[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake het ontwerpbesluit houdende tijdelijke regels tbv een experiment met begeleid rijden

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2011D32258, datum: 2011-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z11722:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


  HYPERLINK
"http://parlisweb/parlis/zaak.aspx?id=a6030072-8879-4441-982b-cb19c765a7
29"  2011Z11722 	Ontwerpbesluit tot wijziging van het Reglement
rijbewijzen, houdende tijdelijke regels ten behoeve van het experiment
met begeleid rijden

VERSLAG (Schriftelijk overleg)

Vastgesteld op 17 juni 2011

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben de
fracties van VVD, PvdA, PVV, CDA en SP de behoefte om enkele vragen en
opmerkingen voor te leggen over het ontwerpbesluit tot wijziging van het
Reglement rijbewijzen, houdende tijdelijke regels ten behoeve van het
experiment met begeleid rijden.

De voorzitter van de commissie

J.F. Snijder-Hazelhoff

De adjunct-griffier van de commissie

J.E. de Best

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het ontwerpbesluit houdende tijdelijke regels ten behoeve van een
experiment met begeleid rijden (hierna: het ontwerpbesluit). De leden
van de VVD-fractie zijn van mening dat de ervaring in andere landen
leert dat door het opdoen van ervaring en de aanwezigheid van een
begeleider, beginnende bestuurders bekwamer worden en dat de
verkeersveiligheid onder de groep beginnende bestuurders daarmee zal
verbeteren.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het ontwerpbesluit houdende tijdelijke regels ten behoeve van een
experiment met begeleid 

rijden.

De leden van de PVV-fractie zijn zeer tevreden over de proef begeleid
rijden en de bijbehorende toelichting. Toch willen deze leden nog een
aantal opmerkingen maken.

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het
voorgestelde experiment met begeleid rijden. Op hoofdlijnen is er steun
voor het voorstel, maar deze leden hebben op enkele punten bedenkingen
en verzoeken de minister hier nader op in te gaan.

De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar de precieze uitwerking van
de plannen voor een experiment van begeleid rijden. Toch hebben deze
leden nog een aantal vragen.

Leeftijdsgrens

De leden van de VVD-fractie willen het belang benadrukken van een
periode van meerdere maanden waarin jongeren, totdat zei achttien jaar
zijn, onder begeleiding deel kunnen nemen aan het verkeer en zo veel
ervaring kunnen opdoen. De mogelijkheid bestaat echter dat jongeren vlak
voor hun achttiende verjaardag het rijbewijs halen en hierdoor slechts
voor een korte periode onder begeleiding aan het verkeer deelnemen.
Vindt de minister dit in het kader van het experiment wenselijk? Kan
hierdoor het daadwerkelijke effect van begeleid rijden op de
verkeersveiligheid goed inzichtelijk worden gemaakt of kan het een
vertekend beeld opleveren? Is een minimumperiode van bijvoorbeeld zes
maanden niet vereist?

De leden van fractie van de PvdA zien een ongewenste situatie ontstaan
die de kwaliteit van de rijopleiding en de verkeersveiligheid onnodig
onder druk zet als jonge leerlingen niet in staat worden gesteld om
voorafgaand aan hun zeventiende verjaardag een tussentijdse toets af te
leggen. Op dit moment kunnen kandidaten bij het experiment vanaf hun
zeventiende verjaardag al examen doen. Bij deze leden bestaat de vrees
dat de tussentijdse toets wordt overgeslagen als deze na hun zeventiende
verjaardag voor vertraging zorgt. De leden van de PvdA-fractie vragen of
het mogelijk en wenselijk is om kandidaten vóór hun zeventiende
verjaardag een tussentijdse toets te kunnen laten afleggen.

Helaas is het de leden van de CDA-fractie gebleken dat de mogelijkheid
om deel te nemen voor begeleid rijden uitsluitend geldt voor jongeren
die op of na 1 november 2011 zeventien jaar worden. In de praktijk
betekent dit dat jongeren die op 31 oktober zeventien jaar worden niet
aan dit experiment kunnen meedoen en de broodnodige ervaring op kunnen
doen, terwijl hun klasgenoot die een dag later zeventien wordt, dit wel
kan. Kan de minister dit voornemen nader onderbouwen? Deelt de minister
de conclusie van de leden dat een extra vraag naar examens geen argument
kan zijn omdat dit voorzien kan worden en dat het Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) hiervoor gewoon de benodigde (voorzorgs-)
maatregelen dient te nemen? Transport en Logistiek Nederland (TLN) pleit
er in het verlengde hiervan voor om in ieder geval voor de
beroepsbegeleidende leerweg(BBL)-leerlingen die de opleiding voor
beroepschauffeur volgen een uitzondering te maken. Iedere maand die zij
eerder kunnen beginnen met hun rijopleiding (die een wezenlijk onderdeel
uitmaakt van hun beroepsopleiding), komt ten goede aan hun
beroepservaring en aan de aantrekkelijkheid van het beroep, aldus TLN.
Kan de minister op dit pleidooi een reactie geven?

De leden van de CDA-fractie vragen of de minister hun conclusie deelt
dat in het kader van het behoud van de succesvolle ‘Rijopleiding in
Stappen’ het mogelijk moet worden gemaakt dat kandidaten voor hun
zeventiende verjaardag een tussentijdse toets kunnen afleggen? Zo nee,
waarom niet?

Begeleiding

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat een begeleider iemand
van onbesproken gedrag moet zijn. Gebaseerd op ervaringen in Duitsland,
zal tijdens het experiment geen tussentijdse toets op
verkeersantecedenten worden uitgevoerd. Toch bestaat de kans dat een
begeleider zelf als bestuurder een onherroepelijke onvoorwaardelijke
ontzetting van de rijbevoegdheid of een onherroepelijk besluit tot het
volgen van een educatieve maatregel van bestuur krijgt opgelegd. De
leden van de VVD-fractie zijn van mening dat in een dergelijk geval een
bestuurder niet langer als begeleider moet kunnen fungeren. Kan de
minister aangeven of het op een andere manier dan door middel van een
tussentijdse toets mogelijk is een begeleider zijn bevoegdheid te
ontzeggen?  

Een begeleider fungeert als aanspreekpunt voor de beginnend bestuurder
en coacht waar dat nodig is. De leden van de VVD-fractie zijn van mening
dat een begeleider dan moet voldoen aan dezelfde eisen die gesteld zijn
aan de bestuurder van een voertuig. In dit kader vinden de leden van de
VVD-fractie het vreemd dat een begeleider tijdens het experiment niet
strafrechtelijk kan worden vervolgd wanneer bijvoorbeeld blijkt dat een
begeleider onder invloed is van alcohol of drugs. Is de minister niet
van mening dat een begeleider tijdens een rit moet voldoen aan dezelfde
eisen zoals die gesteld worden aan de bestuurder en dat de begeleider in
zo’n geval strafrechtelijk vervolgd moet kunnen worden?

De leden van de PVV-fractie vinden het goed dat niet iedereen zomaar in
aanmerking komt voor de begeleiderspas en dat bij controles zowel de
begeleider als de bestuurder gecontroleerd worden. Deze leden pleiten er
echter wel voor dat indien een bestuurder die aan de proef begeleid
rijden meedoet staande gehouden wordt zonder zijn begeleider, zwaarder
te straffen dan alleen door het in beslag nemen van het rijbewijs.
Immers de bestuurder is niet bevoegd om zonder begeleider auto te
rijden, dus feitelijk is er dan sprake van het rijden onder achttien
jaar zonder rijbewijs. Deze leden verzoeken de minister daarom om
bovenop de mogelijkheid tot het innemen van het rijbewijs,de
mogelijkheid te creëren om de gebruikelijke boete voor het rijden onder
achttien jaar zonder rijbewijs op te kunnen leggen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de minister de mening van onder
andere de Bovag deelt dat jonge, op grond van de Wet rijonderricht
motorrijtuigen, bevoegde rijinstructeurs, mits zij geen veroordeling op
grond van  alcoholgerelateerde delicten en dergelijke kennen, altijd als
geschikte begeleider moeten kunnen functioneren? 

Deze leden hebben eerder bij motie verzocht voor het begeleiden van
minderjarige automobilisten de eis te stellen dat de begeleider niet
veroordeeld mag zijn geweest voor rijden onder invloed en dat hem geen
educatieve maatregel alcohol en verkeer of educatieve maatregel gedrag
en verkeer mag zijn opgelegd. In het voorliggende voorstel wordt dit
uitgewerkt, maar tevens beperkt tot een achterliggende periode van
maximaal vier jaar. De minister schrijft dat bij aanvang van het
experiment het voor de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW) nog niet
mogelijk is om vier jaar in de administratie terug te kijken. Tot hoever
kan wel terug gekeken worden en wat is de reden voor dit gebrek aan
inzage in dergelijke gegevens? De leden van de CDA-fractie vragen of de
geldigheid van de begeleiderpas, bijvoorbeeld in geval van
alcoholovertredingen of een veroordeling voor asociaal rijgedrag,
gedurende de begeleiding kan vervallen? 

Kan de minister nader onderbouwen waarom een begeleider minimaal tien
jaar in het bezit moet zijn van een rijbewijs? Wordt hiermee niet een
onnodige drempel voor begeleiders opgeworpen om deel te nemen aan het
experiment? Zou de drempel voor een begeleider, zonder af te doen aan de
veiligheid, niet beter verlaagd kunnen worden naar minimaal vijf jaar
rijervaring en een minimumleeftijd van bijvoorbeeld 27 jaar?

Ook de leden van de hebben SP-fractie een aantal vragen over de
begeleiders voor het experiment. De minister geeft aan dat zij eisen wil
gaan stellen aan de mensen die een minderjarige chauffeur kunnen gaan
begeleiden na de succesvolle afronding van een examen. Op welke manier
worden deze begeleiders getoetst? Wordt er bij die toetsing rekening
gehouden met het verleden van deze beoogde begeleiders? Mogen
bijvoorbeeld mensen die ooit betrapt zijn op het overtreden van de
wegenverkeerswet een minderjarige begeleiden? Kan de minister aangeven
welke overtredingen zij daar eventueel bij gaat toetsen? Mag
bijvoorbeeld iemand die meerdere malen te hard heeft gereden een
begeleider worden bij dit experiment? En iemand die ooit met te veel
alcohol op betrapt is? Kan de minister aan de hand van een aantal veel
voorkomende overtredingen aangeven en onderbouwen welke overtreding zij
wel en welke zij niet meeweegt in haar beoordeling en welke marges zij
daarbij aanhoudt? Leidt de eventuele screening van begeleiders tot extra
lasten en zo ja; hoeveel bedragen die en wie draait er op voor die
kosten?

Handhaving

De leden van de VVD-fractie vragen of er bij het experiment voldoende
gehandhaafd kan worden. Het is helaas goed mogelijk dat zeventienjarigen
alleen aan het verkeer deelnemen of aan het verkeer deelnemen met een
persoon op de bijrijdersstoel die niet als begeleider is geregistreerd.
Hoe denkt de minister dat er goed op toe kan worden gezien dat dit niet
gebeurt? Is handhaving in dergelijke gevallen wel echt mogelijk?

De leden van de CDA-fractie spreken hun zorg uit over het voornemen dat
de begeleider uitsluitend op basis van uiterlijke kenmerken
gecontroleerd kan worden op begeleiden onder invloed. Kan de regering
toelichten waarom dit niet op andere manieren mogelijk is en waarom er
niet voor gekozen is om hiervoor wetgeving (in voorbereiding) te
wijzigen? Wat is de reden om geen boete op te leggen aan de begeleider
indien deze onder invloed is?

Deze leden merken op dat in diverse andere landen de auto’s van een
deelnemer moeten beschikken over uiterlijke kenmerken. Hierdoor is
handhaving mogelijk gemakkelijker. De minister geeft in de memorie van
toelichting aan dat dit in Nederland niet nodig is omdat het experiment
onder de bestaande handhaving kan vallen. Klopt het dat er dus geen
extra aandacht zal zijn voor controle en handhaving van dit experiment?
Zo nee, op welke manier wordt wel voorzien in adequate handhaving? Kan
de regering nader onderbouwen waarom uiterlijke kenmerken, zoals een
sticker op de auto, drempelverhogend zijn? Is dit bijvoorbeeld gebleken
uit de ervaringen in het buitenland?

Slagen experiment

De leden van de CDA-fractie lezen dat er door de minister bewust gekozen
is voor een experiment om eerst het daadwerkelijke effect van "begeleid
rijden" op de verkeersveiligheid in Nederland inzichtelijk te maken en
te bezien of de positieve ervaringen in het buitenland ook in Nederland
zullen optreden, alvorens ingrijpende wijzigingen van de regelgeving op
dit gebied in gang te zetten. Kan de minister expliciet duidelijk maken
en cijfermatig onderbouwen welke positieve ervaringen nodig zijn om over
te gaan tot wijziging van regelgeving? Wat is bijvoorbeeld “een
structurele positieve invloed”?

Voor de leden van de SP-fractie staat de verkeersveiligheid voorop bij
de overweging of mensen van onder de achttien jaar de mogelijkheid moet
worden gegeven om (begeleid) te rijden. Ook voormalig minister Eurlings
erkende het belang van de verkeersveiligheid en zegde toe dat de invloed
op de verkeersveiligheid onderzocht zou worden. De leden van de
SP-fractie zouden willen weten hoe deze minister wil gaan onderzoeken of
dit initiatief invloed heeft op de verkeersveiligheid. Welke aspecten
van de verkeersveiligheid wil zij gaan onderzoeken en hoe wil zij dit
gaan meten? Is er sprake van een nulmeting? Bij welke marges vindt deze
minister dat er sprake is van een onacceptabele (negatieve) invloed op
de verkeersveiligheid?

Bedrijfseffecten en administratieve lasten.

De leden van de PVV-fractie vinden het onbegrijpelijk dat voor de
geldigheid van het theoriecertificaat voor de rijbewijzen AM, A en B
krampachtig wordt vastgehouden aan 1,5 jaar. Te meer daar er ook een
administratieve lastenverlichting te behalen valt door deze termijn te
verlengen. Deze leden constateren ook dat voor andere rijbewijzen een
termijn van 2 jaar geldt, dus waarom kan voor de rijbewijzen AM, A en B
niet ook deze termijn gehanteerd worden?

De leden van de CDA-fractie vragen welke verschillende kosten er zijn
verbonden aan het verkrijgen en of uitbreiden van een begeleiderspas.
Wordt deze pas verstrekt tegen kostprijs en op welke manier is er voor
gezorgd dat de kosten hiervoor zo laag mogelijk blijven?

De leden van de SP-fractie vragen of het experiment gaat leiden tot een
toename van de werkdruk bij het CBR. Zo ja, kan het CBR deze toegenomen
belasting aan en ten koste van welke activiteiten zal dit gaan? Zijn er
extra kosten qua personeel of materieel verbonden aan het experiment? Zo
ja, hoeveel en hoe denkt de minister die kosten te gaan dekken?

De leden van de SP-fractie vragen welke kosten er exact in rekening
zullen worden gebracht bij minderjarige deelnemers aan dit experiment.
Acht de minister de hoogte van dit bedrag dusdanig dat deelname voor
iedere minderjarige mogelijk is? Acht de minister het wenselijk wanneer
door het tarief de situatie kan ontstaan waarin alleen de rijkere
jongeren (of jongeren met rijkere ouders) kunnen deelnemen aan de proef
met begeleid rijden?

 PAGE    

 PAGE   4