Preview document (🔗 origineel)

---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2011

In antwoord op uw brief van 31 maart jl. kan ik u het volgende laten
weten. Gastouder S. staat nog steeds geregistreerd in het Landelijk
Register Kinderopvang (LRK). Vraagouders die gebruik maken van deze
gastouder hebben recht op toeslag over geheel 2010 en over 2011 voor
zover gastouder S. geregistreerd blijft in het LRK. 

Het is aan de GGD om te beoordelen of de opvang van deze gastouder
voldoet aan de kwaliteitseisen. Ik meng mij dan ook niet in het
inhoudelijk oordeel over de kwaliteit van één individuele voorziening
voor kinderopvang. Navraag bij de GGD leert wel dat de procedure bij
deze gastouder nog niet is afgerond. Er heeft een tweede inspectie
plaatsgevonden op basis waarvan een nieuw conceptrapport is opgesteld.
Dit conceptrapport bevat een positief advies aan de gemeente en is in de
fase van hoor en wederhoor. 

Omdat de brief van de heer en mevrouw S. diverse vragen oproept, is het
goed dat ik de regels die van belang zijn voor deze casus op een rij
zet:

Op het adres van een gastouder kan slechts één voorziening voor
gastouderopvang worden geregistreerd. Dit is een vereiste omdat er
anders onduidelijkheid ontstaat over wie verantwoordelijk is voor de
kinderen die worden opgevangen. Verder speelt hierbij een rol dat het
niet is toegestaan om op het woonadres van een gastouder meer dan zes
kinderen tegelijkertijd op te vangen. Als meer dan zes kinderen
tegelijkertijd kunnen worden opgevangen, is sprake van een kindercentrum
en van de daarbij horende kwaliteitsvereisten. Tenslotte is er het
risico dat een vraagouder dubbel toeslag aanvraagt voor dezelfde uren
opvang door twee gastouders.

Een gastouder die vier of meer kinderen tegelijkertijd opvangt, moet een
achterwacht hebben. Een achterwacht hoeft geen diploma of VOG te hebben
en is er uitsluitend om kinderen op te vangen als zich onverwachts
calamiteiten voordoen. Een achterwacht moet daarom tijdens de opvanguren
bereikbaar zijn en binnen de aanrijtijd van een ambulance op het
opvangadres aanwezig kunnen zijn. In tegenstelling tot het gestelde in
de brief van de heer en mevrouw S. hoeft een achterwacht niet te worden
geregistreerd in het LRK en mag de partner van een gastouder wel
achterwacht zijn. 

Het is niet toegestaan dat een achterwacht gedurende een langere periode
kinderen opvangt dan de periode waarin zich de calamiteit voordoet. Een
achterwacht hoeft immers niet te voldoen aan de kwaliteitsvereisten. Als
een gastouder ziek is, biedt het gastouderbureau daarom doorgaans een
vervangende gastouder aan. In tegenstelling tot de achterwacht moet deze
‘invalgastouder’ wel voldoen aan de kwaliteitseisen en ingeschreven
staan in het Landelijk Register Kinderopvang. 

Tenslotte wil ik graag een misverstand in de brief van de heer en
mevrouw S. corrigeren. Nu het Landelijk Register Kinderopvang (LRK)
operationeel is, hoeven vraagouders die voldoen aan de voorwaarden voor
het verkrijgen van kinderopvangtoeslag, geen grote bedragen meer terug
te betalen als de registratie van hun gastouder wordt beëindigd. De
registratie van een gastouder in het LRK wordt beëindigd door de
gemeente. Belastingdienst/Toeslagen zet doorgaans circa één maand na
deze beëindiging de toeslagen stop en informeert de vraagouders
hierover. Er hoeft geen toeslag te worden terugbetaald over de periode
dat de gastouder ingeschreven is geweest in het LRK. 

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp



 Dit is openbare informatie, zie www.landelijkregisterkinderopvang.nl