[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport inzake Invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2010X)

Invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2010X)

Nader rapport

Nummer: 2011D33692, datum: 2011-06-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z13595:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Directie Wetgeving

Sector Staats- en bestuursrecht

 

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.rijksoverheid.nl/venj

 

Contactpersoon

B.F.C. van Rheenen

 

T  070 370 79 11

F  070 370 75 16

b.f.c.van.rheenen@minjus.nl

 

Registratienummer

5700156/11/6

 











  DOCPROPERTY rubricering   

  DOCPROPERTY _aankoningin  Aan de koningin 







	  DOCPROPERTY _datum  Datum 	  DOCPROPERTY datum  17 juni 2011 

  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY onderwerp  Nader
rapport inzake het voorstel van wet tot invoering van de Politiewet 200.
en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en
aanpassingswet Politiewet 201X) 





Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 april
2011, nr. 11.000934, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van
de Raad van State (hierna: de Afdeling) haar advies inzake het
bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. 

Dit advies, gedateerd 9 mei 2011, nr. W03.11.0111/II, bied ik U hierbij
aan.

De Afdeling advisering onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel,
maar maakt opmerkingen over het grote aantal uitvoeringsregelingen en
over de overgang van vermogensbestanddelen naar de landelijke politie.

1. Nieuwe grondslag voor uitvoeringsregelingen

a. De Afdeling adviseert om de ruim 100 algemene maatregelen van bestuur
waarin buitengewoon opsporingsambtenaren worden aangewezen, te
combineren tot één of enkele besluiten. Anders dan de Afdeling
vermeldt, geschiedt een dergelijke aanwijzing niet bij algemene
maatregel van bestuur, maar bij besluit van de Minister van Veiligheid
en Justitie krachtens artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van
Strafvordering. 

Het advies van de Afdeling om deze besluiten te combineren tot één of
enkele besluiten, wordt niet overgenomen. Het betreft een veelheid aan
besluiten op aanvraag van de desbetreffende werkgever van de
buitengewoon opsporingsambtenaar die recht doet aan de specifieke lokale
situatie. De besluiten hebben ieder veelal een beperkte geldigheidsduur.
Voorts dienen de besluiten dikwijls gewijzigd te worden. Het combineren
tot één of enkele besluiten verdraagt zich niet goed met een
efficiënte en effectieve uitvoering. Voorts prefereren afzonderlijke
besluiten boven één of enkele besluiten, vanwege de kenbaarheid voor
de desbetreffende werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaren.

b. Met de Afdeling wordt het standpunt gedeeld dat een beperkt aantal
uitvoeringsregelingen de toegankelijkheid en overzichtelijkheid kan
verbeteren. Dat veel van de uitvoeringsregelingen die op grond van het
voorgestelde artikel 7, eerste en tweede lid, van het onderhavige
wetsvoorstel worden omgehangen, slechts uit enkele artikelen bestaan,
wordt niet gevolgd. Onduidelijk is welke uitvoeringsregelingen de
Afdeling daarbij voor ogen heeft. 

De reeds bestaande lagere regelgeving wordt met het oog op de invoering
van de nationale politie aangepast. Voor zover nieuwe lagere regelgeving
tot stand komt, zal de aanbeveling daarbij worden betrokken.

2. Overgang van vermogensbestanddelen

Het advies om de artikelen 3 en 5, eerste lid, in elkaar te schuiven, is
overgenomen. Het oorspronkelijke artikel 5, eerste lid, is geschrapt en
het oorspronkelijke artikel 3, eerste tot en met derde lid, is aangepast
(nieuw artikel 3, eerste en tweede lid). De wijziging van de
tenaamstelling van vermogensbestanddelen die in openbare registers te
boek zijn gesteld, is aangepast (nieuwe derde lid). Ten slotte is
bepaald dat op de overdracht van de vermogensbestanddelen de heffing van
overdrachtsbelasting achterwege blijft (nieuwe vierde lid). Abusievelijk
was dit artikellid achterwege gebleven.

3. Redactionele kanttekeningen

De redactionele kanttekeningen zijn overgenomen, met uitzondering van de
kanttekeningen waarop hieronder wordt ingegaan.

De overweging van de Afdeling ten aanzien van artikel 2 is overgenomen,
met uitzondering van de zinsnede “met dezelfde rang”. Het Besluit
rangen politie wordt met het oog op de komst van de nationale politie
aangepast in het Besluit tot wijziging van het Besluit algemene
rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en enkele andere
rechtspositionele besluiten in verband met de inwerkingtreding van de
Politiewet 200., waarbij tevens wordt voorzien in overgangsrecht.

De Afdeling geeft, onder verwijzing naar aanwijzing 165a van de
Aanwijzingen voor de regelgeving, in overweging de artikelen 1 tot en
met 7 en de bijlagen op te nemen in het voorstel van Politiewet 201X.
Deze aanwijzing bepaalt dat, indien bij een wijziging van een regeling
overgangsbepalingen noodzakelijk zijn, deze in de te wijzigen regeling
worden opgenomen, tenzij dit gelet op de doelgroep, de geldigheidsduur
of de toegankelijkheid, onwenselijk is. De aanbeveling van de Afdeling
is niet overgenomen. De voorgestelde overgangsbepalingen zien
uitsluitend op het tijdstip waarop de Politiewet 201X in werking treedt
en zijn daarna uitgewerkt. Er is dan ook voor gekozen de bepalingen met
betrekking tot de invoering van de Politiewet 201X in het onderhavige
wetsvoorstel te handhaven. 

Voorts is de door de Afdeling voorgestelde aanpassing van artikel 10 wat
betreft het opnemen van een definitiebepaling in de Wet op de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 niet overgenomen. De
voorgestelde wijziging sluit aan bij de in de desbetreffende bepalingen
van die wet gehanteerde systematiek.

De Regeling opsporingsinformatie regionale politiekorpsen is geschrapt,
omdat in lijn met het advies van de Afdeling van 13 mei 2011
(W03.11.0056/II) over de nota van wijziging bij de Politiewet 201X de
grondslag van deze regeling in de Politiewet 201X, artikel 24, is
gewijzigd van ministeriële regeling in algemene maatregel van bestuur.
Deze regeling bevat regels over welke politiegegevens de politie
gehouden is te verwerken. Hetgeen in deze ministeriële regeling is
vastgesteld, kan worden opgenomen in de algemene maatregel van bestuur
krachtens voornoemd artikel.

Het voorstel om de Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid en
samenwerking speciale eenheden op te nemen in bijlage B is niet
overgenomen. Hetgeen in deze regeling is vastgesteld, zal worden
opgenomen in een nieuwe, krachtens artikel 30, tweede lid, van de
Politiewet 201X vastgestelde ministeriële regeling. Deze regeling zal
in zoverre ook op de artikelen 5, en 59, vierde lid, van die wet
berusten. 

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele wijzigingen door te
voeren in het wetsvoorstel.

In artikel 30 is onderdeel H (thans onderdeel I) aangepast. De in
artikel 25, eerste lid, tweede volzin, van de Wet politiegegevens
genoemde termijn voor het verdagen van een beslissing op een verzoek om
kennisneming van politiegegevens voor ten hoogste zes weken blijft voor
de politie gehandhaafd wat betreft de verschillende regionale of
landelijke eenheden.

In het wetsvoorstel zijn drie nieuwe samenloopbepalingen ingevoegd; de
artikelen 41, 42 en 51. Het betreft een samenloop ter zake:

het voorstel van wet houdende wijziging van de Gemeentewet in verband
met de versteviging van de regierol van de gemeente ten aanzien van het
lokaal veiligheidsbeleid (32 459);

het voorstel van wet tot wijziging van de Wet bevordering
integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur naar aanleiding van
de evaluatie van die wet, alsmede uitbreiding van de reikwijdte ervan en
wijziging van enige andere wetten (Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob)
(32 676), en

het voorstel van wet houdende wijziging van de Ambtenarenwet en enige
andere wetten in verband met het in overeenstemming brengen van de
rechtspositie van ambtenaren met die van werknemers met een
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (Wet normalisering
rechtspositie ambtenaren) (32 550).

Het oorspronkelijke artikel 41 (thans 43) is aangepast. In het nieuwe
vierde lid van artikel 172 van de Gemeentewet is artikel 16, eerste en
(deels) derde lid, van de Politiewet 1993 opgenomen. 

Het oorspronkelijke artikel 48 (thans 49) is aangepast. Bij brief van 20
april 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
aangegeven dat het kabinet de Koningin zal verzoeken hem te machtigen
het voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Bergen, Gennep en
Mook en Middelaar (32 240) en het voorstel van wet tot samenvoeging van
de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg, wijziging van de
grens tussen de nieuwe gemeente en de gemeenten Barneveld en Utrechtse
Heuvelrug en een wijziging van de grens tussen de provincies Gelderland
en Utrecht (32 241) in te trekken (Kamerstukken 2010/11, 28 750, nr.
23). Het artikel is hierop aangepast.

Er is een nieuw artikel 64 ingevoegd, verbandhoudend met het
Aanpassingsbesluit Politiewet 201X. Diverse algemene maatregelen van
bestuur en kleine koninklijke besluiten die niet op de Politiewet 1993
berusten, worden in een rijksbrede aanpassingsbesluit, het
Aanpassingsbesluit Politiewet 201X, aangepast in verband met de
Politiewet 201X. Op diverse van deze aan te passen algemene maatregelen
van bestuur zijn bijzondere procedureregels van toepassing, te weten
voorhangprocedures, adviesverplichting en voordrachtprocedures.
Toepassing van deze procedureregels dient geen redelijk doel, aangezien
het bij deze algemene maatregelen van bestuur vrijwel uitsluitend gaat
om technische wijzigingen die een sequeel zijn van keuzes die reeds zijn
gemaakt in het kader van de Politiewet 201X en het onderhavige
wetsvoorstel. Om onnodige procedurelasten en vertraging te voorkomen,
wordt in het artikel 64 voorgesteld om deze procedureregels eenmalig
buiten werking te stellen voor zover het betreft het Aanpassingsbesluit
Politiewet 201X. 

Daarnaast zijn nog enkele redactionele wijzigingen aangebracht.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten  DOCPROPERTY ondertekening   



  DOCPROPERTY rubriceringvolg   



	  DOCPROPERTY rubricering   	  DOCPROPERTY _pagina  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  2    DOCPROPERTY _van  van    SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT
 3 





	  DOCPROPERTY rubricering   	  if   NUMPAGES  1  = "1" "" " 
DOCPROPERTY _pagina  Pagina    PAGE  1    DOCPROPERTY _van  van   
NUMPAGES  4 "  





  DOCPROPERTY directoraatvolg  Directie Wetgeving

   DOCPROPERTY directoraatnaamvolg     DOCPROPERTY onderdeelvolg  Sector
Staats- en bestuursrecht   DOCPROPERTY directieregel   

 

  DOCPROPERTY _datum  Datum 

  DOCPROPERTY datum  17 juni 2011 

  DOCPROPERTY _onskenmerk   

  DOCPROPERTY onskenmerk   





  DOCPROPERTY rubricering