Recatie van de minister van Defensie op het schrijven van de CTIVD inzake het onderzoek naar de rol van de MIVD en de AIVD bij de evacuatiecommissie in Libië
Brief regering
Nummer: 2011D15356, datum: 2011-03-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.S.J. Hillen, minister van Defensie ()
Onderdeel van zaak 2011Z06263:
- Indiener: J.S.J. Hillen, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-03-29 13:30: Extra procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2012-03-29 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Op verzoek van het lid Pechtold reageer ik hierbij op de brief van de CTIVD die ik u hedenmiddag heb toegezonden, en op de vraag hoe de uitkomsten van dit onderzoek zich verhouden tot de brief en het feitenrelaas die mijn collega van Buitenlandse Zaken en ik 21 maart jl. aan de Kamer zonden. Algemeen informatiepositie MIVD met betrekking tot Libië Zoals vermeld in onze brief en het daarbij gevoegde feitenrelaas beschikten de MIVD, noch haar partnerdiensten, over een bijzondere inlichtingenpositie ten aanzien van Libië, respectievelijk Sirte. De MIVD werkt, zoals wij stelden bij de uitvoering van haar inlichtingentaak vraaggestuurd. De inlichtingen- en veiligheidsbehoeften van Defensie zijn weergegeven in de Inlichtingen- en Veiligheidsbehoefte Defensie (IVD). De inlichtingenbehoeften van overige ministeries zijn vastgelegd in het zogeheten AanwijzingsBesluit (AB) van de Minister-President. IVD en AB vormen gezamenlijk de behoeftestellingen waar de MIVD zich in haar inlichtingentaak op richt. Om capaciteitsredenen hanteert de MIVD daarbij een indeling per aandachtsgebied in drie prioriteitscategorieën. De categorie-indeling geeft een indicatie van het belang dat wordt gehecht aan het desbetreffende aandachtsgebied of een aspect daarvan. De categorisering bepaalt de intensiteit en diepgang van informatieverzameling en analyse. De categorie die aan een bepaald land of thema is verbonden, wordt elk jaar opnieuw bepaald. Deze indeling wordt tussentijds aangepast indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Libië behoorde dit jaar niet tot één van de drie onderscheiden categorieën. Dit betekent dat de MIVD voor dit jaar geen specifieke personele of materiële capaciteit met betrekking tot Libië had vrijgemaakt. De MIVD beschikte derhalve in de aanloop naar de groeiende onrust in Libië en de opstand tegen het Gaddaffi-regime slechts over een beperkte, eigenstandige informatiepositie op basis van open bronnen. Pas toen eind februari de politieke onrust in Libië sterk toenam, is de MIVD de informatieverzameling en analyse-activiteiten met betrekking tot Libië op gaan voeren. In dat kader is in eerste instantie met name een aantal buitenlandse partnerdiensten om informatie gevraagd, maar dit heeft op korte termijn niet tot een aanmerkelijke verbetering van de informatiepositie geleid. De intensivering van de MIVD-inspanningen met betrekking tot Libië had tot doel om inlichtingenondersteuning te kunnen geven aan evacuatieplannen waarbij sprake was van de mogelijke inzet van de krijgsmacht. Dreigingsappreciaties en specifieke inlichtingen voor evacuatieoperaties In de regel maakt Defensie geen melding van verzoeken aan en ontvangen informatie van de MIVD. Het proces rondom en de substantie van inlichtingeninformatie zijn geclassificeerd. In het feitenrelaas treft u dan ook geen tijdstippen van verzoeken aan de MIVD, noch een omschrijving van de informatie die dat heeft opgeleverd, aan. Dat geldt voor de desbetreffende operatie bij Sirte, maar ook de eerdere operaties bij Misrata en Nafura op respectievelijk 25 en 26 februari jl. en alle andere informatie die Hr. Ms. Tromp sinds zij opstoomde richting de Libische kust aan de MIVD had gevraagd en verkregen. In het feitenrelaas is, zoals ook hierboven, wel een beeld gegeven van de informatiepositie van de MIVD in het algemeen, en is meer specifiek op pagina zes van het feitenrelaas geschetst, dat ´meer specifieke inlichtingen over de actuele situatie in Sirte gelet op de informatiepositie van onder andere de inlichtingendiensten en partners niet beschikbaar waren, en zeker niet op korte termijn.´ Dit gegeven was gebaseerd op ervaringen met eerdere, vergelijkbare verzoeken. Op woensdag 23 maart jl. heeft de CTIVD mij haar bevindingen naar aanleiding van uw informele verzoek voorgelegd. Daarin wordt specifiek melding gemaakt van tijdstippen van verzending en ontvangst van een inlichtingenverzoek en het antwoord daarop. In het kader van het specifieke verzoek van uw Kamer heb ik heden besloten in dit geval af te wijken van de regel en toe te staan de gevraagde informatie openbaar te maken. De evacuatieoperatie te Sirte in relatie tot de brief van de CTIVD Ik hecht eraan de volgende toelichting te geven op de in de brief van de CTIVD genoemde tijdstippen en verzoeken. Hr. Ms. Tromp beschikte al over algemene informatie over Libië van de MIVD en informatie over locaties en wapens in Libië die mogelijk een bedreiging voor Hr. Ms. Tromp en de helikopter zouden kunnen vormen. Hr. Ms. Tromp had zelf via open bronnen ook beeldmateriaal vergaard over de landingslocatie. Hr. Ms. Tromp heeft om 14.18 uur zekerheidshalve een verzoek gedaan bij de MIVD om aanvullende informatie met betrekking tot Sirte. Dit betrof een verzoek alleen gericht op specifieke informatie en beeldmateriaal over de beoogde landingsplaats. Omdat er contact was met NN, die ter plekke was, en omdat bekend was welke luchtafweer aanwezig was in de omgeving van de geplande oppiklocatie, en er een window of opportunity bestond, is niet gewacht op eventuele aanvullende informatie van de MIVD. Niet alle operaties die de krijgsmacht uitvoert worden overigens voorafgegaan door een specifieke dreigingsappreciatie van de MIVD. Hoewel op basis van het contact met NN kon worden geconcludeerd dat de lokale veiligheidssituatie rustig was, is bij het opstellen van het operatieplan uit voorzorg rekening gehouden met de mogelijke militaire capaciteiten van het Gaddaffi-regime in Sirte. De wijze van optreden en criteria voor het afbreken van de operatie zijn daarop toegesneden. Op 27 februari om 20.00 uur is vanuit het operatiecentrum van Defensie in Den Haag, en dus niet vanaf Hr. Ms. Tromp, contact gezocht met de MIVD. In dat contact is medegedeeld dat de helikopter van Hr. Ms. Tromp werd vastgehouden te Sirte en is de locatie doorgegeven met het verzoek om informatie over mogelijke locaties in de omgeving van de landingsplaats waar de bemanningsleden en NN vastgehouden werden. Dit verzoek is om 00.47 uur beantwoord door de MIVD. Het verzoek van Hr. Ms. Tromp van zondag 27 februari om 14.18 uur is door de MIVD op maandag 28 februari om 07.02 uur opgemerkt. Het is bij de MIVD de procedure telefonisch te attenderen op dergelijke verzoeken, hetgeen in dit geval niet is gebeurd. Dit gegeven zal worden meegenomen in de lessons learned. Omdat de MIVD maandagmorgen inmiddels op de hoogte was van het feit dat de helikopter werd vastgehouden te Sirte is dit verzoek niet meer beantwoord. DE MINISTER VAN DEFENSIE Drs. J.S.J. Hillen Bureau Secretaris-generaal Datum Onze referentie BS/2010001279 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3 Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl Onze referentie DIS 2011005269 Bij beantwoording datum, onze referentie en betreft vermelden. In afschrift aan: De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA Den Haag > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Datum 24 maart 2011 Betreft Brief CTIVD inzake de rol van de MIVD en AIVD bij de evacuatiecommissie in Libië Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3