[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32375 Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie van schadelijke stof, de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks, de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders en enige andere onderwerpen

Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie van schadelijke stof, de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks, de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders en enige andere onderwerpen

Eindtekst

Nummer: 2011D35602, datum: 2011-06-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z07473:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 juni 2011



Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet
op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie
van schadelijke stof, de uitvoering van de in Bijlage II van het
Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen
opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van
ladingtanks, de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van
toezichthouders en enige andere onderwerpen







VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van het
op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag
ter voorkoming van verontreiniging door schepen met Protocollen en
Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), zoals gewijzigd
en aangevuld bij het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen
Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188) en
het op 13 februari 2004 te Londen tot stand gekomen Internationaal
Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten
van schepen, met Bijlage, Aanhangsels en Resoluties (Trb. 2004, 256)
noodzakelijk, en met het oog op de aanpassing van de definitie van
schadelijke stof en de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van
toezichthouders wenselijk is de Wet voorkoming verontreiniging door
schepen te wijzigen en in verband daarmee de Wet op de economische
delicten te wijzigen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet voorkoming verontreiniging door schepen wordt als volgt
gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Onderdeel h komt te luiden:

	h. schadelijke stof: stof die valt onder het toepassingsbereik van
Bijlage I, II, III, IV of V van het Verdrag.

	2. Onder verlettering van de onderdelen i tot en met w tot onderdelen k
tot en met y, worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

	i. ballastwater: water met daarin zwevende deeltjes dat aan boord wordt
genomen teneinde de trim, helling, diepgang, stabiliteit van of krachten
op het schip te beheersen;

	j. sedimenten: alle bezinksels uit het ballastwater van een schip;

	3. Onderdeel r (nieuw) komt te luiden:

	r. lozen: elk vrijkomen van een schip van schadelijke stoffen,
ballastwater of sedimenten, hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen
ontsnappen, overboord zetten, wegvloeien, weglekken, pompen of ledigen;

B

	Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt onder verlettering van onderdeel b tot
onderdeel c, een onderdeel ingevoegd, luidende:

	b. verboden lozingen van ballastwater en sedimenten vanaf schepen;.

	2. In het vierde lid wordt “het eerste lid, onderdeel b” vervangen
door: het eerste lid, onderdeel c.

C

	Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt na “een schip dat zijn haven aandoet,”
ingevoegd: niet zijnde een pleziervaartuig waarmee niet meer dan twaalf
passagiers mogen worden vervoerd of vissersvaartuig,.

	2. Het zevende lid komt te luiden:

	7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien
van de pleziervaartuigen of vissersvaartuigen, bedoeld in het eerste
lid, regels worden gesteld, waarbij de exploitant van een schip aan de
beheerder of beheerders van één of meer van de in artikel 6, eerste
lid, bedoelde havens een periodieke vergoeding is verschuldigd, ongeacht
het aantal malen dat het schip één of meer van die havens aandoet.

D

	In artikel 11, eerste lid, wordt “het vervoer van schadelijke stoffen
en gedragingen” vervangen door: het vervoer van schadelijke stoffen,
andere stoffen en gedragingen.

E

	In artikel 12c wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde
lid, een lid ingevoegd, luidende:

	2. De kapitein van een schip als bedoeld in het eerste lid, voldoet aan
de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels ten
aanzien van het voorwassen van een tank waaruit schadelijke stoffen zijn
gelost.

F

	Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het tweede lid komt te luiden:

	2. Met het toezicht op de naleving, bedoeld in het eerste lid, zijn
voorts belast andere bij regeling van Onze Minister voor bepaalde taken
aangewezen personen. Indien dit personen betreft die niet werkzaam zijn
onder verantwoordelijkheid van de minister van Verkeer en Waterstaat,
behoeft de aanwijzing de instemming van degene onder wiens
verantwoordelijkheid zij werken.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot het toezicht op de naleving.

G

	Het opschrift van Hoofdstuk V, paragraaf 4, komt te luiden: §4.
Ontheffingen, vrijstellingen en aantekeningen in een journaal.

H

	Artikel 35 komt te luiden:

Artikel 35

	1. Bij regeling van Onze Minister kan voor schepen van een bepaalde
categorie, met inachtneming van hetgeen dienaangaande in het Verdrag of
een ander bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen
verdrag ter uitvoering waarvan krachtens deze wet regels worden gesteld
is bepaald, zonodig onder het geven van voorschriften en beperkingen,
vrijstelling worden verleend van één of meer van de bij of krachtens
de artikelen 5, eerste lid, onderdeel b of c, 7 of 10 gestelde eisen.

	2. Onze Minister is bevoegd om in bijzondere gevallen, met inachtneming
van hetgeen dienaangaande in het Verdrag of een ander bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur aangewezen verdrag ter uitvoering waarvan
krachtens deze wet regels worden gesteld is bepaald, zo nodig onder het
geven van voorschriften en beperkingen, een ontheffing te verlenen van
de bij of krachtens de artikelen 5, eerste lid, onderdeel b of c, 7, 10
of 12c, tweede lid, gestelde eisen.

	3. Een gedraging in strijd met de in het eerste of tweede lid bedoelde
voorschriften en beperkingen is verboden.

I

	In Hoofdstuk V, paragraaf 4, wordt na artikel 35a een artikel
ingevoegd, luidende:

Artikel 35b

	1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels
gesteld over de aantekeningen die Onze Minister in een bij of krachtens
die maatregel aangewezen journaal maakt.

	2. De krachtens het eerste lid gestelde regels zijn ook van toepassing
op buitenlandse schepen.

ARTIKEL II

	In artikel 1a, onder 1°, van de Wet op de economische delicten wordt
in de zinsnede met betrekking tot de Wet voorkoming verontreiniging door
schepen “de artikelen 5, eerste lid, 12, eerste lid, tweede lid,
onderdelen a en b, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 12b, eerste
lid, 12c, eerste lid, en 12e, eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde
en vierde lid, 23, eerste, tweede en vierde lid, 35, derde lid, 35a,
derde lid en 36a, eerste lid” vervangen door: de artikelen 5, eerste
lid, 12, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, vierde, zesde,
zevende en achtste lid, 12b, eerste lid, 12c, eerste en tweede lid, 12e,
eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 23, eerste,
tweede en vierde lid, 35, derde lid, 35a, derde lid en 36a, eerste lid.

ARTIKEL III

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu, 

 

 

 PAGE    

 PAGE   5