[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Consequenties controversieel verklaren Nationaal Waterplan en gerelateerde zaken

Brief commissie

Nummer: 2011D10897, datum: 2011-03-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2010Z04338:

Preview document (🔗 origineel)


2011Z04338

Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de staatssecretaris van Financiën
over de Wet op de Omzetbelasting (ingezonden 4 maart 2011) 

1

Herinnert u zich het wetsvoorstel dat ertoe strekte een drietal
richtlijnen te implementeren in de Wet op de Omzetbelasting 1968? 1)
Deelt u de mening dat het voor het Nederlandse bedrijfsleven van groot
belang is dat de afhandeling van internationale BTW zo goed mogelijk
verloopt?

2

In hoeverre heeft u met het bedrijfsleven overleg over de ervaringen met
voornoemd wetsvoorstel? Wat zijn de ervaringen? Is er een bepaald
informatieloket dat ondernemers kunnen raadplegen?

3

Bent u ervan op de hoogte dat op grond van de Europese BTW-richtlijn
lidstaten voor Business to Business (B2B) een verleggingsregeling kunnen
opnemen in hun nationale wetgeving, waardoor deze diensten op grond van
een uitzonderingsregel zijn belast in het land waar de afnemer is
gevestigd? Kunt u aangeven hoe een ondernemer hiermee moet omgaan? Moet
een ondernemer voor iedere EU-lidstaat waar hij diensten verricht
onderzoeken hoe de dienst aldaar in de heffing wordt betrokken? Wordt
hierover in het BTW-Comité overleg gevoerd?

4

Bent u bekend met het feit dat – behalve het feit dat bovenstaande
verleggingsregeling niet in iedere EU-lidstaat op dezelfde wijze wordt
toegepast – ook op het gebied van de BTW-vrijstellingen verschillen
tussen EU-lidstaten zitten? Kunt u aangeven hoe ondernemers hiermee
omgaan, aangezien dit mede relevant is voor de listingsverplichting die
geldt voor grensoverschrijdend dienstenverkeer binnen de EU? 2) Wordt
hierover in het BTW-Comité overleg gevoerd?

5

Bent u bekend met de jurisprudentie 3) over de aftrek van voorbelasting
in geval van zogeheten nummerverwerving, waaruit blijkt dat het
terugvragen van BTW voor dergelijke verwervingen niet kan plaatsvinden
op dezelfde BTW-aangifte als waarop dergelijke verwervingen worden
aangegeven, en de onduidelijkheid in de literatuur over de vraag of dit
ook geldt voor situaties waarin de vereenvoudigde ABC-regeling van
toepassing is? 4) Kunt u hierover duidelijkheid verschaffen?

6

Bent u bekend met de onduidelijkheid die bestaat over de toepassing van
de verleggingsregeling indien de ondernemer die de dienst verricht over
een vaste inrichting beschikt in het land waar de dienst belast is? 5)
Kunt u aangeven hoe hiermee moet worden omgegaan in de praktijk?

1) Kamerstukken II ,31 907

2) Indien een dienst in een andere EU-lidstaat vrijgesteld, dan kan
listing en een verwerking als intracommunautaire prestatie in de
Nederlandse aangifte BTW immers achterwege blijven.

3) HvJ 22 april 2010, C-546/08 en C-539/08. 

4) Zie “Facetten van nummerverwervingen” in BTW-Brief nr. 6/7, 2010
enerzijds en het artikel “Three is a crowd: Hof van Justitie toont
risico’s van ketentransacties” in  BTW-bulletin nummer 10, oktober
2010, anderzijds.

5)“Enkele knelpunten in het Btw-pakket” in  BTW-bulletin nummer 11,
november 2009