Advies Raad van State
Partiƫle wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beƫindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen
Advies Afdeling advisering Raad van State
Nummer: 2011D44992, datum: 2011-09-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.D. Tjeenk Willink, vicepresident van de Raad van State ()
Onderdeel van zaak 2011Z18062:
- Indiener: F. Teeven, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2011-09-21 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-09-28 13:15: Procedurevergadering commissie Veiligheid en Justitie (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2011-10-04 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2011-12-01 14:00: Partiƫle wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beƫindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (33008) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2012-02-02 14:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2012-02-09 12:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-03-15 10:15: Partiƫle wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verbandmet het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijkebeƫindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voorjeugdigen (33008) (Hamerstukken), TK
Preview document (š origineel)
No.W03.11.0280/II 's-Gravenhage, 8 augustus 2011 Bij Kabinetsmissive van 18 juli 2011, no.11.001760, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende partiƫle wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het herstel van een lacune in de regeling van de voorwaardelijke beƫindiging van de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel heeft betrekking op de regeling voor verplichte nazorg bij de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel). De verplichte nazorg wordt vormgegeven door een stelsel van voorwaardelijke beƫindiging van de pij-maatregel. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de duur van de terugplaatsing van de jeugdige tijdens de voorwaardelijke beƫindiging van de pij-maatregel. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het voorstel wenselijk is. 1. Maximale duur terugplaatsing De pij-maatregel wordt in beginsel voor de duur van drie jaar opgelegd en eindigt na twee jaar van rechtswege voorwaardelijk, behoudens de mogelijkheid van verlenging (artikel 77s, zesde lid, en artikel 77tb, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht). Wanneer de jeugdige zich tijdens de voorwaardelijke beƫindiging van de pij-maatregel niet houdt aan de gestelde voorwaarden, kan de rechter (herhaaldelijk) bevelen dat de jeugdige wordt teruggeplaatst in een inrichting. De toelichting stelt dat de terugplaatsing kortdurend en tijdelijk zou moeten zijn, een zogenoemde time-out. Het voorgestelde artikel 77tb, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, bepaalt dat de maximale duur van een terugplaatsing, ook ingeval van herhaalde terugplaatsingen, een jaar is. De Afdeling is van oordeel dat verzekerd moet zijn dat de duur van de terugplaatsing de duur van de voorwaardelijke beƫindiging en daarmee de duur van de maatregel niet overschrijdt. Mede gelet op het feit dat aan de voorgestelde bepaling ingevolge artikel IV van het wetsvoorstel terugwerkende kracht toekomt, en er onder omstandigheden van strafverzwaring sprake zou kunnen zijn, is een betere afstemming van de bepaling op de resterende duur van de voorwaardelijke beƫindiging en daarmee van de maatregel nodig. De Afdeling adviseert daartoe. 2. Voor een redactionele kanttekening verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage. De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden. De vice-president van de Raad van State, Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W03.11.0280/II met een redactionele kanttekening die de Afdeling in overweging geeft. In 77ta, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht "artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg" vervangen door: artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg. In dit stelsel voorziet de wet van 13 december 2010 tot wijziging van de Beginselenwet justitiƫle jeugdinrichtingen, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten, in verband met de aanpassing van vrijheidsbenemende jeugdsancties (Stb. 2010, 818), in werking getreden op 1 juli 2011 (Stb. 2011, 296). Memorie van toelichting, paragraaf 4, "De voorwaardelijke beƫindiging van de pij-maatregel". PAGE PAGE 2 PAGE I AAN DE KONINGIN ........................................................................ ...........