Lijst van vragen inzake Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets in het onderwijs)
Lijst van vragen
Nummer: 2011D30739, datum: 2011-06-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.J. van Bochove, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.C.E. de Kler, griffier
Onderdeel van zaak 2011Z11544:
- Indiener: J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-08 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-09 10:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-10 11:00: Ministeriële regeling en beleidsregels fusietoets in het onderwijs (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-15 16:30: Onderzoek naar de relatie tussen financiele prikkels, fusies en schaalgrootte in het onderwijs (Algemeen overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2011-06-29 14:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
32 040 Wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het invoeren van een fusietoets in het onderwijs (fusietoets in het onderwijs) nr. Lijst van vragen Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden er zijn) De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd de ministeriële regeling en beleidsregels fusietoets in het onderwijs (32 040, nr. 19). De bewindspersonen hebben deze vragen beantwoord bij brief van… De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt. Voorzitter van de commissie, Van Bochove Griffier van de commissie De Kler Nr Vraag Blz van tot 1 Wat is de reden van de discrepantie tussen de Wet inzake de invoering van een fusietoets in het onderwijs en de regeling fusietoets, namelijk: waar de wet nog spreekt over ‘de minister kan goedkeuring onthouden indien…’, zegt de regeling nu dat het fusieverzoek in beginsel wordt afgewezen tenzij er sprake is van een aannemelijke rechtvaardigingsgrond? 0 2 Hoe wordt voorkomen dat de regeling leidt tot ongewenste bureaucratie, met het oog op de gedetailleerde vragen over onder meer doelen, effecten, motieven en tijdsbestek in het vragenformulier en de fusie-effectrapportage? Hoe uitgebreid moet deze rapportage zijn? 0 3 Wat betekent de invoering van deze regeling per 1 oktober voor lopende (bestuurlijke) fusietrajecten die per 1 januari worden gerealiseerd? 0 4 Waarom is een maximum aantal leerlingen of studenten geen significante belemmering bij een fusie? Kan u toelichten waarom u daar niet voor heeft gekozen? 0 5 Wat kan een schoolbestuur ondernemen wanneer het zich niet kan vinden in een advies van de commissie? 0 6 In welke gevallen kan een fusie evident onvermijdelijk zijn? 2 7 Kunt u bevestigen dat ten aanzien van het basisonderwijs wordt gesteld dat een significante belemmering voor een institutionele fusie is, dat er minder dan twee scholen overblijven in een genoemde categorie in een straal van 10 kilometer? Klopt de veronderstelling dat een fusietoets op belemmerend zou kunnen werken voor het in stand houden van een afdoende onderwijsaanbod in een krimpregio, zoals naar voren kwam in het rondetafelgesprek over bevolkingskrimp en de effecten op onderwijs van afgelopen donderdag 9 juni jl.? Of gaat er van deze fusietoets geen belemmering uit voor scholen om met elkaar te fuseren als daarmee onderwijsaanbod in een regio behouden kan blijven? 3 8 Waarom wordt ten aanzien van de fusie-effectrapportage niet gevraagd naar draagvlak onder ouders, leerlingen en personeel voor de fusie? 8 9 Waarom wordt bij de fusie-effectrapportage niet gevraagd naar het aantal leerlingen van de nieuwe instelling? 8 10 Waarom is niet bij alle instellingen gekozen voor instemming van de medezeggenschapsraad? 20 11 Is het advies van de commissie bindend? Kan een minister een advies van de commissie naast zich neerleggen? Zo ja, onder welke voorwaarden kan een minister een advies van de commissie naast zich neerleggen? 20 12 Welke reden heeft u om in het hoger onderwijs de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs te laten oordelen over de fusie? In welke opzichten verschilt de werkwijze van deze commissie van de Adviescommissie fusietoets in het onderwijs? In hoeverre verschillen hun uitgangspunten? 20 13 Waarom is de toetsdrempel in het basisonderwijs ‘tien scholen’? Waarop is deze drempel gebaseerd? In hoeverre speelt de omvang van deze scholen een rol? 22 14 Waarom is bij de institutionele fusie in het basisonderwijs gekozen voor een drempel van 500 leerlingen? Waarop is deze drempel gebaseerd? 22 15 Waarop is de 50% van het marktaandeel als significante belemmering van een fusie gebaseerd? 22 16 Kunt u bevestigen dat een fusietoets geen fusiestop betekent? In hoeverre gaat van deze ministeriële regeling een beperking uit om levensvatbare onderwijsvoorzieningen in een regio te behouden? Als een bve-instelling zou fuseren, omdat er geen volledig onderwijsaanbod overeind te houden is, zal na een fusie een deel van dat onderwijsaanbod inderdaad verdwijnen om dat op een effectieve en efficiënte wijze met de fusiepartner vorm te geven? Wordt dan nog voldaan aan hetgeen gesteld wordt op bladzijde 25 van de regeling dat er een significante belemmering is vanwege het teruglopen van het aantal opleidingen? Hoe verhoudt zich dat tot de opmerking op bladzijde 28 dat een fusie noodzakelijk kan zijn om continuïteit te waarborgen? 25 28 17 Is verschraling van het onderwijsaanbod op landelijk niveau de enige significante belemmering voor een fusie in het hoger onderwijs? In hoeverre speelt het aantal studenten ook een rol? In hoeverre speelt regionale verschraling van het onderwijsaanbod een rol? Is er een minimum aantal instellingen voor hoger beroepsonderwijs waaraan wordt vastgehouden? Is er een minimum aantal instellingen voor wetenschappelijk onderwijs waaraan wordt vastgehouden? In hoeverre wordt de keuzevrijheid gegarandeerd, is het mogelijk dat bepaalde studies nog maar door één instelling worden aangeboden? 26 18 Waarom dient de prognose van de ontwikkeling van het aantal leerlingen van een school die wil fuseren, zes jaar onder de stichtingsnorm zijn? Hoort daar niet opheffingsnorm te staan? 27 19 Hoeveel uur verwacht de minister dat de leden van de commissie bezig zijn met vergaderen? Zit er een maximum aan het bedrag dat zij kunnen ontvangen? 30 FILENAME verslag feitelijke vragen fusietoets onderwijs.DOC PAGE 2 / NUMPAGES 2