32839 NR inzake Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen
Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen
Nader rapport
Nummer: 2011D37235, datum: 2011-07-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van zaak 2011Z15195:
- Indiener: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- 2011-09-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-13 16:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-10-05 14:00: Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-12-07 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2011-12-08 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-05-29 16:00: Procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- 2013-01-30 14:15: Wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen (32839) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2013-02-05 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
‘s-Gravenhage, 30 juni 2011 Aan de Koningin WJZ / 11073355 Nader rapport inzake het voorstel van wet, houdende wijziging van de Warmtewet in verband met enkele aanpassingen ========================================================= Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 februari 2011, nr. 11.000277, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 28 april 2011, nr. W15.11.0024/IV, bied ik U hierbij aan. 1. Prijsregulering De Raad uit in zijn advies bedenkingen tegen de rendementstoets. Belangrijkste punten van kritiek zijn de noodzaak tot het thans opnemen van de toets, de vormgeving van de toets en de daarmee samenhangende toename van de complexiteit. Ten aanzien van de noodzakelijkheid van de toets zij opgemerkt dat door de toets in combinatie met de rendementsmonitor adequaat kan worden ingegrepen indien blijkt dat warmteleveranciers te hoge rendementen maken. Daarmee is het allereerst een effectieve waarborg voor het tegengaan van overwinsten van leveranciers. Daarnaast is bij de uitwerking van deze wijzigingswet vastgehouden aan de oorspronkelijke uitgangspunten van de Warmtewet, omdat deze in een eerder stadium uitgebreid zijn bediscussieerd in de Kamer. Het bij deze gelegenheid in het geheel niet opnemen van een effectieve waarborg doet in onevenredige mate afbreuk aan de door de initiatiefnemers gehanteerde uitgangspunten. De wijze waarop de toets in de wet vorm is gegeven, is onderwerp geweest van uitgebreide analyse en discussie met de NMa en wordt door de NMa gedragen. Deze wettelijke bepalingen staan op zichzelf en zijn toepasbaar. Daarbij zij opgemerkt dat voor leveranciers met meerdere warmtenetten de rendementstoets zich zal richten op de gehele portfolio van leverancier en dat de rendementen van individuele warmtenetten bezien zullen worden in relatie tot de looptijd van het project. Daarmee vermindert de complexiteit ten opzichte van de situatie met zowel een maximumprijs als een redelijke prijs per net, inclusief de daarmee gepaard gaande pooling, aanzienlijk. De memorie van toelichting is naar aanleiding van het advies op bovengenoemde punten aangevuld. Naar aanleiding van het advies van de Raad is er eveneens voor gekozen om de nadere uitwerking van de rendementstoets geheel aan de NMa te laten. Dit vindt zijn weerslag in artikel 7, vierde lid, waarin is bepaald dat de NMa bij beleidsregel regels zal stellen over de elementen en wijze van berekenen van het rendement van een leverancier, de vaststelling van het redelijk rendement, en de wijze waarop en de periode waarin verdisconteerd wordt. De onafhankelijkheid en specifieke deskundigheid van de NMa zijn hiervoor van doorslaggevend belang geweest. De monitor levert informatie aan de NMa om hier een goede invulling aan te geven. Naast de aanpassing in het wetsvoorstel is de memorie van toelichting op dit punt eveneens aangevuld. Ten slotte zijn, naar aanleiding van het advies van de Raad, nog enkele aanpassingen gedaan. De toets is opgenomen op een andere plaats in het wetsvoorstel; het is verplaatst van artikel II naar artikel 7, tweede tot en met vierde lid. Het besluit tot inwerkingtreding wordt, anders de Raad adviseerde, toch voorgehangen. De betrokkenheid van de Staten-Generaal bij de inwerkingtreding van de toets wordt van belang geacht. De toelichting is op dit punt wel aangevuld. 2. Slimme warmtemeters Naar aanleiding van het advies van de Raad is het voorstel aangepast en zijn in artikel 8, derde en vierde lid, de relevante elementen toegevoegd. Daarbij gaat het om de mogelijkheid om een slimme warmtemeter te weigeren en om de mogelijkheid om als verbruiker met een slimme warmtemeter de leverancier te verzoeken om niet op afstand uit te lezen. 3. Noodprocedure Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is in de memorie van toelichting de relatie tussen de bevoegdheden van de minister en die van de NMa verduidelijkt. De bevoegdheden van de minister oefent hij slechts uit in het kader van de noodprocedure. De NMa houdt de algemene bevoegdheid tot het geven van bindende aanwijzingen als bedoeld in artikel 17. 4. Geschilbeslechting Naar aanleiding van het advies is artikel 3, tweede lid, in die zin aangepast dat is toegevoegd dat de geschillenprocedure snel, transparant, eenvoudig en goedkoop dient te zijn. Ook is toegevoegd dat de overeenkomst moet vermelden op welke wijze geschillenprocedures aanhangig kunnen worden gemaakt. De toelichting is op dit punt eveneens aangepast. 5. Overige opmerkingen Ten aanzien van de overige opmerkingen van de Raad van State kan worden opgemerkt dat deze zijn overgenomen, op het punt van de representatieve organisaties na. Op dit punt is aansluiting gezocht bij de naar tevredenheid functionerende systematiek van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998. Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,