[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Eindtekst

Nummer: 2011D17718, datum: 2011-03-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2009Z24494:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

29 maart 2011



Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot
taakherschikking 



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet op de
beroepen in de individuele gezondheidszorg op een aantal punten te
wijzigen ten einde in Nederland effecten te kunnen toekennen aan in het
buitenland opgelegde beperkingen in de beroepsuitoefening en bij wijze
van experiment taakherschikking mogelijk te maken;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt
gewijzigd:

A

	[Vervallen] 

B

	Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d, door een
puntkomma wordt aan artikel 6 een onderdeel toegevoegd, luidende:

	e. indien ten aanzien van de aanvrager een maatregel, berustende op een
in het buitenland gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of
bestuursrechtelijke beslissing, van kracht is op grond waarvan de
aanvrager zijn rechten ter zake van de uitoefening van het betrokken
beroep in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend
geheel heeft verloren.

C

	Onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel d, door een
puntkomma wordt aan artikel 7 een onderdeel toegevoegd, luidende:

	e. indien zulks voortvloeit uit een maatregel, berustende op een in het
buitenland gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke
beslissing op grond waarvan de ingeschrevene zijn rechten ter zake van
de uitoefening van het betrokken beroep in het land waar de beslissing
is gegeven tijdelijk of blijvend geheel heeft verloren.

D

	Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

	Onze Minister kan artikel 6, onderdeel e, en artikel 7, onderdeel e,
buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet
op het belang dat deze bepalingen beogen te beschermen, zal leiden tot
een onbillijkheid van overwegende aard.

E

	Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd: 

01.	Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

	1. De onderdelen a tot en met e worden geletterd d tot en met h.

	2. Er worden drie nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

	a. een gegeven bevel, inhoudende een inperking van de bevoegdheid in
het register ingeschreven staande het betrokken beroep uit te oefenen;

	b. een aan de ingeschrevene opgelegde berisping;

	c. een aan de ingeschrevene opgelegde geldboete;

	

	3. In onderdeel h (nieuw) komt ‘onder b bedoelde voorwaarden’ te
luiden ‘onder e bedoelde voorwaarden’ en komt ‘de onder c bedoelde
ontzegging’ te luiden: de onder f bedoelde ontzegging. 

	1. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een nieuw
tweede lid ingevoegd, luidende:

	2. In het register wordt een aantekening geplaatst van een maatregel,
berustend op een in het buitenland gegeven rechterlijke,
tuchtrechtelijke of bestuursrechtelijke beslissing op grond waarvan de
ingeschrevene zijn rechten terzake van de uitoefening van het betrokken
beroep in het land waar de beslissing is gegeven tijdelijk of blijvend
gedeeltelijk heeft verloren.

	2. Het derde lid komt als volgt te luiden:

	3. Bij een aantekening als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt
vermeld:

	a. de datum waarop van de schorsing een aantekening wordt geplaatst
alsmede de duur van de schorsing, indien die reeds bekend is;

	b. de datum waarop het bevel, de berisping, de geldboete, de in het
eerste lid bedoelde voorwaarden of de ontzegging zijn gaan gelden
alsmede, ingeval de voorwaarden of de in het tweede lid bedoelde
maatregel tot een proeftijd zijn beperkt, de duur daarvan dan wel 

	c. de datum waarop de schorsing is geëindigd of vanaf welke het bevel,
de in eerste lid bedoelde voorwaarden of de in het tweede lid bedoelde
maatregel niet langer gelden. 

	3. Na het derde lid, worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. Indien de in het tweede lid bedoelde aantekening in het register is
geplaatst, geldt de in het buitenland opgelegde bevoegdheidsbeperking
ook voor de beroepsuitoefening in Nederland.

	5. De in het eerste lid, onderdeel b tot en met h, en de in het tweede
lid bedoelde aantekening wordt gedurende een bij algemene maatregel van
bestuur bepaalde termijn in het register vermeld en daarbij wordt indien
bekend de aard van het vergrijp vermeld dat tot de aantekening heeft
geleid.   

F

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden:

b.	een doorhaling van de inschrijving 

- ter tenuitvoerlegging van een op grond van deze wet genomen maatregel;

- op grond van artikel 7, onder c, of 

- op grond van artikel 7, onder e;.

2. Het eerste lid, onderdelen c en d komen als volgt te luiden:

c.	de inschrijving van een persoon ingeval op grond van onderdeel b
openbaar kennis is  

gegeven van de doorhaling van de voorafgaande inschrijving van die
persoon;

d. de ontzegging, bedoeld in artikel 48, derde lid, van het recht
wederom in het register te worden ingeschreven.

3. In het tweede lid wordt na “wijze” ingevoegd “en voor de
daarbij vast te stellen duur”en wordt “zij” vervangen door: de
kennisgeving.

FA

	Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid worden:

	a. de onderdelen b tot en met e geletterd tot e tot en met h;

	b. na onderdeel a worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

	b. of ten aanzien van een ingeschrevene een bevel, inhoudende een
beperking van de bevoegdheid in het register ingeschreven staande het
betrokken beroep uit te oefenen, van kracht is, met, zo dit het geval
is, een omschrijving van de inhoud van het bevel;

	c. of met betrekking tot de ingeschrevene in het register een
aantekening is opgenomen inzake een berisping, met, zo dit het geval is,
onder vermelding van de aard van het vergrijp dat tot de oplegging van
de berisping heeft geleid;

	d. of met betrekking tot de ingeschrevene in het register een
aantekening is opgenomen inzake een opgelegde geldboete, met, zo dit het
geval is, onder vermelding van de aard van het vergrijp dat tot de
oplegging van de berisping heeft geleid;.

	2. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, wordt een
lid ingevoegd, luidende:

	3. Gedurende de periode dat daarvan op grond van artikel 11 openbaar
kennis wordt gegeven, geldt een gelijke verplichting tot mededeling als
bedoeld in het tweede lid ten aanzien van een in artikel 11, eerste lid,
onderdeel b en d bedoelde doorhaling en ontzegging van het recht wederom
in het register te worden ingeschreven.

G

	Artikel 19, tweede lid, komt als volgt te luiden:

	2. Indien een arts op grond van artikel 61, tiende of elfde lid, van de
Geneesmiddelenwet bevoegd is geneesmiddelen te bereiden en ter hand te
stellen, behoren deze handelingen mede tot het gebied van zijn
deskundigheid.

H

	Aan artikel 31 wordt een volzin toegevoegd, luidende:

	Bij of krachtens de maatregel kunnen geneesmiddelen worden aangewezen
waarvan het voorschrijven tot het deskundigheidsgebied van de
verloskundige behoort en kan apparatuur worden aangewezen waarvan het
gebruik tot het deskundigheidsgebied van de verloskundige behoort.

I

	Aan artikel 34, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

	Bij of krachtens de maatregel kunnen geneesmiddelen worden aangewezen
waarvan het toedienen tot het deskundigheidsgebied behoort van personen,
die de krachtens het eerste lid geregelde of aangewezen opleiding hebben
voltooid, en kan apparatuur worden aangewezen waarvan het gebruik tot
het deskundigheidsgebied behoort van personen, die de krachtens het
eerste lid geregelde of aangewezen opleiding hebben voltooid.

J

	In artikel 35, eerste lid, wordt “de artikelen 36 en 37” telkens
vervangen door: de artikelen 36 tot en met 37.

K

	Na artikel 36 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 36a

	1. Bij algemene maatregel van bestuur kan in afwijking van artikel 36
van deze wet en van artikel 1, eerste lid, onderdeel pp, van de
Geneesmiddelenwet bij wijze van experiment worden bepaald, dat voor een
termijn van maximaal vijf jaar een bij de maatregel omschreven categorie
van beroepsbeoefenaren, die werkzaam is op het gebied van de individuele
gezondheidszorg en die met goed gevolg een bij de maatregel aangewezen
opleiding met betrekking tot de aan te wijzen voorbehouden handeling
heeft afgerond, wordt aangewezen als zijnde bevoegd tot het verrichten
van in die maatregel aangewezen handelingen.

	2. Op de in de maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren is
artikel 36, vijftiende lid, van overeenkomstige toepassing.

	3. Bij de maatregel kan aan de in het eerste lid omschreven categorie
van beroepsbeoefenaren gedurende de in dat lid bedoelde periode het
recht verleend worden een in de maatregel aan te geven titel te voeren.
Gedurende deze periode is het aan anderen verboden deze titel of een
daarop gelijkende benaming te voeren.

	4. Met een recept als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel pp,
van de Geneesmiddelenwet wordt voor de toepassing van dit artikel
gelijkgesteld een document dat is opgesteld door een met naam en
werkadres aangeduide beroepsbeoefenaar, die behoort tot de bij de
maatregel omschreven categorie van beroepsbeoefenaren die op grond van
de maatregel bevoegd is tot het voorschrijven van UR-geneesmiddelen als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel s, van de Geneesmiddelenwet,
en waarin aan een persoon als bedoeld in artikel 61, eerste lid,
onderdeel a of b, van de Geneesmiddelenwet, een voorschrift wordt
gegeven om een met zijn stofnaam of merknaam aangeduid geneesmiddel in
de aangegeven hoeveelheid, sterkte en wijze van gebruik ter hand te
stellen aan een te identificeren patiënt en dat is ondertekend door de
desbetreffende beroepsbeoefenaar dan wel, zonder te zijn ondertekend met
een zodanige code is beveiligd dat een daartoe bevoegde persoon of
instantie de authenticiteit ervan kan vaststellen.

	5. Artikel 47 is van overeenkomstige toepassing op de bij de maatregel
omschreven categorie van beroepsbeoefenaren voor wat betreft het
verrichten van de in het eerste lid bedoelde aangewezen handelingen, met
dien verstande dat op deze beroepsbeoefenaren slechts de maatregelen
bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van
toepassing zijn.

	6. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen
algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken
nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

	7. Indien voor het verstrijken van de in het eerste lid bedoelde
termijn een voorstel van wet tot wijziging van artikel 36 in de zin van
de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt
ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, wordt de in het
eerste lid bedoelde termijn verlengd, met een maximum van vijf jaren en
vervalt op

	a. het moment van inwerkingtreding van de bedoelde wijzigingswet,
danwel

	b. het moment dat de bedoelde wijzigingswet wordt ingetrokken of
verworpen door een der Kamers der Staten-Generaal.

L

	In artikel 38 wordt in de aanhef “de artikelen 36 en 37” vervangen
door: de artikelen 36 tot en met 37.

M

	Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te vervallen, onder vernummering van het tweede
tot en met het zesde lid tot het eerste tot en met het vijfde lid.

	2. In de tweede volzin van het tweede lid (nieuw) wordt “het eerste
lid” vervangen door: artikel 7, onderdeel e.

	3. In de tweede volzin van het vierde lid (nieuw) wordt “het derde
lid” vervangen door: het tweede lid.

N

	Artikel 43, tweede lid, onderdeel b, komt als volgt te luiden:

	b. ten aanzien van hem geen maatregel als bedoeld in artikel 6,
onderdeel e, van kracht is en voor zover zijn rechten ter zake van de
uitoefening van zijn beroep in de lid-Staat onderscheidenlijk een andere
overeenkomstsluitende staat waar hij gevestigd is, beperkt is op grond
van een in dat land gegeven rechterlijke, tuchtrechtelijke of
bestuursrechtelijke beslissing, hij zich houdt aan de in dat land
opgelegde bevoegdheidsbeperking.

O

	In artikel 45, derde lid, wordt “artikel 42, tweede lid” vervangen
door: artikel 42, eerste lid.

ARTIKEL II

	De bepalingen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of de
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 PAGE    

 PAGE   3