opleiding
educatie waarop de inschrijving betrekking heeft.

	2. In het derde lid wordt onderdeel a vervangen door:

	a. de inhoud en inrichting van een opleiding, waaronder voor een
beroepsopleiding begrepen het voltijdse of deeltijdse karakter, de
leerweg, de examenvoorzieningen en de kwalificatie, of, bij inschrijving
voor een opleidingsdomein of een kwalificatiedossier, dat
opleidingsdomein of dat kwalificatiedossier en het beoogde niveau van de
te behalen kwalificatie,

	3. Lid 3a vervalt.

HH

	In artikel 8.1.7, negende lid, wordt aan het eind van onderdeel a
toegevoegd “of”, vervalt onderdeel b en wordt onderdeel c verletterd
tot onderdeel b.

II

	Artikel 9.2.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het derde lid komt te luiden:

	3. Aan een kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven is een
paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven verbonden, die voor
de helft bestaat uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en voor de
helft uit vertegenwoordigers van de instellingen en de andere
instellingen, bedoeld in artikel 1.4.1, die opleidingen verzorgen op het
terrein waarop het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven werkzaam
is. De paritaire commissie heeft tot taak om overeenstemming te bereiken
tussen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en vertegenwoordigers
van de instellingen over de inhoud van de bij Onze Minister in te dienen
voorstellen voor kwalificatiedossiers.

	2. In het vierde lid wordt “met uitzondering van de in artikel 7.2.4,
eerste lid, bedoelde taak” vervangen door: met uitzondering van het
doen van voorstellen als bedoeld in artikel 7.2.4, tweede en derde lid.

JJ

	Na hoofdstuk 11 wordt een hoofdstuk 11a ingevoegd, luidend:

HOOFDSTUK 11A. EXPERIMENTEN

Artikel 11a.1.  Ruimte voor innovatie

	1. Met het oog op verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid of
doelmatigheid van het beroepsonderwijs kan bij wijze van experiment bij
algemene maatregel van bestuur worden afgeweken van:

	- titel 2 van hoofdstuk 2,

	- hoofdstuk 6, en

	- hoofdstuk 7.

	2. In geval van toepassing van het eerste lid worden bij algemene
maatregel van bestuur in ieder geval bepaald:

	a. het doel van het experiment,

	b. op welke wijze van welke artikelen van de in het eerste lid genoemde
hoofdstukken, titels of paragrafen wordt afgeweken,

	c. de duur van het experiment, en

	d. op welke wijze en aan de hand van welke criteria de met het
experiment beoogde effecten worden geëvalueerd.

	De voordracht voor die algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder
gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der
Staten-Generaal is overgelegd.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de
uitvoering van een experiment.

	4. Een experiment duurt ten hoogste zes jaar. Indien, voordat een
experiment is afgelopen, een voorstel van wet is ingediend bij de
Staten-Generaal om het experiment om te zetten in een structurele
wettelijke regeling, kan Onze Minister het experiment verlengen tot het
tijdstip waarop het wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking
treedt.

	5. Onze Minister zendt drie maanden voor het einde van de werkingsduur
van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid aan
de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van het experiment in de praktijk, evenals een standpunt over de
voortzetting van die algemene maatregel van bestuur, anders dan een
voortzetting als experiment.

	6. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid,
kan bij wijze van experiment tevens worden afgeweken van:

	a. artikel 1 van de Leerplichtwet 1969;

	b. artikel 1 de Les- en cursusgeldwet;

	c. artikel 1.1 van de Wet studiefinanciering 2000;

	d. artikel 1.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en
schoolkosten.

	7. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een
samenwerkingsverband tussen een instelling en een school als bedoeld in
de Wet op het voortgezet onderwijs of een instelling als bedoeld in de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Bij
samenwerking met een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet
onderwijs kan voor die school worden afgeweken van titel II, afdeling I,
hoofdstuk I en van titel III, afdeling II, van die wet. Bij de algemene
maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, wordt geregeld welke
bij of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs onderscheidenlijk de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vastgestelde
voorschriften van toepassing of van overeenkomstige toepassing zijn op
de samenwerking.

KK

	Hoofdstuk 12, titel 1a, vervalt.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET STUDIEFINANCIERING 2000

	Artikel 1.1 van de Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt
gewijzigd:

	1. In de begripsomschrijving van “opleiding niveau 1 of 2” wordt
aan het eind van onderdeel a toegevoegd “en”, vervalt onderdeel b,
en wordt onderdeel c verletterd tot onderdeel b.

	2. In de begripsomschrijving van “opleiding niveau 3 of 4” wordt
aan het eind van onderdeel a toegevoegd “en”, vervalt onderdeel b,
en wordt onderdeel c verletterd tot onderdeel b.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES

	De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt gewijzigd als volgt:  

A

	Artikel 1.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. De begripsbepaling “deelkwalificatie” vervalt.

	2. De begripsbepaling “eindtermen” komt te luiden: eindtermen: de
eindtermen, bedoeld in artikel 7.3.2;.

	3. Na de begripsbepaling “instelling“ wordt ingevoegd: 

	kwalificatie: de kwalificatie, bedoeld in artikel 7.1.3;

	kwalificatiedossier: een document waarin een of meer kwalificaties zijn
beschreven;

	4. Na de begripsbepaling “opleiding educatie” wordt ingevoegd: 

	opleidingsdomein BES: een samenhangend geheel van kwalificaties die
zijn gericht op en van belang zijn voor eenzelfde bedrijfstak of groep
van bedrijfstakken;.

 

B

	In artikel 1.4.1, eerste lid, wordt na “erkennen” ingevoegd: indien
de kwalificatie waarop de beroepsopleiding is gebaseerd, is opgenomen in
de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 7.2.4, eerste lid.

C

	Artikel 2.2.2, vijfde lid, komt te luiden:

	5. Bij de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid,
blijven buiten beschouwing:

	a. deelnemers aan een deeltijdse opleiding waarvoor het bevoegd gezag
een in instellingstijd verzorgd onderwijsprogramma, met inbegrip van de
beroepspraktijkvorming, heeft ingericht dat minder dan 300 uren per
volledig studiejaar omvat,

	b. deelnemers die zijn ingeschreven voor een opleidingsdomein BES of
een kwalificatiedossier, na in de afgelopen vijf studiejaren al in een
studiejaar bij de instelling ingeschreven te zijn geweest voor een
opleidingsdomein BES of een kwalificatiedossier op niveau 1 of 2 en in
dat studiejaar te zijn meegeteld voor de toepassing van de maatstaf,
bedoeld in het tweede lid, onder a,

	c. deelnemers die zijn ingeschreven voor een opleidingsdomein BES, na
in de afgelopen vijf studiejaren al in een studiejaar bij de instelling
ingeschreven te zijn geweest voor een opleidingsdomein BES op niveau 3
of 4 en in dat studiejaar te zijn meegeteld voor de toepassing van de
maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a,

	d. deelnemers die zijn ingeschreven voor een kwalificatiedossier, na in
de afgelopen vijf studiejaren al in twee studiejaren bij de instelling
ingeschreven te zijn geweest voor een kwalificatiedossier op niveau 3 of
4 en in die studiejaren te zijn meegeteld voor de toepassing van de
maatstaf, bedoeld in het tweede lid, onder a, en

	e. deelnemers die zijn ingeschreven voor een kwalificatiedossier, na in
de afgelopen vijf studiejaren al in een studiejaar bij de instelling
ingeschreven te zijn geweest voor een opleidingsdomein BES en in een
studiejaar bij de instelling ingeschreven te zijn geweest voor een
kwalificatiedossier op niveau 3 of 4 en in die studiejaren te zijn
meegeteld voor de toepassing van de maatstaf, bedoeld in het tweede lid,
onder a.

D

	Artikel 7.1.2 komt te luiden:

Artikel 7.1.2. Opleidingen

	1. De instelling biedt het onderwijs aan in de vorm van
beroepsopleidingen of opleidingen educatie. Een beroepsopleiding wordt
door de instelling in het maatschappelijk verkeer aangeduid met de naam
van de kwalificatie waarop zij is gericht of voorzover het gaat om
deelnemers die ingeschreven zijn of zullen worden voor een
opleidingsdomein BES of een kwalificatiedossier, de naam van dat
opleidingsdomein BES of dat kwalificatiedossier. 

	2. Een beroepsopleiding is een onderwijstraject dat voor een deelnemer
is ingericht overeenkomstig de eisen van hoofdstuk 7, titel 2, en dat is
gericht op het behalen van een kwalificatie in het beroepsonderwijs, ten
bewijze waarvan een diploma wordt uitgereikt.

	3. Een opleiding educatie is een samenhangend geheel van
onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van eindtermen of het
behalen van een diploma, gelijkwaardig aan een diploma van scholen,
bedoeld in de artikelen 13 tot en met 15 van de Wet op het voortgezet
onderwijs BES, of onderdelen van een dergelijk diploma.

	4. Beroepsopleidingen worden afgesloten met een examen. Opleidingen
educatie kunnen worden afgesloten met een examen. 

E

	Artikel 7.1.3 komt te luiden:

Artikel 7.1.3. Kwalificatie

	Een kwalificatie is het geheel van bekwaamheden die een afgestudeerde
van een beroepsopleiding kwalificeren voor het functioneren in een
beroep of een groep van samenhangende beroepen, in het vervolgonderwijs
en als burger en dat is beschreven binnen een kwalificatiedossier.

F

	Het opschrift van paragraaf 2 van titel 2 van hoofdstuk 7 komt te
luiden:

	§ 2. Beroepsopleidingen en kwalificatiestructuur

G

	Artikel 7.2.2 wordt gewijzigd als volgt: 

	1. In het eerste lid wordt “beroepsopleidingen” vervangen door:
soorten beroepsopleidingen.

	2. Het derde lid komt te luiden: 

	3. De assistentopleidingen richten zich op de kwalificatie voor het
eerste niveau van beroepsuitoefening of voor de entree op de
arbeidsmarkt. De basisberoepsopleidingen richten zich op de kwalificatie
voor het tweede, de vakopleidingen op de kwalificatie voor het derde en
de middenkader en specialistenopleidingen op de kwalificatie voor het
vierde en hoogste niveau van beroepsuitoefening.

	3. In het vierde lid wordt “op verwezenlijking van de eindtermen van
de opleiding binnen redelijke tijd” vervangen door: op het binnen een
redelijke tijd behalen van de kwalificatie waarvoor de deelnemer en de
instelling een onderwijsovereenkomst hebben gesloten.

H

	Artikel 7.2.3 komt te luiden:

Artikel 7.2.3. Certificaten

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald
dat aan onderdelen van een kwalificatie of kwalificaties een certificaat
is verbonden.

	2. Artikel 7.4.8 is van overeenkomstige toepassing op certificaten.

I

	Artikel 7.2.4 komt te luiden:

Artikel 7.2.4. Kwalificatiestructuur

	1. Bij ministeriële regeling wordt vastgesteld voor welke
kwalificaties uit de kwalificatiedossiers, bedoeld in artikel 7.2.4,
tweede lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,
beroepsopleidingen verzorgd kunnen worden.

	2. Bij ministeriële regeling worden op voorstel van de instellingen
opleidingsdomeinen BES vastgesteld.

J

	In artikel 7.2.5 wordt onderdeel a vervangen door:

	a. neemt Onze Minister deze vereisten in acht bij de vaststelling van
de standaarden, bedoeld in artikel 7.4.5, en. 

K

	Artikel 7.2.6, eerste lid, komt te luiden:

	1. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat beroepsopleidingen zodanig
zijn ingericht dat deelnemers, ongeacht of zij eerst worden ingeschreven
voor een opleidingsdomein BES of voor een kwalificatiedossier, de
kwalificatie binnen de vastgestelde studieduur kunnen bereiken.

L

	Artikel 7.2.7 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: De beroepspraktijkvorming kan
voor een deel plaatsvinden in de periode waarin de deelnemer is
ingeschreven voor een opleidingsdomein BES of een kwalificatiedossier.

	2. In het tweede lid komt onderdeel c te luiden:

	c. dat deel van de kwalificatie dat de deelnemer tijdens de
beroepspraktijkvorming dient te behalen en de beoordeling daarvan, en.

	3. In het derde lid wordt “het in het tweede lid, onderdeel c,
bedoelde deel van de eindtermen heeft gerealiseerd” vervangen door:
het in het tweede lid, onderdeel c, bedoelde deel van de kwalificatie
heeft behaald.

M

	Artikel 7.4.2 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het tweede lid wordt na “eindtermen” ingevoegd: of de
kwalificatie-eisen in het kwalificatiedossier.

	2.  In het derde lid vervalt: , eerste lid.  

N

	Artikel 7.4.3 komt te luiden:

Artikel 7.4.3. Examens beroepsopleidingen

	Het examen van een beroepsopleiding is eerst dan met goed gevolg
afgesloten wanneer zowel de beroepspraktijkvorming als het overige deel
van de beroepsopleiding met goed gevolg is afgesloten.

O

	Artikel 7.4.5, onderdeel a, wordt “de eindtermen, bedoeld in artikel
7.2.3” vervangen door: de kwalificatie-eisen in het
kwalificatie-dossier, bedoeld in artikel 7.2.4.

P

	Artikel 7.4.8 komt te luiden:

Artikel 7.4.8. Diploma’s

	1. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, reikt de
examencommissie een diploma uit.

	2. Bij ministeriële regeling worden modellen en technische
veiligheidseisen voor het diploma en de resultatenlijst van een
beroepsopleiding vastgesteld. 

Q

	Artikel 8.1.1 wordt gewijzigd als volgt:

	1. Het vierde lid, komt te luiden:

	4. De inschrijving geschiedt voor een opleiding of een onderdeel
daarvan. In geval van een beroepsopleiding geschiedt de inschrijving
voor een opleidingsdomein BES, een kwalificatiedossier, voor zover de
daarin opgenomen kwalificaties zijn vermeld in de ministeriële
regeling, bedoeld in artikel 7.2.4, eerste lid, of een kwalificatie. Bij
de inschrijving voor een beroepsopleiding worden alle gegevens vermeld
die het bevoegd gezag nodig heeft om te kunnen voldoen aan de
verplichting, bedoeld in artikel 2.3.4, tweede lid. 

	

	2. Toegevoegd worden een negende en een tiende lid, luidend:

	9. De inschrijving voor een opleidingsdomein BES kan uitsluitend
geschieden voor een beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg op
het tweede, derde of vierde niveau, bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid.


	10. Bij ministeriële regeling kan een maximum worden vastgesteld voor
het percentage van de deelnemers in het beroepsonderwijs dat in een jaar
kan worden ingeschreven voor een opleidingsdomein BES.

R

	Artikel 8.1.5 wordt gewijzigd als volgt:

	1. In het tweede lid wordt de tweede volzin vervangen door: De
overeenkomst wordt gesloten voor de duur van de beroepsopleiding of een
deel daarvan, de opleiding educatie of het deel van de opleiding
educatie waarop de inschrijving betrekking heeft.

	2. In het derde lid wordt onderdeel a vervangen door:

	a. de inhoud en inrichting van een opleiding, waaronder voor een
beroepsopleiding begrepen het voltijdse of deeltijdse karakter, de
leerweg, de examenvoorzieningen en de kwalificatie, of, bij inschrijving
voor een opleidingsdomein BES of een kwalificatiedossier, dat
opleidingsdomein BES of dat kwalificatiedossier en het beoogde niveau
van de te behalen kwalificatie,.

S

	Na hoofdstuk 10 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidend:

HOOFDSTUK 10A. EXPERIMENTEN

Artikel 10a.1. Ruimte voor innovatie

	1. Met het oog op verbetering van de kwaliteit, toegankelijkheid of
doelmatigheid van het beroepsonderwijs kan bij wijze van experiment bij
algemene maatregel van bestuur worden afgeweken van:

	- titel 2 van hoofdstuk 2,

	- hoofdstuk 6, en

	- hoofdstuk 7.

	2. In geval van toepassing van het eerste lid worden bij algemene
maatregel van bestuur in ieder geval bepaald:

	a. het doel van het experiment,

	b. op welke wijze van welke artikelen van de in het eerste lid genoemde
hoofdstukken, titels of paragrafen wordt afgeweken,

	c. de duur van het experiment, en

	d. op welke wijze en aan de hand van welke criteria de met het
experiment beoogde effecten worden geëvalueerd.

	De voordracht voor die algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder
gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der
Staten-Generaal is overgelegd.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de
uitvoering van een experiment.

	4. Een experiment duurt ten hoogste zes jaar. Indien, voordat een
experiment is afgelopen, een voorstel van wet is ingediend bij de
Staten-Generaal om het experiment om te zetten in een structurele
wettelijke regeling, kan Onze Minister het experiment verlengen tot het
tijdstip waarop het wetsvoorstel tot wet is verheven en in werking
treedt.

	5. Onze Minister zendt drie maanden voor het einde van de werkingsduur
van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid aan
de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van het experiment in de praktijk, evenals een standpunt over de
voortzetting van die algemene maatregel van bestuur, anders dan een
voortzetting als experiment.

	6. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid,
kan bij wijze van experiment tevens worden afgeweken van:

	a. artikel 1 van de Leerplichtwet BES;

	b. artikel 1.1 van de Wet studiefinanciering BES.

	7. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een
samenwerkingsverband tussen een instelling en een school als bedoeld in
de Wet op het voortgezet onderwijs BES of een instelling als bedoeld in
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Bij
samenwerking met een school als bedoeld in de Wet op het voortgezet
onderwijs BES kan voor die school worden afgeweken van titel II,
afdeling I, hoofdstuk I en van titel III, afdeling III, van die wet. Bij
de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, wordt
geregeld welke bij of krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs BES
onderscheidenlijk de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek vastgestelde voorschriften van toepassing of van
overeenkomstige toepassing zijn op de samenwerking.

T

	Na artikel 11.6a wordt een artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 11.6b. Overgangsbepaling eindtermgerichte opleidingen

	Het bevoegd gezag kan tot een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip op eindtermen gerichte beroepsopleidingen verzorgen. Op deze
opleidingen zijn de artikelen 1.1.1, 1.4.1, 2.2.2, 7.1.2, 7.1.3, 7.2.2,
7.2.3, 7.2.4, 7.2.5, 7.2.6, 7.2.7, 7.4.2, 7.4.3, 7.4.5, 7.4.8, 8.1.1 en
8.1.5 zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van de
wijzigingen van die artikelen op grond van deze wet en de eindtermen die
gelden op die dag van toepassing. 

ARTIKEL IV. OVERGANGSBEPALING VOOR EINDTERMGERICHTE BEROEPSOPLEIDINGEN

	1. De artikelen 1.4.1, 2.1.1 en 7.2.4 van de Wet educatie en
beroepsonderwijs zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van
dit artikel en de eindtermen die zijn vastgesteld voor de
inwerkingtreding van dit artikel blijven van toepassing op

	a. beroepsopleidingen die voor de inwerkingtreding van dit artikel op
basis van artikel 2.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor
bekostiging in aanmerking zijn gebracht, voor zover het deelnemers
betreft die voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het
studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt,

	b. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel
op basis van artikel 1.4.1, eerste lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs, diploma-erkenning is gegeven, voor zover het
deelnemers betreft die voor de desbetreffende opleiding staan
ingeschreven in het studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt
en

	c. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel
op basis van artikel 1.6.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een
recht tot examinering is gegeven, voor zover het deelnemers betreft die
voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het studiejaar
waarin de in de aanhef bedoelde dag valt.

	2. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde
deelnemers in staat worden gesteld binnen een redelijke termijn hun
diploma te halen.

	3. Een diploma voor een opleiding als bedoeld in het eerste lid kan
worden uitgereikt gedurende een periode van maximaal de normatieve duur
van de opleiding vermeerderd met een jaar na het studiejaar waarin de in
de aanhef van het eerste lid bedoelde dag valt.

ARTIKEL V. OVERGANGSBEPALING VOOR EXPERIMENTELE OPLEIDINGEN

	1. De artikelen 1.4.1, lid 5a, 2.1.1, tweede lid, 7.2.4, lid 3a, 8.1.3,
lid 3a, 12.1a.1 en 12.1a.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs zoals
luidend op de dag voor de inwerkingtreding van dit artikel en de
kwalificatiedossiers die zijn vastgesteld voor de inwerkingtreding van
dit artikel blijven van toepassing op

	a. beroepsopleidingen die voor de inwerkingtreding van dit artikel op
basis van artikel 12.1a.1, eerste lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs voor bekostiging in aanmerking zijn gebracht, voor
zover het deelnemers betreft die voor de desbetreffende opleiding staan
ingeschreven in het studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt,

	b. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel
op basis van artikel 12.1a.2, eerste lid, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs diploma-erkenning is gegeven, voor zover het deelnemers
betreft die voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het
studiejaar waarin de in de aanhef bedoelde dag valt en

	c. beroepsopleidingen waarvoor voor de inwerkingtreding van dit artikel
op basis van artikel 1.6.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een
recht tot examinering is gegeven voor zover het deelnemers betreft die
voor de desbetreffende opleiding staan ingeschreven in het studiejaar
waarin de in de aanhef bedoelde dag valt.

	2. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de in het eerste lid bedoelde
deelnemers in staat worden gesteld binnen een redelijke termijn hun
diploma te halen.

	3. Een diploma voor een opleiding als bedoeld in het eerste lid kan
worden uitgereikt gedurende een periode van maximaal de normatieve duur
van de opleiding vermeerderd met een jaar na het studiejaar waarin de in
de aanhef van het eerste lid bedoelde dag valt.

ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt met in werking met ingang van 1 januari 2012 en is voor
het eerst van toepassing op beroepsopleidingen in het studiejaar
2012-2013. Indien deze wet na 31 december 2011 in het Staatsblad wordt
geplaatst, treedt zij in werking met ingang van 1 augustus volgend op de
datum waarop zij in het Staatsblad wordt geplaatst of, indien dat eerder
is, 1 januari volgend op de datum waarop zij in het Staatsblad wordt
geplaatst en is voor het eerst van toepassing op beroepsopleidingen in
het studiejaar volgend op de datum waarop zij in het Staatsblad wordt
geplaatst.

	

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

 PAGE