Preview document (🔗 origineel)

---

Met deze brief informeren wij u over de Nederlandse bijdrage op verzoek van de NAVO aan het ruimen van mijnen die voor de kust van Libië zijn aangetroffen.

Op vrijdag 29 april zijn door een Frans fregat drie drijvende zeemijnen ontdekt binnen de territoriale wateren voor de kust van Libië ter hoogte van Misrata. Het humanitaire scheepvaartverkeer is daarop met onmiddellijke ingang stilgezet. Twee mijnen zijn inmiddels geruimd, naar de derde drijvende mijn wordt nog gezocht. De dreiging blijft daarmee onverminderd bestaan, waarbij ook niet kan worden uitgesloten dat er meer, nog niet opgemerkte mijnen in het gebied aanwezig zijn en nieuwe mijnen gelegd kunnen worden. Op grond van deze dreiging, de VN Veiligheidsraadresolutie 1973 en een verzoek van de NAVO zal de Nederlandse mijnenjager Hr. Ms. Haarlem deelnemen aan de ruiming van mijnen. Deze bijdrage zal plaatsvinden zo lang als nodig, maar hoogstens voor de duur van de in de artikel 100-brief van 22 maart gestelde periode.

De Veiligheidsraadresolutie biedt het volkenrechtelijk mandaat voor het ruimen van mijnen. Het geldende mandaat van de Nederlandse deelname aan de NAVO-operatie Unified Protector is hiervoor toereikend. Het doel van de operatie en de Nederlandse bijdrage daaraan zijn de bescherming van de bevolking en de bescherming van humanitaire transporten over zee.

De Minister van Buitenlandse Zaken,	De Minister van Defensie,
Dr. U. Rosenthal	Drs. J.S.J. Hillen