[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nader rapport inzake Wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer

Wijziging van de Wet veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de brandweer

Nader rapport

Nummer: 2011D37445, datum: 2011-07-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2011Z15199:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Directie Wetgeving

 

Schedeldoekshaven 100

2511 EX  Den Haag

Postbus 20301

2500 EH  Den Haag

www.rijksoverheid.nl/venj

 

Contactpersoon

C.R. van Strijen

 

T  070 370 69 81

c.r.van.strijen@minjus.nl

 

Registratienummer

5701218/11/6

 











  DOCPROPERTY rubricering   

  DOCPROPERTY _aankoningin  Aan de Koningin 







	  DOCPROPERTY _datum  Datum 	27 juni 2011

  DOCPROPERTY _onderwerp  Onderwerp 	  DOCPROPERTY onderwerp  Nader
rapport inzake het voorstel van tot wijziging van de Wet
veiligheidsregio’s in verband met de oprichting van het Instituut
Fysieke Veiligheid en in verband met de volledige regionalisering van de
brandweer  



Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 6 april
2011, kenmerk 11.000858, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering
van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van
wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 9 juni
2011, nr. W03.11.0107/II, bied ik U hierbij aan.

Het ontwerp geeft de Afdeling advisering van de Raad van State
aanleiding tot het maken van enkele inhoudelijke opmerkingen. De
Afdeling geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat daarmee rekening zal zijn
gehouden.

1.	Volledige regionalisering van de brandweer

Naar aanleiding van het advies van de Afdeling is de memorie van
toelichting (§ 3.3) aangevuld. De terloopse stelling van de Afdeling
dat het voor de burgemeester moeilijker wordt in de veiligheidsregio
zijn verantwoordelijkheid voor het vrijwilligersbeleid waar te maken,
onderschrijf ik overigens niet. De memorie van toelichting (slot
§ 3.2) bevat een (ongewijzigde) passage over dit aspect.

2.	Brandweeronderwijs

Het Besluit veiligheidsregio’s en de Regeling personeel
veiligheidsregio’’s stellen bekwaamheidseisen aan het
brandweerpersoneel, die kaderstellend zijn voor de taakuitvoering van
het personeel en voor de middelen “opleiden, bijscholen, examineren en
oefenen” om de vereiste bekwaamheid te verwerven dan wel te behouden.
Er is dus eerder sprake van een aanscherping dan van een afzwakking. 

Met het wetsvoorstel worden de verantwoordelijkheden ten aanzien van het
brandweeronderwijs eenduidiger geregeld. Thans fungeert de Minister van
Veiligheid en Justitie als opdrachtgever voor het onderwijs voor de
brandweerofficieren en zijn de veiligheidsregio’s en gemeenten
opdrachtgevers voor het onderwijs aan de niet-officieren. Met het
huidige wetsvoorstel komt het opdrachtgeverschap voor het onderwijs aan
de brandweerofficieren met het bijbehorende budget te liggen bij het
bestuur van het IFV, dat wordt gevormd door de voorzitters van de
veiligheidsregio’s. De taak om het brandweerdiploma af te geven, wordt
belegd bij de voorzitter van het bestuur van het IFV. Met de afronding
van de regionalisering van de brandweer worden alle veiligheidsregio’s
tevens opdrachtgevers voor en financiers van het onderwijs aan de
niet-officieren.

Ik zie het als taak van de werkgevers om uitvoeringseisen aan het
brandweeronderwijs (opleiden, examineren, bijscholen en oefenen) te
stellen. Om hen hierbij te ondersteunen, heb ik aan de VNG en het
Veiligheidsberaad een financiële bijdrage verleend om de
Brandweeronderwijsraad (BOR) in te stellen, en ik zal deze financiële
bijdrage bestendigen in het kader van de oprichting van het IFV. De BOR
adviseert de werkgevers onder andere over de kwaliteit van het
brandweeronderwijs. De werkgevers krijgen op grond van artikel 69
overigens uitdrukkelijk de mogelijkheid om zelf werkzaamheden op te
dragen aan het IFV, ook op het gebied van het (stelsel van) het
brandweeronderwijs. 

Overigens wordt, mede naar aanleiding van het rapport van de
Onderzoeksraad voor veiligheid over de brand in de Punt van 9 mei 2008,
thans in mijn opdracht onderzoek verricht naar de organisatie en
financiering van het brandweeronderwijs. Doel van dit onderzoek is de
organisatie, kwaliteit en financiering van het brandweeronderwijs in
beeld te brengen, knelpunten te identificeren en voorstellen te doen om
de knelpunten op te lossen. Ik verwacht het rapport na de zomer van 2011
aan te kunnen bieden aan de Tweede Kamer. Ik wil vóór het einde van
het jaar samen met de VNG, het Veiligheidsberaad en de
vertegenwoordigende organisaties van de werkgevers, een plan van aanpak
gereed hebben ter versterking van het brandweeronderwijs. Ieder vanuit
de eigen verantwoordelijkheid. Ik acht hierbij advisering door de BOR,
waarin ondermeer de Raad van Regionaal Commandanten en de vakbonden
(waaronder de Vakvereniging Brandweervrijwilligers) zijn
vertegenwoordigd, van belang. Zo wordt het brede brandweerveld van
werkgevers tot werknemers betrokken bij het oplossen van de knelpunten.
Naar mijn mening biedt het wetsvoorstel voldoende mogelijkheden die
versterking te (doen) realiseren. 

Het advies van de Afdeling om de taken met betrekking tot het
onderwijsstelsel als wettelijke taak neer te leggen bij het Instituut
Fysieke Veiligheid (IFV), onder verantwoordelijkheid, ook financieel,
van de minister, volg ik om die reden – in ieder geval op dit moment -
niet. 

De stelling van de Afdeling dat er sprake is van te weinig gevoel van
urgentie bij het opvolgen van adviezen van de Onderzoeksraad voor
veiligheid, onderschrijf ik niet. Naast het onderzoek naar de
organisatie en financiering van het brandweeronderwijs, waartoe ik
opdracht heb gegeven, zijn er diverse acties ondernomen ter versterking
van het brandweeronderwijs.

Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s is
kennisontwikkeling en –borging op het gebied van de brandweer een
wettelijke taak van het NIFV geworden, en ik heb hier structureel budget
voor beschikbaar gesteld.

Het ranggerichte onderwijssysteem is vervangen door een functiegericht
systeem dat beter aansluit bij de beroepspraktijk; per
brandweerfunctie zijn kerntaken en competenties vastgesteld, waardoor
meer wordt aangesloten bij het reguliere middelbaar en hoger
beroepsonderwijs en het politieonderwijs. Deze kerntaken en competenties
gelden niet alleen als uitgangspunt voor het vakbekwaam worden, maar ook
voor het bijscholen en oefenen: het vakbekwaam blijven, zowel voor
vrijwilligers als voor beroepspersoneel. 

Ik heb steun gegeven, financieel en anderszins, aan de VNG en
de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
(NVBR) voor de implementatie van het nieuwe onderwijsstelsel, aan het
Veiligheidsberaad en de VNG voor het oplossen op korte termijn van
knelpunten bij de ontwikkeling van de les- en leerstof voor een aantal
niet-officiersfuncties, en aan het Veiligheidsberaad en de VNG voor de
Brandweeronderwijsraad, ingesteld als een onafhankelijk adviesorgaan
voor de werkgevers om hen te adviseren inzake de inrichting en de
kwaliteit van het brandweeronderwijs. 

3.	Taken van het IFV

Het advies van de Afdeling is gevolgd, door in het wetsvoorstel (en
dientengevolge ook in de memorie van toelichting) onderscheid te maken
tussen enerzijds taken, en anderzijds werkzaamheden. Alle taken die het
bestuur van het IFV moet verrichten, de wettelijke taken, worden
opgesomd in artikel 68. Daarnaast kunnen werkzaamheden worden verricht,
hetzij in opdracht van een of meer besturen van veiligheidsregio’s
(artikel 69), hetzij in opdracht van derden (artikel 70). 

Overigen zij erop gewezen dat niet voor iedere taak die wordt toebedeeld
aan het IFV, de minister een bijdrage moet verstrekken (zie artikel 74,
eerste lid, onder a). 

4.	Wettelijke regeling van de evaluatie

Voor het uitvoeren van een evaluatie is een wettelijke verplichting geen
noodzakelijke voorwaarde. Het opnemen van een wettelijke verplichting
voor het IFV om mee te werken aan de evaluatie, acht ik in de onderlinge
verhoudingen onnodig en ongewenst. Op dit punt is het advies van de
Afdeling dus niet gevolgd. 

5.	Informatieverplichting

De geadviseerde toevoeging is opgenomen in het artikelsgewijze deel dat
betrekking heeft op artikel 71 van de Wet veiligheidsregio’s. 

6. Redactionele kanttekeningen 

De redactionele kanttekeningen hebben tot de geadviseerde aanpassingen
geleid, met uitzondering van het schrappen van het tweede lid van
artikel 74 van de Wet veiligheidsregio’s. Deze bepaling, die stamt uit
de Brandweerwet 1985, strekt ertoe te voorkomen dat er insolvabiliteit
bij het IFV kan ontstaan – hetgeen risico’s voor het Rijk met zich
zou kunnen brengen.  

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

  DOCPROPERTY ondertekening   



  DOCPROPERTY rubriceringvolg   



	  DOCPROPERTY rubricering   	  DOCPROPERTY _pagina  Pagina    PAGE   \*
MERGEFORMAT  2    DOCPROPERTY _van  van    SECTIONPAGES   \* MERGEFORMAT
 4 





	  DOCPROPERTY rubricering   	  if   NUMPAGES  4  = "1" "" " 
DOCPROPERTY _pagina  Pagina    PAGE  1    DOCPROPERTY _van  van   
NUMPAGES  4 " Pagina 1 van 4 





  DOCPROPERTY directoraatvolg  Directie Wetgeving   DOCPROPERTY
directoraatnaamvolg     DOCPROPERTY onderdeelvolg     DOCPROPERTY
directieregel   

 

  DOCPROPERTY _datum  Datum 

  DOCPROPERTY datum  27 juni 2011 

  DOCPROPERTY _onskenmerk   

  DOCPROPERTY onskenmerk   





  DOCPROPERTY rubricering