[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [πŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 5 juli 2011)

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het treffen van diverse maatregelen ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van de uitwonendenbeurs

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2011D37293, datum: 2011-07-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2011Z09790:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (πŸ”— origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 7 (NvW d.d. 5 juli 2011)



32 770	Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het
treffen van diverse maatregelen ter bestrijding van het ten onrechte
ontvangen van de uitwonendenbeurs







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is maatregelen
te treffen ter bestrijding van het ten onrechte ontvangen van de
uitwonendenbeurs, en dat het daartoe wenselijk is onder meer toezicht op
de uitwonendenbeurs uit te breiden alsmede ter zake een bestuurlijke
boete in de Wet studiefinanciering 2000 op te nemen;

	dat in verband hiermee wijziging van de Wet studiefinanciering 2000
noodzakelijk is;

	Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	De definities van thuiswonende studerende en uitwonende studerende
komen te luiden:

	thuiswonende studerende: studerende die niet een uitwonende studerende
is,

	uitwonende studerende: studerende die voldoet aan de verplichtingen,
bedoeld in artikel 1.5,.

B

	Artikel 1.5 komt te luiden:

Artikel 1.5. Verplichtingen uitwonende studerende

	1. Voor het normbedrag voor een uitwonende studerende komt in
aanmerking de studerende die voldoet aan de volgende verplichtingen:

	a. de studerende woont op het adres waaronder hij in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven, en

	b. het woonadres van de studerende is niet het adres waaronder zijn
ouders of een van hen in de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens staat of staan ingeschreven.

	2. Op een studerende die ingevolge artikel 2.13a of artikel 2.14 in
aanmerking komt voor studiefinanciering is het eerste lid, onderdeel a,
niet van toepassing.

C

	Artikel 1.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In onderdeel b vervalt β€œen”,

	2.Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door β€œ,
en” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	d. in contacten met de toezichthouders, bedoeld in artikel 9.1a.

D

	Na artikel 9.1 worden twee artikelen ingevoegd, luidend:

Artikel 9.1a. Toezicht in verband met artikel 1.5

	1. Met het toezicht op de naleving van artikel 1.5 zijn belast:

	a. de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren of andere
personen,

	b. de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders
aangewezen ambtenaren.

	2. Indien de ambtenaren of andere personen, bedoeld in het eerste lid,
onder a, die worden aangewezen, ressorteren onder een andere minister,
wordt het besluit samen met die minister genomen.

	3. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt
mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

	4. De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, genoemd in de
artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9.1b. Informatie-uitwisseling

	1. De toezichthouders, bedoeld in artikel 9.1a, en Onze Minister
wisselen de persoonsgegevens en inlichtingen uit die nodig zijn voor de
uitoefening van het toezicht onder vermelding van het
burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het onderwijsnummer
van de studerende op wie de persoonsgegevens of inlichtingen betrekking
hebben.

	2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de wijze van verstrekking van persoonsgegevens en
inlichtingen op grond van het eerste lid en wordt een nadere
specificatie gegeven van de persoonsgegevens en inlichtingen die op
grond van het eerste lid worden verwerkt.

E

	Aan artikel 9.2, derde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

	De inlichtingen, bedoeld in de eerste volzin, omvatten niet het
doorgeven van een wijziging van het adres als bedoeld in de Wet
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

F

	Het opschrift van paragraaf 9.3 komt te luiden:

Paragraaf 9.3. Bestuursrechtelijke geldschulden en bestuurlijke boete

G

	Het opschrift van artikel 9.7 komt te luiden:

Artikel 9.7. Niet verstrekken inlichtingen door instelling over
studievoortgang

H

	Het opschrift van artikel 9.8 komt te luiden:

Artikel 9.8. Niet verstrekken inlichtingen door instelling over
langdurige afwezigheid deelnemers

I

	Na artikel 9.8 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 9.9. Niet voldoen aan verplichtingen artikel 1.5 door studerende

	1. Indien een studerende het normbedrag voor een uitwonende studerende
toegekend heeft gekregen maar niet heeft voldaan aan de verplichtingen,
bedoeld in artikel 1.5, kan Onze Minister hem een bestuurlijke boete
opleggen van ten hoogste 50 procent van het bedrag dat van de studerende
in verband daarmee wordt teruggevorderd bij een herziening.

	2. De herziening vindt plaats met ingang van de dag waarop de
studerende zijn laatste adreswijziging heeft doen inschrijven in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Indien de ouders van
de studerende of een van hen zich na de laatste adreswijziging, bedoeld
in de vorige volzin, heeft doen inschrijven in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens op hetzelfde woonadres als de
studerende, dan vindt de herziening plaats met ingang van de dag van
deze inschrijving.

	3. Degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd is verplicht
desgevraagd aan Onze Minister de inlichtingen te verstrekken die voor de
tenuitvoerlegging van de bestuurlijke boete van belang zijn.

Artikel 9.9a. Geen aanspraak meer bij tweede maal niet voldoen aan
verplichtingen artikel 1.5

	1. Indien Onze Minister de studerende een bestuurlijke boete als
bedoeld in artikel 9.9, eerste lid, heeft opgelegd en de studerende
heeft, nadat voormelde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden,
voor een tweede maal niet voldaan aan de verplichtingen, bedoeld in
artikel 1.5, kan Onze Minister hem een bestuurlijke boete opleggen van
ten hoogste 100 procent van het bedrag dat van de studerende in verband
daarmee wordt teruggevorderd bij een herziening.

	2. De herziening vindt plaats met ingang van de dag na de laatste dag
van de periode waarop de herziening, bedoeld in artikel 9.9, eerste lid,
ziet of, indien dit een latere datum betreft, de dag waarop de
studerende zijn laatste adreswijziging heeft doen inschrijven in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Indien de ouders van
de studerende of een van hen zich na de laatste dag van de periode
waarop de herziening, bedoeld in artikel 9.9, eerste lid, ziet of na de
laatste adreswijziging, bedoeld in de vorige volzin, heeft doen
inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op
hetzelfde woonadres als de studerende, dan vindt de herziening plaats
met ingang van de dag van deze inschrijving.

	3. Indien Onze Minister de studerende een boete als bedoeld in het
eerste lid heeft opgelegd kan hij tevens beslissen dat elke aanspraak op
studiefinanciering vervalt.

	4. Degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd is verplicht
desgevraagd aan Onze Minister de inlichtingen te verstrekken die voor de
tenuitvoerlegging van de bestuurlijke boete van belang zijn.

J

	In artikel 12.1a wordt β€œin afwijking van artikel 1.5” vervangen
door: in afwijking van artikel 1.5, zoals dat artikel luidde op 31
december 2011,.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

	Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1