[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32766 NR inzake wijziging van de Wegenverkeerswet 1994

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs

Nader rapport

Nummer: 2011D23926, datum: 2011-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z09667:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)




Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 november
2010, nr. 10.003076, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 januari
2011, nr. W14.10.0532/IV, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal
opmerkingen gemaakt. Deze worden hieronder besproken.

1.a. De Afdeling advisering van de Raad van State wijst erop dat in het
wetsvoorstel geen klassenindeling is opgenomen en dat het voorstel
evenmin een grondslag bevat voor het opstellen van een klassenindeling
bij algemene maatregel van bestuur.

Het wetsvoorstel beoogt de RDW de bevoegdheid te verlenen om de
emissieklassen van motorvoertuigen uit bepaalde voertuigcategorieƫn
vast te stellen. Die vaststelling zal geschieden op bij ministeriƫle
regeling vast te stellen wijze. Die regeling zal voorschrijven hoe de
RDW kan bepalen welke emissieklasse een personenauto of bestelauto
heeft. In die ministeriƫle regeling zal dus worden bepaald wanneer een
personenauto of bestelauto in emissieklasse 1 valt, wanneer in
emissieklasse 2, etc. De grondslag voor deze ministeriƫle regeling is
opgenomen in het nieuwe artikel 35b, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet
1994. De bevoegdheid om de wijze waarop emissieklassen worden
vastgesteld, te bepalen, is gedelegeerd aan de Minister van
Infrastructuur en Milieu, omdat het hierbij gaat om voorschriften van
administratieve aard en voorschriften waarvan te voorzien is dat zij
mogelijk met grote spoed moeten worden vastgesteld na de
inwerkingtreding van nieuwe EU-regelgeving met betrekking tot emissies
van motorvoertuigen.

Na de vaststelling van de emissieklassen zal de RDW in het
kentekenregister van elk van die voertuigen kunnen aangeven over welke
emissieklasse het beschikt. Daartoe is de RDW reeds bevoegd.

In tegenstelling tot wat de Afdeling advisering van de Raad lijkt te
veronderstellen, is het niet de bedoeling van de regering om de gegevens
met betrekking tot de vastgestelde emissieklassen vervolgens zodanig te
sorteren, dat er sprake is van een klassenindeling. De regering is dus
niet voornemens om in het kentekenregister een lijst te maken van alle
(type) personenautoā€™s van emissieklasse 1, gevolgd door alle (type)
personenautoā€™s van emissieklasse 2, etc. 

Ik heb de considerans van het wetsvoorstel en Ā§2.1 van de memorie van
toelichting aangepast, opdat er hierover zo min mogelijk verwarring zal
bestaan.

1.b. Verder overweegt de Afdeling advisering van de Raad van State dat
tegen een vastgestelde emissieklasse alleen in rechte kan worden
opgekomen via een procedure tegen een besluit waaraan die emissieklasse
ten grondslag is gelegd. De Afdeling stelt verder dat er bepaalde
milieumaatregelen op basis van emissieklassen denkbaar zijn waarbij er
voor belanghebbenden pas sprake is van een appelabel besluit na
overtreding van de regelgeving. De Afdeling adviseert in de toelichting
alsnog in te gaan op het aspect van rechtsbescherming en het
wetsvoorstel zo nodig aan te passen.

Ik heb dit advies opgevolgd door in Ā§2.3 van de memorie van toelichting
een nadere uitleg te geven over de rechtsbescherming. De vaststelling
van een emissieklasse is geen besluit in de zin van de Algemene wet
bestuursrecht, omdat deze vaststelling niet gericht is op een
rechtsgevolg. Dit betekent weliswaar dat tegen die vaststelling geen
beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter, maar dit laat
onverlet dat een gang naar de civiele rechter openstaat.

Om misverstanden te voorkomen, wil ik hierbij opmerken dat er momenteel
geen plannen zijn om parkeertarieven of belastingheffingen te
differentiƫren aan de hand van emissieklassen. De enige maatregelen die
op dit moment worden overwogen en waarbij het idee is om onderscheid te
maken in de luchtverontreinigende uitstoet van voertuigen zijn
milieuzones voor bestelautoā€™s vanaf 2013.

2. De Afdeling advisering van de Raad van State merkt verder op dat het
wetsvoorstel niet regelt op welke voertuigonderdelen de voorgestelde
goedkeuringsregeling en erkenningsregeling van toepassing zijn en dat
het ook geen delegatiegrondslagen bevat voor de aanwijzing van die
onderdelen. Volgens de Afdeling dienen die voertuigonderdelen bij of
krachtens de wet aangewezen te worden. 

Ik heb het wetsvoorstel overeenkomstig deze opmerkingen aangepast.

3.a. De Afdeling adviseert bovendien om het voorgestelde artikel 111,
zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 zodanig aan te passen, dat deze
bepaling voorziet in een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur
te regelen welke maximumprijs er voor rijbewijzen wordt gehanteerd.

Dit advies heb ik opgevolgd. Ter voorkoming van een jaarlijkse
aanpassing van die algemene maatregel van bestuur heb ik aan het
wetsvoorstel toegevoegd dat het maximumtarief bij ministeriƫle regeling
kan worden gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex van het
Centraal Bureau voor de Statistiek daartoe aanleiding geeft.

3.b. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert verder de
memorie van toelichting aan te vullen met een passage waaruit blijkt of
het wetsvoorstel ter advisering aan de VNG is voorgelegd, of de VNG
vervolgens advies heeft uitgebracht, wat de strekking is van dat advies
en wat de reactie van de regering op dat advies is.

De memorie van toelichting is hiertoe aangevuld. Het wetsvoorstel is ter
advisering aan de VNG voorgelegd. Het advies van de VNG met betrekking
tot de voorgenomen maximering van de prijs van rijbewijzen bestaat uit
een verwijzing naar het standpunt dat de voorzitter van de VNG hierover
in het Bestuurlijk Overleg Financiƫle Verhoudingen van 1 april 2009
kenbaar heeft gemaakt en uit de afspraken over de betrokkenheid van de
VNG die tijdens die bijeenkomst zijn gemaakt. Het standpunt van de VNG
is dat een maximumprijs voor rijbewijzen aanvaardbaar is, mits het
maximumtarief niet gelijk zal zijn aan de gemiddelde rijbewijsprijs.
Tijdens het Bestuurlijk Overleg Financiƫle Verhoudingen van 1 april
2009 is afgesproken dat de VNG betrokken zal zijn bij de berekening van
het maximumtarief.     

4. De redactionele kanttekeningen van de Afdeling heb ik in het
wetsvoorstel verwerkt.

5. Tot slot heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om kleine
correcties en tekstwijzigingen van zeer ondergeschikte aard aan te
brengen aan het wetsvoorstel.

Ik moge U verzoeken het hierbij gewijzigde voorstel van wet en de
gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

 Zie artikel 42, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 6,
eerste lid, 

onderdeel l, van het Kentekenreglement.

  PAGE   \* MERGEFORMAT  2 

Pagina   PAGE    \* MERGEFORMAT  1  van   SECTIONPAGES  \* Arabic  \*
MERGEFORMAT  1 

HOOFDDIRECTIE  BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN i.o.



	Datum	2 mei 2011

Nummer	IenM/BSK-2011/53473

Betreft	Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de
Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen
van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking
tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de
toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van
het rijbewijs

Bijlage(n)	div.



	

Aan de Koningin

Ons kenmerk

IenM/BSK-2011/53473