[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake Vrije prijsvorming mondzorg

Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2011D33354, datum: 2011-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z11873:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


32 620	Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid,

	Welzijn en Sport   

Nr. 

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld -------------------------2011

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er
bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te
leggen aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de
brief van 6 juni 2011 inzake vrije prijsvorming mondzorg (Kamerstuk 32
620, nr. 13).

De op 22 juni 2011 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de
minister bij brief van ----- toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Smeets

Adjunct-griffier van de commissie,

Clemens

Inhoudsopgave									blz.	

 

I.		Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II.		Reactie van de minister	

I.		VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES				         	

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
de brief van de minister waarin zij haar voornemen voor de introductie
van vrije prijzen in de mondzorg kenbaar maakt. Deze leden steunen het
voornemen van de minister. Zij hebben echter nog enkele vragen.

Volgens de huidige wet- en regelgeving met betrekking tot het
doorberekenen van tandtechnische kosten is het zo dat tandartsen aan de
productie in eigen beheer kunnen verdienen. Wanneer de tandarts de
techniekstukken inkoopt bij een tandtechnicus of tandtechnisch
laboratorium mag hij alleen de kosten die de tandtechnicus hem in
rekening heeft gebracht doorberekenen aan de consument. 

Gaat van deze wet- en regelgeving geen verkeerde prikkel uit omdat
tandartsen geneigd zijn in eigen beheer tandtechniekstukken te
produceren?

De inkoopkosten van tandtechniek zullen dalen door scherpere inkoop door
tandartsen wanneer zij hierop zouden kunnen verdienen. Deelt de minister
deze stelling, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Is de minister
bereid om het verbod op het verdienen op de inkoop van tandtechniek per
1 januari 2012 op te heffen?

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie	

De leden van de fractie van de PvdA hebben kennisgenomen van het besluit
vrije prijzen te introduceren in de mondzorg. 

Zoals al eerder betoogd, zijn deze leden tegen dit experiment, vanwege
het gebrek aan transparantie wat betreft kwaliteit en het beperkte
aanbod van tandartsen. De prikkel om prijzen laag te houden ontbreekt
daardoor. Voor veel mensen is een bezoek aan tandarts of orthodontist nu
al een behoorlijke aanslag op de portemonnee. Met het vrijgeven van de
prijzen, zoals de minister wil, wordt een gezond gebit voor veel mensen
onbetaalbaar.

Kwaliteit

Voor het experiment is transparantie van de kwaliteit essentieel.
Kwaliteit monitoren kan alleen op basis van goede kwaliteitsindicatoren.
De leden van de PvdA-fractie zijn niet gerust op dit punt. 

De minister stelt dat de planning is dat de kwaliteitsindicatoren aan
het eind van 2011 zijn getest en gereed zijn om te worden uitgevraagd.
Dat betekent dat zij op zijn vroegst vlak na de zomer van 2012 voor
consumenten en zorgverzekeraars beschikbaar komen. Dan is het experiment
al van start gegaan. 

De leden van de fractie van de PvdA vragen waarom de minister er dan
toch voor kiest het experiment met vrije prijzen al per 1 januari 2012
in te voeren. Hoe kan de consument kiezen voor kwaliteit als die
kwaliteit nog niet transparant is? 

De minister stelt dat zij kiest voor een experiment van drie jaar in
plaats van vijf jaar om druk uit te oefenen op de beroepsgroepen om
versneld een toegankelijk en kwalitatief adequaat systeem voor mondzorg
neer te zetten. Zou de druk op deze beroepsgroepen niet groter zijn als
het experiment pas ingevoerd wordt nadat een toegankelijk en adequaat
systeem is ingevoerd? 

Ook de Nederlandse Patiƫnten Consumenten Federatie (NPCF) en de
Consumentenbond hebben hun zorgen geuit over de (te) late
beschikbaarheid van kwaliteitsnormen. De leden van de PvdA-fractie
willen graag een reactie van de minister op de opmerkingen dat de
huidige registratiesystemen van mondzorgverleners niet zijn toegerust om
de benodigde gegevens over kwaliteit te leveren, zoals onder andere
vastgesteld in het onderzoek ā€˜Zorg voor kwaliteit, ICT in beeldā€™ van
PricewaterhouseCoopers in 2009. 

De leden van de fractie van de PvdA willen ook graag een reactie op de
opmerkingen van prof. dr. A.J. Feilzer, decaan van het Academisch
Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), in een artikel in de Volkskrant
van 28 mei 2011. Hij stelt dat bij de prestatieomschrijvingen voor de
tandarts van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de nadruk ligt op het
herstel van schade en niet op een langdurige zorgrelatie die gericht is
op preventie. Het experiment zou daarmee uitgaan van een verouderde
tandheelkundige aanpak, en onvoldoende ruimte geven aan zorgverlening
die gericht is op het bereiken en behouden van mondgezondheid. Is de
minister het met deze opmerkingen eens? Zo ja, wat heeft dat voor
gevolgen voor het experiment? Zo nee, waarom niet? Hoe verhouden de
opmerkingen van de heer Feilzer zich tot de verwachting van de minister
dat het experiment met vrije prijsvorming juist meer ruimte geeft voor
innovatie? Welke prikkel is er nog voor tandartsen om preventie uit te
voeren?

De leden van de PvdA-fractie erkennen dat innovatie in de tandheelkunde
en mondzorg belangrijk is. Maar deze leden vragen of de minister ook
andere mogelijkheden voor het faciliteren van innovaties heeft
onderzocht, zoals keuzevrijheid voor de patiƫnt en innovatiebudgetten. 

Prijsvorming

De leden van de fractie van de PvdA hebben ook een aantal opmerkingen en
vragen over de prijsvorming. Verzekeraars onderhandelen niet met
tandartsen over hun tarieven. Richtlijnen voor prijzen ontbreken en
komen er ook niet. Patiƫnten zullen dus zelf bij verschillende
tandartsen offertes moeten aanvragen. Afhankelijk van het eigen
onderhandelingsvermogen zal per keer de prijs worden vastgesteld.
Genoemde leden vragen hoe consumenten/patiƫnten nu kunnen weten wat een
redelijke prijs voor welke behandeling is. Waar kunnen consumenten
terecht met geschillen en klachten? Welke sanctiemogelijkheden zijn er
voor het niet transparant zijn van tandartsen over kwaliteit en prijs,
en wie kan die sancties opleggen? 

Welke voordelen van vrije prijzen zijn er volgens de minister voor de
consument? In hoeverre is de prestatielijst tandheelkundige
behandelingen voor consumenten inzichtelijk? 

De minister heeft recent ook besloten om alle GGZ-aanbieders, waaronder
de vrijgevestigde zorgaanbieders, te budgetteren. Haar motivatie
hiervoor is dat het volume en de prijs beheerst moeten worden. De leden
van de PvdA-fractie vragen of de minister deze motievenĀ ook niet mee
moet wegen in het besluit tot vrije prijsvorming in de mondzorg over te
gaan.

Communicatie

Deelt de minister de mening van de leden van de fractie van de PvdA dat
een goede publieksvoorlichting van belang is om mensen bewuste keuzes te
kunnen laten maken in de mondzorg en daarmee voor het slagen van het
experiment met vrije prijzen essentieel is? Op welke wijze wordt
communicatie over de introductie van vrije prijsvorming in de mondzorg
naar de Nederlandse bevolking voorbereid, en door wie? Werkt de minister
op dit punt samen met mondzorg-, patiƫnten- en consumentenorganisaties
en met verzekeraars? Is de minister bereid hieraan een substantiƫle
bijdrage te leveren? Zo ja, op welke wijze?

De leden van de PvdA-fractie delen de zorgen van de NPCF over kwetsbare
groepen en mensen met een verminderde zelfredzaamheid. Financiƫle
drempels en onduidelijkheid kunnen voor deze groepen tot onwenselijke
keuzes als ā€˜niet behandelenā€™ leiden en het is maar zeer de vraag of
deze groepen wel altijd in staat zijn een afgewogen oordeel te maken.
Deze leden vragen de minister hoe zij denkt dat de vrije prijsvorming
voor deze groepen zal gaan uitwerken.

Capaciteit

De leden van de fractie van de PvdA zien ook problemen aan de kant van
het aanbod. Het aantal tandartsen is in vergelijking met andere landen
om ons heen beperkt en vooral in bepaalde regioā€™s zijn er tekorten.
Bovendien neemt de vraag naar tandartszorg niet af maar nog steeds toe.

In welke regioā€™s precies is er momenteel sprake van ondercapaciteit
binnen de mondzorg? Waarom biedt vrije prijsvorming juist voor deze
regioā€™s een oplossing? In welke regioā€™s is sprake van
overcapaciteit? Welke verwachtingen zijn er ten aanzien van de
ontwikkeling en verdeling van de capaciteit door het invoeren van vrije
prijzen? 

Ā 

Het Capaciteitsorgaan heeft berekend dat er extra mensen in de mondzorg
nodig zijn.Ā Met name om minder afhankelijk te zijn van buitenlandse
toestroom en van tekorten in bepaalde regioā€™s.Ā De leden van de
PvdA-fractie vragen de minister hoe zij gaat bewerkstelligen dat deze
mensen er ook daadwerkelijk komen.Ā Op welke wijze wordt de kwaliteit en
toegankelijkheid van de zorg gegarandeerd, wanneer buitenlandse
tandartsen in Nederland gaan werken? 

De minister wil een experiment van drie jaar. Hoe gaat de NZa-monitor
naar de effecten van vrije prijsvorming op het gebied van kwaliteit,
toegankelijkheid en betaalbaarheid er precies uitzien? Wat zijn de
precieze toetsingscriteria? Is de NZa voldoende in staat om tekorten in
een regio te constateren? Welke concrete mogelijkheden heeft de NZa om
in te grijpen op het moment dat de prijzen in een regio sterk stijgen? 

De NZa heeft aangegeven dat consumenten op dit moment 32% te veel
betalen voor orthodontiebehandelingen. De eerste tariefverlaging vindt
per 1 juli plaats en de tweede korting van 16% zou per 1 juli 2012
plaatsvinden. Deze leden vragen wat de invoering van vrije prijzen voor
gevolgen heeft voor de tweede korting, zal deze wel of niet doorgevoerd
worden? Moeten consumenten zelf met hun orthodontist gaan onderhandelen
om meer korting te krijgen? Hoe groot wordt de kans geschat dat
consumenten een zelfde korting kunnen bedingen als de korting die anders
via het maximumtarief gehanteerd zou worden? 

Het Capaciteitsorgaan voorspelt dat binnen tien jaar een ā€˜aanzienlijk
deel van de tandartsenā€™ met pensioen gaat. De minister zegt hier in
haar brief niets over, maar stelt dat zij geen grond ziet om nu of in de
nabije toekomst rekening te moeten houden met ernstige
capaciteitstekorten. De leden van de fractie van de PvdA willen graag
een reactie van de minister op deze opmerking van het Capaciteitsorgaan.
Hoe groot is ā€˜een aanzienlijk deelā€™ en hoe wordt dit opgevangen? 

Uit een onderzoek dat de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der
Tandheelkunde (NMT) heeft gepresenteerd (februari 2011) blijkt dat
slechts 24% van de tandartsen zonder voorwaarden nieuwe patiƫnten
opneemt. 60% van de tandartsen neemt nieuwe patiƫnten alleen aan op
basis van bepaalde voorwaarden. De leden van de PvdA-fractie willen
graag een reactie van de minister op deze cijfers. Wat betekenen deze
cijfers voor de keuzevrijheid van patiƫnten? Is bekend hoe de regionale
spreiding is van tandartsen die zonder voorwaarden nieuwe patiƫnten
opnemen? Ā 

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het besluit van de minister. Zij zijn zeer tevreden over de behoedzame
stappen die de minister wil zetten. Enerzijds ruimte geven aan de
sector, anderzijds vinger aan de pols om bij eventuele ontoelaatbare
effecten het experiment desnoods voortijdig te beƫindigen. Dit komt
tegemoet aan de randvoorwaarden die namens genoemde leden naar voren is
gebracht in het algemeen overleg van14 april jl. 

De leden van de CDA-fractie hebben nog de volgende vragen en
opmerkingen. De kwaliteitsindicatoren zijn aan het eind van het jaar
getest en gereed om te gebruiken. Pas na de zomer van 2012 komen ze
beschikbaar voor zorgverzekeraars en consumenten. Hoe zal dan voor 1
januari 2012 de contractering plaatsvinden? Hoe worden de patiƫnten
betrokken bij de kwaliteitsindicatoren?

Kan de minister aangeven wanneer er sprake is van ontoelaatbare
effecten? Horen daarbij ook hoge tarieven? Deze leden willen dat bij de
beoordeling van de effecten ook meegenomen wordt dat er echt voldoende
spreiding van tandartsen over het land gewaarborgd is. 

Er moet voldoende transparantie zijn over kwaliteit, prestatie en prijs.
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de consumenten goed geĆÆnformeerd
worden over de verschillende opties. Vanuit het oogpunt van
taakherschikking en toegankelijkheid, maar ook uit kostenoverweging voor
de consument, is het belangrijk dat hij weet wanneer hij een
mondhygiƫnist dan wel tandarts zal bezoeken.

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie begrijpen niet de reden van het kabinet om
met ingang van 2012 de vrije prijsvorming door te voeren in de gehele
mondzorg. Vrije prijsvorming gaat immers uit van de misvatting dat
mensen voor het ondergaan van een medische behandeling van hun tanden
dezelfde afwegingen kunnen maken als bij het kopen van een auto of
televisie. 

De kennisasymmetrie en afhankelijkheid die ook de relatie tussen
patiƫnt en tandarts, orthodontisten, mondhygiƫnisten, tandprothetici
kenmerken verhinderen het werkelijk functioneren van de tandzorg als
markt. 

Op grond waarvan komt de minister tot de opvatting dat deregulering in
de prijsvorming wenselijk is?

 

Kan de minister ook ingaan op de volgende zaken en de risicoā€™s die de
leden van de SP-fractie signaleren: 

-	Een toename van de controle en bureaucratie. Deregulering in de zorg
gaat immers gepaard met de noodzaak tot meer toezicht vanwege een
groeiend wantrouwen door mogelijke belangenverstrengeling en toenemende
kwalitatieve verschillen tussen tandzorgaanbieders, en met een
toenemende behoefte aan registraties/prestatie-indicatoren.

Stijgende kosten door volume- en/of prijsstijgingen. 

Tweedeling in de behandeling van patiƫnten. Keuze voor lucratieve dure
behandelingen en eventuele overbehandeling/te vroege behandeling. Hoe
voorkomt de minister dat de verschillen in kwaliteit te groot worden?
Betere zorg voor diegenen die het kunnen betalen versus mindere zorg
voor diegenen die het niet kunnen betalen? Worden de financiƫle
drempels niet te hoog mede gezien het feit dat bijna 80% van de mondzorg
niet verzekerde zorg betreft? 

Hoe controleert de minister de effecten op de gezondheid van de
Nederlandse gebitten in het algemeen? Is er controle op zorgmijdend
gedrag en een eventuele toename daarvan als gevolg van deze
marktwerking? 

Hoe zijn de te verwachten ontwikkelingen in het verplichte verzekerde
pakket? Hoe gaat de minister controleren dat alle mondzorgbehandelingen
voldoende worden aangeboden?

Wat zijn de te verwachten ontwikkelingen in het aanvullende
pakket/onverzekerde deel van de tandzorg? 

Is het verantwoord om de vrije prijsvorming in te voeren per 1 januari
2012 als de kwaliteitsindicatoren voor consumenten en verzekeraars pas
na de zomer van 2012 ter beschikking komen? Is dit niet in strijd met de
voorwaarden zoals de NZa deze in haar advies heeft aangegeven? (Advies
vrije prijsvorming mondzorg 2009)

Zal de vrije prijsvorming niet leiden tot een erodering van de
solidariteit, omdat onderhandelingen over de prijs van de behandeling
leiden tot een perceptie dat zorg te koop is in plaats van een recht? 

Is het niet onwenselijk dat patiƫnten frequent wisselen van
behandelaar?

Is er niet sprake van een tekort aan tandartsen, zie bijvoorbeeld de
enorme instroom van buitenlandse tandartsen (180 ten opzichte van 255
die de Nederlandse faculteiten jaarlijks uitstromen)? In hoeverre is de
minister bereid de capaciteit fors uit te breiden, ook nog voor komend
studiejaar? Vindt de minister niet dat Nederland wat betreft de mondzorg
zelfvoorzienend moet zijn en zelf haar mensen moet opleiden? Uiteraard
met inachtneming van de Europese regels die gelden voor het vrije
verkeer van mensen en goederen. Onderkent de minister dat het
spreidingsprobleem dat er is voor de tandzorg niet met marktwerking kan
worden opgelost maar dat het opleiden van meer tandartsen geboden is?  

 

De leden van de SP-fractie maken zich zeer grote zorgen over de gevolgen
van dit experiment. Kan de minister aangeven wanneer voor haar het
experiment dient te worden gestaakt? Welke stijging van de  macrokosten
van de tandzorg in Nederland is voor haar niet meer acceptabel? 

De minister stelt voor het experiment tot drie jaar te beperken, is dit
omdat zij de risicoā€™s te groot acht om het experiment voor vijf jaar
toe te staan? De Nederlandse mondzorg behoort tot de betere en meest
betaalbare in Europa. Waarom dan toch een voorstel tot dit experiment
van vrije prijsvorming? 

Hoe beoordeelt de minister het standpunt van de NPCF die ook vrije
prijsvorming op dit moment te riskant vindt gezien de resultaten van een
enquĆŖte die zij heeft gehouden over de voorlichting door tandartsen?
Ook maakt zij zich ernstig zorgen over de toegankelijkheid tot mondzorg
voor kwetsbare groepen zoals patiƫnten met een schisis, trauma of
mondkanker. 

De leden van de SP-fractie vragen of het al met al niet verstandig is in
te zetten op het opleiden van meer tandartsen en andere
mondzorghulpverleners om zo de bereikbaarheid en dienstverlening te
vergroten in plaats van dit risicovolle experiment aan te gaan, temeer
daar een aanzienlijk aantal tandartsen vanwege de leeftijd zal stoppen
in de komende jaren (zie advies Capaciteitsorgaan). 

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie steunen de minister bij het invoeren van
vrije prijsvorming en prestatiebekostiging in de mondzorg.
Prestatiebekostiging zorgt ervoor dat zorgaanbieders concurreren op
prijs en kwaliteit, waardoor de prijs daalt en de kwaliteit van de
mondzorg verbetert. Uiteindelijk verkrijgt de patiƫnt meer inzicht in
de prijs-kwaliteitsverhouding van de verschillende aanbieders van
mondzorg. Echter, de voorgestelde maatregelen dienen met grote
zorgvuldigheid geĆÆmplementeerd te worden. Deze leden constateren dat de
minister veel onduidelijkheden heeft weggenomen. Zo zijn de
randvoorwaarden voor het experiment verhelderd en zijn er duidelijke
doelen opgesteld om het experiment te kunnen beoordelen. De leden van de
D66-fractie onderschrijven deze randvoorwaarden en doelen.

Echter, er is Ć©Ć©n punt waarop de minister volgens de leden van de
D66-fractie nog uitleg verschuldigd is. Het experiment heeft een
looptijd van drie jaar met een mogelijke uitbreiding tot een totaal van
vijf jaar. Het doel van het experiment is om op verantwoorde manier
vrije prijsvorming en prestatiebekostiging in te voeren in de mondzorg.
Voor prestatiebekostiging is het zeer belangrijk dat de aanbieders en
ontvangers van mondzorg duidelijke inzichten hebben in de kwaliteit.
Hiervoor zijn heldere kwaliteitsindicatoren nodig. De minister stelt in
haar brief dat het experiment wordt gestart op 1 januari 2012. Deze
leden vragen hoe dat kan, als de kwaliteitsindicatoren op zijn vroegst
vlak na de zomer van 2012 voor consumenten en zorgverzekeraars
beschikbaar komen. Hoe kunnen consumenten en zorgverzekeraars de
kwaliteit van de aangeboden zorg beoordelen en/of monitoren, als die
indicatoren niet beschikbaar zijn bij aanvang van het experiment? De
leden van de D66-fractie vinden dat niet kan worden overgegaan tot het
experiment van vrije prijsvorming in de mondzorg, als de prestaties van
verschillende zorgaanbieders niet inzichtelijk kunnen worden gemaakt. 

II.	REACTIE VAN DE MINISTER 

 PAGE    

 PAGE   7