Verslag houdende een lijst van vragen inzake wijz. begrotingsstaten van het Ministerie van BZK 2011 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota (32780 VII)
Lijst van vragen
Nummer: 2011D31304, datum: 2011-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Dijksma, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2011Z10438:
- Indiener: J.P.H. Donner, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2011-06-09 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2011-06-14 12:00: Wijziging begrotingsstaten ministerie BZK (VII) voor 2011 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2011-06-30 10:15: Suppletoire begrotingen 2011 (32 780 - hoofdstukken I, IIB, III t/m VII, IXA, IXB, X, XII, XIII, XV, XVI en fondsen A t/m C en F t/m H) (Hamerstukken), TK
Preview document (š origineel)
32780 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2011 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) Nr. ā¦ VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld ā¦ juni 2011 De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden. Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid. De voorzitter van de commissie, Dijksma De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx Nr Vraag art 1 Wat is de rol van de AIVD bij de grenscontroles, het Project Pardex? 27 2 Kan de minister aangeven op welke manier de investering van ā¬ 3,7 mln. (art. 33) leidt tot een vermindering van de administratieve lasten? Zijn er ook besparingen denkbaar als gevolg van het verminderen van de regeldruk en administratieve lasten (bijvoorbeeld als gevolg van het verminderen van de handhaving)? 33 3 Kan de minister de mutatie āfunctionerende bedrijfsvoeringā en āoverige relevante beleidsmutatiesā (art. 37) toelichten? 37 4 Hoeveel financiĆ«le middelen worden er nu voor de uitvoering van het eindadvies van de visitatiecommissie Wijkenaanpak vrijgemaakt? Hoe is de verdeling over de verschillende gemeenten en wijken? Hoeveel jaar is daarmee gemoeid? 44 5 Kan de minister aangeven waarom hij ervan uitgaat dat de ontvangsten voor de huurtoeslag meerjarig toenemen als gevolg van de snellere inning? Als eenmaal sneller wordt geĆÆnd, stabiliseren de ontvangsten toch weer op het oude niveau? (art. 46) 46 6 Kan de minister aangeven op welke wijze het tekort op de huurtoeslag uit 2010 wordt opgelost? Is de meevaller dit jaar exact even groot als de tegenvaller in 2010, of is er nog altijd een resterend tekort? (art. 46) 46 7 Kan de minister aangeven of hij verwacht dat door het beroep op de huurtoeslag en weinig toenemende ontvangsten tekorten zullen ontstaan op langere termijn? Klopt het dat de geprognosticeerde stijging van het aantal toekenningen voor huurtoeslag (nog) niet zichtbaar is in de meerjarige extra uitgavenontwikkeling?Is de verwachting dat deze toename kan worden opgevangen met een stijging van de ontvangsten? (art. 46) 46 8 Wat is de reden dat er, in het kader van de nationale hypotheekgarantie, nu in 2011 een bedrag van 50 miljoen euro van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning is ontvangen? 46 9 Waarom houdt de minister vooraf budgettair rekening met een meevaller met betrekking tot de brede doeluitkering āsociaal, integratie en veiligheidā? Welke consequenties heeft dit voor de toekomstige raming van het aantal inburgeringstrajecten en dus voor de brede doeluitkering? Kan er nog een nadere nacalculatie volgen (in 2011 blijkt dat sprake is van een tegenvaller over de periode 2005-2009)? (art. 47) 47 10 Wat is de stand van zaken betreffende het voornemen om diplomaās van buiten de EU sneller te erkennen? 47 11 Wat zijn de redenen dat een aantal gemeenten moeten worden nabetaald ten aanzien van de afrekening van de BDU-SIV? Zijn er hierbij ook kosten ten aanzien van de inburgering? 47 12 Waarom hebben gemeenten meer inburgeringstrajecten afgewikkeld dan destijds was voorzien? 47 13 Kan de minister aangeven wat de omvang van de totale investering is in de huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en Algemene Zaken (art. 49)? Voor welke projecten wordt concreet geĆÆnvesteerd? Kan de minister cijfermatig laten zien dat deze investeringen "onder voorwaarde van budgetneutraliteit worden uitgevoerd"? 49 14 Kunt u de kosten voor het huisvesten van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en Algemene Zaken uitsplitsen? 49 15 Door herberekening vallen de ODA-uitgaven fors hoger uit, de uitgaven nemen toe met ā¬ 83,5 mln.; wat zijn de precieze oorzaken voor de toegenomen uitgaven? 50 16 Kan een verbijzondering worden gegeven van de legesverhogingen bezien naar de diverse categorieĆ«n aanvragers van verblijfsdocumenten? Kan daarbij de mate van kostendekkendheid worden aangegeven? Is bij deze raming verdisconteerd de legesderving van ā¬ 5 miljoen als gevolg van de latere invoering van Modern Migratiebeleid die voortvloeit uit de problemen met de implementatie van INDiGO? (art. 50) 50 17 Welke concrete bestemming in welke landen krijgen de middelen die worden ingezet voor adequate opvang in landen van herkomst? (art. 50) 50 18 Wat gaat DT&V doen met de overgehevelde middelen als gevolg van het beĆ«indigen van de levering van de capaciteit door politie aan deze dienst? (art. 50) 50 19 Welke gevolgen hebben recente ontwikkelingen omtrent het Nederlandse biometrische paspoort voor het implementeren van biometrische identiteitsvaststelling in de vreemdelingenketen, de grenspassage en de strafrechtketen? 50 20 Hoeveel FTE extra capaciteit krijgt de IND voor de taken genoemd in beleidsartikel 50, sub g,i,j,l,m en n? 50 21 Betreft het door de IND heroverwegen van individuele gevallen waarvoor het categoriale beschermingsbeleid komt te vervallen ook gevallen die reeds een tijdelijke dan permanente verblijfsvergunning hebben gekregen? 50 22 Welke getalsmatige gevolgen heeft het afschaffen van het categoriale asielbeleid voor de instroom en toelating van asielzoekers? 50 23 Met welke internationale verdragen is het schrappen van uitzonderingen op het MVV-vereiste in strijd? 50 24 Waar is het bedrag van ā¬2.000.000 in artikel 50f in verband met het schrappen van uitzonderingen op het MVV-vereiste op gebaseerd? 50 25 Wat zijn de beoogde kwantitatieve effecten van de volledige dubbele check op alle inwilligingen op eerste aanleg? 50 26 In welke landen worden IND medewerkers voor extra controle op gezinsvorming gestationeerd? 50 27 Welke financiĆ«le effecten zijn te verwachten van het terugdringen van het aantal mensen dat ten onrechte een beroep op de bijstand doet? 50 28 Hoeveel verblijfsvergunningen zullen worden ingetrokken door verscherpte controles op het ten onrechte een beroep op de bijstand doen? 50 29 In welke derde landen zijn de (extra) liasonofficieren ingezet en welke knelpunten zijn daar aan de orde? 50 30 Wat is de reden van de vertraging in de uitvoering van het project Biometrie en welke (negatieve) gevolgen vloeien daaruit voort? 50 31 In welke landen van herkomst worden de middelen ingezet om vormen van adequate opvang op te zetten voor AMV's? 99 32 Per wanneer kan, gezien de vertraging van het INDIGO-project, de invoering van de Wet modernisering migratiebeleid plaatsvinden? 99 FILENAME LvVrAntw_BiZa_32780_VII.DOC PAGE 1 / NUMPAGES 3