32883 (R1961) Adv RvSt inzake Goedkeuring van de op 15 oktober 2008 te Bridgetown totstandgekomen Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2009, 18)
Goedkeuring van de op 15 oktober 2008 te Bridgetown totstandgekomen Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2009, 18)
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2011D41868, datum: 2011-09-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2011Z16957:
- Indiener: U. Rosenthal, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: M.J.M. Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (2010-2012)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-09-08 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-29 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2011-10-04 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-10-26 12:00: Goedkeuring Economische Partnerschapsovereenkomst met de Cariforum-staten (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2012-02-16 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2012-04-12 20:30: Goedkeuring van de op Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (32799) + Goedkeuring van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (32883) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2012-04-17 15:15: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
No.W02.10.0239/II/K 's-Gravenhage, 29 juli 2010 Bij Kabinetsmissive van 17 juni 2010, no.10.001717, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Economische Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende goedkeuring van de op 15 oktober 2008 te Bridgetown tot stand gekomen Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Cariforum-staten, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (Trb. 2009, 18), met memorie van toelichting. Dit Verdrag van Bridgetown is het eerste Europese Partnerschapsverdrag dat uitwerking geeft aan het zogeheten Verdrag van Cotonou. De Europese Gemeenschap heeft jarenlang een stelsel van eenzijdige handelspreferenties in stand gehouden voor een aantal landen – voormalige koloniën – in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Het stelsel riep steeds meer weerstanden op bij andere ontwikkelingslanden en ook vanuit de Wereldhandelsorganisatie (WTO), omdat de preferenties in strijd zouden zijn met het non-discriminatiebeginsel van de WTO. In het Verdrag van Cotonou werd dan ook overeengekomen dat de eenzijdige handelspreferenties vervangen zouden worden door tweezijdige vrijhandelsakkoorden, die gesloten zouden worden met de verschillende regio’s afzonderlijk. Het Verdrag van Bridgetown vormt het eerste van deze akkoorden, gericht op staten in het Caribisch gebied. Het verdrag is gesloten met de lidstaten van de Caribbean Community (Caricom) en de Dominicaanse Republiek, die samenwerken in Cariforum. Het is een tweezijdig vrijhandelsakkoord, maar heeft een asymmetrisch karakter: het geeft selectief bescherming aan die onderdelen van de economie in de Cariforum-staten die kwetsbaar zijn. De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de strekking van het voorstel van wet, maar maakt daarbij enkele kanttekeningen. 1. Positie van gebieden in het Caribisch gebied, in het bijzonder de landen en gebieden van het Koninkrijk in de West Het verdrag zal gelden, enerzijds, voor het grondgebied van de Europese Unie – inclusief Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique, Saint Barthélemy en Saint Martin als ultraperifere gebieden van de EU in het Caribisch gebied – en, anderzijds, voor de staten die lid zijn van Caricom plus de Dominicaanse Republiek. Caricom is een internationale organisatie die werkt aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke markt. Het verdrag zal niet gelden voor de landen en gebieden overzee (lgo’s) die geassocieerd zijn met de Europese Unie, waaronder de Nederlandse Antillen en Aruba. De positie van de Nederlandse Antillen en Aruba roept vragen op. Deze landen hebben binnen de EU de status van lgo; bij Caricom hebben zij de status van waarnemer. Volgens de toelichting heeft Nederland bij de onderhandelingen met de Caribische landen expliciet aandacht gevraagd voor de positie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Uit een impact assessment van de Europese Commissie zou zijn gebleken dat de gevolgen van het verdrag voor de Nederlandse Antillen en Aruba zeer beperkt zijn. Lgo’s behoeven voor de export van producten van oorsprong naar de Europese Unie geen invoerrechten te betalen en mogen in beginsel geen invoerrechten heffen op importen uit de EU. De lidstaten van Caricom zijn met de EU een vrijhandelsregime overeengekomen, dat niet alleen betrekking heeft op producten maar ook op diensten, investeringen en elektronische handel. Er bestaan dus twee regelingen inzake vrijhandel tussen de EU en verschillende landen en gebieden in het Caribisch gebied: de lgo-regeling en het voorliggende verdrag. Dit roept de vraag op of er ook vrijhandelsregelingen bestaan tussen de leden van Caricom en de Caribische lgo’s onderling, of dat tussen hen handelsbarrières bestaan. Dit roept vervolgens de vraag op wat het handelsbeleid van de Europese Unie is met betrekking tot het Caribisch gebied als geheel, nu een aantal lgo’s in dat gebied ligt en het verdrag voor hen niet zal gelden. Meer in het bijzonder is de vraag of de lidstaten van Caricom bereid zouden zijn het land Aruba en de toekomstige landen Curaçao en Sint Maarten toe te laten als lid, nu daartegen aan de zijde van Caricom geen juridische bezwaren lijken te bestaan. Voor de toekomstige openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt deze vraag eveneens, zij het dat het in hun geval gaat om de vraag of Nederland ten behoeve van deze toekomstige openbare lichamen de toetreding tot de gemeenschappelijke markt van Caricom zou willen bevorderen. De Raad adviseert op het voorgaande in de toelichting in te gaan. 2. Uitvoeringswetgeving In de toelichting wordt geen aandacht besteed aan de vraag of het verdrag gevolgen heeft voor Nederlandse regelgeving. De Raad wijst onder meer op hoofdstuk 4 van Titel II van het verdrag, dat recht op tijdelijk verblijf toekent aan stafpersoneel, afgestudeerde stagiairs, verkopers van zakelijke diensten, dienstverleners op contractbasis, beoefenaars van een vrij beroep en tijdelijke bezoekers voor zaken. De Raad adviseert de toelichting aan te vullen en zo nodig een wetsvoorstel in procedure te brengen dat in de vereiste uitvoeringsregels voorziet. 3. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Raad naar de bij het advies behorende bijlage. De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken. De waarnemend Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk, (get.) Van Dijk Bijlage bij het advies van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende no.W02.10.0239/II/K met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft. In de toelichting verduidelijken of het verdrag voorlopig wordt toegepast met ingang van 31 oktober 2008, zoals lijkt voort te vloeien uit artikel 243, derde lid, of met ingang van 29 december 2008, zoals vermeld staat in het Tractatenblad (Trb. 2009, 18, blz. 225). Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds; Cotonou, 23 juni 2000 (Trb. 2000, 57), en de een Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst van 2000; Luxemburg, 25 juni 2005 (Trb. 2005, 295). Artikel 355, derde lid, van het EU-Werkingsverdrag. Revised Treaty of Chaguaramas Establishing the Caribbean Community including the CARICOM Single Market and Economy; Nassau, 5 juli 2001, www.caricom.org. Toelichting, § I (Inleiding en samenvatting), onder “Nederlandse positie”. Artikel 355, tweede lid, en het vierde deel van het EU-Werkingsverdrag. Naast Aruba en de Nederlandse Antillen gaat het om de Britse lgo’s Anguilla, Bermuda, de Cayman-eilanden, Montserrat, Turks- en Caicos-eilanden en de Maagdeneilanden. Montserrat, een Britse lgo, is lid van Caricom. Zie het rapport van de Economic Commission for Latin America and the Caribbean, “Review of Cariforum-EU EPA – Implications for the British and Dutch Caribbean OCTs”, LC/CAR/L.176, 4 September 2008. Aanwijzing 313, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar). Aanwijzing 311, tweede lid, Ar. PAGE 1 PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........