32787 NR inzake Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2009/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PbEU L 302)
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2009/11/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PbEU L 302)
Nader rapport
Nummer: 2011D26964, datum: 2011-05-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. de Jager, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z10907:
- Indiener: J.C. de Jager, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2011-05-25 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-05-31 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-01 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2011-07-14 14:00: Wijziging Toezicht wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (Let op: datum in het reces) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2011-10-24 00:00: Wetsvoorstellen “Pakket wetgeving financiële markten” (32726 + 32781 t/m 32787) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2011-10-24 10:00: Pakket wetgeving financiële markten (FM-pakket) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2011-11-01 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 maart 2011, nr. 11.00610, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies gedateerd 28 april 2011, nr. W06.11.0071/III bied ik u hierbij aan. Het ontwerp geeft de Raad van State aanleiding tot het maken van een aantal opmerkingen. 1. Wijze van implementeren De Afdeling advisering merkt op dat CRD II niet als een op zichzelf staande regeling kan worden bezien. Tezamen met CRD III en CRD IV vormt deze richtlijn een pakket maatregelen dat van groot belang is voor de gezondmaking van de financiële sector. Gezien deze samenhang geeft de Afdeling advisering aan dat er in de memorie van toelichting een nadere beschouwing ontbreekt betreffende de betekenis van het thans voorliggende pakket in relatie tot het pakket maatregelen in zijn geheel. Gegeven de ontwikkeling op de financiële markten ligt het voor de hand om in de toelichting ook inzicht te bieden in de belangrijkste voorgenomen wijzigingen in het Besluit prudentiële regels (Bpr) en in toezichtregels. Hiermee kan tegemoet worden gekomen aan de door parlement en regering gedragen aanbeveling van de Commissie De Wit om de rol van het parlement bij de totstandkoming van nationale regelgeving te versterken. De Afdeling advisering adviseert in de toelichting nader op het vorenstaande in te gaan. De voorgestelde wijzigingen ingevolge CRD II, zoals vastgelegd in het voorliggende wetsvoorstel, vormen het eerste deel van een groter wijzigingstraject. Op 24 november 2010 is CRD III tot stand gekomen. Deze richtlijn is voor een belangrijk deel geïmplementeerd in het Besluit beheerst beloningsbeleid Wft. Op dit moment worden in Europa onderhandelingen gevoerd over CRD IV. In de memorie van toelichting is de samenhang toegelicht tussen CRD III en CRD IV. De belangrijkste voorgenomen wijzigingen van het Bpr en de toezichthouderregels die voortvloeien uit CRD III zijn in paragraaf 3 van de memorie van toelichting uiteengezet. Vervolgens vraagt de Afdeling advisering aandacht voor de implicaties van richtlijn 2010/78/EG. Belangrijk gevolg van deze richtlijn is dat het comité van Europese bankentoezichthouders niet meer bestaat. De taken van dit comité zijn inmiddels overgenomen door de Europese Bankenautoriteit (EBA). Het voorstel en de memorie van toelichting zijn hierop aangepast. 2. Informatieverstrekking centrale bank – financiële toezichthouder De Afdeling advisering merkt op dat zij, op basis van de bepalingen van de richtlijn, niet zonder meer kan afleiden dat centrale banken de mogelijkheid wordt gegeven toezichthoudende autoriteiten te waarschuwen als er sprake is van een noodsituatie. De Afdeling advisering adviseert hier nader op in te gaan en zo nodig het voorstel aan te passen. Op grond van artikel 130, eerste lid, eerste alinea, van de richtlijn dient de toezichthouder die toezicht houdt op geconsolideerde basis, de in de artikelen 49 en 50 genoemde autoriteiten, onverwijld op de hoogte te stellen van een noodsituatie in een bankgroep. De in de artikelen 49 en 50 genoemde autoriteiten of instanties zijn centrale banken, andere instanties met een soortgelijke taak in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit, (in voorkomend geval) andere overheidsinstanties die belast zijn met het toezicht op de betalingssystemen en andere centrale overheidsdiensten die bevoegd zijn voor de wetgeving inzake het toezicht op kredietinstellingen, financiële instellingen, beleggingsdiensten en verzekeringsmaatschappijen, alsmede aan de inspecteurs die in opdracht van deze overheidsdiensten optreden. Artikel 130, eerste lid, eerste alinea, is verwerkt in artikel 1:93a van de Wft (nieuw). In artikel 130, eerste lid, tweede alinea, is de omgekeerde situatie geregeld. De autoriteiten, bedoeld in artikel 49, vierde alinea, van de richtlijn stellen de bevoegde autoriteiten, bedoeld in de artikelen 125 en 126, zo spoedig mogelijk op de hoogte van een noodsituatie. Artikel 130, eerste lid, tweede alinea, is verwerkt in artikel 1:51a, achtste lid van de Wft (nieuw). Bij het opstellen van dit achtste lid is uitgegaan van de volgende alinea van artikel 49: “Deze afdeling houdt voor deze autoriteiten of instanties geen belemmering in om aan de bevoegde autoriteiten de gegevens toe te zenden die deze nodig hebben ter uitvoering van artikel 45.” Op basis van deze bepaling dient de Nederlandsche Bank indien zij kennis krijgt van een noodsituatie, in haar hoedanigheid van centrale bank, de toezichthoudende instantie van de lidstaat die belast is met het toezicht op geconsolideerde basis onverwijld alle informatie mede te delen die voor de uitoefening van diens taken noodzakelijk is. 3. Redactionele kanttekeningen Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling advisering is het eerste lid van artikel 3:278d aangepast. De Afdeling advisering stelt voor de verwijzing in artikel 3:278d, eerste lid, naar artikel 3:278c, eerste lid, te vervangen door een verwijzing naar artikel 3:278c, vijfde lid. In plaats van een verwijzing naar artikel 3:278c, vijfde lid, is het bepaalde in het vijfde lid overgenomen in artikel 3:278d, eerste lid. Hierdoor wordt het duidelijk dat indien het overleg met de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 3:278c, tweede lid, tot overeenstemming heeft geleid, de Nederlandsche Bank, indien zij toezicht houdt op dochterondernemingen van een EU-moederbeleggingsonderneming of EU-moederkredietinstelling of een EU-moederholding op niet-geconsolideerde of gesubconsolideerde basis, onverwijld een besluit neemt op grond van de evaluatie, bedoeld in artikel 3:18a, of het toetsingsvermogen van de dochterondernemingen toereikend is gelet op de financiële situatie en het risicoprofiel van de dochterondernemingen. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Financiën, mr. drs. J.C. de Jager Richtlijn nr. 2010/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG wat betreft de kapitaalvereisten voor de handelsportefeuille en voor hersecuritisaties, alsook het bedrijfseconomisch toezicht op het beloningsbeleid (PbEU L 329). Besluit van 19 november 2010, houdende wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (Besluit beheerst beloningsbeleid Wft), Staatsblad 2010, 806. Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 2 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3 Directie Financiële Markten Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Ons kenmerk FM/2011/8871 M Uw brief (kenmerk) Bijlagen > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Koningin Datum Betreft Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van richtlijn nr. 2009/111/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer (PbEU L 302) Pagina PAGE \* MERGEFORMAT 1 van NUMPAGES \* MERGEFORMAT 3