[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

eindtekst

Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging (Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG)

Eindtekst

Nummer: 2011D38752, datum: 2011-07-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2010Z08755:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

28 juni 2011



Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere
wetten in verband met de aanvulling met instrumenten voor bekostiging
(Wet aanvulling instrumenten bekostiging WMG)







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

	Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

	Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de
bekostiging van zorg en een beheerste kostenontwikkeling daarvan
wenselijk is de Wet marktordening gezondheidszorg aan te vullen met
enkele instrumenten en in enkele andere wetten enige daarmee
samenhangende wijzigingen aan te brengen;

	Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij
goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 7, tweede lid, wordt “als bedoeld in artikel 57, vierde
lid, onder a of b” vervangen door: als bedoeld in artikel 50, eerste
lid, onderdeel b of c.

B

	Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Het eerste lid komt te luiden:

	1. Het is een zorgaanbieder verboden een tarief in rekening te brengen:

	a. dat niet overeenkomt met het tarief dat voor de betrokken prestatie
op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel b, is vastgesteld;

	b. dat niet ligt binnen de tariefruimte die op grond van artikel 50,
eerste lid, onderdeel c, voor de betrokken prestatie is vastgesteld;

	c. voor een prestatie waarvoor geen prestatiebeschrijving op grond van
artikel 50, eerste lid, onderdeel d, is vastgesteld;

	d. voor een prestatie waarvoor een andere prestatiebeschrijving wordt
gehanteerd dan op grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel d, is
vastgesteld;

	e. anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.

	2. In het vierde lid wordt “het eerste lid, onder a of b” vervangen
door: het eerste lid, onder c of d.

	3. Aan het artikel worden twee leden toegevoegd, luidende:

	6. Indien de zorgautoriteit een regel heeft vastgesteld als bedoeld in
artikel 37, eerste lid, is het een zorgaanbieder als bedoeld in het
vierde lid van dat artikel, die de betalingen uit in rekening gebrachte
tarieven ontvangt, verboden:

	a. meer over te dragen dan het bedrag dat bij of krachtens deze wet is
bepaald;

	b. af te wijken van de bij die regel gestelde voorwaarden,
voorschriften en beperkingen.

	7. Indien de zorgautoriteit bij de vaststelling van een tarief als
bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdelen a, b of c, op grond van
het tweede lid van dat artikel een grens heeft vastgesteld, is het een
zorgaanbieder verboden:

	a. met de som van de tarieven voor de betrokken prestaties gerelateerd
aan de daarbij aangegeven periode van die grens af te wijken;

	b. af te wijken van de aan de grens verbonden voorschriften of
beperkingen.

C

	Na artikel 35 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 35a

	Het is een zorgaanbieder verboden een bedrag als bedoeld in artikel 56a
in rekening te brengen:

	a. dat hoger is dan het bedrag dat als bijdrage voor de beschikbaarheid
van de desbetreffende zorg op grond van artikel 56a, eerste lid, is
vastgesteld;

	b. anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.

Artikel 35b

	Het is een ziektekostenverzekeraar verboden een bedrag als bedoeld in
artikel 56b in rekening te brengen:

	a. dat hoger is dan het bedrag dat voor de betrokken vereffening op
grond van artikel 56b, eerste lid, is vastgesteld;

	b. anders dan op de wijze die overeenkomstig deze wet is vastgesteld.

D

	In artikel 36, tweede lid, wordt “de tariefruimte die op grond van
artikel 54 is vastgesteld” vervangen door: de tariefruimte die op
grond van artikel 50, eerste lid, onderdeel c, is vastgesteld.

E

	Artikel 37 komt te luiden:

  

Artikel 37

  

	1. De zorgautoriteit kan regels vaststellen, inhoudende op welke wijze
en onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften
en beperkingen:

	a.	aan wie, door wie, namens wie of via wie een tarief in rekening
wordt gebracht;

	b.	aan wie of via wie een in rekening gebracht tarief mag worden
betaald;

	c.	door wie of namens wie ontvangsten voor een in rekening gebracht
tarief moeten worden ingehouden, af- of overgedragen;

	d.	door wie of namens wie een door de zorgautoriteit te bepalen bedrag
van ten hoogste de overschrijding van de op grond van artikel 50, tweede
lid, onderdelen a, c of d, vastgestelde grens wordt ingehouden en
afgedragen.

	2. Indien de zorgautoriteit een regel vaststelt als bedoeld in het
eerste lid, aanhef en onder a, voor een prestatie die door twee of meer
zorgaanbieders gezamenlijk wordt geleverd, kan zij in die regel bepalen
dat uitsluitend een daarbij door haar aangewezen zorgaanbieder een
tarief voor die prestatie in rekening mag brengen aan de consument of
diens ziektekostenverzekeraar, waarbij de andere bij die prestatie
betrokken zorgaanbieders uitsluitend aan de aangewezen zorgaanbieder
voor het deel van die prestatie dat door hen is geleverd een tarief in
rekening kunnen brengen.

	3. Indien de zorgautoriteit een regel vaststelt als bedoeld in het
eerste lid, aanhef en onder a, voor een prestatie die door twee of meer
zorgaanbieders gezamenlijk wordt geleverd, kan zij, in die regel bepalen
dat de bij die prestatie betrokken zorgaanbieders het tarief voor hun
deel van die prestatie via de door haar aangewezen zorgaanbieder of een
derde in rekening brengen bij de consument of diens
ziektekostenverzekeraar en dat daarbij de aangewezen zorgaanbieder of
derde het tarief op een zodanige wijze in rekening brengt dat duidelijk
tot uitdrukking komt welk deel van de te verzenden rekening betrekking
heeft op de door de eerstbedoelde zorgaanbieders verrichte deel van de
prestatie. 

	4. Indien de zorgautoriteit in een regel als bedoeld in het eerste lid,
aanhef en onder a en b, voor een prestatie die door twee of meer
zorgaanbieders gezamenlijk wordt geleverd, bepaalt dat een in rekening
gebracht tarief aan of via een in die regel aangewezen zorgaanbieder of
derde, verder te noemen ontvanger, moet worden betaald, draagt deze
ontvanger er zorg voor dat de ontvangsten voor de door de andere
zorgaanbieders in rekening gebrachte tarieven worden ingehouden en
alleen aan hen worden overgedragen indien en voor zover een betaling is
ontvangen van de consument of diens ziektekostenverzekeraar.

Indien de ontvanger tevens is aangewezen op grond van artikel 37, eerste
lid, aanhef en onder d, draagt deze er zorg voor dat de ontvangsten voor
de door de andere zorgaanbieders in rekening gebrachte tarieven alleen
worden overgedragen 

met inachtneming van hetgeen met betrekking tot die vergoeding of het
geheel van vergoedingen voor een van de andere zorgaanbieders of voor
alle andere zorgaanbieders gezamenlijk bij of krachtens deze wet is
bepaald.

	5. Indien en voor zover de zorgautoriteit in een regel als bedoeld in
het eerste lid, aanhef en onder b, vaststelt aan wie of via wie een in
rekening gebracht tarief moet worden betaald, is de consument of diens
ziektekostenverzekeraar die betaling uitsluitend aan deze verschuldigd.

	6. De zorgautoriteit past het tweede en derde lid niet toe dan na een
aanwijzing van Onze Minister op grond van artikel 7. Artikel 8 is van
overeenkomstige toepassing.

	7. Voor de verdere uitvoering van de wet wordt onder zorgaanbieder mede
verstaan een ieder die de ontvangsten uit in rekening gebrachte tarieven
ontvangt, inhoudt, af- of overdraagt.

	8. Het bepaalde bij of krachtens dit artikel is mede van toepassing ten
aanzien van een ieder die voor een zorgaanbieder een administratie voert
alsmede ten aanzien van degene die een administratie voert ten behoeve
van of in verband met het in rekening brengen of betalen van een tarief,
het ontvangen, inhouden, af- of overdragen van ontvangsten voor een in
rekening gebracht tarief of het inhouden, af- of overdragen van een door
de zorgautoriteit te bepalen bedrag in verband met het overschrijden van
een door de zorgautoriteit  op grond van artikel 50, tweede lid,
onderdelen a, c of d, vastgestelde grens. 

	9. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing voor het in
rekening brengen of betalen van een tarief voor een deel van een
prestatie of een geheel van prestaties.

F

	Voor artikel 45 wordt een opschrift geplaatst, luidende:

Paragraaf 4.2.A. Invloed op overeenkomsten

G

	In paragraaf 4.2.A. wordt na artikel 45 een artikel ingevoegd,
luidende:

Artikel 46

	De zorgautoriteit kan bij het vaststellen van een regel op grond van
deze wet bepalen dat overeenkomsten in strijd met die regel nietig zijn
indien en voor zover deze niet zijn aangepast binnen een door de
zorgautoriteit te stellen termijn.

H

	In artikel 47 wordt, onder verlettering van de onderdelen c en d tot
onderdelen d en e, een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

	c. zorgaanbieders, indien het een zorgaanbieder betreft;

I

	In artikel 48, eerste lid, wordt, onder verlettering van onderdeel l
tot onderdeel m, na onderdeel k een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

	l. de verplichting voor een zorgaanbieder om in zijn overeenkomsten met
andere zorgaanbieders niet een onredelijk hoge capaciteit overeen te
komen in relatie tot de capaciteit die de eerstbedoelde zorgaanbieder
naar verwachting voor zijn consumenten nodig heeft;

J

	Paragraaf 4.4 komt te luiden:

Paragraaf 4.4. Vaststelling van tarieven en prestatiebeschrijvingen

Artikel 50

	1. De zorgautoriteit legt, met inachtneming van de artikelen 51 tot en
met 56 en 59, in een beschikking ten behoeve van het rechtsgeldig in
rekening kunnen brengen van een tarief vast:

	a. of er sprake is van een vrij tarief, zijnde een tarief waarop
artikel 35, eerste lid, onderdelen a en b, niet van toepassing is;

	b. of er sprake is van een vast tarief;

	c. of er sprake is van een bedrag dat ten minste of ten hoogste als
tarief in rekening kan worden gebracht;

	d. de beschrijving van de prestatie, deel van de prestatie of geheel
van prestaties behorend bij het tarief bedoeld in de onderdelen a, b en
c.

	Bij de toepassing van de aanhef en onderdelen b en c in de eerste
volzin stelt de zorgautoriteit de hoogte van het tarief dan wel het
bedrag dat als tarief in rekening kan worden gebracht vast in die
beschikking.

	2. De zorgautoriteit kan bij de toepassing van het eerste lid
ambtshalve voor de som van de tarieven voor de betrokken prestaties
gerelateerd aan een daarbij aangegeven periode, voorafgaand aan die
periode, vaststellen:

	a. een vaste grens,

	b. een ondergrens,

	c. een bovengrens of

	d. een bandbreedtegrens.

	Voor onderscheiden delen van een prestatie of geheel van prestaties als
bedoeld in artikel 57, derde lid, kunnen afzonderlijke grenzen en
grenssoorten als bedoeld in de voorgaande volzin worden vastgesteld.

	3. De zorgautoriteit kan aan de vaststelling van een tarief, een
prestatiebeschrijving of een grens als bedoeld in de voorgaande leden
voorschriften of beperkingen verbinden.

	4. De vaststelling van een tarief of een prestatiebeschrijving bevat in
ieder geval voor zover van toepassing de onderwerpen, genoemd in artikel
54.

Artikel 51

	De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdeel a, uitsluitend
ambtshalve toe.

Artikel 52

	De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdelen b en c, toe:

	a. op aanvraag van een zorgaanbieder en een ziektekostenverzekeraar,
indien zij een tarief zijn overeengekomen. Het vastgestelde tarief geldt
voor alle gevallen waarin de zorgaanbieder het tarief in rekening brengt
aan de ziektekostenverzekeraar of aan degene die bij deze voor de
prestatie waarop het tarief van toepassing is, is verzekerd;

	b. op aanvraag van een zorgaanbieder of een ziektekostenverzekeraar dan
wel ambtshalve, indien op een ingevolge onderdeel a gedane aanvraag
afwijzend is beslist. De tweede volzin van onderdeel a is met betrekking
tot dat tarief van overeenkomstige toepassing;

	c. op aanvraag van een zorgaanbieder of van een
ziektekostenverzekeraar, indien een overeenkomst als bedoeld in
onderdeel a niet tot stand komt. Bij de vaststelling bepaalt de
zorgautoriteit in welke gevallen het tarief geldt;

	d. op aanvraag van een zorgaanbieder dan wel ambtshalve, voor alle
gevallen waarin het in rekening wordt gebracht aan iemand die voor de
prestatie waarop het tarief van toepassing is, niet is verzekerd bij een
ziektekostenverzekeraar. Daarbij kunnen met betrekking tot de kring van
hen aan wie het tarief rechtsgeldig in rekening kan worden gebracht,
beperkingen worden gesteld;

	e. ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat
vordert;

	f. ambtshalve, indien de zorgautoriteit daarbij een grens als bedoeld
in artikel 50, tweede lid, vaststelt.

Artikel 53

	De zorgautoriteit past artikel 50, eerste lid, onderdeel d, toe:

	a. ingeval de zorgautoriteit gebruik maakt van de bevoegdheid op grond
van artikel 37, tweede lid;

	b. in de gevallen, bedoeld in artikel 52, onderdelen a tot en met f;

	c. op aanvraag van een zorgaanbieder of een ziektekostenverzekeraar met
betrekking tot een prestatie waarvoor de zorgautoriteit op grond van het
bepaalde bij of krachtens artikel 2, tweede lid, artikel 50, eerste lid,
onderdeel a, of artikel 58, vierde lid, onderdeel a, geen tarief behoeft
vast te stellen.

Artikel 54

	1. Een aanvraag als bedoeld in artikel 52 bevat een voorstel voor:

	a. het in rekening te brengen tarief;

	b. de periode waarvoor het tarief zal gelden.

	2. Een aanvraag als bedoeld in artikel 53 bevat een voorstel voor de
vast te stellen prestatiebeschrijving.

	3. Indien de zorgautoriteit geen regels heeft vastgesteld als bedoeld
in artikel 37, eerste lid, aanhef en onder a, bevat de aanvraag, bedoeld
in de artikelen 52 en 53, voorts een voorstel voor:

	a. degene aan wie het betrokken tarief in rekening wordt gebracht;

	b. degene door wie het betrokken tarief in rekening wordt gebracht;

	c. de wijze waarop het betrokken tarief in rekening wordt gebracht.

Artikel 55

	1. De zorgautoriteit beslist, met in achtneming van artikel 4:84 van de
Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval afwijzend op een aanvraag als
bedoeld in artikel 52:

	a. indien de voorstellen in de aanvraag in strijd zijn met het bepaalde
in de beleidsregels, bedoeld in artikel 57;

	b. indien de aanvraag overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of
krachtens deze paragraaf.

	2. De zorgautoriteit beslist, met in achtneming van artikel 4:84 van de
Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval afwijzend op een aanvraag als
bedoeld in artikel 53:

	a. indien de voorgestelde prestatiebeschrijving in strijd is met het
recht of met het belang van de volksgezondheid;

	b. indien de aanvraag overigens niet voldoet aan het bepaalde bij of
krachtens deze paragraaf.

Artikel 56

	1. Voordat de zorgautoriteit een beschikking neemt op een aanvraag tot
vaststelling van een tarief als bedoeld in artikel 52, onderdelen a of
d, stelt zij de naar haar oordeel betrokken zorgaanbieder en betrokken
ziektekostenverzekeraar in de gelegenheid te worden gehoord, indien
dezen of een van hen daarom hebben verzocht.

	2. De zorgautoriteit doet van haar voornemen een aanvraag in
behandeling te nemen tijdig mededeling aan de in het eerste lid bedoelde
betrokkenen.

K

	Paragraaf 4.5 komt te luiden:

Paragraaf 4.5. Vaststelling van bijdragen en vereffeningen

Artikel 56a

	1. De zorgautoriteit kan een beschikbaarheidbijdrage toekennen ten
behoeve van de beschikbaarheid van bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, sub
1°, van deze wet met inachtneming van daarbij te stellen voorwaarden,
voorschriften en beperkingen. Een zorgaanbieder kan de
beschikbaarheidbijdrage bij het College zorgverzekeringen in rekening
brengen ten laste van het Zorgverzekeringsfonds dan wel het Algemeen
Fonds Bijzondere Ziektekosten. Voor een beschikbaarheidbijdrage komen
uitsluitend vormen van zorg in aanmerking waarvan de kosten niet of niet
geheel zijn toe te rekenen naar, of door middel van tarieven in de zin
van deze wet in rekening te brengen zijn aan, individuele
ziektekostenverzekeraars of verzekerden, of waarvan de bekostiging bij
een zodanige toerekening dan wel een zodanige tarifering marktverstorend
zou werken, en die niet op andere wijze worden bekostigd.

	2. De zorgautoriteit past het eerste lid toe:

	a. op aanvraag van een zorgaanbieder of een ziektekostenverzekeraar;

	b. ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat
vordert.

	3. De toekenning op grond van het eerste lid laat de door de
zorgaanbieder in rekening gebrachte tarieven onverlet.

	4. Een aanvraag om toepassing van het eerste lid bevat een voorstel
voor:

	a. het in rekening te brengen bedrag;

	b. degene door wie het bedrag in rekening wordt gebracht.

	5. De zorgautoriteit kan aan de toekenning van het bedrag voorschriften
of beperkingen verbinden.

	6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur en onder daarbij te
stellen voorwaarden, voorschriften en beperkingen, kan worden bepaald in
welke vorm de zorgautoriteit de beschikbaarheidbijdrage kan toekennen.

	7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald of en
in welke gevallen Onze minister of de zorgautoriteit, onder daarbij te
stellen voorwaarden, voorschriften of beperkingen, zorgaanbieders kunnen
aanwijzen die worden belast met een dienst van algemeen economisch
belang als bedoeld in artikel 106, tweede lid, van het Verdrag
betreffende de Werking van de Europese Unie of een dienst van algemeen
belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie.

Artikel 56b

	1. De zorgautoriteit kan een vereffeningbedrag vaststellen, zijnde een
bedrag dat een ziektekostenverzekeraar bij een zorgaanbieder in rekening
kan brengen ten behoeve van het vereffenen van het voor een prestatie of
geheel van prestaties in rekening gebrachte, betrekking hebbend op een
door de zorgautoriteit bepaalde periode.

	2. De zorgautoriteit past het eerste lid toe:

	a. op aanvraag van een ziektekostenverzekeraar of een zorgaanbieder;

	b. ambtshalve, indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 57 dat
vordert.

	3. De vaststelling op grond van het eerste lid laat de door de
zorgaanbieder in rekening gebrachte tarieven onverlet.

	4. Een aanvraag om toepassing van het eerste lid bevat een voorstel
voor:

	a. het in rekening te brengen bedrag.

	b. degene aan wie het bedrag in rekening wordt gebracht;

	c. degene door wie het bedrag in rekening wordt gebracht;

	d. de wijze waarop het bedrag in rekening wordt gebracht.

	5. De zorgautoriteit kan aan de vaststelling van het bedrag
voorschriften of beperkingen verbinden.

L

	Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt “de artikelen 50 en 52”
vervangen door: artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b en c.

	2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt “artikel 56” vervangen
door: artikel 50, eerste lid, onderdeel d.

	3. In het eerste lid worden, na vervanging van het leesteken aan het
slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

	d. het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op
grond van artikel 50, tweede lid;

	e. het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van bedragen
als bedoeld in de artikelen 56a en 56b.

	4. In het tweede lid wordt “in het eerste lid, onder b en c”
vervangen door: in het eerste lid, onder b, c en e.

	5. Het derde tot en met vijfde lid vervallen, waarna het zesde lid
wordt vernummerd tot derde lid en na dat lid een vierde lid wordt
toegevoegd, luidende:

	4. De beleidsregels kunnen inhouden dat deze alleen van toepassing zijn
voor instellingen die zijn aangewezen op grond van artikel 8 van de Wet
op bijzondere medische verrichtingen.

M

	In artikel 58, vierde lid, onderdeel b, wordt “artikel 35, eerste
lid, onder a en b” vervangen door: artikel 35, eerste lid, onder c en
d.

N

	Artikel 59 komt te luiden:

Artikel 59

	De zorgautoriteit stelt niet dan na een aanwijzing van Onze Minister op
grond van artikel 7, eerste lid, onder b, een beleidsregel vast met
betrekking tot:

	a. het toepassen van artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b of c,
indien voor de betrokken prestatie of voor een betrokken categorie van
zorgaanbieders met betrekking tot de betrokken prestatie nog geen
zodanige beleidsregel geldt;

	b. het wijzigen van een beleidsregel met betrekking tot de vaststelling
van een tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, b of
c, in die zin dat de bij die beleidsregel betrokken prestatie onder een
andere tariefsoort als bedoeld in die onderdelen komt te vallen;

	c. het vaststellen van een grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid;

	d. het wijzigen van een beleidsregel met betrekking tot de vaststelling
van een grens als bedoeld in de onderdelen van artikel 50, tweede lid,
in die zin dat de in die beleidsregel genoemde grens onder een andere
grenssoort als bedoeld in die onderdelen komt te vallen;

	e. het vaststellen van een bedrag als bedoeld in artikel 56a en 56b;

	f. een experiment als bedoeld in artikel 58.

O

	Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:

	1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

	2. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

	2. Indien de zorgautoriteit een zorgaanbieder een aanwijzing geeft ter
handhaving van artikel 35, zevende lid, of artikel 37, eerste lid,
aanhef en onder d, kan de aanwijzing voor zover het betreft de hoogte
van het af te dragen bedrag uitsluitend de verplichting inhouden dat de
zorgaanbieder een door de zorgautoriteit te bepalen bedrag van ten
hoogste de overschrijding van de in die artikelen bedoelde vaste grens,
bovengrens of bandbreedtegrens afdraagt aan het Zorgverzekeringsfonds of
het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

P

	Artikel 81, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

	1. In de aanhef wordt na “voorzover niet” ingevoegd: in een geval
als.

	2. In onderdeel a vervalt : “of”.

	3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door “,
of” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

	c. het bedrag, bedoeld in artikel 76, tweede lid, in te vorderen. Titel
4.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Q

	Het opschrift van paragraaf 6.5 komt te luiden:

Paragraaf 6.5. Afdracht dwangsommen, boetes en andere invorderingen

R

	Aan artikel 104 wordt onder vernummering van het eerste, tweede en
derde lid tot tweede, derde en vierde lid wordt voor het tweede lid, een
nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:

	1. De zorgautoriteit draagt het op grond van artikel 81, eerste lid,
onderdeel c, ingevorderde bedrag af aan het Zorgverzekeringsfonds of
het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten.

ARTIKEL II

	De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

	Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

	1. In het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	k. door zorgaanbieders ingevolge een regel van de zorgautoriteit op
grond van artikel 37, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet
marktordening gezondheidszorg dan wel op aanwijzing van de
zorgautoriteit op grond van artikel 76, tweede lid, van die wet
afgedragen bedragen en door de zorgautoriteit van zorgaanbieders op
grond van artikel 81, eerste lid, onder c, van die wet ingevorderde
bedragen, voor zover die bedragen niet worden afgedragen aan het
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten of aan derden.

	2. Het derde lid wordt gewijzigd als volgt:

	a. onderdeel g komt te luiden:

	g. bedragen als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening
gezondheidszorg.

	b. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een
puntkomma wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

	h. de door het College zorgverzekeringen op grond van een ministeriële
regeling vastgestelde verdeelbedragen, zijnde aan de relevante 
zorgverzekeraars toegekende delen van de bedragen bedoeld in onderdeel k
van het tweede lid.

B

	Artikel 123a vervalt.

ARTIKEL III

	Artikel 90 van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt als
volgt gewijzigd:

	1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

	f. door zorgaanbieders ingevolge een regel van de zorgautoriteit op
grond van artikel 37, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet
marktordening gezondheidszorg dan wel op aanwijzing van de
zorgautoriteit op grond van artikel 76, tweede lid, van die wet
afgedragen bedragen en door de zorgautoriteit van zorgaanbieders op
grond van artikel 81, eerste lid, onder c, van die wet ingevorderde
bedragen, voor zover die bedragen niet worden afgedragen aan het
Zorgverzekeringsfonds of aan derden.

	2. In het tweede lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel g door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd,
luidende:

	h. bedragen als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening
gezondheidszorg;

	i. de door het College zorgverzekeringen op grond van een ministeriële
regeling vastgestelde verdeelbedragen, zijnde aan de relevante 
zorgverzekeraars toegekende delen van de bedragen bedoeld in onderdeel f
van het eerste lid.

ARTIKEL IV

	De zinsnede met betrekking tot de Wet marktordening gezondheidszorg in
artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt
gewijzigd als volgt:

	a. na “35” wordt ingevoegd: 35a, 35b,.

	b. na “36, derde lid” wordt ingevoegd: 37, eerste lid,.

	c. na “45” wordt ingevoegd: 46.

ARTIKEL V

	Aan artikel 8 van de Wet op bijzondere medische verrichtingen wordt een
lid toegevoegd, luidende:

	4. De beleidsvisie, bedoeld in het eerste lid, kan inhouden dat Onze
Minister, voor zover dat naar zijn oordeel noodzakelijk is in het belang
van de volksgezondheid, zorg draagt voor bekostiging van de
instandhouding dan wel continuĂŻteit van de uitvoering van de bijzondere
aspecten van de in het eerste lid bedoelde verrichtingen door een
instelling die op grond van het tweede lid is aangewezen.

ARTIKEL VI

	De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of
onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VII

	Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanvulling instrumenten bekostiging
WMG.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

 

 

 PAGE    

 PAGE   11