[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32587, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 12 april 2011)

Wijziging van onder meer de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de instelling van het diplomaregister hoger onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, NT2 en inburgering

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D19882, datum: 2011-04-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z20184:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 12 april 2011)



32 587	Wijziging van onder meer de Wet op het onderwijstoezicht in
verband met de instelling van het diplomaregister hoger onderwijs,
beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, NT2 en
inburgering







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bestrijding van
diplomafraude en vermindering van administratieve lasten van
onderwijsinstellingen en burgers wenselijk is om een diplomaregister in
te richten en daarmee zekerheid te verschaffen over het al dan niet
bezitten van een getuigschrift hoger onderwijs of een diploma
beroepsonderwijs, voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, Nederlands
als tweede taal of inburgering; dat daartoe onder meer de Wet op het
onderwijstoezicht dient te worden gewijzigd;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT

	De Wet op het onderwijstoezicht wordt gewijzigd als volgt.

A

	Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van
onderdeel n door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidend:

	o. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1,
onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij
ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.

B

	Artikel 24a, onderdeel c, vervalt, onder verlettering van onderdeel d
tot onderdeel c.

C

	Na hoofdstuk 6A wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidend:

HOOFDSTUK 6B. HET DIPLOMAREGISTER HOGER ONDERWIJS, BEROEPSONDERWIJS,
VOORTGEZET (ALGEMEEN VOLWASSENEN)ONDERWIJS, NT2 EN INBURGERING

Artikel 24l. Begripsbepalingen

	In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

	a. diplomaregister: diplomaregister, bedoeld in artikel 24m;

	b. diplomagegevens: gegevens, bedoeld in artikel 24o;

	c. betrokkene: degene op wie een diplomagegeven betrekking heeft;

	d. derde: derde als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de Wet
bescherming persoonsgegevens;

	e. waardedocument: een getuigschrift, diploma, cijferlijst of
certificaat als bedoeld in artikel 24n;

	f. College voor examens: College voor examens, genoemd in artikel 2 van
de Wet College voor examens, of één van diens rechtsvoorgangers,
genoemd in artikel 12 van die wet, op het gebied van staatsexamens;

	g. afsluitend examen:

	1° het examen, bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en het examen van een opleiding
van de Open Universiteit, voor zover dit examen door die wet daarmee
gelijk wordt gesteld,

	2° het examen, bedoeld in artikel 7.10b van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 24m. Doel en functie diplomaregister

	1. Er is een diplomaregister hoger onderwijs, beroepsonderwijs,
voortgezet (algemeen volwassenen)onderwijs, inburgering en Nederlands
als tweede taal, dat ten doel heeft diplomagegevens te verstrekken aan:

	a. de betrokkene;

	b. de instelling of school, bedoeld in artikel 24n, of de school of
afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs, waarbij de betrokkene is
ingeschreven of minder dan vijf jaar voor de gegevensverstrekking was
ingeschreven;

	c. de instelling of school, bedoeld in artikel 24n, of het College voor
examens, waarbij de betrokkene minder dan vijf jaar voor de
gegevensverstrekking een waardedocument heeft behaald;

	d. een instelling of school als bedoeld in artikel 24n, of het College
voor examens, voor zover de verwerking van die gegevens noodzakelijk is
voor de aanmelding, inschrijving of examinering van de betrokkene;

	e. overheidsinstanties, voor zover de verwerking van die gegevens
noodzakelijk is voor de goede vervulling van hun publieke taak;

	f. overige derden.

	2. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens als bedoeld in
dit hoofdstuk is Onze Minister de verantwoordelijke, bedoeld in artikel
1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 24n. Reikwijdte diplomaregister

	Behoudens artikel 24r omvat het diplomaregister gegevens over:

	a. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde propedeutische examens
van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger beroepsonderwijs en
met goed gevolg afgelegde afsluitende examens van uit ’s Rijks kas
bekostigde opleidingen hoger onderwijs, met uitzondering van de
programma’s, bedoeld in artikel 7.8a, eerste lid, van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, die op of na 1 januari
1996 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in de onderdelen a, b,
c en g van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek;

	b. diploma’s van uit ’s Rijks kas bekostigde beroepsopleidingen die
op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door instellingen als bedoeld in
artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

	c. diploma’s, cijferlijsten en certificaten van opleidingen als
bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en
beroepsonderwijs die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door
instellingen als bedoeld in artikel 1.3.1, derde lid, van die wet;

	d. diploma’s van staatsexamens als bedoeld in artikel 60, tweede lid,
van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na 1 januari 2011 zijn
afgegeven door het College voor examens;

	e. diploma’s voor het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 13,
eerste lid, van de Wet inburgering die op of na 1 januari 2007 zijn
afgegeven;

	f. diploma’s en cijferlijsten van onderwijs als bedoeld in artikel 2
van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na 1 januari 2006 zijn
afgegeven door scholen als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van die
wet aan leerlingen die aan de desbetreffende school zijn ingeschreven;

	g. diploma’s en cijferlijsten van onderwijs als bedoeld in artikel 2
van de Wet op het voortgezet onderwijs die op of na een bij koninklijk
besluit te bepalen datum zijn afgegeven door scholen als bedoeld in
artikel 64, eerste lid, van die wet aan leerlingen die zijn ingeschreven
aan een school of afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs;

	h. diploma’s, cijferlijsten en certificaten van staatsexamens als
bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op het voortgezet
onderwijs die op of na 1 januari 2011 zijn afgegeven door het College
voor examens;

	i. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens
van de uit ’s Rijks kas bekostigde programma’s, bedoeld in artikel
7.8a, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek die op of na 1 januari 2007 zijn afgegeven door instellingen
als bedoeld in de onderdelen a, b, c en g, van de bijlage van de Wet op
het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

	j. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens
van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger onderwijs die op of
na een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip zijn afgegeven door de
instelling, bedoeld in onderdeel h van de bijlage van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

	k. getuigschriften van met goed gevolg afgelegde afsluitende examens
van uit ’s Rijks kas bekostigde opleidingen hoger onderwijs die op of
na een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip zijn afgegeven door
instellingen als bedoeld in onderdeel i van de bijlage van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 24o. Diplomagegevens

	1. Het diplomaregister bevat voor alle daarin opgenomen
waardedocumenten gegevens over:

	a. het persoonsgebonden nummer, de geslachtsnaam, de voornamen, het
geslacht en de geboortedatum van betrokkene zoals opgenomen in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens of, bij het ontbreken
daarvan, zoals opgegeven door de organisatie die het waardedocument
heeft uitgereikt;

	b. het soort waardedocument alsmede de naam van de organisatie die dit
heeft uitgereikt.

	2. Het diplomaregister bevat voorts gegevens over:

	a. in geval van een getuigschrift van een opleiding of programma,
opgenomen in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs, bedoeld
in artikel 6.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek: de desbetreffende opleiding en het jaar, de maand en de aard
van het examen;

	b. in geval van een diploma van een opleiding, opgenomen in het
Centraal register beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.4.1 van de
Wet educatie en beroepsonderwijs: de kwalificatie en de gegevens,
bedoeld in artikel 2.5.5a, tweede lid, onder h, van die wet;

	c. in geval van een diploma, cijferlijst of certificaat van een
opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet
educatie en beroepsonderwijs, afgegeven door een instelling als bedoeld
in artikel 1.3.1 van die wet: de gegevens, bedoeld in artikel 2.3.6a,
tweede lid, onder f en g, van die wet;

	d. in geval van een diploma voor een staatsexamen als bedoeld in
artikel 60, tweede lid, van de Wet op het voorgezet onderwijs, afgegeven
door het College voor examens: het behaalde diploma, het programma en de
datum waarop het diploma is behaald;

	e. in geval van een diploma voor het inburgeringsexamen, bedoeld in
artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering: het behaalde diploma,
het niveau, het profiel en de datum waarop het diploma is behaald.

	f. in geval van een diploma of cijferlijst van onderwijs als bedoeld in
artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs, afgegeven door een
school als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van die wet: de gegevens,
bedoeld in artikel 103b, tweede lid, onder c, d, f en g, van die wet;

	g. in geval van een diploma, cijferlijst of certificaat voor een
staatsexamen als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op het
voortgezet onderwijs, afgegeven door het College voor examens: de vakken
waarin examen is afgelegd, de cijfers van het college-examen, het vak of
de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft, de beoordeling
van het sectorwerkstuk, alsmede het thema van het sectorwerkstuk, de
cijfers van het centraal examen, de eindcijfers en de uitslag van het
staatsexamen.

Artikel 24p. Correctie op verzoek

	1. Indien een of meer van de gegevens in het diplomaregister afwijken
van de gegevens in het originele waardedocument, kan de betrokkene Onze
Minister elektronisch verzoeken eerstgenoemde gegevens te verbeteren.
Onze Minister verzoekt de organisatie die het document heeft uitgereikt
om hem elektronisch de juiste gegevens te verstrekken. Indien de
organisatie constateert dat een of meer gegevens van de betrokkene in
het diplomaregister niet overeenkomen met de gegevens waarover zij
beschikt, verzoekt zij Onze Minister om deze gegevens te verbeteren.

	2. Indien de organisatie die het document heeft uitgereikt, constateert
dat de gegevens van de betrokkene in het diplomaregister overeenkomen
met de gegevens waarover zij beschikt of indien zij niet meer over de
diplomagegevens van betrokkene beschikt, deelt zij dit elektronisch mee
aan Onze Minister en deelt Onze Minister dit elektronisch mee aan de
betrokkene. Indien de organisatie niet meer over de diplomagegevens van
de betrokkene beschikt, kan de betrokkene op vertoon van het originele
waardedocument aan Onze Minister verzoeken om de gegevens in het
diplomaregister te verbeteren.

	3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de gegevens,
bedoeld in artikel 24o, eerste lid, onder a, die zijn overgenomen uit de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 24q. Het verstrekken van diplomagegevens

	1. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan betrokkene.

	2. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan een
school of afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de
Wet op de expertisecentra, indien betrokkene is ingeschreven of was
ingeschreven bij die instelling, school of afdeling. Op grond van de
eerste volzin kunnen uitsluitend diplomagegevens worden verstrekt die
zijn behaald voor onderwijs van die instelling, school of afdeling.

	3. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan het
College voor examens indien betrokkene een waardedocument heeft behaald
bij die instelling, die school of dat college. Op grond van de eerste
volzin kunnen uitsluitend diplomagegevens worden verstrekt van
waardedocumenten die zijn afgegeven door die instelling, die school of
dat college.

	4. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan een instelling of school als bedoeld in artikel 24n of aan het
College voor examens ten behoeve van de aanmelding, inschrijving of
examinering van betrokkene.

	5. Op grond van het vierde lid kunnen uitsluitend diplomagegevens
worden verstrekt van:

	a. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder a tot en met d en
f tot en met k, indien het betreft een instelling als bedoeld in artikel
24n, onder a, i, j of k,

	b. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder b, c, f, g en h,
indien het betreft een instelling als bedoeld in artikel 24n, eerste
lid, onder b,

	c. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder c, f, g en h,
indien het betreft een school, instelling of afdeling als bedoeld in
artikel 24n, eerste lid, onder c, f of g,

	d. de waardedocumenten, bedoeld in artikel 24n, onder c, d, f, g en h,
indien het betreft het College voor examens.

	6. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan Onze Minister en de inspectie voor zover dat noodzakelijk is voor de
uitoefening van hun wettelijke taken. Voor zover het betreft het gebruik
door Onze Minister voor de begrotings- en beleidsvoorbereiding, worden
de diplomagegevens op een zodanige wijze verstrekt, dat degenen op wie
zij betrekking hebben niet geïdentificeerd of identificeerbaar zijn.
Artikel 24f, zevende en achtste lid, zijn van overeenkomstige
toepassing.

	7. Uit het diplomaregister worden desgevraagd diplomagegevens verstrekt
aan:

	a. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als beheerder
van een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in
de individuele gezondheidszorg, ten behoeve van de beoordeling van een
aanvraag om inschrijving in dat register;

	b. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als
beheerder van het Informatiesysteem Inburgering, bedoeld in artikel 47,
eerste lid, van de Wet inburgering ten behoeve van de beoordeling van de
aanwezigheid van een vrijstelling van de inburgeringsplicht;

	c. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, voor zover dat
noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 30,
eerste lid,  30a, eerste en tweede lid, 30b, 30d en 31 van de Wet
structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

	8. Uit het diplomaregister wordt desgevraagd aan betrokkene een
elektronisch document met diplomagegevens verstrekt, dat is beveiligd
tegen wijzigingen en waarvan kan worden vastgesteld dat het is afgegeven
door Onze Minister.

	9. De verstrekking van gegevens uit het diplomaregister geschiedt
elektronisch.

	10. In afwijking van het negende lid geschiedt de verstrekking van
gegevens op grond van het eerste of achtste lid schriftelijk indien
betrokkene hierom verzoekt.

	11. Voor de elektronische verstrekking van gegevens op grond van het
eerste tot en met zesde lid is geen vergoeding verschuldigd. Onze
Minister kan regels stellen over de vergoeding die verschuldigd is voor
de elektronische verstrekking van gegevens op grond van het zevende en
achtste lid en voor de schriftelijke verstrekking van gegevens op grond
van het tiende lid.

Artikel 24r. Bewaartermijn diplomagegevens

	Diplomagegevens worden tot 60 jaar na de maand van afgifte van het
laatst behaalde waardedocument of, indien dat eerder is, tot het
overlijden van betrokkene bewaard in het diplomaregister in een vorm die
het mogelijk maakt betrokkene te identificeren.

Artikel 24s. Autorisatie voor en toezicht op het diplomaregister

	1. Onze Minister stelt bij ministeriële regeling regels omtrent de
autorisatie van degenen die onder zijn gezag vallen voor verwerking van
persoonsgegevens uit het diplomaregister.

	2. Onze Minister benoemt een functionaris voor de gegevensbescherming
als bedoeld in artikel 62 van de Wet bescherming persoonsgegevens die in
elk geval is belast met het toezicht op de verwerking van
persoonsgegevens in het diplomaregister.

Artikel 24t. Informatie over gegevensverstrekking

	1. Onze Minister houdt gedurende twintig jaren volgend op de
verstrekking van gegevens uit het diplomaregister met uitzondering van
de verstrekking op grond van artikel 24q, eerste lid of zesde lid,
tweede volzin, aantekening van de verstrekking, tenzij de verstrekking
van gegevens in de genoemde periode anderszins is te herleiden uit het
diplomaregister.

	2. Onze Minister deelt aan de betrokkene mede of hem betreffende
gegevens gedurende twintig jaren voorafgaande aan het verzoek uit het
diplomaregister zijn verstrekt aan een overheidsorgaan, een
onderwijsinstelling of een andere derde. Onze Minister kan volstaan met
een in algemene termen gestelde mededeling omtrent de verstrekkingen.

Artikel 24u. Gebruik persoonsgebonden nummer door derde

	Een derde kan bij het verwerken van persoonsgegevens gebruik maken van
het persoonsgebonden nummer voor zover dit noodzakelijk is in verband
met de verstrekking van gegevens aan hem uit het diplomaregister.

ARTIKEL II. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

	In artikel 103b, tweede lid, onder g, wordt “en de uitslag van het
eindexamen of deeleindexamen” vervangen door: , de uitslag van het
eindexamen of deeleindexamen en de datum waarop deze uitslag is bepaald.

ARTIKEL III. WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS

	In artikel 2.3.6a, tweede lid, onder f, wordt “de behaalde
certificaten,” vervangen door: de behaalde certificaten en de data
waarop de certificaten zijn behaald, alsmede.

ARTIKEL IV. WIJZIGING WET INBURGERING

	Aan artikel 47, tweede lid, van de Wet inburgering wordt, onder
vervanging van de punt aan het eind van onderdeel c van dat lid door een
puntkomma, een onderdeel d toegevoegd, luidend:

	d. aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de
gegevens, bedoeld in artikel 24o, tweede lid, onder e, van de Wet op het
onderwijstoezicht ten behoeve van het diplomaregister.

ARTIKEL V. WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969

	In de begripsbepaling van “persoonsgebonden nummer” in artikel 1
van de Leerplichtwet 1969 wordt “persoonsgebonden nummer als bedoeld
in artikel 24a, onderdeel c, van de Wet op het onderwijstoezicht”
vervangen door: persoonsgebonden nummer als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL VA. WIJZIGING WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEK

	De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt als
volgt gewijzigd:

a

	De laatste twee leden van artikel 10.16b worden vernummerd tot vijfde
en zesde lid.

b

	In artikel 10.20a, eerste lid, onderdeel a, wordt na “betreffen,”
ingevoegd: waaronder begrepen een institutionele fusie als bedoeld in
artikel 16.16, eerste lid, en een bestuurlijke fusie als bedoeld in
artikel 16.16, tweede lid,.

c

	Artikel 16.19, eerste lid, komt te luiden:

	1. In geval van een fusie als bedoeld in artikel 16.16 worden het
lichaam dat of de rechtspersoon die de desbetreffende instelling na de
fusie, bedoeld in artikel 16.16, in stand houdt, geacht met
onmiddellijke ingang te zijn opgenomen in de bijlage van deze wet en
wordt het lichaam of de rechtspersoon waardoor de fusie, bedoeld in
artikel 16.16, is verricht, geacht vanaf dat tijdstip niet langer in de
bijlage van deze wet te zijn opgenomen.

ARTIKEL VI. OVERGANGSBEPALING CRIHO, BRON, EOS EN INFORMATIESYSTEEM
INBURGERING

	1. Onze Minister neemt de gegevens die zijn opgenomen in het Centraal
register inschrijving hoger onderwijs, bedoeld in artikel 7.52 van de
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend
op 1 januari 2011, het basisregister onderwijs, bedoeld in artikel 24b
van de Wet op het onderwijstoezicht, het Informatiesysteem Inburgering,
bedoeld in artikel 47 van de Wet inburgering en het Examen Organisatie
Systeem met gegevens over staatsexamens op in het diplomaregister, voor
zover het betreft waardedocumenten en diplomagegevens als bedoeld in de
artikelen 24n en 24o van de Wet op het onderwijstoezicht zoals luidend
na de inwerkingtreding van deze wet.

	2. Bij de toepassing van het eerste lid, vervangt Onze Minister de
nummers die in het Centraal register inschrijving hoger onderwijs aan de
studenten zijn toegekend door een persoonsgebonden nummer als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht zoals luidend na de
inwerkingtreding van deze wet.

	3. Bij de toepassing van het eerste lid wordt met het propedeutisch
examen van een opleiding hoger beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 24n,
onder a, van de Wet op het onderwijstoezicht, gelijkgesteld het
propedeutisch examen, bedoeld in artikel 7.8 van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend op 31 augustus
2002.

	4. Bij de toepassing van het eerste lid worden met het afsluitend
examen van een opleiding hoger onderwijs, bedoeld in artikel 24n, onder
a, van de Wet op het onderwijstoezicht, gelijk gesteld de examens,
bedoeld in de artikelen 7.20 en 7.20a van de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek zoals luidend op 31 augustus 2002.

ARTIKEL VII. SAMENLOOP MET WET INVOERING PERSOONSGEBONDEN NUMMERS IN HET
ONDERWIJS (STB. 2001, 681)

A

	Indien artikel V, onderdeel D, van de Wet 6 december 2001 tot wijziging
van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van
persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) in werking is
getreden, komt artikel 24o, tweede lid, onder a, van de Wet op het
onderwijstoezicht te luiden als volgt:

	a. in geval van een opleiding, opgenomen in het Centraal register
opleidingen hoger onderwijs, bedoeld in artikel 6.13 van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: de gegevens, bedoeld in
artikel 7.52, tweede lid, onder e en m, van die wet;.

B

	Indien artikel V, onderdeel D, van de Wet 6 december 2001 tot wijziging
van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van
persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001, 681) in werking is
getreden, wordt artikel 7.52, tweede lid, onder m, van de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek vervangen door:

	m. het jaar, de maand en de aard van het examen op grond van deze wet;
en.

ARTIKEL VIII. SAMENLOOP MET WETSVOORSTEL GEÏNTEGREERD TOEZICHT
(KAMERSTUKKEN II 2009/10, 32 193)

	Indien het bij koninklijke boodschap van 31 oktober 2009 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en
enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd
toezicht en de gewijzigde rol van de Inspectie van het onderwijs bij het
toezichtproces (Kamerstukken II 2009/10, 32 193) tot wet wordt verheven
en de daarin opgenomen wijziging van artikel 1 van de Wet op het
onderwijstoezicht, eerder dan of tegelijk met deze wet in werking
treedt, wordt artikel I, onderdeel A, van deze wet vervangen door:

A

	Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het eind van
onderdeel m door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidend:

	n. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1,
onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer of, bij
ontbreken daarvan, door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer.

ARTIKEL IX

[Vervallen]

ARTIKEL X. INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   9