32766 NR inzake wijziging van de Wegenverkeerswet 1994
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs
Nader rapport
Nummer: 2011D23926, datum: 2011-05-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z09667:
- Indiener: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, minister van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-05-17 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-05-18 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-06-16 12:00: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-05-30 10:00: Procedurevergadering Infrastructuur en Milieu (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2012-06-12 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2013-09-04 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2013-09-26 10:29: Hamerstuk: Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs (32766) (Hamerstukken), TK
Preview document (š origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 november 2010, nr. 10.003076, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 januari 2011, nr. W14.10.0532/IV, bied ik U hierbij aan. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen gemaakt. Deze worden hieronder besproken. 1.a. De Afdeling advisering van de Raad van State wijst erop dat in het wetsvoorstel geen klassenindeling is opgenomen en dat het voorstel evenmin een grondslag bevat voor het opstellen van een klassenindeling bij algemene maatregel van bestuur. Het wetsvoorstel beoogt de RDW de bevoegdheid te verlenen om de emissieklassen van motorvoertuigen uit bepaalde voertuigcategorieĆ«n vast te stellen. Die vaststelling zal geschieden op bij ministeriĆ«le regeling vast te stellen wijze. Die regeling zal voorschrijven hoe de RDW kan bepalen welke emissieklasse een personenauto of bestelauto heeft. In die ministeriĆ«le regeling zal dus worden bepaald wanneer een personenauto of bestelauto in emissieklasse 1 valt, wanneer in emissieklasse 2, etc. De grondslag voor deze ministeriĆ«le regeling is opgenomen in het nieuwe artikel 35b, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De bevoegdheid om de wijze waarop emissieklassen worden vastgesteld, te bepalen, is gedelegeerd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, omdat het hierbij gaat om voorschriften van administratieve aard en voorschriften waarvan te voorzien is dat zij mogelijk met grote spoed moeten worden vastgesteld na de inwerkingtreding van nieuwe EU-regelgeving met betrekking tot emissies van motorvoertuigen. Na de vaststelling van de emissieklassen zal de RDW in het kentekenregister van elk van die voertuigen kunnen aangeven over welke emissieklasse het beschikt. Daartoe is de RDW reeds bevoegd. In tegenstelling tot wat de Afdeling advisering van de Raad lijkt te veronderstellen, is het niet de bedoeling van de regering om de gegevens met betrekking tot de vastgestelde emissieklassen vervolgens zodanig te sorteren, dat er sprake is van een klassenindeling. De regering is dus niet voornemens om in het kentekenregister een lijst te maken van alle (type) personenautoās van emissieklasse 1, gevolgd door alle (type) personenautoās van emissieklasse 2, etc. Ik heb de considerans van het wetsvoorstel en Ā§2.1 van de memorie van toelichting aangepast, opdat er hierover zo min mogelijk verwarring zal bestaan. 1.b. Verder overweegt de Afdeling advisering van de Raad van State dat tegen een vastgestelde emissieklasse alleen in rechte kan worden opgekomen via een procedure tegen een besluit waaraan die emissieklasse ten grondslag is gelegd. De Afdeling stelt verder dat er bepaalde milieumaatregelen op basis van emissieklassen denkbaar zijn waarbij er voor belanghebbenden pas sprake is van een appelabel besluit na overtreding van de regelgeving. De Afdeling adviseert in de toelichting alsnog in te gaan op het aspect van rechtsbescherming en het wetsvoorstel zo nodig aan te passen. Ik heb dit advies opgevolgd door in Ā§2.3 van de memorie van toelichting een nadere uitleg te geven over de rechtsbescherming. De vaststelling van een emissieklasse is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat deze vaststelling niet gericht is op een rechtsgevolg. Dit betekent weliswaar dat tegen die vaststelling geen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter, maar dit laat onverlet dat een gang naar de civiele rechter openstaat. Om misverstanden te voorkomen, wil ik hierbij opmerken dat er momenteel geen plannen zijn om parkeertarieven of belastingheffingen te differentiĆ«ren aan de hand van emissieklassen. De enige maatregelen die op dit moment worden overwogen en waarbij het idee is om onderscheid te maken in de luchtverontreinigende uitstoet van voertuigen zijn milieuzones voor bestelautoās vanaf 2013. 2. De Afdeling advisering van de Raad van State merkt verder op dat het wetsvoorstel niet regelt op welke voertuigonderdelen de voorgestelde goedkeuringsregeling en erkenningsregeling van toepassing zijn en dat het ook geen delegatiegrondslagen bevat voor de aanwijzing van die onderdelen. Volgens de Afdeling dienen die voertuigonderdelen bij of krachtens de wet aangewezen te worden. Ik heb het wetsvoorstel overeenkomstig deze opmerkingen aangepast. 3.a. De Afdeling adviseert bovendien om het voorgestelde artikel 111, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 zodanig aan te passen, dat deze bepaling voorziet in een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur te regelen welke maximumprijs er voor rijbewijzen wordt gehanteerd. Dit advies heb ik opgevolgd. Ter voorkoming van een jaarlijkse aanpassing van die algemene maatregel van bestuur heb ik aan het wetsvoorstel toegevoegd dat het maximumtarief bij ministeriĆ«le regeling kan worden gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek daartoe aanleiding geeft. 3.b. De Afdeling advisering van de Raad van State adviseert verder de memorie van toelichting aan te vullen met een passage waaruit blijkt of het wetsvoorstel ter advisering aan de VNG is voorgelegd, of de VNG vervolgens advies heeft uitgebracht, wat de strekking is van dat advies en wat de reactie van de regering op dat advies is. De memorie van toelichting is hiertoe aangevuld. Het wetsvoorstel is ter advisering aan de VNG voorgelegd. Het advies van de VNG met betrekking tot de voorgenomen maximering van de prijs van rijbewijzen bestaat uit een verwijzing naar het standpunt dat de voorzitter van de VNG hierover in het Bestuurlijk Overleg FinanciĆ«le Verhoudingen van 1 april 2009 kenbaar heeft gemaakt en uit de afspraken over de betrokkenheid van de VNG die tijdens die bijeenkomst zijn gemaakt. Het standpunt van de VNG is dat een maximumprijs voor rijbewijzen aanvaardbaar is, mits het maximumtarief niet gelijk zal zijn aan de gemiddelde rijbewijsprijs. Tijdens het Bestuurlijk Overleg FinanciĆ«le Verhoudingen van 1 april 2009 is afgesproken dat de VNG betrokken zal zijn bij de berekening van het maximumtarief. 4. De redactionele kanttekeningen van de Afdeling heb ik in het wetsvoorstel verwerkt. 5. Tot slot heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om kleine correcties en tekstwijzigingen van zeer ondergeschikte aard aan te brengen aan het wetsvoorstel. Ik moge U verzoeken het hierbij gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, Zie artikel 42, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 6, eerste lid, onderdeel l, van het Kentekenreglement. PAGE \* MERGEFORMAT 2 Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van SECTIONPAGES \* Arabic \* MERGEFORMAT 1 HOOFDDIRECTIE BESTUURLIJKE EN JURIDISCHE ZAKEN i.o. Datum 2 mei 2011 Nummer IenM/BSK-2011/53473 Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het vaststellen van emissieklassen van motorvoertuigen, het opnemen van enkele bepalingen met betrekking tot voertuigonderdelen die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg en het maximeren van de prijs van het rijbewijs Bijlage(n) div. Aan de Koningin Ons kenmerk IenM/BSK-2011/53473