32221, bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 26 mei 2011)
Wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2011D28420, datum: 2011-05-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2009Z22447:
- Indiener: G. ter Horst, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2009-11-25 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2009-12-03 10:30: Procedurevergadering BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2009-12-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2010-01-13 12:00: 32221 Wetsvoorstel rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Alg pensioenwet politieke ambtsdragers ivm rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-03-04 12:00: Extra-procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-03-11 15:25: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2010-09-23 10:30: Procedurevergadering commissie BZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2008-2010)
- 2010-11-11 11:00: Procedurevergadering commissie BiZa (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2011-06-09 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2011-09-06 16:00: Wijz. van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en Alg. pensioenwet politieke ambtsdragers ivm rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2012-05-31 10:00: Procedurevergadering cie. Binnenlandse Zaken (Groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2012-06-05 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2012-06-12 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 26 mei 2011) 32 221 Wijziging van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet, de Gemeentewet, de Waterschapswet en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de rechtstreekse betaling van vergoedingen aan politieke ambtsdragers Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is zeker te stellen dat aanspraken op vergoedingen aan politieke ambtsdragers niet overdraagbaar zijn aan derden en dat daartoe een aantal wetten gewijzigd moet worden; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Artikel 4 van de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen komt te luiden: Artikel 4 Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van deze wet worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van deze wet zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL II Na artikel 2a van de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2b Schadeloosstellingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van de artikelen 2 en 2a worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL III De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 44 komt te luiden: Artikel 44 Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 43 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. B Na artikel 65 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 65a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 65 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. C Na artikel 94 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 94a Vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van de artikelen 93 en 94 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL IV De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 44 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 45 Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 44 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. B Na artikel 66 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 66a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 66 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. C Na artikel 97 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 97a Vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van de artikelen 95 tot en met 97 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van deze artikelen zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL V De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd: A Na artikel 32a wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 32b Vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 32a worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dat artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. B Onder vernummering van artikel 44a tot artikel 44b, wordt na artikel 44 een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 44a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 44, eerste lid, worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van deze bepaling zijn niet overdraagbaar aan derden. C Na artikel 49 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 49a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 49 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL VI De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd: A Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Het recht op uitkering is niet overdraagbaar aan derden. B Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. De uitkering wordt uitsluitend in persoon uitbetaald. C Aan artikel 131 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Het recht op uitkering is niet overdraagbaar aan derden. D Aan artikel 135 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. De uitkering wordt uitsluitend in persoon uitbetaald. ARTIKEL VII Indien het bij koninklijke boodschap van 9 november 2009 ingediende voorstel van wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (32 209) tot wet is of wordt verheven en later dan deze wet in werking treedt, wordt die wet als volgt gewijzigd: A Artikel I komt te luiden: ARTIKEL I De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd: Onder vernummering van artikel 45 tot artikel 44a worden na artikel 44a drie artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 45 1. Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige. 2. Het college verleent aan een wethouder op diens verzoek verlof wegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van zijn functie binnen acht weken zal kunnen hervatten. 3. In het geval een wethouder vanwege zijn ziekte niet in staat is zelf het verzoek te doen, kan de burgemeester namens hem het verzoek doen indien de continuĆÆteit van het gemeentelijk bestuur dringend vereist dat in vervanging van de wethouder wordt voorzien. 4. Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan. 5. Aan een wethouder wordt gedurende de zittingsperiode van de raad ten hoogste drie maal verlof verleend. Artikel 45a 1. Het college beslist zo spoedig mogelijk op een verzoek tot verlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indiening van het verzoek. 2. De beslissing geschiedt in overeenstemming met de verklaring van de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat. Artikel 45b 1. De raad kan een vervanger benoemen voor de wethouder die met verlof isāgegaan. Artikel 36, eerste en derde lid, is niet van toepassing. 2. De vervanger is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waaropāzestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan. 3. Indien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of door de raad wordt ontslagen, kan de raad voor de resterende duur van het verlof een vervanger benoemen. B Artikel II komt te luiden: ARTIKEL II De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd: Onder vernummering van artikel 44 tot artikel 43a worden na artikel 43a drie artikelen ingevoegd, luidende: Artikel 44 1. Gedeputeerde staten verlenen aan een gedeputeerde op diens verzoek verlofāwegens zwangerschap en bevalling. Het verlof gaat in op de in het verzoek vermelde dag die ligt tussen ten hoogste zes en ten minste vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling die blijkt uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts of verloskundige. 2. Gedeputeerde staten verlenen aan een gedeputeerde op diens verzoek verlofāwegens ziekte, indien uit een bij het verzoek gevoegde verklaring van een arts blijkt dat niet aannemelijk is dat hij de uitoefening van zijn functie binnen acht weken zal kunnen hervatten. 3. In het geval een gedeputeerde vanwege zijn ziekte niet in staat is zelfāhet verzoek te doen, kan de commissaris van de Koning namens hem het verzoek doen indien de continuĆÆteit van het provinciaal bestuur dringend vereist dat in vervanging van de gedeputeerde wordt voorzien. 4. Het verlof eindigt op de dag waarop zestien weken zijn verstreken sinds deādag waarop het verlof is ingegaan. 5. Aan een gedeputeerde wordt gedurende de zittingsperiode van provincialeāstaten ten hoogste drie maal verlof verleend. Artikel 44a 1. Gedeputeerde staten beslissen zo spoedig mogelijk op een verzoek totāverlof, doch uiterlijk op de veertiende dag na indiening van het verzoek. 2. De beslissing geschiedt in overeenstemming met de verklaring van de arts of verloskundige en bevat de dag waarop het verlof ingaat. Artikel 44b 1. Provinciale staten kunnen een vervanger benoemen voor de gedeputeerde dieāmet verlof is gegaan. Artikel 35a, eerste en derde lid, tweede volzin, is niet van toepassing. 2. De vervanger is van rechtswege ontslagen met ingang van de dag waaropāzestien weken zijn verstreken sinds de dag waarop het verlof is ingegaan. 3. Indien de vervanger voor het einde van het verlof ontslag neemt of doorāprovinciale staten wordt ontslagen, kunnen provinciale staten voor de resterende duur van het verlof een nieuwe tijdelijke vervanger benoemen. ARTIKEL VIII Indien het bij koninklijke boodschap van 9 november 2009 ingediende voorstel van wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (32 209) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd: A Artikel III, onder A, komt te luiden: A Na artikel 43 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 43a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 43 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. B Artikel IV onderdeel A komt te luiden: A Na artikel 44 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 44a Bezoldigingen, vergoedingen en andere financiĆ«le voorzieningen op grond van artikel 44 worden uitsluitend in persoon uitbetaald. Vorderingen op grond van dit artikel zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL IX Indien het door het lid Van Raak op 29 juli 2009 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en enige andere wetten in verband met de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel op politieke ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers) (32 023) tot wet is of wordt verheven en later dan deze wet in werking treedt, wordt die wet als volgt gewijzigd: A Artikel I, onder II, komt te luiden: Hoofdstuk 3 komt te luiden: Hoofdstuk 3. FinanciĆ«le aanspraken bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid Artikel 6 1. De voor het personeel in de sector Rijk krachtens artikel 125 van de Ambtenarenwet geldende financiĆ«le aanspraken bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn van overeenkomstige toepassing bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid van een minister. 2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiĆ«le aanspraken, bedoeld in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden. B Artikel I, onder VIII, komt te luiden: Hoofdstuk 21 komt te luiden: Hoofdstuk 21. FinanciĆ«le aanspraken bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid Artikel 131 1. De voor het personeel in de sector Rijk krachtens artikel 125 van de Ambtenarenwet geldende financiĆ«le aanspraken bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn van overeenkomstige toepassing bij werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid van een lid van gedeputeerde staten. 2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiĆ«le aanspraken, bedoeld in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL X Indien het door het lid Van Raak op 29 juli 2009 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers en enige andere wetten in verband met de toepassing van het sociale zekerheidsstelsel op politieke ambtsdragers (Wet sociale zekerheid politieke ambtsdragers) (32 023) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt deze wet als volgt gewijzigd: A Artikel VI, onderdeel A, komt te luiden: A Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā1.ā geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiĆ«le aanspraken, bedoeld in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden. B Artikel VI, onderdeel B, vervalt. C Artikel VI, onderdeel C, komt te luiden: C Artikel 131 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding ā1.ā geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Bedragen die op grond van het eerste lid worden uitgekeerd worden in persoon uitbetaald. De financiĆ«le aanspraken, bedoeld in het eerste lid, zijn niet overdraagbaar aan derden. ARTIKEL XI Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de zesde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 9