[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32454 Wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning)

Wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning)

Eindtekst

Nummer: 2011D30057, datum: 2011-05-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z11256:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

31 mei 2011

Wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege
verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een
aantal wetten een regeling op te nemen ter invoering van de van
rechtswege verleende vergunning;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

ARTIKEL I

	Aan artikel 20 van de Mijnbouwwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de schriftelijke toestemming, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL II

	Aan artikel 3 van de Prijzenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de ontheffing, bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN FINANCIËN

ARTIKEL III

	Aan artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt een lid
toegevoegd, luidende:

	6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot ontheffing op grond van
bepalingen krachtens het tweede lid, onderdeel b.

ARTIKEL IV

	Artikel 15 van de Wet belasting zware motorrijtuigen wordt als volgt
gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot vrijstelling als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel e.

ARTIKEL V

	Artikel 91 van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt
gewijzigd:

	Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op:

	a. verzoeken aan de inspecteur tot toestemming voor het achterwege
blijven van plaatsing van watermeters op grond van bepalingen krachtens
artikel 6, derde lid;

	b. verzoeken aan de inspecteur met betrekking tot de registratie van
onttrekkingen en infiltraties op grond van bepalingen krachtens artikel
6, vierde lid;

	c. verzoeken aan de inspecteur tot toepassing van een verhoudingsgetal
op grond van artikel 27, tweede lid;

	d. verzoeken aan de inspecteur tot aanwijzing van een teruggaaftijdvak
op grond van bepalingen krachtens artikel 45, derde lid;

	e. verzoeken aan de inspecteur tot aanwijzing van een teruggaaftijdvak
op grond van bepalingen krachtens artikel 70, vierde lid.

ARTIKEL VI

	Aan artikel 90 van de Wet op de accijns wordt een lid toegevoegd,
luidende:

	9. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning als bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL VII

	Aan artikel 14 van de Wet op de belasting van personenauto’s en
motorrijwielen 1992 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot vrijstelling voor
specifieke doeleinden op grond van bepalingen krachtens het eerste lid.

ARTIKEL VIII

	De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 37b wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot een vergunning als bedoeld
in het eerste lid.

B

	Aan artikel 71 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot vrijstelling als bedoeld
in het eerste lid.

C

	Aan artikel 72 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot vrijstelling als bedoeld
in het eerste lid, onderdeel h, j, l en n.

D

	Artikel 73 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de inspecteur tot vrijstelling voor
specifieke doeleinden op grond van bepalingen krachtens het eerste lid,
onderdelen b en c.

ARTIKEL IX

	De Wet op de omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 23 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken tot aanwijzing op grond van bepalingen krachtens
het eerste lid.

B

	1. Voor de tekst van artikel 28d wordt de aanduiding “1.”
geplaatst.

	2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken op grond van bepalingen krachtens het eerste
lid.

HOOFDSTUK 3. MINISTERIE VAN JUSTITIE

ARTIKEL X

	Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan artikel 49, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt:
Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op
deze verzoeken tot ontheffing.

	2. Aan artikel 58, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt:
Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op
deze verzoeken tot ontheffing.

	3. Aan artikel 300, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, die luidt:
Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op
deze verzoeken tot ontheffing.

ARTIKEL XI

	De Wet op de kansspelen wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning, bedoeld in het eerste lid en, voorzover de
vergunning door Onze Minister van Justitie wordt verleend, deze
betrekking heeft op een incidenteel kansspel.

B

	Aan artikel 30b wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning, bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder
b.

C

	Aan artikel 30o wordt een lid toegevoegd, luidende:

	6. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de toelating, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL XII

	De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt
als volgt gewijzigd:

	1. Aan artikel 8, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Afdeling 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

	2. Artikel 9, tweede lid, komt te luiden:

	2. Het eerste lid is niet van toepassing op personen die uitsluitend
binnen het gebouw van een beveiligingsorganisatie als bedoeld in artikel
3, onder b, werkzaam zijn. Voorts kan Onze Minister voor bepaalde
beveiligingswerkzaamheden ontheffing verlenen van de verplichting,
bedoeld in het eerste lid, indien dit gelet op de aard van de
werkzaamheden gewenst is en zich daartegen geen zwaarwegende belangen
verzetten. Onze Minister kan daaraan voorschriften verbinden betreffende
de instructie van het betrokken personeel. Onze Minister beslist op een
aanvraag om ontheffing binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.
De beslissing kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verdaagd.
Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing. 

HOOFDSTUK 4 MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ARTIKEL XIII

	Aan artikel 64 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt een
lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op verzoeken aan de SVB met betrekking tot het verlenen van
een ontheffing als bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 5 MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT

ARTIKEL XIV

	Aan artikel 4 van de Meetbrievenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de afgifte van meetbrieven als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel b en c, voor zover het gaat om de afgifte van duplicaten van
eerder afgegeven meetbrieven die verloren zijn geraakt of door slijtage
ongeldig zijn geworden.

ARTIKEL XV

	Aan artikel 15c, van de Scheepvaartverkeerswet, wordt een lid
toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de ontheffing van de verplichting tot het betalen van het
in het eerste lid bedoelde tarief.

ARTIKEL XVI

	De Binnenvaartwet wordt als volgt gewijzigd:

	1. Aan artikel 6, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

	Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

	2. Aan artikel 21 van de Binnenvaartwet wordt een lid toegevoegd,
luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de afgifte van meetbrieven krachtens het tweede lid, voor
zover het gaat om de afgifte van een gewaarmerkt afschrift van eerder
afgegeven meetbrieven die verloren zijn geraakt of door slijtage
ongeldig zijn geworden.

HOOFDSTUK 6 MINISTERIE VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER

ARTIKEL XVII

	De Leegstandwet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het achtste en negende lid tot twaalfde en
dertiende lid, worden vier leden ingevoegd, luidende:

	8. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing
op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een vergunning
als bedoeld in het eerste lid en van de beschikking op het verzoek om
verlenging als bedoeld in het vijfde lid.

	9. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid die van rechtswege is
verleend vervalt van rechtswege twee jaren na het tijdstip van
inwerkingtreding van de beschikking tot verlening van de vergunning,
indien de duur waarvoor de vergunning is aangevraagd meer dan twee jaren
bedraagt dan wel in de aanvraag de duur waarvoor de vergunning wordt
aangevraagd niet is aangegeven.

	10. Een beschikking tot verlenging als bedoeld in het vierde lid die
van rechtswege is gegeven vervalt van rechtswege een jaar na het
tijdstip van inwerkingtreding van de beschikking tot verlenging, indien
de duur waarvoor de verlenging is aangevraagd meer dan een jaar
bedraagt, of, indien als gevolg van die verlenging de gehele duur van de
vergunning meer dan vijf jaren zou bedragen, op het tijdstip waarop de
gehele duur van de vergunning vijf jaren bedraagt.

	11. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning als bedoeld in het
eerste lid die van rechtswege is verleend intrekken, indien ten aanzien
van hetzelfde gebouw of dezelfde woning al eerder een zodanige
vergunning is verleend. Artikel 4:20f, tweede en derde lid, van de
Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

	2. In het twaalfde lid( nieuw) wordt “artikel 16, negende lid, eerste
zin” vervangen door: artikel 16, negende lid, eerste zin, of tiende
lid, eerste zin.

B

	Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onder vernummering van het tiende en elfde lid tot elfde en twaalfde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

	10. Indien de vergunning van rechtswege is verleend, verbinden
burgemeester en wethouders alsnog een voorschrift aan de vergunning,
inhoudende de huurprijs tegen welke ten hoogste mag worden verhuurd. Aan
de eerste zin wordt uitvoering gegeven binnen zes weken na de
bekendmaking van de vergunning van rechtswege. Het negende lid, tweede
en derde zin, is van toepassing.

	2. In het twaalfde lid (nieuw) wordt “tiende lid” vervangen door:
elfde lid.

ARTIKEL XVIII

	Aan artikel 10.63, tweede lid, van de Wet milieubeheer wordt een volzin
toegevoegd, luidende:

	Op de ontheffing, bedoeld in de vorige volzin, is paragraaf 4.1.3.3 van
de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

HOOFDSTUK 7 MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT,

ARTIKEL XIX

	De Noodwet Geneeskundigen wordt als volgt gewijzigd:

A

	Aan artikel 8 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning, bedoeld in dit artikel.

B

	Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	5. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning, bedoeld in dit artikel.

C

	Aan artikel 20 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de vergunning, bedoeld in dit artikel.

ARTIKEL XX

	Aan artikel 6 van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt
een lid toegevoegd, luidende:

	3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van
toepassing op de goedkeuring, bedoeld in het eerste lid.

HOOFDSTUK 8 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

ARTIKEL XXA

	1. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2009 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband
met de instelling van de kansspelautoriteit (32 264), tot wet is of
wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet,
onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet,
wordt in artikel XI, onderdeel A, van deze wet “Onze Minister van
Justitie” vervangen door: de raad van bestuur, bedoeld in artikel 33a.

	2. Indien het bij koninklijke boodschap van 16 december 2009 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband
met de instelling van de kansspelautoriteit (32 264) tot wet is of wordt
verheven, en die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt in
artikel I, onderdeel B, van die wet “artikel 3, eerste lid,”
vervangen door: artikel 3, eerste en vierde lid,.

ARTIKEL XXI

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4