Inbreng verslag schriftelijk overleg inzake de geannoteerde agenda informele Milieuraad juli 2011
Milieuraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2011D35074, datum: 2011-06-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Snijder-Hazelhoff, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. Tijdink, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2011Z13467:
- Indiener: J.J. Atsma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-06-28 10:00: Milieuraad (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-06-28 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-06-29 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Milieu (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu (2010-2017)
- 2011-10-06 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
21 501-08 nr. 374 Informele Milieuraad juli 2011 VERSLAG (Inbreng schriftelijk overleg) Vastgesteld op 28 juni 2011 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben de fracties van de VVD, de PvdA, het CDA en de Partij voor de Dieren de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over de geannoteerde agenda van de informele Milieuraad van 10 tot en met 12 juli 2011. De voorzitter van de commissie J.F. Snijder-Hazelhoff De adjunct-griffier van de commissie L. Tijdink Algemeen De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Milieuraad die zal plaatsvinden op 11 en 12 juli 2011. De leden van de VVD-fractie hebben nog wel enkele opmerkingen en vragen bij de agenda. Deze zijn verderop in dit verslag verwerkt. De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met interesse kennisgenomen van de stukken van de agenda voor de informele Milieuraad. Deze leden hebben nog een aantal vragen aan de staatssecretaris ter voorbereiding op de informele Milieuraad. Deze zijn verderop in dit verslag verwerkt. De leden van de CDA-fractie danken de staatssecretaris voor de toezending van de uitgebreide agenda voor de informele Milieuraad. Zij hebben naar aanleiding daarvan enkele vragen. Deze zijn verderop in dit verslag verwerkt. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Milieuraad en willen graag enkele vragen hierover stellen. Deze zijn verderop in dit verslag verwerkt. Milieu Actie Programma De leden van de VVD-fractie lezen dat de staatssecretaris de meerwaarde van het Milieu Actie Programma (MAP) gelegen ziet in haar complementariteit. Ook de leden van de VVD-fractie zijn van mening dat er op Europees niveau één consistent beleid gevoerd moet worden, waarbij onnodige overlap wordt voorkomen. Een daadwerkelijke discussie over de ontwikkeling van een nieuw MAP is volgens deze leden dan ook pas mogelijk wanneer de evaluatie van het 6e MAP is afgerond. De leden van de CDA-fractie steunen de staatssecretaris in zijn kritische houding ten aanzien van het plan voor een nieuw MAP, vanwege het feit dat er al zoveel beleidsinitiatieven zijn die om intensivering vragen. De CDA-fractie denkt hierbij met name aan vulling van de Ecodesign-richtlijn. Herkent de staatssecretaris dit beeld? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn benieuwd naar de evaluatie van het zesde MAP en de doorkijk naar 2020 die de voorzitter zal presenteren. Zij juichen het tevens toe dat de Milieuraad, in weerwil van de tegenstand van Nederland, besloten heeft een 7de MAP te willen laten opstellen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zien ook dat er op het vlak van milieu meerdere Europese initiatieven lopen, maar zij zien ook dat een MAP juist de mogelijkheden biedt om de samenhang tussen de verschillende initiatieven vast te leggen. Bovendien kunnen er middels een MAP inderdaad ook aanvullende maatregelen genomen worden om de grote milieuproblemen van deze tijd blijvend aan te pakken. Uit de geannoteerde agenda blijkt dat de staatssecretaris voor een nieuw MAP in wil zetten op, wat zij noemt, de hardnekkige milieuproblemen zoals klimaatverandering, verlies aan biodiversiteit, milieu en gezondheid en duurzaam gebruik van hulpbronnen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren juichen dat toe en hopen op een ambitieuze inzet van de staatssecretaris op deze punten. Juist bij deze grote problemen speelt volgens deze leden natuurlijk bij uitstek de samenhang met andere beleidsterreinen, zoals met name de intensieve landbouw, waaronder uiteraard de intensieve veehouderij. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen dan ook graag weten op welke wijze de staatssecretaris van EL&I betrokken zal worden bij het formuleren van de Nederlandse inzet voor het zevende MAP, en op welke wijze de Kamer hierbij betrokken zal worden. Deze leden vragen de staatssecretaris van I&M verder om een tijdschema te schetsen van het formuleren van het zevende MAP. Efficiënt gebruik van hulpbronnen De leden van de VVD-fractie zien uit naar de publicatie in september van de ‘Routekaart naar een hulpbronefficiënt Europa’. Deze leden hebben al eerder aangegeven dat zij op dit punt grote waarde hecht aan beleidsvrijheid voor lidstaten. Het gaat volgens deze leden om sturen op een norm, niet op een techniek. Individuele lidstaten moeten volgens hen dus maatwerk kunnen leveren en samen met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven de Europese doelstelling kunnen invullen. De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid onderschrijven dat efficiënt gebruik van hulpbronnen essentieel is en zijn het eens met de genoemde instrumenten. Zij vragen de staatssecretaris toe te lichten op welke manier de richtlijn ‘ecodesign’ uitgebreid kan worden en aan wat voor minimumstandaarden voor recycling er wordt gedacht. Het efficiënt gebruik van hulpbronnen heeft voor de leden van de CDA-fractie hoge prioriteit, zowel op Europees als op nationaal niveau. Een en ander is in eerdere debatten al volop aan de orde geweest. Gaande de behandeling van het initiatief lijkt het initiatief te groeien, lijken er volgens de leden van de CDA-fractie elementen aan te worden toegevoegd. Deze leden vragen of dat beeld juist is en zo ja, of de staatssecretaris een mogelijkheid ziet om op zijn tijd een actualisatie van het voorliggende voorstel met de Kamer te delen. Overigens stemt het de leden van de CDA-fractie zeer tevreden dat het Initiatief Duurzame Handel als voorbeeld wordt gesteld voor een wijze waarop het bedrijfsleven initiatief kan nemen om een hulpbronefficiënt Europa dichterbij te brengen. Welke animo is er bij andere Europese lidstaten, zo vragen deze leden de staatssecretaris, om deze werkvorm ook op Europees vlak een plek te geven? Zij vragen verder of de staatssecretaris het standpunt deelt dat het nog belangrijker is dan het exporteren van het Initiatief, dat deze vorm van multistakeholder initiatieven voor duurzame internationale ketens gepromoot wordt. Is het immers niet deze moderne vorm van ‘polderen’, in een globaliserende wereld waarin zeker op milieugebied sprake is van een governance-‘gap’, die kansrijk en broodnodig is? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn zeer benieuwd naar de uitwerking van de plannen voor een hulpbronefficiënt Europa, zowel op EU- als op Nederlands niveau. Zij begrijpen het standpunt van de staatssecretaris niet dat het Initiatief Duurzame Handel een bijdrage gaat leveren aan een hulpbronnenefficiënter Europa. Immers, in dit initiatief worden bedrijven met overheidsgeld geholpen om het predicaat ‘duurzaam’ te verkrijgen, zelfs waar zij, in ieder geval in de ogen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren, niet werkelijk duurzaam bezig zijn. In ieder geval is volgens deze leden het initiatief niet gericht op het verminderen van het gebruik van grondstoffen, maar eerder op de wijze van productie van de grondstoffen. Deelt de staatssecretaris die mening? Zo ja, op welke wijze brengt het initiatief dan een efficiënter gebruik van grondstoffen dichterbij? Kan de staatssecretaris dit standpunt wellicht toelichten met behulp van een aantal voorbeelden? EU klimaatadaptatie De leden van de VVD-fractie sluiten zich aan bij de visie van de staatssecretaris dat Nederland haar eigen prioriteiten moet kunnen stellen binnen het Witboek klimaatadaptatie. Bijvoorbeeld bij de bestendigheid van de zeespiegelrijzing of de beschikbaarheid van zoetwater. Het Witboek laat zien hoe belangrijk maatwerk voor de EU-lidstaten is. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zien de noodzaak van klimaatadaptatie, en hopen dat de staatssecretaris dan ook bereid is geen projecten meer in te trekken waarbij ruimte wordt gecreëerd voor het opvangen van water, zoals Deltanatuurprojecten. Door vast te houden aan het dogma van het niet willen ontpolderen van landbouwgronden, zet de staatssecretaris naar de mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren de droge voeten in Nederland echter op het spel. Zij krijgen graag een nadere toelichting van de belangenafweging die daarbij wordt gemaakt. Ook de recente plannen om het beleid omtrent ruimtelijke ordening te decentraliseren staat volgens de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren niet in verhouding tot de ambitie van de staatssecretaris om ons land aan te passen aan de effecten van klimaatverandering, aangezien het Rijk maar weinig sturingsinstrumenten overhoud om noodzakelijke ingrepen in de ruimtelijke ordening mogelijk te maken. Deelt de staatssecretaris deze zorg? Voorbereidingen voor COP 17 te Durban In aanloop van de standpuntbepaling rondom de mogelijke klimaatconferentie in Durban vernemen de leden van de VVD-fractie graag wanneer de concrete uitwerking wordt aangeboden van de in Cancún gemaakte afspraken, zoals het Groen Klimaatfonds. De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid onderschrijven de doelstelling van de staatssecretaris om tijdens de COP 17 in Durban tot een mondiaal klimaatbeleid te komen. Zij stellen dat dit het hoofddoel moet zijn en vragen de staatssecretaris deze visie te onderschrijven. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat een sterke en ambitieuze inzet vanuit de EU de mondiale klimaatonderhandelingen sterk ten goede zou komen. Juist het unilateraal afkondigen van een klimaatreductiedoelstelling van 30% in 2020 zou andere landen het vertrouwen en het gevoel van urgentie kunnen doen teruggeven om zelf ook stappen te maken. Naar de mening van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren is het dus nadrukkelijk niet andersom en moet de EU niet wachten op toezeggingen van andere landen om over de brug te komen met reductiedoelen. Zij moet laten zien waar het heen moet. Routekaart naar een koolstofarme economie De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid maken zich ernstig zorgen over het veto dat Polen heeft uitgesproken over de Roadmap 2050. Deze leden vragen welke consequenties dat veto heeft voor komende raadsconclusies over dit onderwerp en voor de voortgang van richtlijnen op het gebied van energie-efficiency, emissiehandelssystemen en duurzame energie. Zij vragen tevens wat de staatssecretaris verwacht van de invulling die het Poolse voorzitterschap gaat geven aan het klimaat- en energiedossier. De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid vragen tevens welke actie de staatssecretaris van plan is te ondernemen, zo mogelijk in samenwerking met andere landen, om de noodzakelijke voortgang op het klimaat- en energiedossier te behouden. De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid vragen of de staatssecretaris onderschrijft dat Nederland als hoofddoel heeft om te pleiten voor een ambitieus milieubeleid in Europa en dat daarbij uiteraard een gelijk speelveld en het zo laag mogelijk houden van de administratieve lasten belangrijke voorwaarden zijn. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren verwachten bij de Nederlandse uitwerking van een routekaart naar een koolstofarme economie een stevige inzet en ambitie van de regering zelf, en niet een houding waarin alles aan de burgers en het bedrijfsleven wordt overgelaten. Kan de staatssecretaris dit alvast toezeggen? Hierbij verwachten zij concrete en meetbare doelen met concrete maatregelen. Zoals al vaker gewisseld in de overleggen over de Milieuraad zijn de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vooral ook heel benieuwd of de meest makkelijke en goedkope keuze die we kunnen maken, namelijk minder koolstofintensief eten - je kunt ook lezen: doe rustig aan met vlees, dat is tevens goed voor de gezondheid - in de Nederlandse routekaart terugkomt. PAGE PAGE 1