[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32658 Tijdelijke wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen

Tijdelijke wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen

Eindtekst

Nummer: 2011D13764, datum: 2011-03-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z03779:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

17 maart 2011



Tijdelijke wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering
van de bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om in het
belang van de volksgezondheid een verbod in te kunnen stellen met
betrekking tot de vangst van vissen en aldus in effectieve en eenduidige
maatregelen te voorzien teneinde de naleving van aan eindproducten
gestelde voorschriften te bevorderen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Visserijwet 1963 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Het opschrift van Hoofdstuk VI komt te luiden:

HOOFDSTUK VI BESTUURLIJKE MAATREGELEN EN TOEZICHTS-, DWANG- EN
STRAFBEPALINGEN

B

	Na artikel 54b wordt het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 54c

	1. Onze Minister kan maatregelen treffen met betrekking tot vis die via
voedering, drenking, inademing of een andere vorm van blootstelling een
schadelijke stof heeft opgenomen, of waarvan wordt vermoed dat hij deze
heeft opgenomen, of die het gevaar loopt de stof op te nemen, en daarmee
een ernstig gevaar voor mens, dier en milieu kan opleveren.

	2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn:

	a. een verbod op het vissen, en

	b. een verbod op het voorhanden en in voorraad hebben van vis.

	3. De maatregelen kunnen worden voorgeschreven:

	a. voor een daarbij aan te wijzen vissoort;

	b. voor één of meer afzonderlijke gevallen of ten algemene, en

	c. voor geheel Nederland of voor bepaalde gedeelten daarvan.

	4. Aan de maatregelen kunnen voorschriften of beperkingen worden
verbonden. Het is verboden te handelen in strijd met voorschriften als
bedoeld in de eerste volzin.

	5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de
uitvoering van de maatregelen. Hierbij kan worden voorzien in de
mogelijkheid tot ontheffingverlening of in een vrijstelling voor
onderzoeksdoeleinden. Het vierde lid is van overeenkomstige toepassing
op de ontheffing of de vrijstelling.

	6. De maatregelen krachtens het eerste lid worden getroffen in
overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

ARTIKEL II

	1. In artikel 1, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt
in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

	de Visserijwet 1963, artikel 54c, voor zover de gedragingen
plaatsvinden in de uitoefening van een bedrijf;.

	2. In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt
in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

	de Visserijwet 1963, artikel 54c, voor zover de gedragingen
plaatsvinden anders dan in de uitoefening van een bedrijf;.

ARTIKEL III

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende
voorstel van wet inhoudende een integraal kader voor regels over
gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren 31 389)
tot wet is of wordt verheven, en de artikelen 1.1, 5.1, 5.10, 8.1 tot en
met 8.4 en 11.8 voor zover laatstgenoemd artikel betrekking heeft op
onderdeel A, tweede lid, in werking treden:

	a. berusten de op grond van artikel 54c van de Visserijwet 1963
vastgestelde maatregelen, regelingen of besluiten op de artikelen 5.1 en
5.10 van de Wet dieren;

	b. komt het opschrift van Hoofdstuk VI van de Visserijwet 1963 te
luiden: Hoofdstuk VI Toezichts-, dwang- en strafbepalingen;

	c. vervalt artikel 54c van de Visserijwet 1963;

	d. vervalt in de alfabetische rangschikking van artikel 1, onder 1°,
van de Wet op de economische delicten: de Visserijwet 1963, artikel 54c,
voor zover de gedragingen plaatsvinden in de uitoefening van een
bedrijf;;

	e. vervalt in de alfabetische rangschikking van artikel 1, onder 4°,
van de Wet op de economische delicten: de Visserijwet 1963, artikel 54c,
voor zover de gedragingen plaatsvinden anders dan in de uitoefening van
een bedrijf;.

	2. Artikel 54c van de Visserijwet 1963 zoals dit luidde voor de
inwerkingtreding van de artikelen genoemd in het eerste lid, aanhef,
blijft van toepassing met betrekking tot gedragingen die hebben
plaatsgevonden in het tijdvak tussen inwerkingtreding van de Tijdelijke
wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de invoering van de
bevoegdheid tot het treffen van bestuurlijke maatregelen en de
inwerkingtreding van de in het eerste lid, aanhef, genoemde artikelen.

ARTIKEL IV

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   3