[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB (aanpassing bedragen leerlinggebonden financiering en technische aanpassingen)

Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB (aanpassing bedragen leerlinggebonden financiering en technische aanpassingen)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2011D30226, datum: 2011-06-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z10978:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32 789	Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB (aanpassing bedragen
leerlinggebonden financiering en technische aanpassingen)				 

Nr. 			Verslag van een schriftelijk overleg

Vastgesteld d.d. ..

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben
enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over
de brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 25
mei 2011 inzake Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB (aanpassing
bedragen leerlinggebonden financiering en technische aanpassingen)
(Kamerstuk 32789, nr. 1).

Bij brief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt. 

 

De voorzitter van de commissie

Van Bochove

Adjunct-griffier van de commissie

Arends

I	Vragen en opmerkingen uit de fracties

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het Besluit tot
wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB (aanpassing bedragen
leerlinggebonden financiering en technische aanpassingen). Zij vragen in
wat voor soort gevallen er sprake kan zijn van de toepassing van de
‘kan-bepaling’ en er niet gesanctioneerd zou worden ondanks het niet
tijdig leveren van de bekostigingsgegevens.

De leden van de SP-fractie hebben met droefenis kennisgenomen van de
wijziging van het besluit. Zij vinden het uitermate teleurstellend dat
het kabinet haar financiële tekorten blijft afwentelen op de meest
kwetsbare leerlingen. Zij vragen hoe deze uitwerking van eerder
aangekondigde bezuinigingen doorwerkt op de scholen.Wat merken de
leerlingen van de wijzigingen in dit besluit en hoe dienen leerlingen
hiermee om te gaan, zo vragen zij. Hoe dienen scholen om te gaan met
deze bezuinigingen? Hoe en wanneer zijn de scholen van deze bezuiniging
op de hoogte gesteld? Zij vragen of scholen voldoende tijd  hebben
gekregen om daarop te anticiperen. Hoe verwacht de minister dat
instellingen de gevolgen van dit besluit in hun scholen vorm zullen
geven? Zij vragen of kan worden aangegeven hoeveel euro er minder voor
begeleiding per type leerling beschikbaar zal zijn.

Als reden om de bedragen voor ambulante begeleiding voor leerlingen met
een cluster 3 of 4 indicatie te verlagen, wordt de sterke groei
aangedragen. Deze leden vinden dit een vreemde reden om de bedragen voor
begeleiding te verlagen. Door verlaging van het budget zullen er immers
niet minder leerlingen zijn met een lichamelijke handicap, een
meervoudige handicap, of een langdurige ziekte. Zij vragen of de
minister deze overtuiging deelt. Zo neen, kan zij aangeven hoe een
verlaging van het budget deze ernstige problemen oplost bij leerlingen?
De minister impliceert hiermee dat leerlingen, ouders of professionals
bewust leerlingen in clusters plaatsen. In de nota van toelichting
spreekt de minister de verwachting uit dat instellingen de ambulante
begeleiding zo gaan organiseren, dat de begeleiding tijdens de stages
overeind kan worden gehouden en de kwaliteit van de ambulante
begeleiding intact kan blijven. Zij vragen waarop deze verwachting is
gebaseerd. Welke cijfermatige onderbouwing heeft zij? Deze leden vragen
hoe zij zorgt dat eventuele signalen dat de kwaliteit niet in orde
blijft, haar voldoende bereiken. Tevens vragen zij wat zij gaat
ondernemen wanneer begeleiding tijdens de stages niet overeind kan
worden gehouden en de kwaliteit van de ambulante begeleiding op
instellingen tekort schiet. Er komt een mogelijkheid om instellingen die
hun bekostigingsgegevens te laat aanleveren te sanctioneren. Zij vragen
wanneer zal worden overgegaan tot sanctionering en wanneer wordt gekozen
voor een andere maatregel. Hoe kan worden gesanctioneerd, zo vragen deze
leden. Waarom is gekozen voor de optie om te sanctioneren en hoe
voorkomt de minister dat leerlingen de dupe worden van deze sanctie? De
financiële gevolgen worden bepaald door fluctuaties in het aantal
lgf-aanvragen ten opzichte van de raming. Zij vragen hoeveel aanvragen
voor leerlinggebonden financiering de minister verwacht te krijgen ten
opzichte van de raming.

Deze leden vragen wat de wijziging van artikel 2.2.2 UWEB  betekent voor
de leerlingen. In het tweede lid (nieuw) wordt opgenomen dat de
rijksbijdrage wordt vermeerderd met een bedrag voor gehandicapte
deelnemers. Betekent dit dat de oormerking verdwijnt, zo vragen zij.
Welke garantie is er dan dat het geld wordt uitgegeven aan gehandicapte
leerlingen? Zij vragen op welke manier deze maatregel past bij de
bezuinigingsdoelstelling van het besluit. Deze vragen gelden ook voor de
AOC’s.  Deze leden vragen ook wat de budgettaire gevolgen zijn van de
wijzigingen in artikel 2.3.2 UWEB. Wat betekenen deze wijzigingen in het
bijzonder voor de leerlingen en hun begeleiding, zo vragen zij.

II	Reactie van de minister

 lgf: leerlinggebonden financiering

 UWEB: Uitvoeringsbesluit WEB

 AOC’s: Agrarische Opleidingencentra