Nader rapport Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met verzelfstandiging van dislocaties
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met verzelfstandiging van dislocaties
Nader rapport
Nummer: 2011D23166, datum: 2011-05-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z09346:
- Indiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-05-17 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-05-19 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-09 11:00: Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met verzelfstandiging van dislocaties (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-30 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-09-22 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-01-19 10:15: Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met verzelfstandiging van dislocaties (32760) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2012-01-24 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 21 februari 2011, nr. 11.000429, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 10 maart 2011, nr. W05.11.0049/I, bied ik U hierbij aan. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar adviseert in de toelichting in te gaan op de wijze waarop overleg is gevoerd met de VNG. Op grond van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen is het van belang dat de VNG bestuurlijk advies uitbrengt over het wetsvoorstel. Met de Afdeling ben ik van mening dat uit de zin ‘Vanuit de zijde van deze organisaties zijn geen bezwaren gebleken’ onvoldoende is op te maken of het wetsvoorstel aan de VNG voor advies is voorgelegd. Het wetsvoorstel was echter wel voor advies naar de VNG verstuurd. Omdat er vanuit het primair onderwijsveld wordt gepleit voor een zo spoedig mogelijke parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel, is er vervolgens overleg geweest met de VNG. Uit dit overleg bleek dat de VNG positief tegenover het wetsvoorstel staat. De VNG had wel een aantal opmerkingen, die reeds waren verwerkt in de paragrafen 1.4 en 4 van de memorie van toelichting. Naar aanleiding van het advies van de Afdeling zijn de paragrafen 4 en 8 in deze toelichting verduidelijkt. De redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging heeft gegeven, zijn overgenomen. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart PAGE W1234.K-2 PAGE 2 Nr. WJZ/296009 (2701) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met verzelfstandiging van dislocaties Den Haag, 26 april 2011 AAN DE KONINGIN OCW 10938