Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake voorhang ontwerp Accreditatiebesluit WHW en gewijzigd accreditatiekader NVAO
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2011D30144, datum: 2011-06-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van Bochove, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z11137:
- Indiener: H. Zijlstra, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-05-31 15:30: Extra procedurevergadering (aansluitend aan de stemmingen) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-01 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-08 10:00: Voorhang ontwerp Accreditatiebesluit WHW en gewijzigd accreditatiekader NVAO (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-30 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-09-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. .. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief d.d. 26 mei 2011 van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap inzake de voorhang ontwerp Accreditatiebesluit WHW en gewijzigd accreditatiekader NVAO (31288, nr. 181). Bij brief van ... heeft de staatssecretaris deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie Van Bochove Adjunct-griffier van de commissie Janssen I Vragen en opmerkingen uit de fracties 1. Inleiding De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de voorhang Accreditatiebesluit WHW en gewijzigd accreditatiekader NVAO. De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerp Accreditatiebesluit en de voorgenomen wijzigingen met betrekking tot het accreditatiekader. De leden delen de noodzaak kritisch te kijken naar het accreditatiestelsel en de voorwaarden te verscherpen. De kwaliteit van onderwijsinstellingen moet boven elke twijfel verheven zijn. Nu onlangs is gebleken dat geaccrediteerde instellingen het beoogde niveau niet hebben kunnen waarmaken, is een kritische houding op zijn plaats, zo menen zij. De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorhang ontwerp Accreditatiebesluit WHW en gewijzigd accreditatiekader NVAO. Zij juichen toe dat in het nieuwe accreditatiebesluit de herstelperiode is opgenomen. Op deze manier zal de transparantie over kwaliteit en examinering verbeteren en krijgen opleidingen de kans zich te verbeteren, zo menen deze leden. 2. Toets nieuwe opleiding onder voorwaarden De leden van de SP-fractie achten het een goede zaak dat nieuwe opleidingen streng worden getoetst, want bij deze opleidingen kan het eindniveau niet worden gecontroleerd. Een strenge toets op de randvoorwaarden om kwaliteit te kunnen bieden is onontbeerlijk. Juist omdat het een nieuwe opleiding betreft, moet de controle streng zijn. Waarom worden niet ook de overige controleaspecten net zo streng beoordeeld als de aspecten âbeoogd eindniveauâ en âwijze van beoordelingâ? Is er volgens de staatssecretaris een hiĂ«rarchie in de verschillende aspecten van controle? Zo ja, waarop is deze gebaseerd en kan de staatssecretaris dit per aspect aangeven, zo vragen de leden. 3. Herstelperiode accreditatie De leden van de SP-fractie stellen een vraag met betrekking tot de herstelperiode van twee jaar bij hernieuwing van een bestaande accreditatie of accreditatie na afloop van een besluit toets nieuwe opleiding. Waarom is hier niet ook gekozen voor een herstelperiode van Ă©Ă©n jaar? Dit is nu alleen het geval wanneer bij een opleiding een onvoldoende op het aspect âgerealiseerd eindniveauâ wordt geconstateerd. De kwaliteit van de opleiding kan op veel andere terreinen ook te wensen over laten, met grote gevolgen voor het niveau van de opleiding. Aangezien het eindniveau steekproefsgewijs wordt gecontroleerd, zijn de overige aspecten waarop wordt gecontroleerd van groot belang. Wanneer onvoldoendes worden geconstateerd op bijvoorbeeld de wijze van toetsing en beoordeling, of de wijze waarop de toets- en examencommissie tot stand is gekomen, is een herstelperiode van twee jaar te lang, zo menen de leden. 4. Accreditatiekader De leden van de PVV-fractie vragen het volgende. Als de NVAO een aanvraag krijgt tot accreditatie van een nieuwe opleiding in welke variant dan ook (voltijd, deeltijd, duaal) of op het moment van hernieuwing van een al bestaande accreditatie, zou volgens deze leden een analyse van de arbeidsmarkt in de betreffende sector op dat moment en op de middellange termijn, als beoordelingscriterium meegenomen moeten worden. De verwachte werkgelegenheid in een sector is voor studenten en hun ouders tenslotte een belangrijk kwaliteitscriterium. Kan dit aspect worden ingebouwd, zo vragen de leden. De leden van de SP-fractie stellen vast dat de NVAO het belang van onafhankelijkheid en deskundigheid van de commissies benadrukt. De leden willen weten hoe de staatssecretaris dit in regelgeving gaat omzetten om de onafhankelijkheid van de commissie ook te garanderen. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen nadere toelichting op het besluit om opleidingen als âonvoldoendeâ te beoordelen, wanneer zij als âonvoldoendeâ worden beoordeeld op standaard 3 en standaard 16. In deze gevallen is een herstelperiode niet mogelijk. Kan de staatssecretaris dit nader onderbouwen, zo vragen deze leden. 5. Overig De leden van de SP-fractie stellen vast dat de accreditatie een toets op kwaliteitsborging is, dus een controle van procedures. De leden zien graag een uitgebreidere controle op de kwaliteit van het onderwijs, dat wil zeggen een grotere rol voor de inspectie en meer tussentijdse controlemomenten. Hoe gaat de staatssecretaris er zorg voor dragen dat de kwaliteit van het onderwijs de hoogste prioriteit heeft, zo vragen zij. II Reactie van de Staatssecretaris WHW: Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. NVAO: Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie. Vervolg Bladzijde PAGE 2