[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)

Eindtekst

Nummer: 2011D38751, datum: 2011-07-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z01314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

30 juni 2011



Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor
schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening)



	GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gemeenten
een wettelijke taak te geven met betrekking tot schuldhulpverlening;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 Begripsbepalingen

	In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

	college: college van burgemeester en wethouders;

	inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

	Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

	schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate
oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is
te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met
het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat
hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

	verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor
schuldhulpverlening.

Artikel 2 Plan

	1. De gemeenteraad stelt een plan vast dat richting geeft aan de
integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente.

	2. De gemeenteraad stelt het plan telkens voor een periode van ten
hoogste vier jaren vast. Het plan kan tussentijds gewijzigd worden.

	3. Het plan bevat de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren
beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat
personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen.

	4. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

	a. welke resultaten de gemeente in de door het plan bestreken periode

wenst te behalen;

	b. welke maatregelen de gemeenteraad en het college nemen om de

kwaliteit te borgen van de wijze waarop de integrale schuldhulpverlening

wordt uitgevoerd;

	c. het maximaal aantal weken dat de gemeente nastreeft met

betrekking tot de in artikel 4, eerste lid, genoemde periode, en

	d. hoe schuldhulpverlening aan gezinnen met inwonende minderjarige
kinderen wordt vormgegeven.

	5. In het plan kan de gemeenteraad aangeven onder welke voorwaarden het
college de verzoeker verplicht over een basisbankrekening te beschikken.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid college

	1. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van het plan,
bedoeld in artikel 2, eerste lid.

	2. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval
een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening.

	3. Het college kan schuldhulpverlening in ieder geval weigeren in geval
een persoon fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een
bestuursorgaan tot gevolg heeft en die persoon in verband daarmee
onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke
bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

	4. Met betrekking tot een ingezetene zonder adres als bedoeld in
artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
is het college verantwoordelijk dat krachtens artikel 40 van de Wet werk
en bijstand aangewezen is voor de verlening van bijstand.

	5. Een vreemdeling kan voor het verlenen van schuldhulpverlening
slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die rechtmatig
in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met
e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 4 Wacht- en doorlooptijd

	1. Indien een persoon zich tot het college wendt voor
schuldhulpverlening vindt binnen vier weken het eerste gesprek plaats
waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

	2. Indien er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie
werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt
vastgesteld. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen
woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit,
stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de
zorgverzekering.

	3. Het college geeft de verzoeker inzicht in het aantal weken tussen
het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken
van het resultaat.

Artikel 5 Moratorium

	1. Het college kan de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te
kondigen, waarin elke bevoegdheid van de schuldeiser tot verhaal op de
goederen van de schuldenaar en tot opeising van goederen die zich in de
macht van de schuldenaar bevinden niet kan worden uitgeoefend, voor een
periode van maximaal zes maanden.

	2. Een afkoelingsperiode als bedoeld in het eerste lid wordt slechts
afgekondigd indien deze periode noodzakelijk is in het kader van
schuldhulpverlening en indien is voldaan aan bij algemene maatregel van
bestuur gestelde nadere voorwaarden.

	3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen verplichtingen worden
aangewezen die door de schuldenaar tijdens de afkoelingsperiode, bedoeld
in het eerste lid, worden nagekomen.

Artikel 6 Inlichtingenplicht

	De verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen
beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem
redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de
op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering
van deze wet.

Artikel 7 Medewerkingsplicht

	1. De verzoeker is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking
te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.

	2. Het college stelt bij de uitvoering van deze wet de identiteit van
de persoon, bedoeld in het eerste lid, vast aan de hand van een document
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de
Wet op de identificatieplicht.

	3. Een ieder is verplicht aan het college desgevraagd een document als
bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter
inzage te verstrekken, voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de
uitvoering van deze wet.

Artikel 8 Gegevensuitwisseling

	1. Bestuursorganen en andere bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen personen en instanties verstrekken aan het college de
gegevens en inlichtingen waarvan kennisneming van belang kan zijn voor
de uitvoering van deze wet.

	2. Het college kan onder bij algemene maatregel van bestuur te bepalen
voorwaarden aan bestuursorganen en aan bij algemene maatregel van
bestuur aan te wijzen instanties gegevens verstrekken voortvloeiende uit
de uitvoering van deze wet, die deze bestuursorganen en instanties
behoeven in verband met uitoefening van hun taak en dienstverlening.

	3. Het vragen en het verstrekken van gegevens door het college aan en
door de in het eerste en tweede lid bedoelde bestuursorganen en
instanties kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau,
bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
en inkomen.

	4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over
de wijze van gegevensuitwisseling en de kosten, die daarbij in rekening
kunnen worden gebracht.

Artikel 9 Informatievoorziening

	1. Het college verstrekt Onze Minister, kosteloos, de gegevens en
inlichtingen die hij voor de statistiek, informatievoorziening en
beleidsvorming met betrekking tot deze wet nodig heeft.

	2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de informatie die het college verstrekt en de wijze
waarop het college de gegevens verzamelt en verstrekt, waarbij kan
worden bepaald dat categorieën van gemeenten bepaalde gegevens en
inlichtingen niet hoeven te verzamelen en te verstrekken.

Artikel 10 Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen

	De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt
gewijzigd:

A

	In artikel 9, eerste lid, wordt “en de Wet inkomensvoorziening oudere
en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen” vervangen
door: , de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening.

B

	Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt na “de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen” ingevoegd: , de
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

	2. In het tweede lid wordt na “de Wet inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen” ingevoegd: of
de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 11 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht

	De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 1:1 wordt na de definitie van “bank” ingevoegd:

	basisbankrekening: een betaalrekening, met inbegrip van bijbehorend
betaalinstrument, waarbij debetstand niet mogelijk is.

B

	Na artikel 4:71e wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 4.3.1.8 Basisbankrekening

Artikel 4:71f

	Een bank verstrekt een basisbankrekening aan de aanvrager ervan, mits
voldaan is aan de volgende voorwaarden:

	a. de aanvrager van de basisbankrekening is een verzoeker in de zin van
artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening die door het
College op grond van artikel 7, eerste lid, van die wet is verplicht
medewerking te verlenen om een basisbankrekening te openen;

	b. de aanvrager van de basisbankrekening is niet bij een andere bank in
het bezit van een basisbankrekening of heeft niet bij een andere bank
een aanvraag voor een basisbankrekening lopen;

	c. de aanvrager wendt zich indien hij bij een of meer banken een
betaalrekening heeft, niet tot een andere bank dan waarbij hij een
betaalrekening heeft;

	d. de aanvrager stemt in met het verstrekken van bij of krachtens
algemene maatregel van bestuur nader te bepalen informatie aan de door
hem aangezochte bank.

Artikel 4:71g

	1. De ingevolge artikel 4:71f aangezochte bank kan het contract met de
houder van de basisbankrekening opzeggen of de aanvraag tot een
basisbankrekening weigeren indien de aanvrager of houder van de
basisbankrekening : 

	a. onherroepelijk veroordeeld is voor een misdrijf als bedoeld in de
artikelen 225, 227a, 326, 341, 420 bis of 420 ter van het Wetboek van
strafrecht, of

	b. onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt bij de aanvraag
als bedoeld in artikel 4:71f. 

	2. Indien de aanvraag tot opening van een basisbankrekening is
geweigerd dan wel de rekening is opgezegd, kan een persoon die is
vrijgesteld op grond van artikel 3:5, derde lid, of een persoon die een
ontheffing heeft verkregen op grond van artikel 3:5, vierde lid, ten
behoeve van de verzoeker in de zin van artikel 1 van de Wet
gemeentelijke schuldhulpverlening, een basisbankrekening verkrijgen
waarover hij bij uitsluiting van anderen gemachtigd is het beheer te
voeren. 

C

	In de bijlage bij artikel 1:79 wordt in numerieke volgorde in het deel
Gedragstoezicht, ingevoegd: 4:71f, eerste lid.

D

	In de bijlage bij artikel 1:80 wordt in numerieke volgorde in het deel
Gedragstoezicht, ingevoegd: 4:71f, eerste lid.

Artikel 12 Evaluatie

	Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze
wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de
effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 13 Inwerkingtreding

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 14 Citeertitel

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

 PAGE    

 PAGE   6