[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag inzake o.a. de nadere informatie inzake situatie Nederlandse Vissers in Franse Havens

Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2011D30980, datum: 2011-06-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z09270:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal	2



	Vergaderjaar 2010-2011





32 201	Herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid









	Nr. 	INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

	Vastgesteld, 10 juni 2011





Binnen de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
hebben enkele fracties de behoefte om enige vragen en opmerkingen voor
te leggen inzake de volgende brieven:

Brief regering d.d. 18 april 2011 onder Kamerstuk 21 501-32, nr. 477 van
de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma ā€“ Stand
van zaken rond actief biologisch beheer en beheervisserij

Brief regering d.d. 21 april 2011 onder Kamerstuk 32 201, nr. 13 van de
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
ā€“ Beantwoording vragen van de cie ELI inzake de situatie van
Nederlandse vissers in Frankrijk.

Brief regering d.d. 29 april 2011 onder Kamerstuk 32 201, nr. 14 van de
staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker
ā€“ Nadere informatie inzake situatie Nederlandse Vissers in Franse
havens.

De vragen en opmerkingen zijn op 10 juni 2011 aan de staatssecretaris
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voorgelegd met het verzoek
deze te beantwoorden uiterlijk dinsdag 21 juni 2011 om 12.00 uur. Bij
brief van [datum] zijn ze (door ā€¦) beantwoord.







Inhoudsopgave	

Blz.





Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de ChristenUnie

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SGP

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de
Dieren

Reactie van de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie	

2

2

6

9

10









	I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES





Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brieven over de
situatie van de beheervisserij en zijn tevreden over het optreden van
staatssecretaris Bleker in Frankrijk om de Nederlandse vissers te hulp
te schieten, maar zouden graag nog antwoord ontvangen op de volgende
vragen.

Is het juist dat beheervisserijen voedselarmer water als resultaat
hebben, met als gevolg dat de aalstand dunner wordt? In hoeverre kan
biologische visserij bijdragen aan een verbeterde stand van diverse
vissoorten? Is deze vorm van visserij enkel van toepassing bij de
sportvisserij, of wordt er tevens veelvuldig gebruik van gemaakt door de
beroepsvisserij? In hoeverre verschilt de nieuwe gedragscode voor Franse
en Nederlandse vissers ten aanzien van de huidige gedragscode? Is de
huidige gedragscode overtreden door Ć©Ć©n van de, dan wel beide
partij(en)? Zijn er sancties opgenomen in de huidige en de nieuwe
gedragscode bij overtreding? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben enkele vragen over de met de Unie van
Waterschappen gemaakte afspraken ten aanzien van beheervisserij. Is ten
aanzien van afspraak nummer 1 rekening gehouden met de maximale
derogatie van de Kaderrichtlijn Water? Wat is de stand van zaken met
betrekking tot punt 2? Was er sprake van duplicatieproeven? Zijn deze
direct beƫindigd? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de
kennisopbouw? Voor de zomer van 2011 zou een nieuw overleg worden
georganiseerd. Staat het overleg al gepland? Wat is het vervolgtraject? 

De leden van de CDA-fractie hebben nog een vraag in het verlengde. Eind
vorig jaar zijn een eerste versie visplannen voor de staatswateren
gereed gekomen en beoordeeld door Rijkswaterstaat. Daaruit bleek dat de
visplannen onvoldoende uitgewerkt zijn om te kunnen beoordelen of zij
voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water. Van de beroepsvissers
wordt verwacht dat zij die gevraagde uitwerking voor hun visserij zullen
leveren. Blijft die verdere uitwerking achterwege, dan kan dat
uiteindelijk leiden tot het verlies van visrechten. De begeleiding die
de Combinatie van Beroepsvissers (CvB) de vissers de afgelopen jaren
heeft kunnen geven dreigt met de afloop van het huidige project
ā€œopstellen visplannenā€ per 1 september 2011 te worden beĆ«indigd.
Daarmee dreigt voor veel beroepsvissers het gevaar dat zij uiteindelijk
hun visrechten kwijt raken. De beroepsvissers beseffen zich terdege dat
hun situatie in de afgelopen jaren drastisch is gewijzigd. Het speelveld
is kleiner geworden en een transitie via sanering en herstructurering
van de sector is onvermijdelijk. Dus ook ten aanzien van sanering en
herstructurering van de beroepsbinnenvisserij is begeleiding nodig. Is
de staatssecretaris op de hoogte van deze ontwikkeling en welke
mogelijkheden ziet hij om de CvB te blijven ondersteunen?

De leden van de CDA-fractie waarderen de inzet van de staatssecretaris
inzake de situatie van de Nederlandse vissers in Franse havens. Het
blijft, naar mening van de leden van de CDA-fractie, een vreemde zaak.
De vissers hebben immers gewoon Europese visrechten in het gebied. De
leden van de CDA-fractie vragen waarom speciale afspraken gemaakt moeten
worden om Nederlandse bedrijven gewoon rechtmatig hun
bedrijfsactiviteiten te kunnen laten uitoefenen. Wat zou de
staatssecretaris in de omgekeerde situatie doen? Deelt de
staatssecretaris de mening dat indien een gedragscode wordt afgesproken,
deze voor alle partijen (vissers, lokale overheden en
veiligheidsdiensten) geldt, voor zowel de Nederlandse als de Franse? Kan
de staatssecretaris toelichten welk wetenschappelijk onderzoek wordt
ingezet? Een nulmeting of een breder onderzoek? Deelt de
staatssecretaris de mening dat het om een nulmeting dient te gaan?

De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat er ā€“ juist ook
in economisch moeilijker tijden ā€“ gewerkt wordt aan versterking van de
visserijsector. De visserijsector is immers niet alleen goed voor vele
duizenden arbeidsplaatsen, het is ook een onlosmakelijk onderdeel van
ons Nederlandse sociaal-culturele erfgoed. Onze gewoontes, onze taal,
onze nationale identiteit zijn ermee verbonden. Daarom is het van groot
belang om zuinig te zijn op onze vissers. Mogen we ook van de overheid
een bijdrage verwachten om in de visserijsector goed ondernemerschap ā€“
ondernemerschap waar op een concurrerende en duurzame wijze, vis
gevangen of gekweekt wordt met gebruik van de nieuwste inzichten en
technieken en met oog voor de vraag van de consument ā€“ te stimuleren? 

De leden van de CDA-fractie kunnen zich goed vinden in de drie principes
waarop volgens Nederland het Europese gemeenschappelijke visserijbeleid
zich primair dient te richten: duurzaam gebruik en instandhouding van
natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen in zee, perspectief scheppen voor
een duurzaam opererende visserijsector en een beleid dat eenvoudig,
doeltreffend, uitvoerbaar en handhaafbaar is. Hoe is de Nederlandse
visie in Brussel ontvangen?

De leden van de CDA-fractie zijn sterk voorstander van een meer
decentrale en regionale benadering van het Europese visserijbeleid,
waarin de betrokkenheid van direct belanghebbenden vergroot wordt door
hen deels verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van het beleid.
Daarin past ook de versterking van de regionale adviesraden. Wat is de
stand van zaken op dit gebied?

Is er duidelijkheid en overeenstemming tussen alle betrokken partijen
ā€“ dat zijn overheid, vissers, wetenschappers en non-gouvernementele
organisaties (NGOā€™s) ā€“ over wat wordt verstaan onder
ecosysteembenadering, een goede ecologische toestand, niet-duurzame
visserijtechniek, het uitbannen van discards en het begrip "best
beschikbare visserijtechnieken"? Wordt er gestreefd naar het uitbannen
van discards tegen elke prijs, ook wanneer daarmee een economisch
rendabele visvangst onmogelijk wordt gemaakt? Zouden ook hier begrippen
als "redelijkheid" en "billijkheid" een rol moeten spelen?

Met betrekking tot de discards blijven de leden van de CDA-fractie
vragen of ongewenste bijvangsten ooit voor 100% uit te bannen zijn. Je
kunt ze wel tot een minimum proberen terug te dringen en je kunt er
efficiƫnter mee omgaan dan nu vaak gebeurt, bijvoorbeeld door beleid te
ontwikkelen waarin bijvangsten die nu niet zullen overleven als ze
worden teruggezet gewoon worden aangeland en verwerkt. Is dit nu de
inzet? Is de staatssecretaris bereid om deze optie te bepleiten in
Europees verband? Destijds is gemeld dat de visserijsector de tijd
krijgt om de transitie door te maken. Hoeveel tijd krijgt de sector? Of
loopt de termijn gelijk met het van kracht gaan van het Europees
gemeenschappelijk visserijbeleid? 

De resultaten van het gevoerde Europese visserijbeleid van de afgelopen
decennia zijn nogal eens somber voorgesteld. Het moet bij die
beoordeling ook helder zijn waar de voorzorgbenadering en waar de
benadering van de Maximum Sustainable Yield (MSY) als maatstaf is
gehanteerd. De leden van de CDA-fractie willen graag heldere overzichten
van de daadwerkelijke visstandontwikkeling over de afgelopen decennia.
Daarnaast onderschrijven de leden van de CDA-fractie de kritiek op het
eenzijdig inzetten op de beheersdoelstelling van maximaal duurzame
oogst, de MSY. Vanuit IMARES is bevestigd dat het ecologisch gezien een
onmogelijke opgave is om alle beviste bestanden in Europa tegelijkertijd
op MSY-niveau te bevissen, maar dat de inzet op MSY voor de meeste
bestanden wel zorgt voor een lagere, meer duurzame visserijdruk. Als de
staatssecretaris als principe hanteert dat beleid ook uitvoerbaar en
handhaafbaar moet zijn, moet hij met deze beperking en met dit
perspectief rekening houden en ook zijn EU collegaā€™s daarin meenemen.
De leden van de CDA-fractie verzoeken de staatssecretaris om een reactie
hieromtrent.

Afgelopen periode laat zien dat het eenzijdige pleidooi voor meer
marktwerking als middel om de doelstellingen van het duurzame
visserijbeleid te realiseren onvoldoende werkt. De leden van de
CDA-fractie geloven dat de markt maar ten dele een langetermijnoplossing
kan bieden voor een duurzame visserij en een eerlijke prijs voor
versgevangen vis. Immers, wanneer het vrije marktprincipe wordt
losgelaten op een eindige bron ā€“ en bij overbevissing is hier zeker
sprake van ā€“ dan wordt met het vrije marktprincipe roofbouw gepleegd
op het ecosysteem waar generaties na ons mee worden gedupeerd in de vorm
van uitgestorven planten en dieren. De leden van de CDA-fractie vinden
dan ook dat het principe van duurzaamheid, goed rentmeesterschap en het
op een goede wijze overdragen van de visrijkdom aan komende generaties
meegenomen moet worden in het toekomstige Europese visserijbeleid. De
visserijsector is volop bezig de omslag te maken van aanbod- naar
vraaggestuurde visserij, bijvoorbeeld via het keurmerk van MSC (Marine
Stewardship Council). De leden van de CDA-fractie geloven in
certificering waardoor de consument meer keuze krijgt in duurzaam
gevangen vis. Maar tegelijkertijd zien de leden van de CDA-fractie dat
het liberale marktdenken ook kan doorschieten en het duurzaam gevangen
vis en een eerlijke prijs juist kan belemmeren door zich eenzijdig te
richten op ongeoorloofde prijsafspraken ten koste van goede afspraken
binnen de branche en/of de keten over duurzaamheid. De leden van de
CDA-fractie zijn blij met de eerdere toezeggingen van de
staatssecretaris op het punt van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) en mededinging. Wanneer kan het door de leden van de CDA-fractie
gevraagde en door de staatssecretaris toegezegde meldpunt voor
duurzaamheidsafspraken voor het bedrijfsleven beschikbaar zijn? Is de
staatssecretaris bereid deze problematiek van mededingingsregelgeving
versus duurzaamheidsafspraken ook bij de onderhandelingen voor het
nieuwe Europese gemeenschappelijke visserijbeleid (GVB) mee te nemen? 

Is de staatssecretaris bereid om bij het nieuwe GVB te pleiten voor een
soortgelijke regeling als nu in de sector groenten en fruit, welke
regels bevat voor het uit de markt nemen van producten, bijvoorbeeld via
een interventiemaatregel waarbij producenten dan (gedeeltelijk) mogen
worden gecompenseerd met Europese middelen?

Kan de staatssecretaris een nadere verklaring geven over welke Europese
norm wordt overschreden ten aanzien van dioxines en dioxineachtige
PCBā€™s voor wolhandkrab? Klopt het dat de Europese verordening
1881/2006 een maximumgehalte dioxines en dioxineachtige PCBā€™s
voorschrijft voor schaaldieren, met uitzondering van bruinvlees van
krab? IMARES geeft in de discussie aan dat bij de monitoring de gehele
inhoud van het krabbenlijf is geanalyseerd, met uitzondering van de
poten. Terwijl in de praktijk toch vaak juist ook de poten worden
geconsumeerd. Zou bij een goede beoordeling van het dioxine gehalte niet
de gehele krab geanalyseerd dienen te worden? Is de staatssecretaris
bereid om het onderzoek van IMARES met betrekking tot het dioxinegehalte
in de wolhandkrab op dit punt te laten aanvullen en de resultaten
daarvan te laten meewegen in de eindafweging of deze dioxinegehaltes een
vangstverbod op de wolhandkrab in betreffende gebieden nog steeds
rechtvaardigt?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de ChristenUnie

Elk jaar krijgen Nederlandse vissers in het voorjaar te maken met
dreigingen bij Franse havens en in de Franse kustwateren. De blokkades
van dit jaar waren helaas een zoveelste dieptepunt. Fransen beriepen
zich op het stakingsrecht maar Franse vissers werden wel toegelaten tot
de binnenhaven van Boulogne sur Mer en Nederlandse vissers niet. De
leden van de ChristenUnie-fractie willen een structurele oplossing voor
deze problemen. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn dan ook blij
dat er in het spoedoverleg in Frankrijk afspraken zijn gemaakt en dat er
nu een structureel overleg komt tussen de vissers. De leden van de
ChristenUnie-fractie hebben echter nog wel zorgen over de vraag of deze
afspraken voldoende garanties bieden. In het verleden zijn er immers
verschillende keren gesprekken geweest tussen vertegenwoordigers van de
Franse en Nederlandse visserijsector. Een probleem daarbij was steeds
dat de Franse staandwantvissers meestal ongeorganiseerd zijn, hetgeen
het moeilijk maakt om hen aan te spreken. De leden van de
ChristenUnie-fractie zijn blij met de betrokkenheid van het ministerie
bij de besprekingen in Parijs, maar heeft begrepen dat de
vervolgbesprekingen in Boulogne vooral aan de vissers zelf werden
overgelaten en er namens de Nederlandse regering alleen een toehoorder
aanwezig was van de ambassade. De leden van de ChristenUnie-fractie
willen er op aandringen dat gezien de gevoeligheden die er zijn op dit
dossier dat de staatssecretaris een sterke rol blijft spelen in de
gesprekken met de Fransen om te voorkomen dat het komend jaar opnieuw
fout gaat. Is de staatssecretaris daartoe bereid?

In de overeenkomst wordt gesproken over een onderzoek naar de
visbestanden. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom dit nu
ineens moet worden onderzocht en wat de relatie is met het wel of niet
kunnen havenen in Boulogne. Het gaat hier immers om vissen waarvoor geen
quotum geldt en waar al jaren op wordt gevist. Klopt het dat er door de
vissers juist is gesproken over een onderzoek naar de Nederlandse
visserijmethode ten opzichte van de Franse methode (fly shoot versus
staandwant) en of die elkaar beĆÆnvloeden?

In de brief van 29 april 2011 met nadere informatie inzake de situatie
van Nederlandse Vissers in Franse havens (Kamerstuk 32 201, nr. 14)
stelt de staatssecretaris dat met ingang van het nieuwe seizoen een
volledig normaal en veilig gebruik van de haven van Boulogne sur Mer
mogelijk is. Is er inmiddels commitment van de Franse overheden om in te
grijpen wanneer vissers zich niet aan de gedragscode houden oftewel een
toezegging van de Franse overheid dat de veiligheid van de Nederlandse
schepen en hun bemanning evenals de vangst gewaarborgd wordt en dat niet
alleen in de haven van Boulogne sur Mer maar in alle Franse havens? Is
de staatssecretaris bereid de Franse staat aansprakelijk te stellen voor
de economische schade van Nederlandse vissers als er opnieuw onrust
ontstaat? 

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen ook wat er gebeurt als niet
alle vissers de nu op te stellen gedragscode tekenen. Kan voor deze
vissers dan de vergunning worden ingetrokken? Deelt de staatssecretaris
de mening dat het Europees recht en de verdragen in het kader van de
International Maritime Organization (IMO) sowieso gehandhaafd moeten
worden?

De staatssecretaris heeft in het algemeen overleg Landbouw- en
Visserijraad van 27 april 2011 toegezegd om een algemeen juridisch
advies te laten opstellen door de landsadvocaat met betrekking tot de
geleden schade als gevolg van de blokkade van de haven van Bourlogne sur
Mer op basis waarvan de vissers zelf juridisch actie kunnen ondernemen.
Is er inmiddels een gesprek geweest tussen de vertegenwoordigers van de
vissers en de landsadvocaat en zo nee, op welke termijn vindt dit
plaats? Wanneer komt het advies beschikbaar?

De staatssecretaris stelde in hetzelfde overleg dat de ondernemers zelf
verantwoordelijk zijn voor de juridische procedure. De betreffende
Nederlandse vissers hebben echter aangegeven dat zij veel liever hebben
dat er door de landsadvocaat een collectieve claim wordt ingediend. Dit
voorkomt dat individuele vissers in een ongemakkelijke positie kunnen
komen en geeft een krachtiger signaal richting de Fransen. Kan de
staatssecretaris daarom aangeven waarom hij een procedure door de
landsadvocaat niet wenselijk vindt? Deelt de staatssecretaris de mening
dat het juridisch wel mogelijk is dat de landsadvocaat de procedure
voert?

Nederlandse vissers hebben niet alleen te maken met acties van Franse
vissers, maar ook met controle en handhaving door Franse
controlediensten. Regels moeten gehandhaafd worden, maar de leden van de
ChristenUnie-fractie hebben van diverse vissers vernomen dat zij door
Franse controlediensten veelvuldig en extreem nauwkeurig worden
gecontroleerd, in tegenstelling tot Franse vissers. Hierdoor wordt het
werk van Nederlandse vissers sterk ontmoedigd, omdat de controles leiden
tot veel onnodig visverlet. Bovendien worden kotters vaak voor de meest
geringe of vermeende overtreding opgebracht naar een Franse haven. De
vangst wordt noodgedwongen in die Franse haven verkocht aan handelaren
die, omdat ze weten dat de vangst afkomstig is van een opgebrachte
kotter, voor de vis aanzienlijk minder bieden dan de marktprijs die
normaliter via een Nederlandse of Belgische veiling verkregen zou
worden. Verder krijgen deze vissers te maken met inbeslagname van
tuigage en mogen ze vaak pas na enkele dagen vertrekken na betaling van
een waarborgsom. Niet zelden worden Nederlandse vissers, al dan niet in
hoger beroep in het gelijk gesteld, maar dit soort procedures duren
jaren en ondertussen lijden de betrokken vissers financiƫle schade die
kan oplopen tot tienduizenden euroā€™s. Concreet is bij de leden van de
ChristenUnie-fractie een voorval bekend waarbij een Nederlandse kotter
als enige werd gecontroleerd en omliggende Franse schepen niet. Alleen
omdat er een paar mazen tekort zaten in een deel van het visnet en een
touw te kort was werd deze kotter opgebracht naar Duinkerken waarbij
tuigage in beslag werd genomen en er directe schade was door tientallen
uren visverlet, advocaatkosten en hogere gasolierekeningen. Dergelijke
voorbeelden worden door meer vissers genoemd. Klopt het, zo vragen de
leden van de ChristenUnie-fractie, dat voor dergelijke technische
gebreken in Nederland door de Algemene Inspectiedienst (AID) alleen een
waarschuwing wordt gegeven of een proces-verbaal op zee wordt opgemaakt
(een boete van maximaal enkele honderden euroā€™s)?

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben signalen van Nederlandse
vissers ontvangen dat de controles de laatste tijd zelfs, zoals een
visser het zei, ā€œgrimmigerā€ worden. Bij een controle, toen
controleurs niets hadden kunnen vinden, schijnen uit nijdigheid door de
handhavers zelfs alle kasten in de kombuis en hutten leeggehaald te
zijn. Veel vissers wagen zich hierdoor niet meer in het gebied. Volgens
een visser omdat anders voor hem zelfs faillissement dreigt als hij nog
Ć©Ć©n keer onterecht wordt opgebracht.

Is de staatssecretaris bereid om met spoed een inventarisatie te maken
van klachten van Nederlandse vissers over de handhaving in Frankrijk? De
leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de staatssecretaris over het
aantal inspecties bij Nederlandse vissers en de proportionaliteit van de
handhaving bij deze inspecties in vergelijking met de inspectie bij
Franse vissers heeft gesproken met zijn Franse collega. Deelt de
staatssecretaris de mening dat het onacceptabel is als andere lidstaten
bij de handhaving van de visserijregels hun eigen vissers bevoordelen?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben begrepen dat dit probleem
eerder dit voorjaar door de AID zou worden besproken met de Fransen. De
leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de resultaten zijn van deze
bespreking en of de staatssecretaris bereid is nog deze zomer afspraken
te maken met de Fransen over een eerlijke en proportionele handhaving.

Nederlandse kotters hebben vangstrechten om voor een deel van de Franse
kust te vissen. Dit betreffen historische rechten en het gebied waarin
gevist mag worden blijkt uit officiƫle internationale zeekaarten. Klopt
het dat de Franse overheid niet deze zeekaarten gebruikt, maar een
andere, niet erkende, zeekaart voor de wateren in de omgeving van
Duinkerken en dat hierdoor regelmatig kotters die op het grensgebied
rechtmatig vissen door de Franse autoriteiten worden vervolgd en te
maken krijgen met lange en kostbare juridische procedures waardoor
Franse vissers worden bevoordeeld in deze waardevolle visgebieden, zo
vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Ook vragen de leden van de
ChristenUnie-fractie of het klopt dat in talrijke procedures voor Franse
rechterlijke instanties is komen vast te staan dat de officiƫle
zeekaart maatgevend moet zijn, maar dat de schade die de Nederlandse
vissers lijden vaak niet vergoed wordt en dat om die reden er al vissers
zijn die in het grensgebied niet meer durven vissen. Is de
staatssecretaris bereid in overleg te gaan met zijn Franse collega om te
bewerkstelligen dat de Fransen zo spoedig mogelijk alleen gebruik gaan
maken van de officiƫle internationale zeekaarten?

Niet alleen in Frankrijk, ook in Nederland zijn er acties. De leden van
de ChristenUnie-fractie vragen of de staatssecretaris op de hoogte is
van de aangekondigde acties van Greenpeace tegen de vissers. De leden
van de ChristenUnie-fractie vragen of er voldoende waarborgen zijn dat
de vissers veilig en ongehinderd kunnen blijven vissen. De acties worden
ingegeven door de discussie over natuurgebieden op zee. Is de
staatssecretaris bereid een onderzoeksagenda op te stellen met
verifieerbare uitgangspunten van de te behalen doelen van het aanwijzen
van natuurgebieden op zee en daarbij de visstand te monitoren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SGP

De leden van de SGP-fractie hechten grote waarde aan het Masterplan
Duurzame Visserij dat perspectief biedt voor een economisch en
ecologisch duurzame Noordzeevisserij en in de visserijsector breed wordt
gedeeld. De leden waarderen de constructieve opstelling van het kabinet
ten aanzien van dit Masterplan. Een belangrijk onderdeel is een pilot
met twee of meer nieuw te bouwen schepen volgens nieuw concept. De leden
van de SGP-fractie hebben in dit verband twee vragen. Kan er binnen het
kader van het Europees Visserijfonds, eventueel in overleg met de
Europese Commissie, ruimte gemaakt worden voor een substantieel bedrag
voor zoā€™n pilot? Welke mogelijkheden en onmogelijkheden zijn daarbij
aan de orde? Kan ook de garantstellingsregeling die de staatssecretaris
weer wil openstellen voor de genoemde pilot worden gebruikt? 

De leden van de SGP-fractie ontvangen zorgelijke signalen over de
invulling van de compensatieregeling voor de binnenvissers die getroffen
worden door de gesloten gebieden voor de palingvangst. De leden van de
SGP-fractie herinneren het kabinet aan de toezeggingen die in het debat
over het betreffende wetsvoorstel zijn gedaan. De leden van de
SGP-fractie zijn benieuwd naar de stand van zaken. Welke elementen
zullen wel of niet deel uit gaan maken van de compensatieregeling? 

De leden van de SGP-fractie hebben nog vragen bij het verbod op de
vangst van wolhandkrab in bepaalde gebieden. De leden van de SGP-fractie
ontvangen graag een reactie op het volgende standpunt vanuit de
wetenschap: ā€˜Er is een Europese norm gesteld van 8 picogram per gram
TEQ (2,3,7,8-dioxine-equivalenten) aan dioxines in het witte vlees van
deze krabben. U liet mij acht metingen zien van dioxines in bruin vlees
(lijf met ingewanden) van wolhandkrabben. Die metingen mogen uiteraard
niet met de norm voor dioxines in wit vlees (poten) van wolhandkrabben
worden vergeleken. Er zijn genoeg voorbeelden in de literatuur van PCB-
en dioxinegehalten in vlees en lever/pancreas van vis (bijvoorbeeld
kabeljauw) en garnalen die laten zien dat PCB gehalten in de
pancreas/lever veel hoger zijn dan in het vlees. Ook de kabeljauwvangst
wordt niet verboden omdat de PCB-gehalten in de lever ver boven de
PCB/dioxinenormen liggen en liefhebbers die levers consumeren! Als basis
van een vangstverbod zou bovendien naar mijn mening wel een veel
steviger basis nodig zijn dan een aantal van acht metingen!ā€™. 

De staatssecretaris heeft een onderzoek aangekondigd naar de ecologische
en biologische toegevoegde waarde van de uitzet van jonge aal uit
vervuilde gebieden in schone gebieden. Wat is de stand van zaken? Neemt
de staatssecretaris naast de opvattingen van IMARES ook de overige
opvattingen uit de wetenschap mee in zijn standpuntbepaling, zoals het
standpunt ten gunste van een ontheffing voor de vangst van jonge aal in
gesloten gebieden en de uitzet van deze jonge aal in schone gebieden?
Wat is de reactie van de staatssecretaris op deze en andere standpunten?
Is de staatssecretaris bereid ontheffing te verlenen voor de vangst van
jonge aal in gesloten gebieden? 

De projectsubsidie voor de Combinatie van Beroepsvissers zal per 1
september 2011 aflopen, juist nu er in de vorm van het Aalbeheerplan, de
gesloten periode en de gesloten gebieden voor de aalvisserij en de
visplannen veel op de sector afkomt. Dat betekent dat de sector zelf
niet de financiƫle mogelijkheden heeft om de beroepsorganisatie (CvB)
overeind te houden, terwijl de sector gedegen begeleiding onverminderd
nodig heeft. Welke mogelijkheden heeft het kabinet om de projectsubsidie
voor de CvB overeind te houden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de Partij voor de
Dieren

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen het kabinet
er nogmaals op dat de huidige manier van visserij niet langer houdbaar
is. Commercieel interessante soorten worden in Europa zwaar overbevist,
de overcapaciteit van Europese schepen gaat naar Afrika om daar de zee
leeg te vissen en het kwetsbare bodemleven wordt met ijzeren kettingen
aan gort gesleept. Het is tijd voor een drastische omslag, waarbij eerst
de grenzen van het ecosysteem bepaald worden, waarop vervolgens de
omvang en intensiteit van de vloot wordt afgestemd. Ondertussen wordt
echter business as usual ondersteund met belastingsgeld. Het vernietigen
en verkopen van onze natuurlijke rijkdommen wordt ondersteund door ons
belastingsgeld en dat is onbegrijpelijk. Een van de doelstellingen van
het Europees Visserijfonds is het versterken van het
concurrentievermogen van de visserijbedrijven. Tijdens economielessen op
de middelbare school wordt echter al geleerd dat subsidies juist het
concurrentievermogen ernstig beperken. Kan de staatssecretaris een
overzicht geven van alle soorten subsidies, zowel direct als indirect,
waar de Nederlandse visserijsectorsector over kan beschikken en om
hoeveel geld dit het afgelopen jaar ging? Kan de staatssecretaris
aangeven of er bij de financiƫle ondersteuning ook sprake is van
nationale koppen, gelden die puur vanuit Nederland beschikbaar zijn?

Ondertussen worden de fundamentele problemen in de sector, de
overcapaciteit en overbevissing maar niet aangepakt. Dit wordt weer eens
onderschreven door de terugkerende spanningen tussen Nederlandse en
Franse vissers. Op welke manier denkt de staatssecretaris dit
fundamentele probleem aan te pakken zodat er werkelijk structurele
oplossingen gevonden kunnen worden?

Onderschrijft de staatssecretaris dat aanbod en prijs op dit moment niet
in evenwicht zijn? Onderschrijft de staatssecretaris dat de
overcapaciteit aan schepen laat zien dat de marktwerking niet de
regulerende werking heeft die er door velen aan wordt toegeschreven? 

De markt kent geen ethiek, de rol van de overheid is dan ook zorg te
dragen dat kwetsbare waarden worden beschermd. In het geval van de
visserij dient de overheid dus onze natuurlijke rijkdommen te
beschermen. Is de staatssecretaris bereid het subsidiebeleid hierop
kritisch te herzien?

Tijdens de Biodiversiteitstop in Nagoya is een van de afgesproken doelen
dat alle subsidies die de biodiversiteit schade toebrengen in 2020
afgeschaft zijn. Onderschrijft de staatssecretaris dat subsidies aan een
sector die verantwoordelijk is voor het overbevissen van 88% van de
visbestanden, een subsidie is die de biodiversiteit schade toebrengt? Zo
ja, op welke manier is de staatssecretaris voornemens deze subsidies af
te schaffen? Zo nee, waar baseert de staatssecretaris dat op?

Vorige maand is een wetenschappelijk rapport verschenen waaruit blijkt
dat het afschaffen van subsidies op de visserij in de Noordzee de
visserij juist winstgevender maakt . Door het afschaffen van subsidies
nam niet alleen de winst toe, ook commerciƫle interessante soorten
zoals kabeljauw en haring, namen toe in biomassa. Welke
beleidsconclusies is de staatssecretaris bereid hieruit te trekken? 

Ook is er in opdracht van het Europees parlement een rapport over de
garnalenvisserij in de Noordzee geschreven. Op dit moment wordt de markt
overspoeld met garnalen en krijgen vissers een te lage prijs. De
historische context van de overmaat aan garnalen op de markt, is het
feit dat vissoorten als kabeljauw en wijting onder de sterke
visserijdruk behoorlijk zijn teruggelopen. Om quota te sparen zijn veel
vissers destijds overgestapt op garnalen; daar waren er immers genoeg
van. Dit is echter wel een schoolvoorbeeld van "fishing down the food
web", zoals door de meest vooraanstaande visserijbioloog ter wereld,
Daniel Pauly, al jaren geleden is geschetst. Je haalt de dieren die
bovenaan de voedselketen staan, zoals kabeljauw, eruit en gaat dan
verder de keten af. Dat er nu zoveel garnalen zijn, komt doordat de
predatoren allang zijn weggevangen. De vissers vangen nu steeds grotere
hoeveelheden, er komen steeds meer vissers bij, de prijs wordt lager en
er treedt een neerwaartse spiraal op die alleen kan worden doorbroken
door de overcapaciteit aan te pakken. Hoe gaan we dat nu concreet doen?
De leden van de fractie voor de Partij voor de Dieren vragen daaromtrent
een reactie van de staatssecretaris.

Het probleem van de garnalenvloot is dat er teveel boten zijn, die ook
nog eens de bodem verwoesten en gigantische bijvangsten hebben. Zo
blijkt uit het rapport dat maar 21 % van de totale vangsten (21% van in
totaal 182.000 ton) in 2005 op het bord van de consument belandt. Maar
liefst 78% (140.600 ton) wordt weer (half)dood overboord gegooid. En om
dit even in perspectief te plaatsen, deze omvang staat gelijk aan het
gewicht van 35.000 olifanten. 

Dat het nu zo goed gaat met garnalen wil niet zeggen dat het systeem
gezond is en dat we vooral massaal garnalen moeten wegvissen. De leden
van de fractie van de Partij voor de Dieren willen de staatssecretaris
nog maar eens herinneren aan de aangenomen motie van lid Ouwehand
(Kamerstuk 32 201, nr. 9) die discards wil uitbannen. Is de
staatssecretaris bereid in de geest van de motie continu in Europa
commissaris Damanaki te steunen in haar voorstellen om discards uit te
bannen?







II. REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS 







	De voorzitter van de commissie,

Van der Ham





De adjunct-griffier van de commissie,

BlacquiĆØre



 PAGE    

 PAGE   2