[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de overheveling van de geriatrische revalidatiezorg naar de Zorgverzekeringswet

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2011D28889, datum: 2011-06-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z09902:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld                     2011-06-01

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bleek er
bij enkele fracties behoefte te bestaan een aantal vragen en opmerkingen
voor reactie voor te leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over haar brief van 13 mei 2011 over de overheveling van de
geriatrische revalidatiezorg naar de Zorgverzekeringswet (30 597, nr.
184).

De op 1 juni 2011 toegezonden inbreng is met de  door de minister bij
brief van ???????? ingezonden reactie hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

De griffier van de commissie,

Teunissen

Inbreng VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de wijziging van de geriatrische revalidatiezorg . Met de overheveling
verwachten zij dat de kwaliteit en doelmatigheid van de geriatrische
zorg bevorderd wordt. Zij hebben nog enkele vragen.

De minister geeft aan dat zij een structurele doelmatigheidswinst van
ā‚¬ 50 miljoen verwacht. Kan de minister toelichten hoe zij op het
bedrag van ā‚¬50 miljoen is gekomen?

Met de overstap naar een DBC-systeem zijn extra kosten gemoeid zijn. Kan
de minister een schatting geven van deze kosten? Waar slaan deze kosten
neer? 

De leden van de VVD-fractie vragen of het wenselijk is te komen tot
regionale revalidatieketens wanneer het uiteindelijke doel vrije
prijsvorming is. Bieden regionale revalidatieketens wel voldoende ruimte
voor concurrentie tussen de zorginstellingen? 

VNO-NCW en MKB Nederland stellen in hun brief van 24 mei jongstleden dat
de overheveling van de geriatrische zorg naar de Zorgverzekeringswet
(Zvw) tot een lastenverzwaring voor werkgevers zal leiden. Kan de
minister een reactie geven op deze lasten? Deelt zij de mening van deze
werkgeversorganisaties dat zij een compensatie zouden moeten krijgen om
de lastenverzwaring op te vangen?

Heeft de overheveling van de geriatrische zorg gevolgen heeft voor de
premiebetaler? Zo ja, welke en wanneer zijn deze te verwachten?

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert de zorg te financieren met
DBC- zorgproducten, maar de uiteindelijke afrekening plaats te laten
vinden op grond van de geregistreerde ZZPā€™s. De minister neemt dit
advies over. Nieuwe aanbieders die nu al onder Zvw-regime vallen worden
bekostigd op basis van de DBC-systematiek. Er is dan tijdelijk sprake
van twee systemen. Hoe schat de minister het risico in dat dit tot
oneerlijke concurrentie leidt tussen aanbieders onderling?

Inbreng PvdA-fractie

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling kennis
genomen van het kabinetsvoornemen geriatrische revalidatiezorg over te
hevelen naar de Zvw. Deze  leden hebben nog enkele aanvullende vragen en
opmerkingen.

De minister geeft aan dat revalidatiezorg is van korte aard is en daarom
beter in de Zvw past. De PvdA kan zich in deze redenering vinden. De
vraag aan het kabinet is wat de maximale behandelperiode van
geriatrische zorg is die in de Zvw past. Op basis van welke criteria
brengt de minister een scheiding aan tussen kortdurende geriatrische
zorg, die dus onder de Zvw gaat vallen, en langdurende geriatrische
zorg, welke AWBZ vergoed blijft? Wat was de maximale duur, in dagen, van
een geriatrisch revalidatiebehandeling in 2010?

Samen met de NZa en DBC-Onderhoud zal het ministerie van VWS uitwerking
geven aan alle acties die voor de overheveling  ondernomen moeten
worden. ƉƩn hiervan is de formulering van productbeschrijvingen. Op
welke datum in 2012 zullen de DBC/DOT beschrijvingen van de geriatrische
zorg klaar zijn? Hoeveel DBC/DOT zorgproducten voor revalidatiezorg
komen er precies? Hoeveel meer zijn dit er dan de huidige ZZP
beschrijvingen voor geriatrische zorg? De tarieven worden macroneutraal
vastgesteld. Er zal een transitie-fase met maximumtarieven worden
ingesteld. Hoelang zal deze duren, wanneer zal de NZa de beoordeling tot
overgang tot vrije tarieven maken? De leden van de PvdA lezen dat de
minister met verzekeraars per 2013 en 2014 wil afspreken dat het nieuwe
Zvw volume de oude AWBZ-productie niet mag overschrijden. Zijn deze
afspraken al gemaakt? Wat gebeurt er als de verzekeraars zich niet aan
de volumeafspraken houden? 

Oudere cliƫnten hebben behoefte aan een multidisciplinaire behandeling
die aan hun individuele herstelmogelijkheden en trainingstempo is
aangepast en rekening houdt met comorbiditeit. De minister merkt op dat
de geriatrische revalidatie zich in zorginhoud onderscheidt van de
medisch-specialistisch revalidatie, welke al onder de Zvw valt. Kijkend
naar deze opmerkingen vragen de leden van de PvdA fractie zich af of een
overheveling dan niet op problemen gaat stuiten? Sluit een
multidisciplinaire zorgvraag niet beter aan bij AWBZ financiering, omdat
de AWBZ meer raakvlakken met de zorgvraag van de patiƫnten heeft? De
minister spreekt de verwachting uit dat er zich een meer gespecialiseerd
aanbod van (variabele) revalidatiezorg gaat ontwikkelen. Is deze
specialisatie niet juist in tegenspraak met de vraag naar
multidisciplinaire behandeling van patiƫnten met comorbiditeit?

De leden van de fractie van de PvdA lezen dat de aansluiting tussen
ziekenhuisbehandeling en AWBZ revalidatie niet optimaal is. Een snelle
start van de revalidatiebehandeling komt niet op gang. Welke prikkels
krijgt het ziekenhuis om oudere cliƫnten die revalidatiezorg nodig
hebben nu snel extramuraal te behandelen? Is er geen reƫel risico dat
ziekenhuizen intramuraal revalidatiezorg gaan aanbieden, tegen relatief
hoge prijzen, als de revalidatiezorg wordt over geheveld naar de Zvw?
Welke maatregelen neemt de minister zodat dit niet zal gebeuren?

De minister rekent op een flinke doelmatigheidswinst door deze
overheveling. Hoe wordt de doelmatigheidswinst van ā‚¬ 50 miljoen per
2015 ingeboekt in de vaststelling van het budget voor revalidatiezorg?
De leden van de fractie van de PvdA verwachten dat de administratieve
kosten voor verzekeraars door de overheveling flink zullen toenemen.
Waar onderhandeling over geriatrische revalidatiezorg in de AWBZ wordt
uitgevoerd door de grootste verzekeraar van het regiokantoor, zullen
alle verzekeraars nu individueel moeten onderhandelen met zorgaanbieder
over het volume en prijs van de nieuwe zorgproducten, zeker als de zorg
onder het B-segment gaat vallen. Dit vraagt om nieuw personeel en
kennis. Kan de minister een inschatting maken wat de hoogte van deze
nieuwe administratieve kosten zal zijn? Verwacht de minister dat hier
bovenop nog eens een extra doelmatigheidswinst van ā‚¬ 50 miljoen
behaald kan worden?

De NZa adviseert om de zorg in 2013 te financieren met zorgproducten,
maar de uiteindelijke afrekening te laten plaatsvinden op grond van de
geregistreerde ZZPā€™s. Wordt het macrobudget van 2013 dus vastgesteld
op basis van de ZZP tarieven? Zijn de DOT maximumprijzen gelijk aan de
ZZP tarieven? Er zullen meer productbeschrijvingen dan ZZP
beschrijvingen voor de geriatrische revalidatiezorg worden vastgesteld.
Zorgt dit niet voor een reƫel gevaar tot overschrijdingen? Zeker als de
minister aangeeft dat er in principe geen financiƫle rem meer is op de
consumptie van geriatrische revalidatiezorg? 

De NZa ziet geen grote macrobudgettaire risicoā€™s voor overheveling. De
leden van de fractie van de Partij van de Arbeid vragen of de minister
op basis van eigen inzicht tot een andere conclusie komt. Hoe kan er
geen groot macrobudgettair risico zijn als er per 2013 wordt overgestapt
van een aantal ZZP beschrijvingen naar meerdere DOT beschrijvingen, er
geen financiƫle rem is op de consumptie van geriatrische
revalidatiezorg, en het volume afhankelijk is van eventuele
markteffecten? Welke partijen vrezen precies voor een latent aanwezige
vraag naar revalidatiezorg en welke redenen dragen zij voor dit
standpunt aan? De leden van de PvdA fractie vragen de minister de
overheveling per 2013 te monitoren en halverwege het jaar een rapportage
over de prijzen en het volume naar de Kamer te sturen. Zo kan het
kabinet en de Kamer beoordelen of er inderdaad geen trend tot
overschrijding is.

De minister van VWS wil de revalidatiezorg dichter bij huis aanbieden.
Echter, Verenso heeft in 2010 een norm gepubliceerd ten aanzien van het
minimaal aantal plaatsen dat een afdeling voor revalidatiezorg moet
bieden voor het waarborgen van kwaliteit. Is hier niet sprake van een
paradox? Dichter bij huis, maar dit kan niet wegens de kwaliteitseisen?
De NZa geeft daarbij aan dat kwaliteitsverbeteringen er toe kunnen
leiden dat het tarief na overheveling niet meer kostendekkend zal zijn.
Dit zou betekenen dat zorgaanbieders gaan onderhandelen over hogere
tarieven en het budget kan overschrijden. Hoe gaat de minister hier mee
om?

De leden van de PvdA begrijpen dat het kabinet afspraken met de
zorgaanbieders wil maken over de inhoud en kwaliteit van het
revalidatiezorg aanbod, bijvoorbeeld in de vorm van het hanteren van
kwaliteitsindicatoren. Welke doelstellingen heeft de minister op dit
gebied? Wanneer zal de minister de Kamer informeren over deze afspraken?
Moet, om de kwaliteitsindicatoren effectief te laten zijn, niet al per
2012 kwaliteitsinformatie bij de bestaande aanbieders worden verzameld
zodat deze informatie per 2013 kan worden gepubliceerd en door
verzekeraars en patiƫnten kan worden gebruikt? Zo ja hoe gaat de
minister dit doen? Zo nee, waarom niet?

De specialisten ouderengeneeskunde zullen vanaf 2013 de indicatie tot
revalidatiezorg uitvoeren. Hiertoe wordt door de beroepsgroep een
triage-instrument ontwikkeld. Wanneer is dit instrument klaar? De leden
van de fractie van de PvdA vragen of de specialisten ouderengeneeskunde
een financieel belang hebben bij intramurale revalidatie, omdat ze deze
zelf verzorgen en per DOT product bekostigd worden? Het doel van het
triage-instrument is volgens de minister tweeledig. Op welke ongewenste
verschuivingen in zorg tussen ziekenhuis, revalidatiecentrum en
verpleeghuis doelt de minister? 

Inbreng PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
de brief van 31 mei jl. met het onderwerp ā€˜Overheveling geriatrische
revalidatiezorgā€™. 

We zien dat in het gekozen overgangstraject veel aandacht bestaat voor
de financiĆ«le risicoā€™s die de overheveling zou kunnen meebrengen voor
de overheid, verzekeraars en aanbieders van revalidatiezorg, en menen
dat die risicoā€™s met het gekozen traject naar overheveling per 2013
aanvaardbaar zijn.

We misten in de brief echter een beschouwing over de gevolgen die deze
overheveling heeft voor degenen die de Zvw-premies betalen, en de
lastenverschuivingen die de overheveling onder premiebetalers
teweegbrengt. Kunt u in dit verband ingaan op de zorgen die VNO-NCW en
MKB-Nederland hebben geuit in hun brief van 24 mei jl. aan de
Kamercommissie voor VWS, waarvan een afschrift is gestuurd aan de
minister?

Inbreng CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van
het voorstel om de geriatrische revalidatiezorg over te hevelen van de
AWBZ naar de Zvw. Zij zijn van mening dat deze vorm van zorg, gericht op
herstel uitstekend past binnen de Zvw. Het zal nieuwe mogelijkheden voor
zorgverleners meebrengen om deze zorg te verbeteren. Het ligt voor de
hand dat ook de GRZ onder de prestatiebekostiging gaat vallen, inclusief
de mogelijkheid van het macrobeheersingsinstrument. Zij vragen of het
begrip ā€˜geriatrischeā€™betekent dat alleen deze revalidatie bedoeld is
voor ouderen? Is het daarbij niet goed dat de zorgverleners die zich met
deze zorg gaan bezig houden ook op de hoogte zijn van de specifieke
eisen die de zorg voor ouderen met zich mee brengt?

Daarnaast hebben genoemde leden de volgende vragen:

Voor de overgang moeten de nodige stappen worden gezet. Kan de CIZ
tijdig de indicaties gereed hebben en weten de medische specialisten of
andere zorgverleners tijdig dat zij indicaties moeten stellen en hoe? Is
er sprake van triage? Wie doet deze? Wie is de verantwoordelijke
behandelaar tijdens de GRZ-revalidatie? Wie bepaalt wanneer de patiƫnt
klaar is met de GRZ? Wat zijn precies de stappen om de aansluiting
tussen ziekenhuisbehandeling en GRZ-revalidatie tot stand te brengen,
vanaf het moment van de overheveling. Wie signaleert overgangsperikelen
en voorkomt dat patiƫnten hiervan hinder ondervinden? 

Welke stappen nemen zorgverzekeraars om deze nieuwe taak op zich te
nemen. Kunnen zij tijdig de ex ante verevening op orde hebben?  Kortom,
hoe ziet precies de transitiefase eruit? De leden van de CDA-fractie
zijn tevreden over de voorgestelde overgangsregeling om in 2013 de
uiteindelijke afrekening nog te laten plaatsvinden op grond van de
geregistreerde ZZPā€™s. 

Het AWBZ-budget voor de GRZ omvatte ā‚¬ 620 miljoen. Dat moet nu worden
opgebracht via de Zvw. Welke gevolgen heeft de overheveling voor de
AWBZ-premie, wordt deze verlaagd? Wordt zowel de nominale premie als de
inkomensafhankelijke Zvw-premie verhoogd?

Inbreng D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben het voorstel tot overheveling van
geriatrische revalidatiezorg van de AWBZ naar de Zvw met belangstelling
ontvangen. De leden hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie constateren dat een randvoorwaarde om tot
een succesvolle overheveling te komen er een stabiele
DBC-productstructuur en een goed triage-instrument moeten zijn. De leden
vragen zich af welke doelstellingen gesteld zijn met betrekking tot een
stabiele DBC-productstructuur en/of een goed triage-instrument? Wat zijn
de alternatieven wanneer blijkt dat dit eventueel niet op tijd gereed
zal zijn?

Deze leden constateren dat de specialist ouderengeneeskunde straks de
positie krijgt om de GRZ-DBC te openen. Deze leden vragen of het kabinet
nog van plan is om een zogenaamde ā€˜keten-DBCā€™ te ontwikkelen, zodat
er niet opnieuw sprake zal zijn van allerlei aparte en onnodig geopende
DBCā€™s van verschillende beroepsgroepen, waardoor de geriatrische zorg
heel duur wordt. 

De leden van de D66-fractie constateren dat de verzekeraars in 2015
volledig risicodragend zullen zijn. Fundamenteel voor de
risicodragendheid van zorgverzekeraars is een goede ex ante
risicovereveningssystematiek. Deze leden vragen of de doelstelling dat
de ex ante risicoverevening in 2015 adequaat functioneert wel
realistisch is, mede met het oog op het gegeven dat het in de
ziekenhuissector decennia lang heeft geduurd voordat dit goed
functioneerde. Hoe garandeert het kabinet dat de bovenstaande
doelstelling gehaald zal worden?

Inbreng ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn altijd voorstander geweest van
het overhevelen van de geriatrische revalidatiezorg van de AWBZ naar de
Zvw. Zoals door velen wordt beaamd is revalidatiezorg verzekerbare zorg,
dit geldt ook voor geriatrische revalidatiezorg. Daarnaast zijn er ook
zorginhoudelijke argumenten waar de leden van de ChristenUnie-fractie
zich wel in kan vinden. Zij noemen bijvoorbeeld de mogelijkheid om
revalidatiezorg meer flexibel te organiseren uit het oogpunt van
kwaliteit, een betere benutting van de verpleeghuiscapaciteit, een meer
adequate financiering en de zorg kan beter in de keten worden afgestemd.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn van mening dat de minister er
te veel vanuit gaat dat de overheveling een besparing op zou kunnen
leveren. Het is namelijk de vraag of door de toenemende vergrijzing en
daarmee ook de toename van vraag naar geriatrische zorg het Ć¼berhaupt
mogelijk is voor zorgverzekeraars en zorgverleners om te besparen? In
dit licht kan deze fractie ook de kritiek van de VNO NCW en MKB
Nederland begrijpen. Zij waarschuwen voor een lastenverzwaring voor
werkgevers door overheveling. Zij vrezen dat werkgevers straks een groot
deel van de zorguitgaven voor een groeiende groep ouderen zullen moeten
betalen. Wat is de reactie daarop van de minister? Hoe zit het met een
toenemende administratieve lastendruk van zorgverleners? De leden van de
ChristenUnie-fractie vrezen dat het onderhandelen met zorgverzekeraars
veel tijd zal vergen. Daarbij komt het feit dat elke zorgverzekeraar
zijn eigen eisen stelt op het gebied van kwaliteit. Is het bekend welke
voorwaarden zorgverzekeraars zullen gaan stellen? Ook vraagt deze
fractie zich af in hoeverre DBC-O erin slaagt om onderscheid te maken
tussen verschillende geriatrische revalidanten. Het revalideren van een
gebroken heup bij een voorheen gezonde man van 60 (die overigens ook
vaak thuis revalideert) is anders dan een oude demente dame van 80 die
ook nog hartfalen heeft. Het is onmogelijk om hierop hetzelfde tarief
los te laten. Kan de minister garanderen dat met verschillende
revalidanten rekening wordt gehouden?In 2012 kunnen zorgaanbieders met
zorgkantoren opnieuw een transitietoeslag afspreken. Welke maatregel
heeft de minister getroffen dat ook andere cliƫnten de mogelijkheid
krijgen om een korte, intensievere behandeling te krijgen? In het
rapport van de NZA over de overheveling somatische revalidatiezorg van
de AWBZ naar Zvw benoemt een aantal aandachtspunten. De leden van de
ChristenUnie-fractie vragen of de minister kan aangeven hoeveel AWBZ
instellingen die nu revalidatiezorg aanbieden een toelating tot de WTZi
moeten aanvragen om ook als zorgaanbieder revalidatiezorg op basis van
de Zvw te mogen leveren? Een ander punt van aandacht is het moment van
financieren. Onder de AWBZ ontvangen zorgaanbieder een voorschot voor de
zorg die ze leveren terwijl zij in de Zvw pas betaald zullen worden
nadat zij een DBC in rekening hebben gebracht. De Nza verwacht dat
zorgverzekeraars afspraken kunnen maken met zorgaanbieders over het
verlenen van voorschotten. Ik vraag de minister of zij hierop al zich
heeft. Is dit inderdaad het geval?  Hoe zorgt de minister ervoor dat de
cliƫnt in 2013 ook daadwerkelijk kwalitatieve goede zorg in de keten
ontvangt? Ons inziens is het daarvoor noodzakelijk om middelen te
verschuiven vanuit het ziekenhuis naar het verpleeghuis.