[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

32574 Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten

Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere wijzigingen van deze en enige andere wetten

Eindtekst

Nummer: 2011D36921, datum: 2011-06-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z19314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

21 juni 2011



Wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met de bestrijding van
visstroperij en het vervallen van de akte, alsmede enkele andere
wijzigingen van deze en enige andere wetten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat gelet op de toename van
grove visstroperij en de negatieve gevolgen daarvan voor de
beroepsvisserij en de visstand, het wenselijk is om de visserij zonder
toestemming van de rechthebbende strafbaar te stellen onder de Wet op de
economische delicten, en dat het tevens wenselijk is enkele andere
wijzigingen in de Visserijwet 1963, de Wet dieren en enige andere wetten
aan te brengen;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Visserijwet 1963 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid, onder a, komt te luiden:

	a. “Onze Minister”: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie;

	2. In het vijfde lid wordt de punt aan het slot van de
begripsomschrijving van “hengel” vervangen door een puntkomma en
vervalt het begrip “spieringtuig” en de daarbij behorende
begripsomschrijving.

	3. Het zesde lid komt te luiden:

	6. De in het tweede lid bedoelde aanwijzing geschiedt bij ministeriële
regeling.

B

	Paragraaf 1 van Hoofdstuk V, Afdeling I, vervalt.

C

	Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

	1. Het is verboden in een water als bedoeld in artikel 1, vierde lid,
onder d, op het visrecht waarvan een ander de rechthebbende is, vis uit
te zetten, zonder in het bezit te zijn van een schriftelijke toestemming
van de rechthebbende.

	2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder vis mede begrepen
vissen, schaal- en schelpdieren en kuit, broed en zaad van vissen en
schaal- en schelpdieren, die niet krachtens artikel 1, tweede lid, zijn
aangewezen.

	3. Een schriftelijke toestemming als bedoeld in het eerste lid, is
duidelijk leesbaar en in niet uit te wissen schrift gesteld en vermeldt
ten minste: de naam, de voorletters en de woonplaats van de
rechthebbende op het visrecht en van de houder, de geboortedatum van de
houder, de omschrijving van het water, de vissoort en de periode,
waarvoor zij geldt en de dagtekening.

D

	Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Behoudens indien het betreft het uitzetten van vis, is het verboden
in een water als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, te vissen
voor zover een ander rechthebbende is op het visrecht van dat water.

	2. Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

	d. voor het vissen in een binnen een afgesloten erf gelegen viswater,
dat geen voor het doorlaten van vis geschikte verbinding met andere
wateren bezit dan wel in een viskwekerij, die voldoet aan de door Onze
Minister te stellen regelen.

E 

	[vervallen]

F

	[vervallen]

G

	[vervallen]

H

	Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Ieder die de visserij uitoefent of pleegt uit te oefenen, is
verplicht op eerste vordering van een opsporingsambtenaar:

	a. deze ambtenaar in de gelegenheid te stellen zijn vaartuig te
betreden;

	b. ter inzage af te geven de op grond van het bepaalde bij of krachtens
deze wet voor de uitoefening van de visserij vereiste bescheiden,
waarvan inzage naar redelijk oordeel van deze ambtenaar voor de
vervulling van zijn taak nodig is;

	c. uitstaand vistuig te lichten;

	d. gesloten viskaren te openen;

	e. anderszins de medewerking te verlenen, die deze ambtenaar voor de
vervulling van zijn taak behoeft.

	2. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

	2. Opsporingsambtenaren zijn bevoegd tot het verrichten van de
handelingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c en d.

	3. In het derde lid (nieuw) wordt de zinsnede “Overtreding van het
bij het vorige lid bepaalde” vervangen door: Overtreding van het
eerste lid.

I

	Artikel 56 komt te luiden:

Artikel 56

	1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2b, 2c en
17, dan wel van de voorschriften, verbonden aan op grond van de bij of
krachtens die artikelen verleende vergunningen, ontheffingen of
schriftelijke toestemmingen, wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

	2. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 22,
eerste lid, 27 en 32, eerste lid, dan wel van de voorschriften, bedoeld
in artikel 22, tweede, derde en vijfde lid, 29, tweede lid, en 33,
tiende lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een week of
geldboete van de eerste categorie.

	3. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

J

	Artikel 57 vervalt.

K

	In artikel 74, eerste lid, komt de zinsnede “andere dan die bedoeld
in artikel 10,” te vervallen.

L

	Artikel 75 komt te luiden:

Artikel 75

	1. De zorg voor de archiefbescheiden van de bij de wet van 6 september
2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 (Stb. 2006, 476) opgeheven
Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij ligt bij Onze
Minister.

	2. De archiefbescheiden kunnen, voor zover zij niet zijn overgebracht
naar een rijksarchiefbewaarplaats, tijdelijk ter beschikking worden
gesteld aan een door Onze Minister aan te wijzen rechtspersoon.

	3. Onze Minister stelt vast voor welk tijdvak de in het tweede lid
bedoelde archiefbescheiden aan de rechtspersoon ter beschikking worden
gesteld.

	4. De rechtspersoon rapporteert jaarlijks aan Onze Minister over het
beheer van de ter beschikking gestelde archiefbescheiden. Het in de
artikelen 25a en 25b van de Archiefwet 1995 bedoelde toezicht op het
beheer blijft op de krachtens het tweede lid ter beschikking gestelde
archiefbescheiden van toepassing.

	5. Onze Minister is te allen tijde bevoegd inzage te nemen van de
terbeschikkinggestelde archiefbescheiden dan wel daarvan of daaruit
reproducties, afschriften of uittreksels te vorderen.

	6. De kosten van het beheer van de krachtens het tweede lid ter
beschikking gestelde archiefbescheiden komen ten laste van de in dat lid
bedoelde rechtspersoon.

	7. De overbrenging van de in de in het eerste lid bedoelde
archiefbescheiden naar een rijksarchiefbewaarplaats geschiedt door Onze
Minister met inachtneming van de artikelen 12 en 13 van de Archiefwet
1995.

M

	De artikelen 76, 77, en 78 vervallen.

ARTIKEL II

	De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1, onder 4˚, vervalt de zinsnede met betrekking tot “de
Visserijwet 1963, de artikelen 3, 3a, 4, 5, en 9;”.

B

In artikel 1a, onder 1˚, wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd: de Visserijwet 1963, de artikelen 3a, voor zover de
overtreding van die voorschriften in de EU-verordening ter uitvoering
waarvan zij strekken als ernstige inbreuk wordt aangemerkt, 5, 7, voor
zover wordt gevist anders dan met de hengel of de peur, en 21, voor
zover wordt gevist anders dan met de hengel of de peur, dan wel
overtreding van voorschriften verbonden aan op grond van het bepaalde
bij of krachtens de artikelen 7 en 21 van de Visserijwet 1963 verleende
schriftelijke toestemmingen en huurovereenkomsten;

C

	In artikel 1a, onder 3˚, wordt in de alfabetische rangschikking
ingevoegd: de Visserijwet 1963, de artikelen 2a, 3 en 3a, voor zover de
overtreding van die voorschriften in de EU- verordening ter uitvoering
waarvan zij strekken niet als ernstige inbreuk wordt aangemerkt, 4, 7,
voor zover wordt gevist met meer dan twee hengels of de peur, 9, 16 en
21, voor zover wordt gevist met de hengel of de peur, dan wel
overtreding van voorschriften, verbonden aan op grond van het bepaalde
bij of krachtens de artikelen 7 en 21 van de Visserijwet 1963 verleende
schriftelijke toestemmingen en huurovereenkomsten;

ARTIKEL III

	De Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in
verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de
binnenvisserij en de sportvisakte alsmede enkele andere wijzigingen van
deze wet (Stb. 2006, 476) wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

	Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende
voorstel van wet inhoudende een integraal kader voor regels over
gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) (31
389), tot wet is of wordt verheven, en artikel 11.6 van die wet later in
werking treedt dan artikel I, van deze wet, vervallen de onderdelen C en
D van artikel 11.6 van die wet.

ARTIKEL V

	Indien het bij koninklijke boodschap van 19 maart 2008 ingediende
voorstel van wet inhoudende een integraal kader voor regels over
gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren) (31
389), tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. De begripsbepaling “Onze Minister” komt te luiden:

- Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie;.

3. De begripsbepaling “Onze Ministers” komt te luiden:

- Onze Ministers: Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en
Justitie gezamenlijk;.

4. De begripsbepaling “- in de handel brengen: in het bezit hebben met
het oog op de verkoop, met inbegrip van het aanbieden, of enige andere
vorm van al dan niet gratis overdracht aan derden, alsmede de verkoop en
de andere vormen van overdracht zelf;” vervalt.

5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 

2. Onder handel wordt mede verstaan: het bezit met het oog op verkoop,
met inbegrip van het aanbieden, enige vorm van al dan niet gratis
overdracht aan derden, alsmede de verkoop en andere vormen van
overdracht zelf.

B

	In artikel 2.1, zevende lid, wordt “vijfde lid” vervangen door:
zesde lid.

C

	In artikel 2.2, tiende lid, onderdeel e, wordt “bepaalde
diervoeders” vervangen door: bepaalde diervoeders of bepaalde
diergeneesmiddelen.

D

	In artikel 2.2, tiende lid, onderdeel l, onder 4°, wordt
“registratiesysteem van diergeneesmiddelen” vervangen door:
registratiesysteem voor diergeneesmiddelen.

E

	

Artikel 2.2, tiende lid, onderdeel r, komt te luiden:

r. een verbod op het houden van bepaalde diersoorten, diercategorieën,
of een bepaald dier, indien niet is voldaan aan ten aanzien van dat dier
of die dieren gestelde regels als bedoeld in de onderdelen b tot en met
q.

F

In artikel 2.4, tweede lid, onderdeel f, vervalt “en”. Onder
vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door “, en”
wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

h. een verbod op het houden van een bepaald dier, bepaalde diersoorten
of diercategorieën, indien niet is voldaan aan ten aanzien van dat dier
of die dieren gestelde regels als bedoeld in de onderdelen a tot en met
g.

G

	In artikel 2.3, eerste lid, wordt “producten, afkomstig van die
dieren” vervangen door: dierlijke producten.

H

	In artikel 2.8, vierde lid, onderdeel f, wordt “registratiesysteem
van diergeneesmiddelen” vervangen door: registratiesysteem voor
diergeneesmiddelen.

I

	In artikel 2.10, eerste lid, vervalt “andere dan”.

J

	Artikel 2.19 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het derde lid, onderdeel a, aanhef, wordt “opgegeven
voorschriften” vervangen door: de aan de te verstrekken vergunning
krachtens artikel 7.7 te verbinden voorschriften.

	2. In het zevende lid, wordt “wordt verleend” vervangen door: wordt
verstrekt.

K

	In artikel 2.23, zesde lid, wordt “verzoek om vergunning” vervangen
door “verzoek tot verlening van een vergunning” en “advies van”
vervangen door: advies aan.

L

	Artikel 2.25 wordt als volgt gewijzigd:

	1. De aanhef van het derde lid komt te luiden:

	Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bij deze
maatregel aan te wijzen diersoorten of diercategorieën regels worden
gesteld over het toepassen van diergeneesmiddelen, diervoeders, bij of
krachtens die maatregel aangewezen substanties of andere stoffen of
producten bij dieren, welke regels betrekking kunnen hebben op onder
meer:.

	2. Het vierde lid komt te luiden:

	4. Voor zover een aanwijzing van een substantie als bedoeld in het
derde lid geschiedt krachtens algemene maatregel van bestuur en indien
die aanwijzing geheel of mede in het belang is van de volksgezondheid,
geschiedt deze in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.

M

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

N

	In artikel 4.3, tweede lid, vervalt “hij”, wordt “de
bevoegdheid” vervangen door “zijn bevoegdheid” en wordt “mist”
vervangen door: is ingetrokken.

O

	Artikel 4.4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel a vervalt “en”.

	2. In onderdeel b, wordt “de indruk kan vestigen” vervangen door
“de indruk kan wekken” en onder vervanging van de punt aan het slot
door “, en” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. een titel als bedoeld in artikel 4.5, tweede lid, onderdeel c, te
bezigen of een aanduiding of vermelding te bezigen die bij het publiek
redelijkerwijs de indruk kan wekken dat zij een dergelijke titel
verkregen hebben.

P

	Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt na “handelingen” een zinsnede ingevoegd,
luidende: alsmede over de vermelding van de titel, behorende bij die
specialismen, in het register, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid.

	2. In tweede lid, onderdeel b, wordt “de regeling van en de opleiding
tot” vervangen door: de regeling van of de opleiding tot.

	3. In tweede lid, onderdeel d, subonderdeel 1˚, vervalt “en”.
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d, subonderdeel
2˚, door “, en” wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

	3˚. een titel als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onderdeel c, te
voeren.

Q

	Aan artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt “, of” vervangen door een
puntkomma.

	2. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

	b. zij naar het oordeel van Onze Minister een gevaar voor de
diergezondheid kunnen opleveren, of.

	3. In het tweede lid wordt, na onderdeel b, een onderdeel ingevoegd,
luidende:

	c. zij naar het oordeel van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

	4. Het derde lid komt te luiden:

	3. Ziekteverschijnselen kunnen worden aangewezen indien de dieren die
deze verschijnselen vertonen of hun producten:

	a. naar het oordeel van Onze Minister een gevaar voor de diergezondheid
kunnen opleveren, of

	b. naar het oordeel van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren.

	5. Na het derde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

	4. Een aanwijzing als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, of in het
derde lid, onderdeel b, vindt plaats in overeenstemming met Onze
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

	5. Maatregelen, die krachtens deze paragraaf worden getroffen ter
voorkoming of bestrijding van een dierziekte, zoönose of
ziekteverschijnsel, die of dat overeenkomstig het vierde lid is
aangewezen in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, worden getroffen in overeenstemming met die minister.

R

	In artikel 5.9, tweede lid, wordt “de artikelen 5:13 tot en met
8:20” vervangen door: de artikelen 5:13 tot en met 5:20.

S

Artikel 5.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van het tweede lid, onderdeel e, wordt, voor de
puntkomma, ingevoegd: of tot het vrijlaten van gevangen dieren, voor
zover die dieren afkomstig zijn uit het wild.

2. Het tweede lid, onderdeel f, komt te luiden: 

f. een verbod op het doden, het voorhanden hebben, het in voorraad
hebben, het jagen, het vissen of het vangen, alsmede op het gebruik van
bepaalde methoden of materialen waarmee dat jagen, vissen of vangen kan
geschieden, en.

3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Maatregelen, die krachtens het eerste lid, onderdeel c, worden
getroffen met betrekking tot dieren die wegens de opname, de
vermoedelijke opname of het gevaar van opname van schadelijke stoffen
een ernstig gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren, worden
getroffen in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport.

T

	In artikel 6.4, eerste lid, wordt de zinsnede “2.19, vijfde lid,”
vervangen door: 2.19, tweede, vierde en vijfde lid,.

U

	In artikel 7.2, eerste en tweede lid, wordt telkenmale “artikel 7.1,
eerste lid” vervangen door: artikel 7.1.

V

	In artikel 7.5, tweede lid, wordt “worden gewijzigd, aangevuld of
ingetrokken” vervangen door: worden op aanvraag of ambtshalve
gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.

W

	Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt de zinsnede “een aanvraag
tot besluit” vervangen door: een aanvraag tot een besluit.

	2. In het tweede lid, onderdeel d, wordt de zinsnede “een beslissing
op een aanvraag;” vervangen door: een beslissing op een aanvraag, of.

X

	In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, onder 1° wordt de zinsnede
“2.7, eerste en tweede lid,” vervangen door: 2.7, eerste tot en met
derde lid,.

Y

1. In artikel 8.6, eerste lid, onderdeel a, aanhef, wordt “met het
bepaalde krachtens” vervangen door: met het bepaalde bij of krachtens.

	

	2. In artikel 8.10, tweede lid, wordt “artikel 5.50” vervangen
door: artikel 5:50.

Z

	In artikel 8.11, tweede lid, wordt “2.15, eerste tot en met derde
lid,” vervangen door: 2.15, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde
lid,.

AA

	In artikel 8.12, derde lid, wordt “2.15, eerste tot en met derde
lid,” vervangen door: 2.15, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde
lid,.

BB

	In artikel 8.14 wordt “Onze Minister van Justitie” vervangen door:
Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

CC

	Aan artikel 10.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:

	5. Een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid kan, onverminderd de
bevoegdheid van Onze Minister, bij algemene maatregel van bestuur worden
verleend.

DD

Artikel 10.7 komt te luiden:

Artikel 10.7 Visserijwet 1963

	In hetgeen is voorzien bij of krachtens de Visserijwet 1963, wordt niet
voorzien krachtens deze wet.

EE

	In artikel 10.10 wordt “2.15, eerste en tweede lid” vervangen door:
2.15, tweede lid,.

FF

	Artikel 11.3 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel A wordt na “strafbeschikking is uitgevaardigd, of
indien” een zinsnede ingevoegd, luidende: hij vervolging deswege heeft
voorkomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 74 van het Wetboek
van Strafrecht of.

	2. In onderdeel B wordt na “van die wet betreft,” een zinsnede
ingevoegd, luidende: dan wel deswege hem een strafbeschikking is
uitgevaardigd,.

GG

In artikel 11.7, onderdeel C, derde lid, wordt na “In het achtste lid
wordt” een zinsnede ingevoegd, luidende: “Diergeneesmiddelenwet”
vervangen door “hoofdstuk 3, paragraaf 3, van de Wet dieren” en
wordt.

HH

	Artikel 11.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A, tweede lid, vervalt de zinsnede “5.10, eerste
lid,” en wordt na “voor zover deze overtredingen plaatsvinden in de
uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3,
tweede lid, aangewezen soorten of categorieĂ«n worden gehouden”
ingevoegd: , artikel 5.10, eerste lid, voor zover deze overtredingen
plaatsvinden in de uitoefening van een bedrijf,.

2. In onderdeel B, tweede lid, wordt «artikel 2.16, eerste lid,»
vervangen door “artikel 2.16, eerste, derde en vierde lid,” en
“2.2, negende en tiende lid voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld
in het tiende lid, onderdelen b, c en d,” door: artikel 2.2, negende
en tiende lid voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het tiende
lid, onderdelen b, c en d,.

	

	3. In onderdeel D, tweede lid, wordt na “3.1, eerste en tweede lid
voor wat betreft de onderwerpen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen
c, e, g en h,” ingevoegd: 5.10, eerste lid,.

	

	4. Onderdeel E vervalt.

II

De artikelen 11.9 en 11.10 vervallen.

ARTIKEL VI

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

 

 

 PAGE    

 PAGE   8