[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32811 NR inzake Wijziging van de Wet vervoer over zee in verband met de intrekking van de groepsvrijstelling voor lijnvaartconferences

Wijziging van de Wet vervoer over zee in verband met de intrekking van de groepsvrijstelling voor lijnvaartconferences

Nader rapport

Nummer: 2011D32323, datum: 2011-06-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z13001:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)




Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 17 januari
2011, nr. 11.000066, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet
rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 27 januari
2011, nr. W14.11.0005/IV, bied ik U hierbij aan. 

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft het
wetsvoorstel, maar maakt ÊÊn kanttekening met betrekking tot de
intrekking van artikel 32 van de Wet vervoer over zee. In reactie hierop
zij het volgende opgemerkt.

Met artikel 32 van de Wet vervoer over zee is uitvoering gegeven aan de
in het Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences (hierna:
de Code) opgenomen bemiddelingsprocedure met betrekking tot geschillen
over de toepassing en werking van de Code. Artikel 32 regelt de
tenuitvoerlegging van een in een bemiddelingsprocedure gegeven
aanbeveling die bindend is overeenkomstig de Code.

De Code kent geen overgangsrecht. Dit betekent dat vanaf het moment dat
de opzegging van de Code effect heeft, de in de Code opgenomen
bepalingen met betrekking tot de internationale bemiddelingsprocedure
niet langer gelden. Dit geldt ook voor de in de Code opgenomen
bepalingen met betrekking tot de erkenning en tenuitvoerlegging van
bindende aanbevelingen. Om die reden wordt met het wetsvoorstel artikel
32 van de Wet ingetrokken.

Voor zover bekend is van lopende geschillen waarbij Nederlandse reders
of verladers betrokken zijn geen sprake. Lijnvaartconferences die het
vervoer van of naar Europese havens verzorgen zijn als gevolg van de
intrekking van de groepsvrijstelling voor lijnvaartconferences bij
verordening (EG) nr. 1419/2006 niet langer toegestaan en geschillen met
betrekking tot deze conferences zullen zich niet langer voordoen.
Nederlandse reders kunnen nog wel betrokken raken bij geschillen met
betrekking tot lijnvaartconferences die het vervoer tussen landen buiten
Europa verzorgen. Tot de datum waarop de opzegging van de Code effect
heeft is op deze geschillen de in de Code neergelegde internationale
bemiddelingsprocedure van toepassing. Daarna zal van andere juridische
mogelijkheden gebruik moeten worden gemaakt om geschillen, ontstaan voor
laatstgenoemde datum, op te lossen.

Overigens hebben Nederlandse reders zich vanaf 18 oktober 2006 kunnen
instellen op de opzegging van de Code en de daarin opgenomen
bemiddelingsprocedure. Op laatstgenoemde datum is verordening (EG)
1419/2006 in werking getreden, welke noopt tot opzegging van de Code.
Deze verordening bevatte een overgangsperiode tot 18 oktober 2008
gedurende welke de groepsvrijstelling van kracht bleef teneinde
lidstaten in staat te stellen de Code op te zeggen.

Gelet op het voorgaande is het voorstel aangepast in die zin dat de
intrekking van artikel 32 van de Wet vervoer over zee is opgenomen in
artikel I, onderdeel C, en de inwerkingtreding van dit onderdeel bij
koninklijk besluit wordt geregeld. 

Op deze wijze kan de inwerkingtreding van dit onderdeel worden gesteld
op de datum waarop de opzegging van de Code effect krijgt. Tevens is de
memorie van toelichting bij artikel I, onderdeel C, aangepast.

Ik moge U hierbij, mede namens de Minister van Economische Zaken,
Landbouw en Innovatie, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet
en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Pagina   PAGE    \* MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES  \* Arabic  \*
MERGEFORMAT  2 

Pagina   PAGE    \* MERGEFORMAT  2  van   SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
2 

HOOFDDIRECTIE  JURIDISCHE ZAKEN



	Datum	25 mei 2010

Nummer	IENM/BSK-2011/20281

Betreft	Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de
Wet vervoer over zee

Bijlage(n)	2



	

Pagina   PAGE    \* MERGEFORMAT  1  van   SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT 
1 

Aan de Koningin

Centrale diensten

HDJZ

Ons kenmerk

IENM/BSK-2011/20281